A) Algemeen
In dit project ga jij je oriënteren op een sector in de veehouderij of teelt.
Voor die sector ga je verschillende zaken onderzoeken zoals:
- Welke soort producten in die sector gebruikt en geproduceerd worden,
- Met welke leveranciers en afnemers bedrijven te maken kunnen krijgen,
- Met welke organisaties bedrijven in die sector te maken kunnen krijgen,
- Welke keurmerken in die sectorgehanteerd worden.
- Hoe de kwaliteit van producten wordt geborgd.
Voor elk onderdeel ga je onderzoek doen op internet of een andere bron.
De opgedane kennis ga je vergelijken met hoe het op je leerbedrijf gaat.
Het project mag je in groepsverband uit voeren, maar het mag ook individueel.
Meer informatie kun je lezen de flyer, die bij taak-1 opgenomen is.
Inhoud
De inhoud
van dit project
is aangegeven
aan de linkerkant
van het scherm
als je de diverse
hoofdstuktitels "uitklapt".
Beoordeling
De cijferers voor Keten Agro en Kwalitiet Agro worden berekend volgens onderstaand model:


Studiewijzer
De studiewijzer wordt per klas uitgereikt.
Deze wordt door de docent ook op Fronter geplaatst in de studentenmap.
De studiewijzer voor keten en kwaliteit zijn hieronder geplaatst:
B) Inleiding deel1..........- - (Sector-studie)
Taak 1. Oriëntatie op project
Om een beeld te krijgen van de doelstelling, inhoud en wekwijze van dit project, zou je eerst het hele arrangement kunnen gaan doorlezen. Dat is veel werk.
Een goede indruk krijg je als je onderstaande flyer goed doorleest.
Die flyer kun je ook gebruiken om een veehouder te informeren als je een praktijkbedrijf gaat zoeken voor de uitvoering van het "praktische" gedeelte.
Taak 2. Plan van aanpak maken
resultaat
|
Je hebt je verdiept in de taken van dit project en een Plan van aanpak gemaakt.
|
vooraf
|
Taak 1 bestudeerd
|
werktijd
|
2 lesuren
|
belang
|
Een project is vaak een probleem dat opgelost moet worden, of een prestatie die geleverd moet worden. Om dit voor jezelf zo overzichtelijk mogelijk te maken is het handig om te werken met een Plan Van Aanpak. Hierna volgt een schema met de te zetten stappen om de klus een beetje gestructureerd aan te pakken
|
Do
- Bestudeer het format voor een plan van aanpak, zoals je dat hieronder kunt downloaden.
- Noteer verhelderingsvragen en bespreek die met de docent.
- Maak een Plan van Aanpak voor dit project als de docent dit nadrukkelijk opdraagt.
- Sla het document op in je map in fronter op de afgesproken datum.
check & act
Je hebt (na bespreking met docent) een goedgekeurd plan van aanpak.
Taak 3. Logboek bijhouden
resultaat
|
Je houdt gedurende het project een LOGBOEK bij in fronter.
Je werkt aan het einde van iedere les het logboek bij. Alle leden van het groepje zijn in bezit van het logboek
|
vooraf
|
|
werktijd
|
5 - 10 min. per les
|
belang
|
Als één van de groepsleden afwezig is, kan die nalezen wat afgesproken is.
Het is nu duidelijk hoever je bent met je taken.
|
do
Onder deze tekst kun je een “voorgeprogrammeerd” document downloaden om als LOGBOEK te gebruiken. Eventueel kun je ze ook op Vibe vinden.
- Download onderstaand document óf gebruik dat van Vibe.
- Vul in dat document bovenaan de gevraagde gegevens in (namen leden van de groep en groepsnummer).
- Noteer per projectdag telkens:
- wat is n.a.v. vorige keer (afspraken) niet afgewerkt?
- wat heb je vandaag gedaan
- welke afspraken zijn er in de groep gemaakt voor komende we(e)k(en)?
- Plaats het document gewijzigde document steeds in je groepsmap.
check & act
Je hebt iedere week een bijgewerkt logboek.
C) Voorbereiding onderzoek
Taak 4. Belang van de sector
Met deze taak ga je onderzoeken hoe belangrijk een bepaalde sector in Nederland is (hoeveel bedrijven, gemiddelde omvang, enz.). Als eerste gaan we kijken wáár de gegevens daarover te vinden zijn.
Download daarvoor onderstaand document.
De opdracht, die je voor deze taak moet maken, staat in onderstaand document.
Download dat als eerste en bedtudeer dat. Vraag toelichting indien nodig.
Om een indruk te geven over wat van je verwacht wordt, wordt hieronder als voorbeeld getoond hoe een begin van deze taak er uit zou kunnen zien. Voor deze taak ga je immers heel veel informatie opzoeken via internet. Het moet dan geen kwestie van "kopiëren" en "plakken" worden. Je moet goed nadenken over welke informatie je gebruikt. En dat je je tot hoofdzaken beperkt. Let op: het is een voorbeeld voor het begin.
Aan het begin van de taak is uitgelegd waar je de informatie kunt vinden.
Tot 1 jan. 2015 bestonden er nog Productschappen (melk of vlees). Die publiceerden vaak interessant cijfermateriaal.
Hieronder vind je nog een aantal van die publicaties. Ze zijn wel van enkele jaren geleden, maar ze geven voor een aantal dingen toch een heldere tendens.
Taak 5. Leveranciers
resultaat
|
Een Word-document met informatie over mogelijke (toe)leveranciers voor een bepaalde sector.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
3 lesuren
|
belang
|
Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bekijken waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven.
Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat voor een bedrijven er allemaal zijn. We onderscheiden daarin 3 groepen:
a) toeleverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, pootgoed, substraat enz.)
b) afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, aardappelen, sla, tomaten enz,)
c) dienstverlenende bedrijven (adviesbureau, accountant, ez.).
In deze taak beginnen we met a) de toeleveranciers.
In de volgende taken komen b) en c) aan bod
|
Do
- Inventariseer eerst om welke soort producten het gaat bij de verschillende toeleveranciers.
Gebruik daarvoor een brainstormvel, zoals hieronder als voorbeeld voor een varkensbedrijf gegeven is. De geel gemaakte cirkels geven de “soort producten” aan.
Neem dat brainstormvel over op papier (met de pen) en maak het volledig. Dit is een hulpmiddel, het komt niet in het verslag.
- Breng vervolgens op dat braimstormvel per “soort product” in beeld welke bedrijven daar voor in aanmerking komen.
Bijvoorbeeld voer kan men inkopen via ForFarmers, Agrifirm, enz. ! Beperk je tot de belangrijkste partijen (in zuid Nederland). Dit gedeelte hoef je alleen uit te werken voor de gekozen SECTOR, bijvoorbeeld melkvee-houderij varkenshouderij of teelt .
- Geef voor die bedrijven een beschrijving, zodat een buitenstaander een beeld krijgt van dat specifieke bedrijf. Zoek gericht op bedrijven, met naam en toenaam.
Door middel van de beschrijvingen wordt dus duidelijk waarin bijv. Agrifirm anders is dan bijv. De Heus Voeders. Of bij de volgende taak straks bijv. Campina t.o.v. Nemelo/Vreugdenhil.
In onderstaande document is een start gemaakt voor het te maken document, zodat je een indruk hebt over het gewenste resultaat. Dat document is uitgewerkt voor de sector melkveehouderij. Als je een andere sector doet, moet je dat even aanpassen
- Bewaar het document in je map in Fronter
check & act
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.
Bespreek met de docent de kwaliteit van jullie werk
Taak 6. Afnemers
resultaat :
|
Een Word-document met informatie over mogelijke afnemers van producten voor een bepaalde sector.
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
3 lesuren
|
belang :
|
Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bekijken waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is. In vorige taak hebben we al aangegeven dat we daarin 3 groepen onderscheiden:
a) toeleverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, enz.)
b) afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, enz,)
c) dienstverlenende bedrijven (adviesbureau, accountant, ez.).
In deze taak komt dus b) afnemers aan bod.
|
Do
- Inventariseer eerst om welke soort producten het gaat bij Afnemers (voor jouw sector).
Gebruik daarvoor een brainstormvel, zoals hieronder als voorbeeld voor een varkensbedrijf gegeven is. De geel gemaakte cirkels geven de “soort producten” aan.
Neem dat brainstormvel over op papier (met de pen) en maak het volledig. Dit is een hulpmiddel, het komt niet in het verslag.
- Breng vervolgens op dat braimstormvel per “soort product” in beeld welke bedrijven daar voor in aanmerking komen. Bijvoorbeeld vleesvarkens kan men verkopen via Vion of Van Rooij Meat, asperges kan men verkopen via de veiling of aan een supermarktketen.
Het is geoorloofd je te beperken tot de belangrijkste partijen (in Nederland). Dit gedeelte hoef je alleen uit te werken voor de gekozen SECTOR, bijvoorbeeld melkvee-houderij of varkenshouderij.
- Geef voor die bedrijven een beschrijving, zodat een buitenstaander een beeld krijgt van dat specifieke bedrijf. Zoek gericht op bedrijven, met naam en toenaam. Door middel van de beschrijvingen (incl. logo) wordt dus duidelijk waarin bijv. Friesland-Campina of Vion anders is dan bijv. DOC of De Rooij, veiling Son.
Bij producten zoals Mest heeft het weer niet zoveel zin om allerlei mestramsporteurs te benoemen. Dan kun je beter een algemeen beeld schetsen van hoe men in Nederlandzijn mest afzet: op eigen grond óf via collega boeren óf via een coöperatie voor mestvergisting óf via .... ..(zelf te bedenken).
In onderstaande document is een start gemaakt voor het te maken document, zodat je alvast een indeling hebt voor het document voor deze taak. Dat document mag je downloaden en daarin verder werken.
- Bewaar het document in je map in Fronter
check & act
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.
Bespreek met de docent de kwaliteit van jullie werk
Taak 7. Dienstverlenende bedrijven
resultaat :
|
Een Word-document met informatie over dienstverlenende bedrijven voor een bepaalde sector. Dit zijn bedrijven die geen grondstof leveren of een product afnemen, maar een dienst aan het bedrijf leveren.
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
2 lesuren
|
belang :
|
Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bekijken waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde dienstverlenden bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is.
|
Do
- Inventariseer eerst om welke soort dienstverlening het gaat (voor jouw sector).
