Introductie
Ben je eenmaal geslaagd voor je diploma Gespecialiseerd Pedagogisch medewerker, dan betekent dat niet dat je uitgeleerd bent. In het werkveld waar jij straks gaat werken kunnen er nieuwe inzichten ontstaan in bijvoorbeeld het opvoeden van kinderen, maar ook kunnen er nieuwe technieken worden ontwikkeld om het werken te vergemakkelijken. Het betekent dus dat je steeds op de hoogte moet blijven van deze nieuwe ontwikkelingen. Je werkgever zal je dan ook geregeld een training of cursus aanbieden. Je doet dan aan deskundigheidsbevordering.
De stelling is dan ook: “Een leven lang leren, ook nadat jij je diploma hebt behaald”.
Doelen
De lesdoelen zijn per week terug te lezen.
Toetsvormen en criteria
NU Pedagogisch werk Profielboek Communicatie en organisatie
Je wordt beoordeeld op de opdrachten die je hebt gemaakt en een toets in week 9.
Je kunt hier de beoordelingslijst van dit vak vinden.
Organisatie en planning
Week 1
|
Lesdoelen
|
- Je weet wat het vak inhoudt en waar je op beoordeeld wordt.
- Je weet wat een CAO is.
- Je weet wat de beroepscode voor jouw vak inhoudt.
- Je weet wat een lerende organisatie inhoudt
- Je weet welke leiderschapsstijlen er zijn
|
|
Theorie
|
Profielboek: Communicatie en organisatie, hoofdstuk 6.
H 6.1 De lerende organisatie blz. 232 - 245
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Studenten lezen de beroepscode door en maken opdracht 1.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dit vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
Huiswerk
|
Lezen: 6.1
Maken: Functieomschrijving
Maken: Organogram stage
|
Week 2
|
Lesdoelen
|
- Je weet waar jij je functieomschrijving kan vinden en welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden jij hebt.
- Door een leiderschapstest te maken krijg je inzicht in welk leiderschapsstijl je voorkeur heeft. Hoe zet je deze vervolgens in om je team aan te sturen?
|
|
Theorie
|
Profielboek: Communicatie en organisatie, hoofdstuk 6.
H 6.1 De lerende organisatie blz. 232 - 245
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
- In groepjes bespreken (of in de vorm van world-café) huiswerk organogram en functieomschrijving. Of middels een korte presentatie de organogrammen bespreken. Waar zie je verschillen en overeenkomsten? Wat zijn de voor- of nadelen van de organisatie waar je werkt? Denk hierbij bijvoorbeeld aan een grote of kleine organisatie enz.
- Leiderschapsstijltest maken en beantwoordt de vragen bij inspiratie week 2.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dit vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
|
Huiswerk
|
Leren: 6.1 (maak eventueel een samenvatting voor jezelf).
|
Week 3
|
Lesdoelen
|
- Je weet waarom het zo belangrijk is om ook zelf je deskundigheid in je eigen vak op peil te houden.
- Je kent de 7 eigenschappen van persoonlijk leiderschap van Covey
- Je kent de basisvormen van deskundigheidsbevordering
|
|
Theorie
|
H 6.2 Werken aan eigen deskundigheid en persoonlijk leiderschap blz. 245 - 256
Timemanagement kwadrant bespreken.
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Studenten loggen in op menti.com en beantwoorden hier de vraag die de docent van te voren heeft gesteld. Uitkomst (een woordwolk) wordt klassikaal besproken.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In de vak leer je hoe je kunt werken aan je professionaliteit.
|
|
Huiswerk
|
Studenten houden de aankomende week 1 dag bij waarbij ze het timemanagement kwadrant invullen.
Lezen: H 6.2
|
Week 4
|
Lesdoelen
|
- Je weet hoe je persoonlijke leerdoelen kunt stellen
- Je weet wat een POP en wat een PAP is
- Je kent het verschil tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek
- Je kent de modellen voor zelfreflectie
- Je weet hoe je feedback kunt geven en ontvangen
|
|
Theorie
|
H 6.2 Werken aan eigen deskundigheid en persoonlijk leiderschap blz. 245 - 256
De verschillende methoden voor deskundigheidsbevordering bespreken.
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Ingevulde kwadrant (huiswerk) bespreken in tweetallen.
Maken de opdracht bij week 4. Bespreken in de les.
Methodes deskundigheidsbevordering verdelen over groepjes en naar eigen keuze presenteren.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dit vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
|
Huiswerk
|
Leren: H 6.2 (maak eventueel een samenvatting voor jezelf).
|
Week 5
|
Lesdoelen
|
- Je kent diverse intervisiemethoden
- Je kan een intervisiemethode toepassen
|
|
Theorie
|
H 6.3 Deskundigheidsbevordering voor het team, blz. 256 - 264
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Opdracht week 5.
