Sprint 1: Gaat over psychogeriatrische zorgvragers
Sprint 2: Gaat over chronisch zieke zorgvragers
De (Psycho) geriatrische zorgvrager
(Psycho)Geriatrische zorgvragers krijgen te maken met veroudering. Veroudering is een normaal proces van verandering en achteruitgang waar ieder mens op een gegeven moment mee te maken krijgt. Veroudering is voor een deel erfelijk bepaald, voor een deel wordt het beïnvloed door factoren van buitenaf: leefgewoonten bijvoorbeeld, maar ook ziekten of stoffen of straling vanuit je omgeving hebben invloed. Een bekend voorbeeld is dat je sneller rimpels krijgt als je meer/teveel tijd in de zon doorbrengt. Bij sommige mensen gaat deze achteruitgang op bepaalde gebieden door dat soort factoren zo hard dat ze daar problemen en dus zelfzorgtekorten door krijgen. Zij kunnen bepaalde aspecten van het dagelijks leven niet meer volledig zelfstandig uitvoeren. Ze hebben hulp nodig op verschillende gebieden; lichamelijk, psychisch en sociaal. Voor zorgvragers betekent dit een deel van zelfstandigheid opgeven en hulp nodig hebben.
De leervraag bij deze sprint:
Hoe bied ik verpleegkundige zorg aan zorgvragers met psycho(geriatrische) zorgvragen?
De chronisch zieke zorgvrager
Ruim 8 miljoen mensen in Nederland zijn bekend bij de huisarts met een chronische ziekte, elk jaar hebben daarvoor 5,3 miljoen mensen contact met de huisarts. Van die 8 miljoen mensen heeft ongeveer de helft één, een kwart twee en de rest drie chronische ziekten of meer (bron: www.volksgezondheidenzorg.info). De kans op chronische ziekten neemt sterk toe met het toenemen van de leeftijd van mensen, bij ouderen heb je hier dus nog veel meer mee te maken. Veel aandoeningen in de ranglijst van meest voorkomende aandoeningen zijn chronisch. De verwachting is dat deze aantallen in de toekomst nog veel verder stijgen door de vergrijzing. Je mag er dus van uitgaan dat, waar je ook stage loopt of gaat werken, je altijd met mensen met een chronische ziekte in aanraking komt.
Een zorgvrager vertelt:
Ik heb moeten leren dat ik als patiënt zeggenschap heb over de manier waarop mijn behandeling plaatsvindt. Ik dacht daar eerder niet zo over na en stelde me nogal afhankelijk op. Inmiddels weet ik dat het goed is zelf na te denken over mijn eigen wensen en dat ik aangeef hoe ik wil dat zorgverleners met mij omgaan. Ik zal immers nog heel lang met ze te maken hebben, mijn ziekte is niet volgende maand over…
Mensen met een chronische ziekte zijn meer dan hun ziekte alleen, behandeling van de ziekte is belangrijk natuurlijk, maar de gevolgen die de ziekte en de behandeling ervan op het leven van iemand heeft zijn dat ook! Zelfmanagement, dat is eigen regie nemen, is in de zorg aan mensen met een chronische ziekte een heel actueel onderwerp. En terecht! Dit betekent dat je zorg niet moet overnemen maar voorwaarden creëren waardoor iemand goed met de ziekte zijn leven kan leiden. Zorgen dat…. in plaats van zorgen voor.… dus! Ieder mens met een chronische ziekte is in principe een zelfmanager. Maar voor de een is het gemakkelijker om de regie te voeren over zijn gezondheid en gedrag dan voor de ander. Ondersteunen van zelfmanagement is dan ook maatwerk: voor iedereen is het anders. Samen met de patiënt ga je op zoek naar wat voor hem belangrijk is in zijn leven. En maak je afspraken óf en hoe de patiënt aan zijn gezondheid en gedrag wil werken.
De leervraag bij deze sprint:
Hoe bied ik verpleegkundige zorg aan zorgvragers met chronische ziekten?
Ter inspiratie
Verantwoording
Werkprocessen en CanMedsrollen
Werkprocessen
CanMedsrollen en bijbehorende kernbegrippen
B-K1-W1: Neemt een anamnese af en stelt een
verpleegkundige diagnose
Zorgverlener
Klinisch redeneren
Indiceren van zorg
Communicator
Persoonsgerichte communicatie
Samenwerkingspartner
Gezamenlijke besluitvorming
Continuïteit van zorg
B-K1-W2 :Onderkent dreigende of bestaande
gezondheidsproblemen
Zorgverlener
Klinisch redeneren
Indiceren van zorg
Communicator
Persoonsgerichte communicatie
Samenwerkingspartner
Continuïteit van zorg
Organisator
Coördinatie van zorg
B1-K1-W3: Stelt een verpleegplan op
Zorgverlener
Klinisch redeneren
Zelfmanagement versterken
Indiceren van zorg
B-K1-W4: Biedt persoonlijke verzorging
en monitort welbevinden
Activiteit 1. Het bestuderen van Thema 1 over zorgvragers in de vvt (boek VVT 1)
Activiteit 2. Ik zie ik zie wat jij niet ziet.