Gebruik daarvoor ook nu weer een brainstormvel, zoals je in vorige taken geoefend hebt. Het brainstormvel is een hulpmiddel, het komt niet in het verslag.
- Breng vervolgens op dat braimstormvel per “soort dienstverlening” in beeld welke bedrijven daar voor in aanmerking komen als het landelijk operernde bedrijven bereft, bijvoorbeeld bij banken.
Betreft het meer regionaal werkende bedrijven, beschrijf dan meer in grote lijnen hoe de situatie in Nederland voor dat onderdeel georganiseerd is. Bijvoorbeeld voor dierenartsen boekhouder enz.
Uiteraard hoef je deze taak alleen uit te werken voor je eigen sector.
- Geef voor de landelijk opererende bedrijven (zoals banken) een beschrijving, zodat een buitenstaander een beeld krijgt van dat specifieke bedrijf.
Maak een logische indeling met paragraaf nummering in je document.
- Bewaar het document in je map op Fronter
check & act
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.
Bespreek met de docent de kwaliteit van jullie werk
Taak 8. Keurmerken
resultaat :
|
Je hebt een beschrijving gemaakt van alle mogelijke keurmerken in Nederland
(voor je gekozen sector).
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
2 lesuren
|
belang :
|
Elk bedrijf heeft praktisch altijd iets te maken met andere bedrijven uit “de sector” . We noemen dit ook we de keten.
Met “de sector” bedoelen we dus alle bedrijven, die bijvoorbeeld met melkveeveehouderij, varkenshouderij teelt te maken hebben.
Dat is dus heel erg breed: dat varieert van bijvoorbeeld bietenzaadteler tot zuivelfabrikant.
Soms is een veehouderijbedrijf volledig vrij zelf te bepalen met wie men zaken doet. Maar niet altijd. Soms vormt een bedrijf met andere bedrijven een “echte” keten om een bepaald gecertificeerd product op de markt te brengen.
Bijvoorbeeld een vleesvarkenshouder produceert een speciale kwaliteit vlees. Die productie van varkensvlees begint ergens met een topfokbedrijf, die de basiszeugen en beren produceert die een vereiste vleeskwaliteit hebben. Dat topfokbedrijf levert opfokzeugen aan de subfokker, enz.! Vermeerderaar en vleesvarkenshouder moeten het voer van nader omschreven voerfabrikanten inkopen. De slachterij zet het vlees onder een bepaalde naam af bij supermarkten. Helemaal aan het einde staat dan de consument. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de productie van het Gaasterlands kruidenvarken, geproduceerd door Frieberne. Op de internetsite www.frievar.com vind je alle informatie hierover.
Dergelijke verschijnselen noemen we “produceren onder een keurmerk”. Dat is a.h.w een keten van bedrijven met rechten en plichten aan elkaar. Zo’n reeks bedrijven produceren dan ook vaak onder een bepaald motto. Bijvoorbeeld “Van zaadje tot karbonaadje”.
Voorbeelden van keurmerken zijn o.a. biologisch vlees of melk, Milieukeur, Weidemelk, Star, enz. !
|
Do
Bestudeer eerst de site www.frievar.com zodat je een beeld krijgt van "produceren onder keurmerk" als de link niet werkt kijk ook op https://www.agriholland.nl/dossiers/keurmerken/home.html
Beschrijf daarna (in een Word-document) helder en duidelijk:
- Welke vormen van keurmerkproductie aanwezig/mogelijk zijn in jouw sector?
- Wat zijn de belangrijkste doelstellingen / kenmerken van die keurmerken zijn?
- Wat de belangrijkste specifieke eisen voor een bedrijf zijn als het volgens zo’n keurmerk wil produceren.
De beschrijving moet zodanig gedetailleerd zijn dat "iemand uit de stad" (die niet uit de sector komt) begrijpt waarom het ene keurmerk duidelijk anders is dan het andere.
In deel-2 van dit project (Kwaliteitsborging) ga jij je verder verdiepen in de situatie voor jouw leerbedrijf.
Check & act
Bewaar je werkstuk in je map op Fronter.
Dit wordt later een hoofdstuk in je eindrapportage.
Taak 9. Publiekrechtelijke organen
resultaat :
|
Je hebt een beschrijving gemaakt van alle instellingen, publiekrechtlijke organen en overheden, waarmee een veehouderijbedrijf in jouw sector verplicht mee te maken heeft. Al die bedrijven samen zijn verantwoordelijk voor
"Het beleid in de sector"
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
2 lesuren
|
belang :
|
In vorige taken heb je leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven beschreven. En mogelijke keurmerken. In al die zaken kan een agrarisch bedrijf vrij kiezen.
Daarnaast is er een categorie instellingen/organisaties waar men die vrijheid niet heeft. Men is verplicht daar gebruik van te maken of diens regels op te volgen, bijvoorbeeld die van de NVWA. Je kunt niet zeggen, dat je geen lid wilt worden. Iedereen moet de regels van de NVWA volgen.
Je kunt ook niet kiezen bij welke gemeente je een bouwvergunning wilt aanvragen. Ook kun je niet kiezen bij wie je een bestemmingsplanwijziging wilt laten toetsen.
Nog meer voorbeelden: Waterschap, .
Dergelijke instellingen/organisaties, (publiekrechtelijke en overheids)organen zijn samen verantwoordelijk voor wat we samenvatten als “het beleid binnen een sector”
|
Do
- Inventariseer met welke van dit type instellingen/organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen een willekeurig veebedrijf uit jouw sector te maken heeft. M.a.w.: vul het lijstje met bovenstaande voorbeelden aan tot het compleet is.
- Geef per organisatie/instelling of orgaan een beknopte omschrijving in 10-15 regels, zodat voor mensen buiten de sector (of van dezelfde sector maar dan in het buitenland) duidelijk is op welke manier een veehouderijbedrijf daarmee te maken heeft.
Een voorbeeld (voor de NVWA) is hierna weergegeven.
- Sla het document op in je map op Fronter, zodat je het later als een apart hoofdstuk in je eindrapportage kunt gebruiken.
check & act
Check bij je eigen bpv-opleider (stagebieder) of je overzicht qua aantal bedrijven/organisaties en organen compleet is. Voor dat doel kun je gebruik maken van een Taak met bpv-opdracht verderop.
Voorbeeld-beschrijving voor NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit)
Dit is de controle- en opsporingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken (waaronder Landbouw valt). Dit orgaan heeft inspecteurs/controleurs in dienst die toezien op de naleving en handhaving van diverse wetten en regelingen, die betrekking hebben op:
- Diergezondheid
- Dierwelzijn (zoals naleving van Varkensbesluit)
- Diergeneesmiddelen
- Voedselveiligheid
- Meststoffen / bestrijdingsmiddelen
- Natuurbescherming
Voor de varkenshouderij gaat het bijvoorbeeld om het Varkensbesluit, waarin diverse eisen staan m.b.t. tot het welzijn van varkens, zoals: minimale oppervlakte voor dieren in de stallen, wel/niet groepshuisvesting voor dragende zeugen.
Taak 10. Inleidingen op school
Taak 10
Uitnodigen Deskundige
|
|
|
|
Resultaat
|
Een inleiding van een deskundige op school
|
Vooraf
|
|
Werktijd
|
2 lesuren
|
Belang
|
Voor een excursie naar een bedrijf kan de reis er naar toe een probleem zijn.
Soms is het net zo zinvol een deskundige op een bepaald gebied op school uit te nodigen voor het verzorgen van een inleiding
Mogelijkheden:
- Voorlichte mengvoerbedrijf
- Vertegenwoordiger managementprogramma’s
- Adviseur van een belangenbehartiger (bijv.:ZLTO)
- Adviseur van een bank
|
Do
Maak voorstellen, overleg met docent, organiseer en plan in overleg met docent:
- Welke deskundige uigenodigd zou kunnen worden.
- Welke leerlingen aanwezig zullen zijn.
- Welke data beschikbaar zijn.
- Wie afspraken regelt.
- Enz.
Maak daarna een verslagje voor je verslag.
Check en Act
Het verslag bewaar je in je map in Fronter.
Taak 11. Excursies
In het Profiel deel bedrijfsoriëntatie ga je excursies organiseren naar een bedrijf. In deze module gaan we dit niet uitvoeren.
Taak 12. Bezoek ledenraadsvergadering
Taak 12
|
Bijwonen ledenvergadering of voorlichtingsbijeenkomst
|
|
|
Resultaat
|
Een verslag van een bezochte vergadering.l
|
Vooraf
|
|
Werktijd
|
2 lesuren voor vergadering; 1 uur voor verslag
|
Belang
|
Ter voorbereiding op je latere beroep ga je een vergadering bijwonen.
Het belangrijkste is dat het een vergadering is van een organisatie waarbij sprake is van inbreng van leden en bestuursverantwoordelijkheden.
Voorbeelden zijn;
- Waterschap
- Campina
- Vitelia
- Agrifirm
- Rabobank
- Gemeente provincie
|
Do
- Bepaal vooraf in overleg met de docent welke bijeenkomst op welke datum jij wilt bezoeken.
- Maak over de bijeenkomst een kort verslagje (1 pagina) in het verslag meld je
- Soort bijeenkomst
- Plaats, datum, door wie bezocht
- Agendapunten
- Hoofdzaken vanuit de vergadering
Check en Act
Het verslagje bewaar je in je map in Fronter.
D) Bedrijfsstudie-via leerbedrijf
Bedrijfsstudie leerbedrijf.
Taak 13. Een bedrijf zoeken
resultaat :
|
Je hebt zicht op doel en werkwijze m.b.t. het bezoek aan een bedrijf
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
1 lesuur
|
belang :
|
Je gaat een bedrijf bezoeken om de volgende zaken te bespreken:
- afwegingen/motieven, die de eigenaar maakt voordat hij met een leverancier, afnemer of dienstverlenend bedrijf in zee gaat.
- Wat is zijn mening over het functioneren van alle instellingen/ organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen, die samen “het beleid in de sector” bepalen.
- Over dat bedrijf verzorg je in de klas ook een zogenaamde “Foto / film excursie”.
Je keuze van het bedrijf moet aan een aantal criteria voldoen. Die staan in een van de volgende opdrachten genoemd.