Optioneel: groepjes vormen voor een intervisie volgende week, waarbij 1 persoon een situatie/casus meeneemt voor de les van volgende week.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dit vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
|
Huiswerk
|
Lezen H 6.3
|
Week 6
|
Lesdoelen
|
Je weet op welke manier je een team kunt motiveren om te blijven professionaliseren.
|
|
Theorie
|
H 6.3 Deskundigheidsbevordering voor het team, blz. 256 - 264
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
In tweetallen opdracht lesinspiratie week 6 maken.
Optioneel: in groepjes casus bespreken met een vooraf gekozen intervisiemethode.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dat vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
|
Huiswerk
|
Leren: H. 6.3 (maak eventueel een samenvatting voor jezelf).
|
Week 7
|
Lesdoelen
|
- Je weet hoe jij je kennis en inzichten van het werkveld up to date kunt houden en het team hiermee kunt inspireren.
- Je kent de methode waarmee je de leercultuur kunt onderzoeken.
- Je weet welk type professional er nodig is in jouw werkveld.
|
|
Theorie
|
H 6.4 Permanent leren blz. 264 - 270
Leercultuur onderzoeken
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Maken: opdrachten week 7
Discussie: Welk type professional heeft de sector nodig waar jij straks gaat werken? Eventueel discussiëren in de vorm van een Lagerhuisdebat
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
In dit vak leer je hoe je kunt blijven werken aan je professionaliteit
|
|
Huiswerk
|
Leren H. 6 voor de toets
|
Week 8
|
Lesdoelen
|
|
|
Theorie
|
Toets H.6
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
|
|
Huiswerk
|
|
Week 9
|
Lesdoelen
|
Cijfer teruggeven en toets nabespreken
Opdrachten week 7 eventueel nabespreken.
Studenten kunnen eventueel nog achterstand in opdrachten inhalen.
|
|
Theorie
|
|
|
Suggesties leeractiviteiten
|
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Evaluatie van het vak
|
|
Huiswerk
|
|
Inspiratie
Week 1: de lerende organisatie:
Opdracht 1:
Beroepscode KO is verdeeld in 4 belangrijke pijlers. Dit zijn:
1. Algemene uitgangspunten bij de beroepsuitoefening (KO)
2. De pedagogisch medewerker in relatie tot het kind en de ouder (KO)
3. De pedagogisch medewerker in relatie tot collega’s en anderen (KO)
4. De pedagogisch medewerker in relatie tot de samenleving (KO) http://www.fnv.nl/site/alle-sectoren/sectoren/fnv-zorg-en-welzijn/883566/917919/FNV_Z_W_Beroepscode_Kinderopvang_web.pdf
Beroepscode JZ:
1. Relatie met de jeugdige cliënt en ouders/opvoeders (JZ): (Uitwerken At/m F)
2. Relatie met de jeugdige cliënt en ouders/opvoeders (JZ): (Uitwerken G t/m M)
3. Relatie met de organisatie (JZ)
4. Relatie met beroepsgenoten
http://www.platformjeugd.com/images/pdf/BPSW_Brochure_Beroepscode_Jeugd_Web 003.pdf
De klas wordt in 4 groepen verdeeld. Met je groep ga je voor volgende week een presentatie geven over 1 van de 4 pijlers uit de beroepscode. Dit doe je in Prezi of Powerpoint. De presentatie mag max. 5/7 minuten duren.
Opdracht 2:
Je maakt een uitgewerkt overzicht van je functie en functieomschrijving. Gebruik hiervoor de CAO die past bij jouw werkveld. Dit doe je individueel.
Via de link van FCB vind je o.a. de CAO’s. Onder het tapje: overzicht documenten en handige links vind je o.a. de kwalificatie-eisen en profielen van het beroep Pedagogisch medewerker. http://www.fcb.nl/
Opdracht 3:
Maak je met je buurvrouw/man een organisatiestructuur (organogram) van de organisatie waar 1 van jullie stage loopt. Kort presenteren.
a Beschrijf ieder voor de anderen hoe de organisatie er uit ziet waar jij stage loopt. Een organogram erbij nemen kan helpen om het inzichtelijk te maken.
b Gebruik nu de gouden cirkel uit figuur 3 om met elkaar te bespreken op welke wijze ‘waarom, hoe en wat’ in jouw organisatie wordt vormgegeven.
Week 2: de lerende organisatie:
Om een goed beeld te kunnen krijgen van leiderschapsstijlen is het handig om hiervoor zelf een test uit te voeren. Op internet kun je verschillende persoonlijke testen uitproberen, de meeste zijn gratis. Bespreek de uitslag met elkaar. Komt het overeen met wat je had verwacht?
Ga naar de site: https://www.123test.nl/leerstijl/
En maak de leiderschapstest
Beantwoord de volgende vragen:
· Welke conclusie volgt uit deze test.
· Wat vind je van deze conclusie? Klopt dit met je verwachtingen? Zo ja, welke item(s) kloppen, zo nee welke item(s) kloppen niet.
· Waar zou je nog aan willen werken en hoe ga je dit aanpakken? Waarom is dit item voor jou persoonlijk van belang?
