De leerlingen uit Boxtel krijgen het vak "Communicatie" gedoceerd door een collega uit Boxtel.
We bespreken het hoofdstuk "Communicatie"uit de Integrale opdracht en gaan hiermee met de gevormde tweetallen aan de slag.

Ook al staan we nauwelijks bij stil, we verzenden allemaal non-verbale boodschappen. Sterker nog; de menselijke interactie bestaat slechts in zeer beperkte mate uit woorden en zinnen. Als ik je vertel dat we 65% van hetgeen dat we zeggen via onze lichaamstaal doen en maar liefst 80% onder de noemer ‘non-verbale communicatie’ valt, hoef ik vast niet nader toe te lichten waarom enig inzicht in deze materie van onmiskenbare waarde is. Het feit dat we ons vaak niet realiseren welke non-verbale signalen we verzenden, betekent immers niet dat ze niet door anderen kunnen worden opgepikt.
Lichaamstaal kan waardevolle informatie onthullen over je innerlijke stemmingen, emoties en gedachten, zonder dat je deze onder woorden hebt gebracht. De mate waarin je je bewust bent van zowel je eigen lichaamstaal als die van anderen kan het verschil maken wanneer je solliciteert naar een nieuwe baan, aan je baas een loonsverhoging vraagt of op het punt staat om die ene top deal te sluiten. Als je de lichaamstaal van anderen leert herkennen en begrijpen, ben je in staat om mensen en situaties beter in te schatten en kun je profiteren van de mogelijkheid om te achterhalen wat er daadwerkelijk om je heen gebeurt.
Het is wat je niét zegt dat ertoe doet
Robert Phipps is een van ’s werelds meest toonaangevende lichaamstaal deskundigen. In zijn boek Body Language: It’s What You Don’t Say That Matters deelt Phipps alle ins en outs op het gebied van lichaamstaal en legt hij haarfijn uit hoe je deze waardevolle kennis in jouw voordeel kan laten werken. Aan de hand van een scala aan technieken en benaderingen doet Robert Phipps uit de doeken hoe je andermans non-verbale gebaren en signalen kunt herkennen en begrijpen. Ook laat hij zien hoe je de jouwe het beste kunt gebruiken om je succeskansen op uiteenlopende vlakken aanzienlijk te vergroten. In dit artikel ga ik in op de vijf belangrijkste inzichten in non-verbale communicatie en lichaamstaal.
1. Wat je kunt afleiden uit de manier waarop iemand zijn handen gebruikt
Om onze woorden kracht bij te zetten, maken we in een gesprek voortdurend handgebaren. Vaak zijn we echter te veel gefocust op onze verbale communicatie, zodat we geen aandacht besteden aan de manier waarop we onze handen gebruiken om onze woorden te accentueren. Bovendien hebben we vaak geen flauw idee welke verborgen aanwijzingen de handgebaren van anderen ons vertellen over hun innerlijke stemmingen, emoties en gedachten.
In wezen zijn er drie manieren waarop mensen in een gesprek hun handen gebruiken. Wanneer iemand een verhaal vertelt met zijn handpalmen open en naar boven, kun je ervan uitgaan dat de persoon in kwestie vriendelijk, open en oprecht is. Het geeft aan dat deze persoon niets te verbergen heeft en je niet wilt overtuigen, beïnvloeden of domineren. Wanneer iemand in een conversatie voortdurend handgebaren maakt met zijn palmen naar beneden, moet je er rekening mee houden dat deze persoon je om een of andere reden wilt beïnvloeden. Mogelijk wilt hij of zij je iets duidelijk maken; je ergens van overtuigen of ergens voor behoeden. De meest krachtige handgebaren die iemand in een gesprek kan maken zijn wijzende gebaren, met de wijsvinger of met de gestrekte hand. Wanneer je dit soort handgebaren tegen komt is er reden om aan te nemen dat de persoon in kwestie je wilt domineren of mogelijk zelfs beangstigen.
Gebruikt iemand zijn handen opvallend weinig door ze stil of uit het zicht te houden? Dan moet je er bedacht op zijn dat er mogelijk deceptie in het spel is. Hier kom ik zometeen op terug.
.