Een dergelijke opdracht vereist natuurlijk een goede planning. De datum waarop je het bedrijf gaat bezoeken leg je vast. Je moet je gegevens in 1 bedrijfsbezoek verzamelen:
- voor een kennismaking en een bezichtiging van het bedrijf,
- voor een gesprek over “Keuzes, argumenten, ervaringen , enz. mbt leveranciers enz.”
- voor “Kwaliteitsborging ” (dat is deel-2 van dit project).
|
Do
Zoek met je groep een bedrijf dat voldoet aan de volgende eisen / criteria:
- er moeten een actief bedrijf zijn,
- men doet regelmatig zaken met leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven,
- men heeft te maken met wettelijke regelingen t.a.v. administratie van dieren, e.d.
- het leerbedrijf moet bij voorkeur een “vreemd bedrijf” zijn maar mag ook een stage bedrijf of het thuisbedrijf zijn.
Uiterlijk op de afgesproken datum moet je naam en adres van het bedrijf doorgeven aan je leraar. Noteer die datum in je agenda en eventueel in je logboek (als je dat een gebruikt) !!!!
Gebruik onderstaand formulier om gegevens van het bedrijf te noteren. Plaats het ingevulde document in je map op Fronter.
check & act
Je hebt de gegevens van je gekozen leerbedrijf op een verstrekt formulier ingevuld en op Fronter geplaatst.
Taak 14. Bezoek voorbereiden
resultaat :
|
Je hebt geïnventariseerd wat je allemaal moeten gaan vragen en moet doen tijdens het bezoek aan een praktijkbedrijf.
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
1 lesuur
|
belang :
|
Bij het (eerste) bezoek begin je natuurlijk met een KENNISMAKING. Tijdens het eerste bezoek ga je:
- met elkaar kennis maken
- foto’s maken,
- gegevens verzamelen.
Met elkaar kennismaken houdt ook in dat je jezelf netjes voorstelt.
De gemaakte foto’s moeten een totaalbeeld van het bedrijf geven: zowel van de buitenkant met zijn omgeving als van de binnenkant.
Met het verzamelde materiaal ga je later een presentatie verzorgen (d.m.v. o.a. PowerPoint) voor je medeleerlingen. Met zo’n presentatie verzorg je als het ware een excursie over het bedrijf.
Bij het eerste bezoek kun je bijvoorbeeld bespreken welk ras dieren men houdt, maar hoef je nog niet te vragen wat de exacte productie is. Je bent immers voor de eerste keer op bezoek.
Bedenk vooraf ook waar je allemaal een foto van wilt maken. En wat je wilt weten. Verdeel datgene wat je wilt weten in naar hoofdstukken, bijvoorbeeld Voeding, huisvesting.
|
Do
- Maak een overzicht (in schema) van de (bedrijfs)gegevens, die je wilt gaan inventariseren
- Maak een lijstje van plaatsen / onderdelen, waarvan je een foto wilt maken.
- Vergelijk je overzicht met dat van de docent, dat je hieronder kunt downloaden.
- Pas je eigen overzicht eventueel aan.
- Plaats je aangepaste overzicht in je groepsmap op Vibe.
- Maak een afdruk op papier, zodat je die mee kunt nemen voor het bezoek aan je praktijkbedrijf voor de taken, die hierna komen.
check & act
Je hebt een overzicht met aandachtpunten ten behoeve van het bedrijfsbezoek.
Taak 15. Aankondiging bezoek
resultaat :
|
Je hebt d.m.v. een brief óf e-mail het bezoek naar het leerbedrijf aangekondigd
|
vooraf :
|
|
werktijd :
|
1 lesuur
|
belang :
|
Binnenkort is het eerste bezoek aan je leerbedrijf gepland. Om te waarborgen dat alles goed geregeld is en dat de school op de hoogte is wanneer jullie naar het bedrijf gaan, gaan we het een en ander bevestigen met een brief of e-mail.
|
Do
- Bespreek met docent op welke wijze je het bezoek aan het leerbedrijf gaat aankondigen:
per BRIEF óf per E-MAIL !
In de aankondiging moet je vermelden:
- aanhef, opening
- aankondiging datum, tijd,
- doel van het bezoek; eventueel verwijzend naar de flyer over het project (taak 1)
- werkwijze,
- “nawoord”
- ondertekening (contactmogelijkheden)
Methode: per BRIEF
- Schrijf (in Word) een correcte brief naar je leerbedrijf, waarin de genoemde punten vermeld moeten.
Bij het project/vak Nederlands is ongetwijfeld ooit een format voor een brief behandeld.
Via onderstaande link krijg je voorbeeld.
- Sla de opgestelde brief als Word-document op in je groepsmap op Vibe. Indien nodig kun je dan na bespreking nog aanpassingen doorvoeren.
- Lever een afdruk van de brief én de bij te voegen flyer bij de docent in, zodat die kan zorgdragen voor verzending via de school.
- Deze brief moet in je eindrapportage (laatste taak van deel-1) als bijlage opgenomen worden.
Methode: per E-MAIL
- Stel een e-mail bericht op wat je naar je leerbedrijf wilt gaan sturen.
Zie hierboven wat er in moet staan.
- Voeg de flyer over het project (zie taak 1) als bijlage toe.
- Stuur het bericht naar je leerbedrijf en in ieder geval ook CC aan de docent.
check & act
Informeer ongeveer na 3 dagen na het verzenden per telefoon naar je praktijkbedrijf of ze de brief of e-mail ook daadwerkelijk ontvangen hebben. Onderneem gepaste actie als dat niet het geval is.
Taak 16. Bedrijfsbezoek uitvoeren
resultaat :
|
Je heb het praktijkbedrijf voor dit project bezocht.
|
vooraf :
|
Je hebt voorgaande taak over het verzenden van een brief correct uitgevoerd.
|
werktijd :
|
3 lesuur
|
belang :
|
In voorafgaande taken heb je “de theorie” bestudeerd. Nu ga je de theorie toetsen aan de praktijk door op bezoek te gaan bij een praktijkbedrijf. Dit bezoek zal uitgevoerd worden op een vooraf vastgestelde ochtend of middag. Incidenteel kun je, na overleg met de ondernemer en de docent, een ander tijdstip kiezen. Voorwaarde is wel dat alle groepsleden op dat tijdstip kunnen én dat je tijdig de gegevens hebt voor de volgende opdrachten.
|
Do
Voer het bedrijfsbezoek volgens afgesproken planning en voorbereiding uit.
Noteer de gewenste gegevens en maak de noodzakelijke foto’s, zoals je het voorbereid hebt in taak 18.
Er wordt van je verwacht, dat je enkele dagen voorafgaande aan het bedrijfsbezoek nog telefonisch contact opneemt met de ondernemer om te informeren of hij/zij jullie kan ontvangen. Elke wijziging dient zo snel mogelijk bij de begeleidende docent gemeld te worden.
Tijdens het bezoek ben je gast op het bedrijf van je praktijkopleider. Gedraag je ook zodanig. De gegevens die je van het praktijkbedrijf verzamelt ,dien je vertrouwelijk te behandelen.
check & act
Je hebt gegevens genoteerd en foto’s gemaakt om in de klas een zogenaamde “Foto / film excursie” over je bedrijf uit te voeren.
Taak 17. Beschrijving leerbedrijf
resultaat
|
Je hebt een beschrijving van het bezochte praktijkbedrijf gemaakt, aangevuld met een aantal sprekende foto’s.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
2 lesuren
|
belang
|
De lezer van je eindrapportage moet de uitwerking van de gesprekken met de ondernemer binnen een juiste context kunnen plaatsen.
|
do
- Maak een heldere korte beschrijving (bedrijfsspiegel) van je leerbedrijf. Als het goed is, moet iemand, die het bedrijf niet kent én die afwezig is geweest bij jullie presentatie zich een beeld kunnen vormen over het bedrijf ná het lezen van jullie verslag.
- Uiteraard ondersteun je dit gedeelte met enkele sprekende foto’s.
check & act
Vergelijking je beschrijving met die van andere groepen en controleer of je volgens eenzelfde idee deze taak gemaakt hebt.
E) Presentatie leerbedrijf
Taak 18 Presentatie
resultaat
|
Je hebt met je groep een zogenaamde “foto/film excursie” over je bedrijf verzorgd.
|
vooraf
|
Vorige taken (aankondiging met brief, bezoek, enz.) correct uitgevoerd.
|
werktijd
|
voorbereiding 1-2 uur; uitvoering 15-20 minuten
|
belang
|
Door middel van deze opdracht ga je die presentatie in de klas uitvoeren. Belangrijk is tevens dat je de voorbereidende handelingen correct uitvoert.
|
do
- Maak m.b.v. PowerPoint een presentatie van je praktijkbedrijf.
Stel die presentatie zodanig samen dat je daarmee als het ware een excursie over het bedrijf verzorgd. Het enige verschil zou moeten zijn dat je (overdreven gesteld natuurlijk) nu de dieren niet kunt ruiken.
- Vermeld bij elke dia in het vakje “Notities” de tekst die je wilt uitspreken bij die dia, zodat iemand de presentatie nog eens kan “nalezen”.
- Zorg dat de gemaakte PowerPoint ook in je groepsmap op Vibe staat.
Neem voor de zekerheid een kopie mee op een USB-stick.
- Maak een afdruk van je gemaakte dia’s d.m.v. het afdrukken van “Hand-outs” (6 dia's per pagina).
Zie taak-5 voor het maken van hand-out.
Lever per groep vóór de presentatie een afdruk in bij de docent.
Maak voor elk lid van de groep één afdruk om te bewaren in je map op Fronter.
- Verzorg de presentatie (PowerPoint) over je leerbedrijf voor je klasgenoten.
Inclusief de beantwoording van vragen duurt de presentatie ongeveer 15 minuten.
check & act
Maak een afspraak met de docent om de presentatie te evalueren.
F) Gesprek met boer over keuzes
Taak 19 Voorbereiding gesprek
resultaat
|
Je hebt een gesprek/interview met de ondernemer van een praktijkbedrijf (praktijkopleider) voorbereid.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
1 uur voorbereiding op school + 1 uur huiswerk
|
belang
|
Eerst een korte herhaling: in taak 5 t/m 9 heb je gewerkt aan “de theorie” van:
- Leveranciers (taak 5)
- Afnemers (taak 6),
- Dienstverlenende bedrijven (taak 7),
- Keurmerken (taak 8)
- Instellingen/organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen (taak 9).