Week 3: werken aan eigen deskundigheid en persoonlijk leiderschap
Klassikale opdracht:
Studenten loggen in op menti.com en loggen in met de code.
Als iedereen is ingelogd geven ze antwoord op de vraag:
Welke vaardigheden heeft een goede leider nodig?
Als alle reacties zijn ingevoerd ontstaat er een woordwolk.
Klassikaal de uitkomst bespreken.
Opdracht 1:
Timemanagement kwadrant maken waarin je 1 dag van stage (evt. privé), gaat uitwerken.
Welke conclusie(s) trek jij?
Hoeveel tijd per dag besteed jij aan zaken die niet urgent zijn, maar wel veel van je tijd kosten?
Hoe zou jij effectiever met je tijd om kunnen gaan?
Opdracht 2:
Benoem 4 kernkwaliteiten van jezelf en daarbij de valkuilen, allergie en welke uitdaging dit geeft. Gebruik hierbij het model van Korthagen.
Opdracht 3:
Doel: je bent je (meer) bewust van je eigen kwaliteiten en die van je collega’s/medestudenten.
Beantwoord de onderstaande vragen individueel en schrijf je antwoord op.
a. Welke kwaliteiten gebruik je als je je hobby’s uitvoert?
b. Welke kwaliteiten laat je zien als je activiteiten uitvoert waarin je goed bent waarin je plezier hebt?
c. Wanneer komen mensen naar je toe voor advies?
Week 4: werken aan eigen deskundigheid en persoonlijk leiderschap
Opdracht 1:
Op bladzijde 245 t/m 256 staan verschillende werkwijzen benoemt op welke manier je kunt werken aan deskundigheidsbevordering. Lees de verschillende methoden goed door.
Bedenk vervolgens een voorbeeld waarin jij hebt laat zien/of hebt laten zien dat jij op een professionele manier een situatie hebt aangepakt.
Werk dit uit in 1 van de modellen en beschrijf dit.
Week 5: deskundigheidsbevordering voor het team:
Opdracht 1:
Uitvoeren in groepjes van maximaal 4.
Naar aanleiding van een actueel nieuwsbericht gaan jullie 2 discussiepunten formuleren die jullie met de klas uitvoeren.
Sites die je kunt gebruiken zijn o.a.:
Kinderopvangtotaal
J/M ouders
Ouders van nu
Kiddo.net
Dagbladen: in bijvoorbeeld de Volkskrant verschijnen regelmatig artikelen die te maken hebben met opvoeden.
Week 6: deskundigheidsbevordering voor het team:
Opdracht 1:
Doel:
Je bent je meer bewust van je eigen kwaliteiten en die van je collega’s/medestudenten.
Werkwijze:
· Vorm tweetallen.
· Beantwoord de vragen eerst individueel.
· Ga vervolgens uitwisselen.
Benodigdheden: papier, tekenmateriaal, kleurpotloden.
Vragen:
· Welke kwaliteit(en) waardeer jij in je collega’s?
· Beeld dit uit in een tekening en bespreek dit met elkaar.
· Welke kwaliteit(en) noemt jouw collega over jou?
· Noem een kwaliteit die je graag meer zou willen ontwikkelen of meer laten zien.
Vervolg op deze opdracht zou kunnen zijn:
· Inventariseer de genoemde kwaliteiten van je team/groep op een flap-over.
· Beantwoord individueel de onderstaande vragen.
· Bespreek gezamenlijk je antwoorden.
Zijn er andere kwaliteiten in je team aanwezig die niet of minder zichtbaar zijn die niet genoemd zijn?
· Welke kwaliteiten zijn wellicht wel aanwezig maar worden niet zo gewaardeerd?
· Welke kwaliteiten mis je in de groep?
· Wat zou je hieraan kunnen veranderen zo dat het een meerwaarde voor de groep oplevert?
Week 7: permanent leren:
Opdracht 1:
Voor deze opdracht neem je de klas als uitgangspunt. Beschouw de hele klas als team, en doorloop de stappen van het onderzoeken van de leercultuur (bladzijde 268). De titels van de stappen zijn wat aangepast aan de schoolsituatie om een en ander te verduidelijken. Neem het lesboek erbij voor toelichting en uitleg van alle stappen.
Stap 1: Kijk door een roze bril.
Stap 2: Tover een mirakel.
Stap 3: Check met de werkelijkheid.
Stap 4: Weet dat leren meer is dan teksten lezen en huiswerk maken.
Stap 5: Selecteer enkele acties met je klas.
Stap 6: Werk deze verder uit en bespreek het met de docent.
Opdracht 2:
Welk soort professional heeft de kinderopvang/BSO/jeugdzorg nodig?
Studenten gaan zelf op onderzoek uit om deze vraag te beantwoorden. Bijvoorbeeld door het lezen van een artikel/boek/interview enz. Terugkoppelen in een zelfgekozen vorm in week 9.
Week 8: Toets over hoofdstuk 6 en werken aan opdrachten
Week 9:
Terugkoppeling toets en opdrachten
Evaluatie van het vak