Handen schudden
Er zijn die verschillende manieren om iemand een hand te geven; met de handpalm naar boven, naar beneden en verticaal. Een verticale handdruk is gelijkwaardig; het geeft aan dat er geen dominantie is tussen beide personen. Wanneer je iemand een hand geeft met je palm naar beneden, geeft dit aan dat je jezelf mogelijk superieur voelt ten opzichte van de ander of gewoon dominant over wilt komen. Anderzijds wijst een handdruk met de handpalm naar boven juist op onderdanigheid, onzekerheid of respect. Ook de sterkte van een handdruk zegt je iets over de mate van dominantie of onderdanigheid tussen beide personen. Een gelijkwaardige handdruk is een handdruk waarbij beide personen even veel kracht uitoefenen. Wanneer iemand je een handdruk geeft en jouw hand vervolgens bont en blauw knijpt, geeft hij hiermee dus luid en duidelijk aan: ‘Ík ben hier de baas, dat je het even weet!’
2. Wat je kunt afleiden uit iemands ogen
Net als de handen kunnen ook de ogen onbewust een schat aan informatie onthullen over iemands innerlijke stemmingen, emoties en gedachten. Wanneer we nadenken over verschillende dingen, draaien we voortdurend met onze ogen. Dit komt omdat we uiteenlopende soorten informatie in verschillende delen van ons brein opslaan. Wanneer we omhoog kijken, tappen we uit ons ‘geheugen kanaal’. Vraag iemand om te vertellen over een bepaalde herinnering of ervaring en deze persoon zal waarschijnlijk omhoog en naar links kijken om deze herinnering op te halen. Vraag je iemand echter naar bepaalde data, statistieken of cijfers, dan zal de persoon in kwestie eerder omhoog en naar rechts kijken.
Beneden vinden we ons ‘emotie kanaal’. Wanneer we bezig zijn met het formuleren of verzinnen van een antwoord, hebben we de neiging om omlaag en naar links te kijken. Zijn we emotioneel of overstuur, dan zullen we omlaag en naar rechts kijken. Er is ook een horizontaal niveau; het zogenaamde ‘audio kanaal’. Op het moment dat we een voor ons bekend geluid horen, zullen we horizontaal naar links kijken om de betekenis van dat geluid op te zoeken in ons geheugen. Wanneer we echter een geluid horen dat we niet kunnen plaatsen, kijken we horizontaal naar rechts terwijl we een verklaring zoeken voor waar dat geluid vandaan zou kunnen komen.
Ook onze pupillen maken deel uit van onze lichaamstaal. De grootte van onze pupillen geven waardevolle hints over de mate waarin we een ander aantrekkelijk vinden. Hierover zo meer.
3. Hoe je kunt zien of iemand liegt
Het herkennen en begrijpen van de lichaamstaal van anderen stelt je in staat om met grote mate van zekerheid te kunnen achterhalen of iemand al dan niet de waarheid spreekt. De meest gangbare aanwijzing voor deceptie is het welbekende vermijden van oogcontact, al is het voor een leugenaar relatief eenvoudig om zijn bedrog te verhullen door bewust oogcontact te blijven maken. Het is dan ook verstandiger om te letten op de tekenen van misleiding die minder bekend en bovendien stukken moeilijker te controleren zijn.
Zo gaf ik eerder al aan dat wanneer iemand in een gesprek zijn handen opvallend weinig gebruikt, bijvoorbeeld door ze in zijn zakken, onder zijn oksels of achter zijn rug te houden, dit erop kan wijzen dat de persoon in kwestie niet helemaal eerlijk is in hetgeen hij of zij vertelt. Iemand die de spanning van het liegen ervaart, heeft bovendien de behoefte om zichzelf als het ware te kalmeren door middel van zogenaamde ‘zelf troostende’ gebaren. Ben dan ook extra alert wanneer je ziet dat iemand veelvuldig over zijn achterhoofd streelt of in zijn handen wrijft.