Mogelijk heb je tevens:
- voorbereidende excursies gedaan
- artikelen uit vakbladen nader bestudeerd en/of
- een deskundige op school uitgenodigd.
Hierna ga je naar een ondernemer van een praktijkbedrijf (een praktijk opleider dus) om hem te bevragen/interviewen over zijn ervaringen, menig en visie over die zaken. Het is wel belangrijk dat het bezoek goed voorbereid wordt.
|
Do
Bij het bezoek aan je praktijkbedrijf ga jij uitvoering in gesprek met de ondernemer over zijn:
- Afnemers,
- Leveranciers en
- Dienstverlenende bedrijven
Je bespreekt zijn ervaringen, welk motieven en argumenten een rol spelen rol of hebben gespeeld.
Maak ook een checklist met aandachtspunten of een vragenlijst, zodat je niets vergeet bij het bedrijfsbezoek.
Rubriceer de punten overzichtelijk naar onderwerp.
Zorg dus dat je goed voorbereid op je leerbedrijf aankomt.
- Een ondernemer in de veehouderij heeft te maken met diverse belangenorganisaties, publiekrechtelijke organen en overheden. In de meeste gevallen heeft hij daarin niet eens een keuze, want is het gebruik maken ervan verplicht. Je hebt ze bij taak-8 bestudeerd
Als je regelmatig vakbladen bestudeert, zul je merken dat diverse artikelen betrekking hebben op beleidsaspecten vanuit de overheid en diverse andere organisaties. Of op regels van bijvoorbeeld Waterschap. Of er zijn weer nieuwe richtlijnen m.b.t. Welzijnswet of de Bestrijdingsmiddelenwet.
Kort samengevat zou je dit het “Beleid in de sector” kunnen noemen. Ook hierover ga je met de ondernemer praten/discussiëren.
Maak vooraf een lijst met aandachtspunten/vragen. Enkele voorbeelden:
- Wat is zijn idee/mening over het functioneren van de Gezondheidsdienst, over het verplichte (?) lidmaatschap, over de geboden diensten, enzovoorts
- Voert het Waterschap zijn taken goed uit? Wat zou anders moeten? Of kunnen hun taken net zo goed overgenomen worden door de provincie.
- Voeren boerenbelangenorganisaties hun taken goed uit. Waarom wel/niet.
Bedenk zelf vergelijkbare vragen over de andere organisaties, instellingen en publiekrechtelijke en overheidsorganen, die je eerder beschreven hebt.
Uiteraard kun je ook aan de orde tellen:
- Is het goed dat het melkquotum verdwijnt. Wat zijn de verwachtingen over de melkprijs komende jaren. Waarom. Enzovoorts.
- Zouden “Varkensrechten” moeten blijven bestaan?
- Zou het nuttig zijn om een waarborgfonds tegen ziekte-uitbraken op te richten? Op welke wijze zou dit fonds gevuld moeten worden?
- Is het Nederlandse mestbeleid beter dan de Europese? Waarom wel/niet? Wat zou anders moeten. Hoe / waarom.
- Hoe is het verschil tussen de boerenprijs en de winkelprijs van runds- of varkensvlees of aardappelen of enz. te verkleinden? Wie zou daarvoor verantwoordelijk moeten zijn?
- Zouden de boeren zich meer moeten organiseren? Hoe? Onder wiens verantwoordelijkheid?
Dit zijn zomaar voorbeelden. Bedenk zelf ook vragen
|
- In taak 8 heb je onderzocht welke keurmerken er mogelijk zijn.
Bedenk zelf de punten/vragen die je met de boer wilt bespreken.
- Maak in je groep afspraken m.b.t.:
- datum, tijd van bezoek
- wie wat wanneer doet (vragen stellen, noteren, enz.)
- wat je eventueel nog n.a.v. vorig bezoek moet navragen bijvoorbeeld.
- Noteer de afspraken ook in het logboek in je map op Fronter.
check
Je hebt in je map op Fronter:
- een checklist met aandachtspunten voor bedrijfsbezoek
- het ingevulde logboek met afspraken voor het bedrijfsbezoek
Taak 20 Uitvoering gesprek/interview
resultaat
|
Je hebt een ondernemer van een praktijkbedrijf bevraagd/geïnterviewd over zijn ervaringen, motieven, mening, enz. m.b.t.
- Afnemers,
- leveranciers en
- dienstverlenende bedrijven,
- keurmerken
- het beleid binnen de sector” (organisaties, overheid e.d.
|
vooraf
|
Dat gesprek heb je op school voorbereid met vorige taak
|
werktijd
|
2 lesuur – 1 middag
|
belang
|
De theorie is geduldig, maar in de praktijk blijkt ooit/vaak dat het toch anders is.
Om die reden ga je op een praktijkbedrijf een gesprek aan met een veehouder.
|
Opmerking:
In bepaalde gevallen zou de 1e kennismaking en dit gesprek/interview in 1 bezoek uitgewerkt kunnen worden, tenminste als dat in de planning aangegeven is én als dat met de docent besproken is geweest. En als de ondernemer ermee instemt.
do
Voer het voorbereide bezoek aan je leerbedrijf uit. t.b.v. onderstaande punten.
- Bespreek zo uitvoerig mogelijk zijn mening enz. over zaken zoals Leveranciers, afnemers, dienstverlenende bedrijven, publiekrechtelijke organisatie en overheden en over keurmerken. Bespreek steeds:
- waarom men met bepaalde bedrijven zaken doet,
- welke ervaringen men in het verleden gehad heeft (met andere partijen),
- op grond van welke motieven men een keuze maakt of gemaakt heeft,
- wat men als plussen en minnen van diverse leveranciers/afnemers ervaart,
- hoe men tot bepaalde keuzes komt,
- enz., enz.
- Leg de besproken zaken schriftelijk vast voor je eindrapportage.
Zie hiervoor de volgende taken. Noteer alles per categorie.
Deze notities zijn de basis voor je Eindrapportage.
check
Je hebt het materiaal voor je eindrapportage verzameld.
G) Eind-rapportage deel-1 (Sector-studie)
Taak 21 Eindrapportage
resultaat
|
Een totaalverslag over het geheel van deel-1 van dit project taken 1 t/m 20
|
vooraf
|
Alle taken gemaakt/afgewerkt
|
werktijd
|
|
belang
|
Tot nu toe heb je uitwerkingen van diverse taken als lossen documenten bewaard. Om van het geheel tot samenhangend geheel te maken, gaan we het bewerken tot één geheel, zodat we het kunnen aanbieden aan derden én zodat het voor jezelf overzichtelijker te bewaren en na te lezen is.
|
do
Verwerk alle hiervoor gemaakte losse documenten tot een document (eindrapport), dat opgebouwd en vormgegeven is volgens de aanwijzingen/instructie na “Check & Act”
Maak een afspraak met de docent om je rapportage eventueel mondeling te verdedigen.
check & act
Je hebt d.m.v. de omschreven eindrapportage deel-1 van dit project afgerond.
Voorwoord
Geef in het kort het kader aan waarbinnen dit verslag gemaakt is, voor welke opleiding/school, in welke jaar, door wie e.d. ! Wat het doel is om er aandacht aan te besteden. Het gaat nog niet inhoudelijk op het verslag in.
(Overleg met docent Nederlands/communicatie over verschil Voorwoord<->Inleiding)
Inhoudsopgave
Inleiding
In de inleiding ga je al wel inhoudelijk op het verslag in. Nu komen aan de orde:
- voor welk project je het uitgewerkt hebt,
- je motieven voor bepaalde keuzes, e.d. !
Het gaat er om dat een "buitenstaander", die jouw verslag onder ogen krijgt en die niet op dezelfde school zit/werkt en die de opdracht vooraf niet gelezen heeft, begrijpt waar het allemaal over gaat.
- Algemeen (aanpak, werkwijze)
Hierin kun je beschrijven hóe je het een en ander aangepakt hebt, zodat “die buitenstaander” snapt hoe het verslag (de rapportage) tot stand gekomen is. Soms wordt dit gedeelte onder de “Inleiding” besproken. In dit hoofdstuk kun je bijvoorbeeld vermelden dat je ter ondersteuning een vergadering/bijeenkomst van een bank of fokkerijgroepering hebt bezocht. Hier beperk je je dan tot het vermelden van die bezochte bijeenkomst én je verwijs dan naar de bijlage waarin je meer gedetailleerde toelichting enz, geeft.
- Het belang van de sector......houderij in Nederland
Dit is het gedeelte wat je onder taak 4 uitgewerkt hebt.
- Leveranciers in de sector.
Dit is het gedeelte wat je onder taak 5 uitgewerkt hebt. Dat is dus de inventarisatie van alle mogelijkheden In hoofdstuk 10 van dit verslag ga je pas het resultaat van het gesprek met een ondernemer uit je sector verwerken.
- Afnemers in de sector (uitwerking taak 6)
- Dienstverlenende bedrijven in de sector (uitwerking taak 7)
- Keurmerken in de sector. Het resultaat van taak 8.
- Organisaties/instellingen/organen inzake beleid in de sector.
Het resultaat van taak 9.
- Het praktijkbedrijf
(met algemene gegevens en bedrijfskenmerken ; zie nog een keer betreffende taak. Dit hoofdstuk begin je met korte uitleg).
- Leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven van het praktijkbedrijf
9.1 Leveranciers
# Voer
# Fokmateriaal / KI, enz.
9.2 Afnemers
# Melk
# enz.
9.3 Dienstverlenende bedrijven
# Voorlichting
# Fiscaal advies,
# Enz.
Voor alle hiervoor genoemde bedrijven/instellingen e.d. wil die Canadees weten:
- met welk bedrijf doet men op het praktijkbedrijf nu zaken?
- waarom heeft men voor dat bedrijf gekozen hebben?
- wat zijn de belangrijkste kenmerken voor dat bedrijf (als toeleverancier of afnemer)?
- welke andere bedrijven kunnen ongeveer dezelfde producten of diensten leveren,
- welke ervaringen heeft men met die andere bedrijven?
- waarin verschillen ze dan met het bedrijf waar men nu zaken mee doet?
- zou men kunnen overwegen om te veranderen?; wat zijn de argumenten?