In minimaal 10 zinnen opschrijven wat jouw beeld is van de PG zorgvrager (ind.)
De Alzheimer Experience volgen: http://www.alzheimerexperience.nl/ (ind.)
In je scrumteam bespreken wat je heeft geraakt, waar je je verder in zou willen verdiepen en wat je leervragen zijn.
Activiteit 3. Het bestuderen van Thema 3, H9 over zorgvragers met psychogeriatrische aandoeningen (ind.).
Activiteit 4. Het bestuderen van ontwikkelingspsychologie Volwassenen en ouderen gebruik eigen bronnen: boek b.v. Begeleidingskunde niv.4 of internet enz (ind.).
Activiteit 5. Een mindmap maken over veranderingen die plaatsvinden vanaf het 50e levensjaar (scrumteam).
Activiteit 6. Bestuderen literatuur over methodisch handelen en het verpleegproces
Thema 1 (H 2 t/m H 5), Thema 2 t/m 6 helemaal (boek Het verpleegplan)(ind.).
Activiteit 7. Een casus kiezen uit de bijlage (zie onderaan deze pagina) of uit eigen praktijk (scrumteam)
Ziekte beeld uitwerken volgens de rode loper ( zie bijlage).
Activiteit 8. Gegevens verzamelen over alle functionele en dysfunctionele patronen van Gorden uit de gekozen casus
(= 1e stap van het verpleegproces) (scrumteam).
Activiteit 9. Een verpleegplan maken volgens de stappen van het verpleegproces.
Maak gebruik van zakboek verpleegkundige diagnosen carpenito ( zie handleiding bijlage )
Gegevens verzamelen
Vaststellen van de verpleegkundige diagnose volgens de PES
Vaststellen van de verpleegdoelen
Plannen van de verpleegkundige zorg (interventies)
Activiteit 1. Een filmpje bekijken en kijkopdrachten maken en bespreken in je scrumteam
Activiteit 2. Het bestuderen van literatuur over chronische ziekten (boek VVT 1 en Boek pathologie) (ind).
Activiteit 3. Inventarisatie maken van chronische ziektebeelden (boek VVT 1 en Boek pathologie).
Activiteit 4. Een casus kiezen van een zorgvrager met een chronische ziekte.
Activiteit 5. Een rode loper uitwerken van de gekozen casus.
Activiteit 6.
Het beschrijven van de meest voorkomende medicatie bij het ziektebeeld van de rode loper.
Beschrijven van de werking van de medicatie
Beschrijven hoe deze medicatie ingenomen moet worden en waar je op moet letten
Beschrijven van de bijwerkingen van deze medicatie
Beschrijven van de wisselwerking tussen deze verschillende medicijnen
Activiteit 7.
Uitzoeken en beschrijven van relevante wetgeving in relatie tot de zorg voor zorgvragers met een chronisch ziektebeeld. (scrumteam)
Activiteit 8. Gegevens verzamelen over alle functionele en dysfunctionele patronen van Gorden uit de gekozen casus
(= 1e stap van het verpleegproces) (scrumteam).
Activiteit 9. Een verpleegplan maken volgens het verpleegproces (zie witte loper) met daarin de 4 belangrijkste
verpleegproblemen behorende bij het ziektebeeld uit de casus (scrumteam)
Gegevens verzamelen
Vaststellen van de verpleegkundige diagnose volgens de PES
Vaststellen van de verpleegdoelen
Plannen van de verpleegkundige zorg (interventies)
Uitvoeren van de verpleegkundige interventies
Evalueren van de verpleegkundige zorg
Eindoplevering: Presenstatie rode loper en verpleegplan (scrumteam) en een schriftelijke uitwerking van het verpleegplan
Definition of done
De stappen van het zorgproces zijn gevolgd
De (dreigende) zorg/verpleegproblemen zijn geformuleerd volgen de PES
De verpleeg/zorg/begeleidingsdoelen zijn Smart/Rumba geformuleerd
De verpleegkundige interventies zijn geformuleerd volgens de 5 W’s
Product- en procesevaluatie van de verpleegkundige zorg
Een verzorgde en duidelijke presentatie van de rode loper het verpleegplan
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.