Ook het zenuwachtig spelen met de neus, de oren, het haar, of andere delen van het gezicht zijn tekenen dat iemand mogelijk een misleidend verhaal vertelt. Dit soort nerveuze trekjes vertonen we vaak onbewust wanneer we ons in een stressvolle situatie bevinden, bijvoorbeeld tijdens het verzinnen en vertellen van een misleidend verhaal. Doordat onze benen en voeten het verste van onze hersenen zijn verwijderd, zijn ze moeilijker onder controle te houden dan de meeste andere lichaamsdelen. Hierdoor kunnen ook de benen en voeten belangrijke aanwijzingen verstrekken over iemands gemoedstoestand. Zo zijn het tegen elkaar wrijven van de dijen en het wiebelen met de voeten klassieke signalen voor nervositeit en stress.
4. Hoe je kunt zien of iemand je aantrekkelijk (sympathiek) vindt
Wanneer we iemand zien die we fysiek aantrekkelijk vinden willen we er zo veel mogelijk van kunnen zien, en er zo lang mogelijk naar kunnen kijken. Deze logica heeft een directe uitwerking op onze lichaamstaal. Onze neiging om meer te willen zien van hetgeen we mooi en aantrekkelijk vinden heeft als natuurlijk gevolg dat onze pupillen op zulke momenten zullen vergroten om zo meer licht binnen te laten. Als iemand dus opvallend grote pupillen heeft als hij met jou spreekt dan is de kans groot dat deze persoon jou wel ziet zitten.
Onze behoefte om langer naar mensen te kijken die we aantrekkelijk vinden verklaart het feit dat romantisch oogcontact een fractie langer duurt dan normaal oogcontact. Het blijkt dat wanneer een vrouw iemand aantrekkelijk vindt, ze na het oogcontact vaak eerst vluchtig naar beneden zal kijken voordat ze haar hoofd weer weg draait. Mannen zullen dit minder snel doen; zij zijn eerder geneigd om na het oogcontact hun hoofd meteen weg te draaien.
In een gesprek met iemand waar we ons tot aangetrokken voelen, hebben we de neiging om naar voren leunen en onze kin omhoog brengen. Vrouwen zullen voortdurend aan hun haar friemelen of met hun oorlellen spelen, terwijl ze hun pols naar voren richten. Mannen zijn geneigd om hun borst groter te maken en staan vaak met hun handen in de zij om atletischer over te komen.
5. Hoe je het beste kunt vergaderen en interviewen
De manier waarop je tijdens een vergadering of een sollicitatiegesprek op je stoel zit, kan aan anderen belangrijke informatie verstrekken over je stemmingen, emoties en gedachten. Wanneer je oprecht betrokken en geïnteresseerd bent, dan ben je geneigd om rechtop te zitten, naar voren te leunen, je kin omhoog te brengen en oogcontact te zoeken. Aan de andere kant wijst achterover leunen en voortdurend elders kijken op desinteresse en verveling.
Je kunt jezelf onderdanig doen lijken door je ellebogen in te trekken, je knieën bij elkaar te brengen en je handen in je schoot te leggen. Anderzijds is het aanraken van je eigen vingertoppen een klassiek teken van autoriteit en zelfvertrouwen. Dit soort gebaren zullen je niet alleen zekerder doen overkomen, maar zorgen er ook voor dat je jezelf zekerder gaat voelen.
In de communicatie tussen mensen wordt er een zender en een ontvanger onderscheiden. De zender is de persoon die een boodschap uitzendt naar een ander, die in dat geval de ontvanger is. We richten ons vaak op de inhoud van een boodschap, maar een mededeling of boodschap omvat veel meer dan sec het zakelijke aspect, dus wat er feitelijk wordt gezegd. Iedere boodschap die uitgewisseld wordt in de interactie tussen twee of meer personen -hoe kort of triviaal ook- omvat maar liefst vier dimensies: het zakelijke aspect, het expressieve aspect, het relationele aspect en het appellerende aspect.
Vier aspecten van de boodschap
In de communicatieleer worden vier psychologische aspecten van de boodschap onderscheiden, te weten:
- het zakelijke aspect;
- het expressieve aspect;
- het relationele aspect; en
- het appellerende aspect.
Deze basiskenmerken zullen we verder uitwerken en toelichten aan de hand van een situatieschets. Ik baseer mij daarbij op het boek
"Hoe bedoelt u?"; Een psychologische analyse van menselijke ervaring van F. Schulz von Thun.