- …………. (zelf aan te vullen)
Hier komt dus de het eerste deel van de uitwerking van taak 19-20 te staan.
- Keurmerk op het praktijkbedrijf
Hier komt de uitwerking van je gesprek met de ondernemer over keurmerken: welk, waarom, ervaringen, gevolgen op bedrijfsvoering, knelpunten, enz.!.
- Visie van het praktijkbedrijf over “het beleid in de sector”
Hier komt de uitwerking van het 2e deel van taak 19-20 te staan (over instellingen/organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen).
- Samenvatting / conclusies.
In Voorwoord en Inleiding heb je een bepaald doel en een voorgestelde werkwijze beschreven. In dit hoofdstuk geef je de belangrijkste conclusies uit je “onderzoek” aan en ga je voor jezelf na in hoeverre het aan je doel en plan beantwoord heeft.
Bijlagen.
- Verslag van een bezochte bijeenkomst
- Kopie van brief aan ondernemer (boer) van bezocht praktijkbedrijfbedrijf.
- ......
Bedenk: een vreemde in de sector moet zich een goed beeld kunnen vormen van de Nederlandse situatie na het lezen van het verslag.!!
H) Deel-2 Kwaliteitsborging
Inleiding deel-2
Opfrissing/herhaling over deel-1
In deel-1 van het project heb jij voor een gekozen sector bestudeerd:
- het belang van de sector voor Nederland,
- met welke leveranciers (voor voer, sperma, enz.) kunnen bedrijven te maken hebben/krijgen,
- welke afnemers zijn actief in die sector (Vion, Vreugdenhil, De RooijMeat, enz.)
- welke soort dienstverlenende bedrijven men kan inschakelen (bank, advies, enz.)
- onder welk keurmerk een bedrijf kan produceren,
- met welke instellingen, publiekrechtelijke organisaties en overheden een agrarisch ondernemer verplicht te maken heeft; men welk beleid men geconfronteerd wordt.
Dit alles heb je eerst in “theorie” bestudeerd. Mogelijk is een en ander ondersteund met een excursie of een inleiding op school.
Daarna ben je naar een praktijkbedrijf geweest om de theorie te toetsen aan de praktijk. Je hebt met de boer besproken waarom hij met bepaalde bedrijven zaken doet, wat zijn ervaringen uit het verleden waren, wat zijn mening is over het beleid, enzovoorts.
Om je kennis en vaardigheden te tonen, heb je:
- het bedrijf gepresenteerd in de klas
- van het geheel een eindrapportage (verslag) geschreven.
Deel-2 van het project “Kwaliteitsborging”
Deel-2 van het project gaat over Keurmerken en de daarbij horende Kwaliteitsborging. Ook dit deel wordt eerst op school voorbereid door informatie te laten verzamelen over:
- Wat verstaan we onder “kwaliteit”.
- Onder welke keurmerken (zoals bijv. Milieukeur, biologisch, IKB, Welfare, e.d.) kunnen veehouders binnen de gekozen sector hun product op de markt brengen.
- Wat zijn voor een veehouder de belangrijkste voorwaarden om aan dat keurmerk te voldoen.
- Wat kunnen bij elk keurmerk de knelpunten/mogelijke kansen zijn.
- ………… (e.d.)
Na de voorbereiding op school wordt vervolgens weer een bezoek aan een bedrijf gebracht. Het bezoek staat in het teken van Kwaliteitsborging. Dit begrip wordt ook wel eens omschreven als “Zeg wat je doet, maar doe wat je zegt”. Hierbij komen zaken aan bod, zoals:
- Visie en doelstellingen van het bedrijf; motivatie voor een bepaald keurmerk
- Strategie om doelstellingen te realiseren
- Omgaan met Protocollen t.b.v. die kwaliteitskeurmerken
- Noodzakelijke aanpassingen en knelpunten (bij invoering en voortzetting)
- Omgaan met personeel in relatie tot het voldoen aan kwaliteitskenmerken.
- Hoe blijft je als ondernemer op de hoogte?
Over het geheel (voorbereiding op school én de uitwerking van het bezoekveehouderijbedrijf) maak je als groep een eindrapportage. Het verslag moet ook mondeling verdedigd worden. Dat wordt ondersteund met een presentatie over een oplossing van een knelpunt/probleem.
Tevens word je kennis getoetst d.m.v. een theorietoets.
I) Voorbereiding
Taak 22 Plan van Aanpak
resultaat
|
Je hebt je georiënteerd op de inhoud (+ planning) van deel-2 van dit project (over Kwaliteitsborging) en je hebt een Plan van Aanpak gemaakt
|
vooraf
|
|
werktijd
|
30 min.
|
belang
|
Je werkt voor dit project in groepjes. Voor de meeste taken moet je dingen met elkaar afspreken. Een goede planning is dan noodzakelijk.
|
Do
- Bestudeer in grote lijnen de inhoud van deel-2 van dit project (Taak 23 t/m einde).
- Als je iets niet begrijpt stel vragen aan je mede leerling of aan de docent.
- Bestudeer de verstrekte studiewijzer
- Bespreek binnen je groep de taken en de planning.
- Maak een Plan van Aanpak, waarin je vermeldt wat, wanneer enz. je moet doen op het project te behalen.
In zo'n PvA noteer je o.a.:
- wat is de taak die je moet uitvoeren?
- welke gegevens of informatie heb je al?
- planning (taken maken, bedrijfsbezoek, inleveren verslag, wanneer toets)
- enz.
Onder "check & act" staat een format voor het maken van het PvA. Gebruik dit format.
Vul het eventueel naar eigen inzicht aan met extra punten.
- Plaats het PvA (Plan van Aanpak) in je map op Fronter.
check & act
Bespreek het op Fronter geplaatste plan van aanpak met de docent.
Stel het eventueel bij (indien nodig).
Taak 23 Oriëntatie op de problematiek
resultaat
|
Je hebt je georiënteerd op de problematiek m.b.t “Kwaliteitsborging”.
Je hebt een aantal internetsites bekeken van bedrijven, die op hun site aandacht besteden aan het begrip “kwaliteit”, “kwaliteitsborging” en “ketenmanagement”.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min. in de les + 45 min. huiswerk
|
belang
|
De begrippen “kwaliteit”, “kwaliteitsborging” en “ketenmanagement” krijgen meer betekenis als je de inhoud bestudeert van internetsites van bedrijven.
|
Do
- Ga naar de genoemde internetsites en bekijk op welke manier die bedrijven aandacht schenken aan de begrippen “kwaliteit”, “certificeringssystemen”, “borging” en “ketenmanagement” werken de linken niet kijk dan ook op https://www.agriholland.nl/dossiers/keurmerken/home.html .
- Beantwoord (individueel) de bijbehorende vragen.
De antwoorden kun je gebruiken voor het schrijven in de eindrapportage (zie laatste taak).
Bij de theorietoets wordt de opgedane kennis getoetst. Rood gemarkerde vragen zullen niet in de toets gevraagd worden.
www.qlip.nl
-
Kies “Melkvee” en dan “Audits, Inspecties & Certificering” (via icoontjes rechts). Wat voert Qlip in opdracht van de zuivelondernemingen uit?
-
Welke eisen worden daar genoemd voor “Weidezuivel”(via “Lees meer”)?
-
Ga naar de rubriek “Kwaliteitssystemen voor melkvee” en dan “Ik wil meer weten””.
Vervolgens naar “Klaar te leggen documenten”.
Voor welke 5 modules (t.b.v. KKM) moeten documenten klaar gelegd worden?
-
Zoek op datzelfde tabblad (“Kwaliteitssystemen voor melkvee”) op voor welke 5 kwaliteitssystemen van zuivelondernemngen Qlip de controle uitvoert.
-
Rouveen Kaasspecialiteiten maakt kaas voor wel 4 verschillende keurmerken. Eén ervan is Kosjer-waardige kaas. Wat zijn de andere 3 ?
-
Ga naar “Home”, kies voor tabblad “Zuivel” en dan “Audits, Inspecties & Certificering”. Bestudeer de tekst onder “Productie, opvolgende bereiders, handel en transport”. Voor welk onderdeel in de keten wordt HACCP vooral gebruikt? En waarvoor GMP+ ?
www.geborgdedierenarts.nl
- Kies het tabblad “varkensdierenarts”. Zoek onder “Veel gestelde vragen (FAQ)” wat een geborgde dierenarts is.
- Zoek op diezelfde plaats: Waarom willen de partijen een geborgde dierenarts”
www.ikbvarken.nl
- Kies “Downloads” en dan “Werkboek” (digitaal downloaden). In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd wat er veranderd is sinds 1 juli 2013. Welke 2 hoofdoorzaken t.a.v. wetgeving worden genoemd?
- Ga naar “Home” en dan “Over IKB-varken”.
Wat is een “Certificerende instantie”? Welke is dat op dit moment voor IKB?
www.rijksoverheid.nl
- Ga naar “Ministeries” en dan naar het ministerie waar landbouw onder valt.
Hoe heet dit ministerie? Wie zijn de bewindspersonen?
- Ga via “Onderwerpen” naar “Landbouw, natuur en voedsel” en dan naar “Voeding” (of via “Zoeken”). Kies nu “Voedselveiligheid in Nederland”.
Scrol iets naar beneden naar de link ".....................(NVWA) inlichten".
- Wat betekent de afkorting NVWA?
- Wat is de taak van de NVWA?
www.skal.nl
- Wat is de taak van de SKAL ?
www.avined.nl www.ovoned.nl www.pluimned.nl
- Kies in de kolom onder “Alle sectoren” de link voor “Voedselveiligheid en kwaliteit” en daarna voor “Voedselketeninformatie”.
- Welke afkorting gebruikt men voor “Voedselketeninformatie”?
- Wat verstaat men onder “Voedselketeninformatie”?
- Voor welke diersoorten bestaat die?
Check & act: Je hebt de antwoorden op bovenstaande vragen gecontroleerd.
Taak 24 Kwaliteit en kwaliteitsborging in de media
resultaat
|
Je hebt berichtgeving in de media bestudeerd.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min. op school + 45 min. als huiswerk
|
belang
|
De hoeveelheid aandacht in de media voor kwaliteit en kwaliteitsborging geeft aan hoe belangrijk de consument dit vindt.
|
Do
- Onder punt 3. hierna staan een aantal links naar artikelen uit de media.L als de links niet werken zoek ook op https://www.agriholland.nl/dossiers/keurmerken/home.html
- Lees de artikelen uit dat mapje:
- Noteer uit die artikelen de kernzaken: waarom kwaliteit, kwaliteitsborging, keurmerken, marktgericht produceren en dergelijke zo belangrijk zijn.
