Op weg naar je ideale baan kom je op verschillende manieren met presenteren in aanraking. Allereerst moet je voor het examen Nederlands een presentatie geven, maar ook je werkgever verwacht van jou dat je een presentatie kan geven. Deze presentatie is dan voor je collega's of klanten.
Niet iedereen vindt spreken voor een groep leuk, maar hoe meer we dit oefenen, hoe leuker het wordt.
Doel van deze les:
- je weet hoe je een PowerPoint maakt om je presentatie te ondersteunen
- je weet waar je op moet letten tijdens het geven van een presentatie
- je geeft een presentatie waarbij je beoordeeld wordt op de exameneisen
Omdat we met de eerste en tweede jaars samen deze lessen volgen, wordt er soms onderscheid gemaakt. Ben je eerste jaar dan volg je bij een splitsing L1. Ben je tweedejaars dan volg je bij een splitsing L2.
Tijdens het werken in dit programma kom je knoppen tegen waarop je kan klikken voor extra informatie. Dit is niet verplicht, je maakt hier gebruik van als je iets nog niet snapt. Ook het onderdeel extra informatie is niet verplicht. De opdrachten zijn wel verplicht.
Ben je eerder klaar dan anderen, maak je de keuze om extra opdracht 1 of 2 ook te maken.
Aan de slag
L1
Aan het einde van deze les heb je een presentatie voorbereid en ga je deze ook presenteren.
De presentatie moet aan de volgende eisen voldoen:
- Je mag filmpjes gebruiken in je toolboxmeeting, maar je spreektijd blijft 15 minuten.
- Je ondersteunt je toolboxmeeting met een PowerPoint
Stap 1: De beoordeling
Kies weer voor L1 of L2
L1: Waar word je op beoordeeld?
De volgende punten worden beoordeeld tijdens de presentatie:
1. Inhoudskernmerken:
- PowerPoint ter ondersteuning
- Publiek kan vragen stellen
- Schriftelijk geen taalfouten
- Leest de tekst niet voor
2. Er is samenhang
3. Afstemming op publiek
4. Vloeiendheid en verstaanbaarheid en houding
Wil je nog meer informatie hierover? Kijk dan bij het hoofdstuk: Extra informatie
L2: waar word je op beoordeeld?
De volgende punten worden beoordeeld tijdens de presentatie:
1. Inhoudskenmerken:
- PowerPoint ter ondersteuning
- Maakt schriftelijk geen taalfouten
- Het publiek krijgt de mogelijkheid tot het stellen van vragen
- Leest de tekst niet voor
2. Samenhang
3. Afstemming op doel
4. Afstemming op publiek
5. Woordgebruik en woordenschat
6. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en houding
Wil je nog meer informatie hierover? Kijk dan bij het hoofdstuk: Extra informatie
Extra informatie beoordeling
Inhoudskenmerken L1+L2
Tijdens de beoordeling kijken we naar een aantal inhoudskenmerken:
- Een PowerPoint ter ondersteuning
- Maakt schriftelijk geen taalfouten
- Het publiek krijgt de gelegenheid om vragen te stellen
- De tekst niet voorlezen
In de PowerPoint mag je geen taalfouten maken. Dit voorkom je door zelf de PowerPoint nog een keer goed na te kijken en door er iemand anders ook een keer naar te laten kijken.
Zorg dat het publiek vragen kan stellen. Geef in het begin van je presentatie aan of het publiek dit tijdens de presentatie mag doen of pas aan het einde.
Lees je tekst niet voor (ook niet vanaf de PowerPoint).
L1: Als eerstejaars mag je nog een spiekbriefje gebruiken. Dit is een klein papiertje met een paar steekwoorden die jou helpen bij het geven van de presentatie. definitie steekwoord
Samenhang L1+L2
Zorg voor samenhang. Dit lukt het beste als je een inleiding, een kern en een slot maakt.