Situatieschets (voorbeeld)
Een echtpaar zit aan de ontbijttafel. De man smeert een broodje en belegt deze met een gekookt eitje. Hij zegt tegen zijn vrouw: "Waar is het zout?"
Het is een triviaal gespreksfragment van dertien in een dozijn. Maar wel uitermate geschikt om de vier aspecten van de boodschap nader uiteen te zetten. Het kunnen doorzien van deze verschillende lagen van een boodschap is een noodzakelijke voorwaarde om storingen de communicatie te (h)erkennen, te analyseren wat de oorzaak ervan is en om met een adequate oplossing te komen.
Het zakelijke aspect van de boodschap
Elke boodschap bestaat uit zakelijke, oftewel
feitelijke informatie. De vrouw in de casus komt te weten dat haar man het zout zoekt, hij vraagt immers waar het zout is. Maar een boodschap bevat natuurlijk veel meer dan alleen feitelijke informatie. Het is slechts één component van wat zich tussen de zender en de ontvanger afspeelt.
Begrijpelijkheid van de boodschap bevorderen
Er zijn volgens F. Schulz von Thun vier middelen om de begrijpelijkheid van de boodschap te bevorderen:
- eenvoud van stijl (korte zinnen, begrijpelijke gangbare woorden en heldere stijl van formuleren);
- structuur (duidelijk en overzichtelijk betoog met koppen en tussenkoppen en een logische ordening van de tekst);
- bondigheid (denk aan de uitdrukkingen: 'schrijven is schrappen' en 'in de beperking herkent men de meester');
- aantrekkelijkheid (vragen stellen, grappige vergelijkingen maken, leuke anekdotes gebruiken, kortom alles wat de aandacht van de ontvanger vasthoudt).
Het expressieve aspect van de boodschap
Iedere boodschap bevat te allen tijde informatie over de zender van de boodschap. Uit ons voorbeeld valt af te leiden dat de man wakker is, zout gebruikt en Nederlands spreekt. Veel meer valt er uit dit fragment niet af te leiden. Het gaat in een boodschap in meer of mindere mate om zelfexpressie van de zender. Hij laat iets van zichzelf zien, hij geeft iets van zijn persoonlijkheid bloot.
Dat kan de ene keer gaan over waarden, bepaalde leefregels en wat hij belangrijk vindt in het leven. Stel dat hij zou zeggen: "Ik zie geen zout op tafel. Jij had toch de tafel opgemaakt?"Waar is het zout dan?" Hiermee laat hij merken dat hij er aan hecht dat degene die de tafel heeft gedekt, dit goed doet en ook het zout op tafel zet. Hij laat ook merken dat hij hecht aan perfectie en dat de zaken tip-top in orde zijn. Misschien zegt dit ook wel iets over zijn gemoedstoestand en is hij knorrig en gehumeurd.
Informatie over de persoon van de zender
Het expressieve aspect verschaft ons informatie over de persoon van de zender, maar dat betekent niet dat hij zich daar altijd bewust van is. Vaak geeft men ook onvrijwillig (onbewust) informatie over zichzelf. Ieder mens zendt voortdurend boodschappen uit naar zijn omgeving. Men wil een bepaald beeld van zichzelf neerzetten. De zender geeft iets van zijn persoonlijkheid weer en hij kan dit proces deels manipuleren door gebruik te maken van
technieken om zichzelf te presenteren, zoals imponeer- en en façadetechnieken. Een imponeertechniek is het gebruik van veel vakjargon waardoor de zender zichzelf neerzet als zeer deskundig. Of het gebruik van archaïsch taalgebruik zoals voormalig politicus Dries van Agt doet, waarmee hij een elitaire en geleerde indruk probeert te wekken. Een andere techniek is het gesprek op een ander onderwerp brengen waar men veel meer kennis over heeft.
Façadetechnieken
De zender kan uit angst of andere redenen er voor kiezen zo min mogelijk over zichzelf bloot te geven. Hij kan zichzelf dan afschermen door middel van façadetechnieken, waardoor de eigen persoonlijkheid wordt verborgen en gemaskeerd. Dit kan bij voorbeeld door te zwijgen of door kruiperig subassertief gedrag te vertonen. De persoon zegt daarmee niet wat hij werkelijk vindt en wil, maar verschuilt zich achter een vriendelijk en meegaand masker.