Gebruik deze notities voor het schrijven van hoofdstuk 1 van de eindrapportage.
Zie laatste taak (nr. ...).
- Onder dit punt 4 staat een tabel met links naar TV-uitzendingen over het onderwerp van dit project, als de links niet werken ga jezelf opzoek naar video's over het onderwerp.
Bekijk betreffende videofragmenten .
Maak ook hiervan notities, zodat je die kunt gebruiken voor het schrijven van van de eindrapportage.
check & act
Je hebt notities voor het schrijven van de eindrapportage (de laatste taak ...).
Taak 25. Borgingssystemen: theorie
resultaat
|
Je hebt achtergrondinformatie over “Borgingsystemen” bestudeerd.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
90 min.
|
belang
|
Om kwaliteitsborging serieus uit te voeren moet je op de hoogte zijn welke systemen men kan hanteren.
Oftewel: hoe garandeer je dat het waar is wat je zegt.
|
Do
Marktgericht produceren
- Ga op internet opzoek naar video's over “Marktgericht produceren” en bekijk/bestudeer die zorgvuldig kijk ook op de site van https://www.agriholland.nl/dossiers/keurmerken/home.html . Beantwoord daarna de uit onderstaande vragen de nummers 2. t/m
- Tegenwoordig is men zich meer bewust dat men moet produceren wat de klant wil. Voor die klant zijn 3 hoofdgroepen van eisen belangrijk. Welke 3 zijn dat?
- Merkproducten zijn anders dan standaardproducten. Dat heeft consequenties voor elke schakel in de keten.
a) Welke 5 schakels kun je noemen?
b) Welk concrete eis of voorwaarde wordt per schakel genoemd.
- Waarop is de administratieve controle bij de productie van biologische eieren gericht? Waarop controleert men dan vooral? Hoe ?
- Bij het “vermarkten” van merk-producten zijn belangrijk: logistiek, prijsvorming en reclame. Een belangrijk probleem is om het aanbod af te stemmen op de vraag. Hoe kan de slachterij daar op inspelen?
- Hoe kan de slachterij er voor zorgen men ervoor dat men niet te vaak “nee hoeft te verkopen” aan de detailhandel?
- Men probeert bij merk-producten de prijs op niveau te houden door o.a. een “wederzijdse afnameverplichting”. Welke 2 concrete praktijk voorbeelden worden genoemd.
HACCP in de vleessector
- ga op zoek op internet naar de “HACCP in de vleessector” en bekijk/bestudeer die zorgvuldig. Het is enkel een voorbereiding op onderstaande vragen 12 en verder.
- Start Internet, start Google en vul als zoektermen en: “melk borging systeem ”.
Selecteer “Leerboek – Ketenkwaliteit melkwinning”. Maak de volgende vragen.
- Waarom is het noodzakelijk dat er een kwaliteitsborgingsysteem is voor melkveehouders?
- Waarom hebben niet alle zuivelondernemingen hetzelfde systeem. Geef voorbeelden.
- Welke bedrijven werken met een basispakket en welke met een meer uitgebreid systeem?
HACCP: betekenis
- Start Internet, start Google en vul als zoektermen en: “haccp wikipedia”.
Selecteer de site van wikipedia.org en maak de volgende vragen.
- Wat betekent de afkorting H.A.C.C.P. ?
- Wat is de Nederlandse vertaling daarvan?
- Voor welke doel is HACCP in eerste instantie ontwikkeld?
- Waarom gebruikt men het nu in de levensmiddelenindustrie?
- Uit welke 7 principes bestaat een HACCP?
- Wat is een ‘Hazard”?
- Wat verstaat men onder “Analysis”?
check & act
Je hebt je eigen uitwerking in de les gecontroleerd.
Taak 26. Kwaliteit en ketenmanagement
resultaat
|
Je hebt achtergrondinformatie m.b.t het onderwerp “Kwaliteit” bestudeerd.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min.
|
belang
|
Om kwaliteitsborging serieus uit te voeren moet je op de achtergronden kennen.
|
Do
- Bestudeer de teksten in bijlage 1 en 2 van deze projectbundel.
- Stel verhelderingvragen over die dingen, die je niet begrijpt.
- Maak de vragen, die op deze (en volgende) pagina vermeld zijn na “check”.
- Maak de toets over dit onderdeel.
Over Bijlage 1: Inleiding over “kwaliteit”
- Voedsel kan verontreinigd zijn met de Salmonellabacterie. Tot wat voor soort klachten kan dat leiden bij de mens? Goed uitleggen.
- Wat bedoelt men met het begrip “productaansprakelijkheid”?
Over Bijlage 2: Het hoe, wat en waarom van ketens
- Leg met een voorbeeld uit dat het begrip “kwaliteit” voor de een (bijvoorbeeld een varkensboer) totaal iets anders is dan voor de ander (bijvoorbeeld de consument).
- Het is een kunst om “kwaliteit” inzichtelijk te maken. Je moet dan een Plan van Aanpak maken. Ten eerste moet je transparant maken dat anderen snappen/begrijpen wat jij doet ten behoeve van die kwaliteit.
Wat is de tweede stap in zo’n Plan van Aanpak?
- Als het gaat om ‘kwaliteit”, stelt een consument wel eisen aan de kwaliteit.
In het algemeen stelt de consument 3 soorten eisen aan levensmiddelen. Welke 3 soorten eisen zijn dat?
- De erkenningsregelingen voor melkveehouderij en varkenshouderij (KKM en IKB) richten zicht op minstens 6 aandachtsgebieden. Een daarvan is “Diergeneesmiddelen“.
- Op welk hoofddoel richt men zich binnen het aandachtsgebied “Diergeneesmiddelen”?
- Op welke manier probeert men dat hoofddoel te realiseren. Noem 2 dingen.
- Door wie is KKM in het leven geroepen? Waarom heeft men dat gedaan?
- Noem (behalve Diergeneesmiddelen) nog 4 andere aandachtsgebieden uit de erkenningsregelingen voor KKM óf IKB.
- Geef voor elk van die 4 aandachtsgebieden een korte omschrijving, waar die zich specifiek op richt.
- Bijna alle agrarische sectoren in Nederland doen hun uiterste best om het vertrouwen van consumenten te houden of te versterken. Een belangrijk begrip in deze problematiek is het denken in “ketenmanagement”. Leg in eigen bewoordingen uit wat daarmee bedoeld wordt.
- Stel: een veehouderijbedrijf wil aan de erkenningsregeling voor IKB = Integrale KwaliteitsBeheersing) voldoen.
Aan welke regeling moeten resp, de mengvoerbedrijven en de dierenartsen dan voldoen? Geef zowel de afkorting als de betekenis van die afkortingen.
- Stel je raakt in gesprek met iemand, die pas begonnen is als inkoper voor een supermarktketen. Tijdens zijn opleiding heeft hij geleerd dat er in Nederland een zeer strenge wet geldt m.b.t. de kwaliteit van voedsel. Een en ander is vastgelegd in de nVWA. en wordt regelmatig gecontroleerd door medewerkers van die nVWA (nieuwe Voedsel en WarenAutoriteit). Nu snapt hij niet dat er dan ook nog een KKM / IKB is.
Leg helder en duidelijk voor zo’n “leek uit:
- waarom er dan toch nog zo’n KKM (QLip) / IKB is
- door wie het opgezet is, wie / wat controleert
- hoe het een en ander gefinancierd wordt (d.w.z.: wie betaalt de controles en hoe)
check & act
Controleer je uitwerking aan de hand van controlebladen (te verstrekken in de les).
Bewaar je uitwerkingen om te bestuderen voor het maken van de theorietoets.
Taak 27. Ketenmanagement in bedrijfsleven (Nutreco)
resultaat
|
Je hebt een aantal PowerPoint-presentaties bestudeerd en er vragen over gemaakt.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
60 min.
|
belang
|
Nutreco is een vooraanstaand bedrijf op het gebied van voeding (in de ruimste zin van het woord). Een belangrijk speerpunt van het bedrijf is voedselveiligheid en de controle daarop. Het bedrijf probeert een voortrekkersrol daarin te spelen. In het verlengde daarvan hebben medewerkers daarvan een bijdrage geleverd in de ontwikkeling van lesmateriaal t.b.v. het project “Geboeid door de keten’’. Dit materiaal is een samenvatting van de instructiebijeenkomsten voor praktiserende varkenshouders. De voor je liggende instructiebundel is uitgangspunt geweest voor dit Deel II (“Kwaliteitsborging”). Ze zijn vooral op de varkenshouderij gericht, maar het principe is voor elke andere sector toepasbaar.
Daarnaast heeft men een aantal PowerPoint-presentaties, welke gebruikt werden voor voorlichting en instructies, beschikbaar besteld.
|
Do
Bestudeer onderstaande PowerPoint-presentaties van Nutreco (als groeps óf individueel).
Maak (individueel) onderstaande vragen en bespreek ze daarna.
Vragen over onderstaande PP 0. Voedsel: kans of bedreiging ?
- Welke 6 stoffen worden als bedreiging voor de voedselveiligheid genoemd? Waarin komen ze voor.
- In sommige situaties is voedselveiligheid strijdig met andere wensen vanuit de maatschappij. Welke 3 voorbeelden worden genoemd?
- Om voedselveiligheid te kunnen garanderen, moet aan een aantal eisen voldaan worden.
De mengvoerindustrie moet bijvoorbeeld weten wat men koopt.
Welke 7 voorwaarden worden nog meer genoemd?
- Wie wordt aansprakelijk gesteld als een slachterij een lijn moet sluiten?
- Met welk keurmerk wil men de hele verwerking certificeren?
Vragen over onderstaande PP 1. Duurzame productie?
- Beschrijf in eigen bewoordingen de visie van Nutreco t.a.v. “Duurzaam Produceren.
Vragen over onderstaande PP 2. Trends
- Volgens welke 4 kwaliteitskenmerken kan men de kwaliteit van (varkens)vlees uitdrukken. Geef bij elk een korte uitleg.