Het relationele aspect van de boodschap
Uit de boodschap kunnen we opmaken hoe de zender tegenover de ontvanger staat. Dit blijkt dikwijls uit non-verbale signalen. Onderzoek heeft uitgewezen dat zeker
70% van onze communicatie bestaat uit non-verbale communicatie en dat de ontvanger bijzonder gevoelig is voor de wijze waarop we dingen zeggen, onze intonatie en lichaamshouding en dat dit het meeste gewicht in de schaal legt. Dit aspect van de communicatie zegt iets over hoe de zender de ontvanger ziet. Niet wat de zender zegt, maar hoe hij zegt is van doorslaggevend belang in de communicatie.
In het voorbeeld van het echtpaar kunnen we opmaken dat hij van zijn vrouw verlangt dat zij het zout pakt. Het geeft weer hoe hij de onderlinge verhouding ziet.
Twee dimensies
Er zijn volgens F. Schulz von Thun twee dimensies in het relationele aspect:
- waardering versus geringschatting, ook wel 'emotionele dimensie' genoemd;
- sturen of bevoogden tegenover vrijlaten.
Uit de zender in de boodschap waardering of minachting voor de ontvanger en laat hij de ontvanger vrij of wil hij hem in een bepaalde richting sturen. In het voorbeeld van het echtpaar is te zien dat de man zijn vrouw geringschat en haar probeert te sturen.
Het appellerende aspect van de boodschap
Het vierde aspect is het appellerende aspect. Appelleren is een appel doen op iemand, hetgeen betekent een beroep doen op iemand teneinde een bepaald doel te bereiken. Iedere boodschap heeft namelijk tot doel invloed op een ander uit te oefenen. Bij het echtpaar uit ons voorbeeld is dat de man de vrouw wil bewegen het zout voor hem te pakken. F. Schulz von Thun waarschuwt de lezer om aspect drie en vier niet met elkaar te verwarren. Een zender kan immers de ontvanger proberen te beïnvloeden om een waardige wijze met respect voor de autonomie voor de ander of op een denigrerende en manipulatieve manier.
Wat probeert de zender te bereiken?
Het appellerende aspect gaat over: 'Wat probeert de zender te bereiken?' in tegenstelling tot het relationele aspect, wat zich meer richt op: 'Hoé probeert hij dat te bewerkstelligen?'
Huilen kan een uiting zijn van verdriet (of vreugde), maar er gaat ook een (verborgen) appel van uit. Iemand die zacht huilt kan bij voorbeeld uitdrukken: "Laat mij met rust" en een persoon die hard huilt kan de bedoeling hebben om hulp en troost te mobiliseren. F. Schulz von Thun stelt dat we in de communicatie uit moeten gaan van het
doelperspectief, wat wil zeggen dat we niet moeten kijken naar de oorzaken van bepaald gedrag ('hij huilt omdat...'), maar naar het doel dat de zender beoogt, of dat doel nu door bewuste of meer door onbewuste intrapsychische drijfveren wordt nagestreefd.
Wat is de functie van het gedrag?
Het is belangrijk u af te vragen: 'wat is de functie van het gedrag van de zender?' Zo is een zelfmoordpoging dikwijls een poging om hulp te mobiliseren. Een kind dat opstandig gedrag vertoont, kan een schreeuw om aandacht of duidelijkheid (begrenzing) zijn. Doelloos gedrag bestaat niet.
Metacommunicatie
Het is goed om in relaties op gezette tijden stil te staan bij de metacommunicatie. Dat wil zeggen dat er aandacht wordt besteed aan de expressieve en relationele aspecten van de boodschap, oftewel het betrekkingsniveau. Metacommunicatie is communicatie over de communicatie. Hoe verhouden we ons tot elkaar? Waarom vliegen we elkaar dikwijls in de haren als ik iets aan u vraag? Hoe kan het dat we zo vaak ruzie hebben? De voorgaande analyse kan daarbij een handvat zijn. Doe uw voordeel ermee.