- De toegenomen belangstelling voor voedselveiligheid heeft GEVOLGEN voor de PRODUCENT. Welke 3 in hoofdzaak.
- Er worden 5 soorten ZORGSYSTEMEN genoemd. Welke 5? Waarop ligt bij elk systeem het accent?
- Via welk systeem worden voedselveiligheid en kwaliteit meestal geborgd in de voedselketen?
Vragen over onderstaande PP 3. HACCP
- Wat betekent de afkorting HACCP
- Wat zijn de kernpunten van de HACCP-systematiek?
- Ten aanzien van “Aard van de bedreigingen” worden 3 vormen genoemd. Welke 3? Geef voor elk een beknopte omschrijving, aangevuld met voorbeelden.
Taak 28. Excursie naar verwerkingsbedrijf
resultaat
|
Je hebt deelgenomen aan een excursie naar een bedrijf, dat agrarische producten verwerkt tot levensmiddelen.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
2 uur
|
belang
|
Eén keer horen, zien, ruiken en proeven zegt meer dan 1000 woorden.
|
Do
- Organiseer een excursie naar een verwerkingsbedrijf van bijvoorbeeld melk, vlees of groentes .
- Maak onderling afspraken over:
- Zijn er afspraken gemaakt met het bedrijf over:
- plaats, datum en tijd van het bezoek
- doel van het bezoek
- Is een vragenlijst of opdracht of iets vergelijkbaars gemaakt / beschikbaar?
Als dat niet het geval is, dan luidt de opdracht voor het bezoek:
Bespreek met het excursiebedrijf zo uitgebreid mogelijk op welke wijze “kwaliteit” een belangrijke rol speelt in de bedrijfsvoering.
- Wie neemt er een attentie mee?
- Wie maakt aantekeningen tijdens de excursie / het bezoek?
- Wie maakt het verslag (van ongeveer 1 A4)?
- Maak een kort verslag over deze excursie en neem die als bijlage op in de eindrapportage. Vermeld in dat verslag:
- Inleiding: kader waarbinnen bezoek heeft plaatsgevonden.
- Bezocht bedrijf: naam, adres, soort bedrijf, enz.
- Datum en tijd wanneer je naar het bedrijf geweest bent.
- Typering bedrijf
- Behandelde onderwerpen tijdens inleiding.
- Besproken / bezichtigde onderdelen tijdens rondleiding
- Verrichte activiteiten (wat je gedaan hebt), indien van toepassing.
- Ervaringen: hoe het verlopen is.
- Aanbevelingen: voor eventueel andere leerlingen in een ander jaar.
check & act
Je hebt in de eindrapportage een verslagje als bijlage over deze excursie opgenomen
Taak 29. Keuze van een keurmerk
resultaat
|
Je hebt een keurmerk gekozen, waarvoor je de rest van dit project gaat uitwerken.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
30 min.
|
belang
|
Het gekozen keurmerk is de centrale opdracht voor de uitwerking van de rest van dit project. Aan de hand daarvan passeer je alle aspecten van het “keten‑management” en “keten-denken” en “kwaliteitsborging”.
|
Do
- Maak als groep een keuze, waarvoor je het laatste deel van dit project gaat uitwerken.
Dat zou het keurmerk kunnen zijn van het leerbedrijf wat je in deel-1 van dit project gebruikt hebt.
Deel-1 ging over Afnemers/leveranciers/dienstverlening, publiekrechtelijke organen, enz.).
Het mag ook iets anders zijn, zoals:
- Biologisch
- Kat
- Global gap.
- Bespreek je keuze met de begeleidend docent, uiterlijk op de afgesproken datum (genoemd in de studiewijzer). Ga pas verder als je goedkeuring hebt.
check
Je hebt uiterlijk op de afgesproken datum goedkeuring gekregen van de docent voor je keuze voor een keurmerk.
Taak 30. Informatie over gekozen keurmerk
resultaat
|
Je hebt uitgebreide informatie verzameld over het gekozen keurmerk
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min.
|
belang
|
Als men een systeem van kwaliteitsborging gaat invoeren of het in werking wil blijven houden, zijn 8 competenties van belang:
Competenties:
- Begrip hebben voor het belang van keurmerken en kwaliteitsborging
- Kennis hebben over de keten en het keurmerk (door info te verzamelen)
- Visie op de keten bepalen
- Strategie op langere termijn bepalen
- Werken volgens protocollen
- Sociaal omgaan - Leiding geven
- Problemen oplossen
- Geboeid zijn door de keten (bijblijven, leven lang leren).
Voor competentie 1 heb je hiervoor d.mv. taak 23 t/m 28 al informatie verzameld.
In deze taak ga je aan de slag met competentie 2.
De competenties 3 t/m 8 komen in volgende taken aan bod. Voor die competenties moet je een praktijkbedrijf bezoeken.
Competentie 2 houdt dus in: Kennis hebben over de keten en het keurmerk
|
Do
- Beschrijf uit welke schakels de totale keten bestaat voor het door jouw gekozen keurmerk? Met totale keten wordt bedoeld: vanaf de teelt van grondstoffen of zaad tot en met het product wat in de winkel kom te liggen voor de consument.
- Beschrijf wat het doel is van het door jou gekozen ketenkeurmerk?
- Jouw leerbedrijf heeft ook te maken met toeleveranciers en afnemers van producten (voer, fokmateriaal, melk, dieren, groenten). Ook die bedrijven hebben met protocollen te maken.
Beschrijf in grote lijnen (globaal dus) de belangrijkste kenmerken voor alle schakels, voorafgaande aan het veehouderijbedrijf.
- Beschrijf waaraan je moet voldoen volgens dit keurmerk?
Hoe wordt dit gecontroleerd?
Is er een bestaand protocol beschikbaar of moet je dat zelf maken?
- Beschrijf wat het voor nut heeft om mee te doen aan dit ketenkeurmerk?
- Vermeld de bronnen, die je hebt geraadpleegd? Geef dus aan waar of bij wie (welke organisaties) je de informatie gehaald hebt.
Leg alle verzamelde informatie schriftelijk vast, zodat je voor de afronding van dit project het kunt verwerken in een verslag of een presentatie, zoals het in een van de volgende taken aangegeven is.
check
Je hebt informatie verzameld over de totale keten waarbinnen je leerbedrijf produceert. Je leerbedrijf is dus één van de schakels in die keten.
Bewaar dit document in je map op Fronter.
Dit document wordt een hoofdstuk in je eindrapportage.
J) Bedrijfsbezoek
Taak 31. Bedrijfsbezoek voorbereiden
resultaat
|
Je hebt een bezoek aan je leerbedrijf voorbereid
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min.
|
belang
|
Voor de uitwerking van de competenties 3 t/m 9 heb je gegevens van een praktijkbedrijf nodig. Dat is een leerbedrijf, waar je als groepje dit project uitvoert.
In deze taak ga je het bezoek voorbereiden.
Opmerking:
In bepaalde situaties kan het ook een individuele stagebedrijf zijn. Hiervoor moet dan vooraf wel goedkeuring verleend zijn door de docent.
|
Do
- Zorg dat je vooraf alles goed doorgenomen hebt en binnen de groep goede afspraken gemaakt hebt.
Bestudeer voorafgaande aan het bedrijfsbezoek:
- de verzamelde informatie uit vorige taken,
- de hierna volgende taken 32 en 34
- onderstaande aandachtspunten en tips.
- Zorg dat je beschikt over het officiële protocol, wat voor het gekozen keurmerk van toepassing is. Doe dit via de organisatie van dat keurmerk).
Het protocol moet als bijlage bij eindverslag (taak 40) toegevoegd zijn.
- Bestudeer voorafgaande aan het bezoek onderstaande aandachtspunten en tips.
Aandachtspunten i.v.m. bedrijfsbezoek:
- Zijn er afspraken gemaakt met het bedrijf over: datum/tijdstip, doel van het bezoek, tijdstip, duur van het bezoek, werkwijze?
- Is een lijst met aandachtspunten of iets vergelijkbaars gemaakt /beschikbaar?
- Wie neemt er een attentie mee?
- Is plaats en tijdstip van vertrek goed afgesproken?
- Wie maakt aantekeningen tijdens het bezoek?
- Wie neemt fototoestel mee
- Leg goed de afspraken vast wanneer de praktijkopleider het verslag kan inzien en kan ondertekenen. En wanneer hij een kopie ontvangt.
Tips voor de foto’s:
Laat de gemaakte foto’s aansluiten bij je rapportage. De beelden moeten een functie hebben. Bijvoorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- in de stal een duidelijk leesbare beschrijving voor het herkennen van behandelde dieren,
- beschikbaarheid van bedrijfskleding, ontsmetten
- inrichting bijzondere ruimtes volgens de richtlijnen ??
- enz., enz.
Taak 32. Bedrijfsbezoek: gegevens verzamelen
resultaat
|
Je hebt een bedrijfsbezoek uitgevoerd
|
vooraf
|
|
werktijd
|
90 min.
|
belang
|
Toetsing van de theorie aan de praktijk
|
Do: Verzamel op het praktijkbedrijf antwoorden of materiaal ten behoeve van de uitwerking van onderstaande competenties (nr. 3 t/m 8).
3. Visie op de keten bepalen
Bespreek (en noteer) met de praktijkopleider wat zijn mening is over doel, het nut, van ketengericht produceren. Het gaat dus om de visie van de ondernemer. Dit is dus een aanvulling op de informatie, die je zelf al verzameld hebt.
4. Strategie bepalen
Wat is de mening van de veehouder over ketengericht produceren op de lange termijn (in de toekomst) voor zijn bedrijf? Op welke wijze moet de consument overtuigd worden?
Wiens verantwoordelijkheid is dat? Doet hij alleen het minimaal noodzakelijke óf wil men “een stapje hogerop” (keurmerk, NenIso, HACCP, )? Wat zou de rol van supermarkten moeten zijn?
Welke ontwikkeling ziet hij voor de sector in zijn geheel?
Vermeld ook motieven.
Indien het leerbedrijf bezig is met certificering voor een “hoger niveau”, ga dan na hoe ze dat voor elkaar denken te krijgen? Beschrijf dus welke acties op korte en op lange termijn nodig zijn.
5. Protocollair werken
Als men binnen een bepaald keurmerk werkt, moet men volgens bepaalde protocollen werken. In 2018 mag je er van uit gaan dat elk bedrijf wel zo’n protocol heeft.
In Taak 31 heb je een exemplaar opgevraagd. Gebruik nu dat boekje en voer voor het bedrijf de volgende stappen uit:
- Ga als een “soort controleur” met het protocol in de hand het bedrijf over om helder zicht te krijgen op wat voor eisen er in het protocol staan.
En om “gevoel te krijgen” wat een controleur allemaal moet checken.
Belangrijk is dat je in de stal (of op kantoor) kijkt (“controleert”) hoe alles nu ook geborgd wordt: d.w.z. vastgelegd wordt dat het ook daadwerkelijk gebeurt zoals het op papier staat.
Bestudeer ook goed: hoe is geregeld wie wat wanneer moet doen? Bijvoorbeeld als er stagiaires zijn.
Enkele punten als voorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- in de stal een duidelijk leesbare beschrijving voor het herkennen van behandelde dieren,
- beschikbaarheid van bedrijfskleding, ontsmetten.
- Noteer enkele markante onderdelen uit het protocol, waarvan jij belangrijk vindt om die aan consumenten duidelijk te maken. Om zo te illustreren hoe men in de veehouderij met kwaliteit om gaat. Ondersteun dit met foto’s.
Dit gedeelte moet minimaal 2 A4-tjes tekst met minimaal 4 foto’s (van 4 bij 5 cm) opleveren.
6. Sociaal omgaan - leiding geven
In onze huidige maatschappij komen dingen alleen tot een goed resultaat als alle betrokken partijen goed meewerken. De basis hiervoor is: goede wil, de juiste houding, verantwoordelijkheidsbesef, e.d.!
- Met wie heeft de ondernemer in dit verband te maken? Denk aan personeel, stagiairs, weekend hulpen, familieleden, enzovoort.
- Beschrijf welke administratieve handelingen stagiairs of wee-end hulpen moeten uitvoeren, die noodzakelijk zijn i.v.m. he protocol.
- Wie heeft de leiding? En wie is nog meer verantwoordelijk voor aansturing en dergelijke.
- Ga na welke normen op het bedrijf belangrijk gevonden worden om tot een goede samenwerking te komen. Denk aan zaken zoals:
- Welke eisen stelt men aan de samenwerking?
- Hoe wil men dat er met elkaar wordt omgegaan?
- Hoe treedt men corrigerend op?
- Ten aanzien van welk handelen / gedrag / houding soms / ooit / vaak bijgestuurd (gecorrigeerd) worden?
7. Problemen oplossen
D.m.v. punt 4. heb je het protocol goed bekeken. Om aan alle voorwaarden van het protocol te kunnen voldoen (bij invoering óf tijdens de looptijd) kunnen er problemen ontstaan. Problemen moeten opgelost worden. Een procedure voor “Problemen oplossen” omvat 7 stappen:
- Signaleren: wat is er fout gegaan of waaraan kon men moeilijk voldoen?
- Welke mogelijke oplossingen zijn er voor de geconstateerde problemen.
- Een beoordeling ( + en - ) van de voorgestelde mogelijke oplossingen.
- Kiezen van de beste oplossing uit de mogelijke oplossingen (met vermelding van motieven).
- Uitvoering van de gekozen oplossing. Beschrijf hoe.
- Evaluatie van de uitvoering van de gekozen oplossing.
Beschrijf minstens 2 concrete situaties / gevallen, waar volgens bovenstaande procedure een opgetreden probleem opgelost is. Dit mag ook iets van jaren geleden zijn. Of wat nog opgelost moet worden.
Het is belangrijker en leerzamer dat je 2 problemen goed beschrijft en inhoudelijk goed uitwerkt dan dat je veel problemen oppervlakkig bespreekt.
Maak voor dit onderdeel foto’s om je teksten te ondersteunen. De beelden moeten natuurlijk een functie hebben. Bijvoorbeeld:
- de opslag van medicijnen, (afsluitbaar ?, naar diersoort gescheiden ?),
- kwaliteit drinkwater
- inrichting bijzondere ruimtes volgens de richtlijnen ??
8. Geboeid zijn door de keten.
Bespreek wat voor de ondernemen zijn/haar motivatie is om zijn leven lang te blijven leren?
In deze paragraaf moet de “dubbele” betekenis van GEBOEID DOOR DE KETEN tot uitdrukking komen. GEBOEID betekent namelijk enerzijds “met handen en voeten gebonden”, maar kan ook betekenen: “er in geïnteresseerd zijn”.
K) Theorie toets
Taak 33. Theorietoets
resultaat
|
Je hebt de theorietoets over deel-2 van dit project gemaakt.
|
vooraf
|
|
werktijd
|
45 min.
|
belang
|
Aantonen van opgedane kennis
|
Do
Maak op de afgesproken datum de theorietoets over dit deel-2 van het project.
De toets zal gaan over de taken 23 + 25 + 26 + 27.
check & act
Je hebt d.mv. de toets aangetoond over voldoende kennis over dit onderwerp te beschikken.
L) Eindrapportage Kwaliteitsborging
Taak 34. Eindrapportage: verslag + korte presentatie
Do
De afsluiting van deel-2 van dit project bestaat uit 2 delen:
- Een schriftelijke eindrapportage
Alle verzamelde informatie, de analyse van het leerbedrijf, de opgedane ervaringen enz. moet gebundeld worden in één eindrapport (verslag).
Lever dit verslag digitaal in in Fronter op de afgesproken datum.
Een toelichting daarop tref je aan op de volgende pagina
Een verslag moet in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
- Het is geen invuloefening van verstrekte opdrachten; het moet een doorlopend verhaal zijn, waarin vraagstelling en antwoord verwerkt zijn.
- Conclusies en eigen mening zijn zeer belangrijk.
- Het verslag moet ondertekend zijn door praktijkopleider, indien voor het maken van een verslag gegevens gebruikt zijn van een leerbedrijf.
- De praktijkopleider krijgt een kopie van het verslag.
- Je mag je verslag uiteraard ondersteunen met lijsten van het bedrijf en dergelijke. Neem zo’n uitdraai dan als bijlage op. Je moet in je verslag dan wel naar die bijlage verwijzen en er commentaar opleveren.
- Een korte presentatie
Leg m.b.v. een PP-presentatie aan de docent en/of de klas uit op welke wijze men op je leerbedrijf een probleem opgelost heeft volgens beschreven instructie (competentie 7).
Bij deze presentatie moet de nadruk liggen op het weergeven van:
- Complexe problemen en/of opmerkelijke ervaringen
- Slimme oplossingen,
- Enz.
En dit alles gericht op praktische situaties.
Voorwoord
Geef in het kort het kader aan waarbinnen dit verslag gemaakt is, voor welke opleiding/school, in welke jaar, door wie e.d. !
Wat het doel is om er aandacht aan te besteden. Het gaat nog niet inhoudelijk op het verslag in.
Inhoudsopgave (met een pag.nr. op de pagina’s)
Inleiding
In de inleiding ga je al wel inhoudelijk op dit verslag in. Nu komen aan de orde:
- voor welk project je het uitgewerkt hebt,
- je motieven voor de keuze van het keurmerk, e.d. !
- hoe je dit onderwerp aangepakt hebt
Het gaat er om dat een "buitenstaander", die jouw verslag onder ogen krijgt en die niet op dezelfde school zit/werkt en die de opdracht vooraf niet gelezen heeft, begrijpt waar het allemaal over gaat.
Centrale thema’s in dit verslag zijn dus:
“Ketens, voedselveiligheid, enz., enz.
“Een leven lang leren”
- Aanleiding en noodzaak
Beschrijf in dit hoofdstuk in ongeveer 2 A4-tjes het waarom van je studie/onderzoek. Waarom dit onderwerp zo belangrijk is.
Gebruik hiervoor opgedane kennis uit met name de taken 23 t/m 27. Ook info uit een eventuele excursie kun je gebruiken..
- Zicht op de keten
In dit hoofdstuk komt de uitwerking van de informatie, die je d.m.v. taak 30
(Info verzamelen over de keten) verzameld hebt.
Dus over: welke schakels zijn er in de keten, wat is doel, welk protocol, het nut, bronnen).
Hoofdstuk 1 en 2 werk je eerst op school uit.
Daarna ga je naar leerbedrijf om informatie te verzamelen voor de volgende hoofdstukken. .
3. Visie op de keten door ondernemer
Uitwerking van het overleg met de ondernemer van het leerbedrijf.
- Strategie m.b.t. de keten
Dus de weergave van de mening van de ondernemer van het leerbedrijf over de strategie (op de lange termijn voor zijn bedrijf, maar ook voor de sector)
Hierna komen de hoofdstukken, die betrekking hebben op: Het bedrijf in actie. Ook deze informatie heb je verzameld tijdens het bezoek aan het bedrijf.
- Protocollair werken
- Sociaal omgaan - leiding geven
- Problemen oplossen
- Geboeid (blijven) door de keten
- Conclusies en aanbevelingen
Bijlage 1: Verslag van excursie
Bijlage 2: ………….
Bijlage 3: Protocol van keurmerk (VERPLICHT BIJ TE VOEGEN)
M) Hulp-taken
Gebruik Fronter
Een Powerpoint-pres maken
resultaat
|
Je kunt hand-outs afdrukken en “’Notities” bij dia’s maken in een PowerPoint-pres.
|
vooraf
|
nvt
|
werktijd
|
15 min.
|
belang
|
Voor een toehoorder of beoordelaar bij een presentatie is het prettig om voorafgaande aan de presentatie hand-outs verstrekt te krijgen.
En d.m.v. aantekening in het vakje “Notities” kan iemand anders zo’n presentatie overnemen indien dat (door ziekte bijv.) noodzakelijk is.
|
do
Open een willekeurig Powerpoint bestand en controleer of je via het tabblad “Afdrukken” de instelling voor het maken van ‘hand-outs” kunt vinden.
Controleer tevens of je de instelling voor het maken van “Notities” kunt vinden.
Als het niet lukt, vraag dan uitleg aan een andere leerling of aan de docent.
check & act
Vraag uitleg bij de docent als het niet lukt.
N) Bijlagen
Bijlag 1: Inleiding over kwaliteit
Bijlage 2. Het hoe, wat en waarom van ketens