Zorg dus dat je verhaal klopt in de opbouw. Begin niet bij het einde en sla geen stukken over.
Samenhang of verbanden aangeven in een tekst doen jullie vaak automatisch. Je doet dit namelijk met signaalwoorden. Kijk het filmpje hieronder over signaalwoorden:
Voordat je een presentatie maakt, ga je na wie je doelgroep is. Aan de hand van de kenmerken van de doelgroep besluit je dan wat je gaat vertellen en wat voor taalgebruik je kan gebruiken.
Een groep medestudenten vertellen over de bouw: je kan vaktaal gebruiken. Een groep kinderen vertellen over de bouw: je kan geen vaktaal gebruiken.
Ook moet je het publiek boeien. Dat wil zeggen dat je concrete voorbeelden gebruikt en enthousiast vertelt.
De toolboxmeeting maak je voor collega's. Je weet dus al dat zij vaktaal zullen begrijpen. Maar naast het gebruik van vaktaal is het ook belangrijk dat je veel andere woorden kent.
Steeds dezelfde woorden gebruiken wordt namelijk eentonig. Let wel op: als je teveel moeilijke woorden gebruikt, kan je presentatie ook onbegrijpelijk worden.
Ook je houding tijdens de presentatie is erg belangrijk. Zo sta bijvoorbeeld niet met je handen in je zakken als je presenteert. Kijk het filmpje hieronder voor nog meer tips.
Kies één van onderstaande filmpjes en kijk deze. Geef vervolgens aan wat deze mensen de volgende keer anders moeten doen om ervoor te zorgen dat het een goede presentatie wordt.
Alle informatie waarvan je wilt dat je publiek dat krijgt.
In het slot vertel je:
De conclusie of de samenvatting van je verhaal.
Opdracht L1+L2
Vul hieronder de drie onderdelen van je voorbereiding op:
Onderwerp
Doelgroep
Doel
Stap 3: De presentatie L1+L2
Bij stap 3 gaan we de informatie die we willen geven aan het publiek bedenken, uitwerken en in de juiste volgorde zetten.
3.1 Brainstormen
Maak een brainstorm over jouw onderwerp. Zet het onderwerp in het midden. Zet daaromheen alles wat je over dit onderwerp weet en/of wilt vertellen.
3.2 de juiste indeling
Na de brainstorm kies je de informatie die je wilt vertellen, dit noemen we ook wel deelonderwerpen. Deze zet je in de goede volgorde. Zorg dat het een goed lopend verhaal is met een duidelijk rode draad. Spring dus niet van de hak op de tak.
Ieder deelonderwerp is een hoofdstuk in je verhaal.
3.3 opdracht L1+L2
Je gaat nu de presentatie in Word maken.
- Je schrijft je inleiding
- Je schrijft je kern (met deelonderwerpen en de informatie die je gaat vertellen)
- Je schrijft je slot
Als je dit gedaan hebt, roep je de docent en bespreekt de presentatie met hem/haar door. Bij akkkoord ga je verder naar stap 4.
Stap 4: De PowerPoint maken L1+L2
Als je weet wat je wilt gaan vertellen, kan je de PowerPoint gaan maken.
Een PowerPoint ondersteunt jouw presentatie. Het is dus niet de bedoeling dat je alle tekst in de PowerPoint zet. Wat zet je er dan wel in:
- Steekwoorden (de belangrijkste woorden die met jouw (deel)onderwerp te maken hebben
- Plaatjes om als voorbeeld te dienen of om iets duidelijk te maken
- Filmpjes met extra informatie (let op dit gaat niet van de spreektijd af)
Voor een duidelijke instructie over PowerPoint kijk hieronder:
Is je PowerPoint klaar? Controleer deze dan op taalfouten. Laat een medeleerling de PowerPoint ook nog eens controleren.
Stap 5: De presentatie L1+L2
De laatste stap voordat we de volgende les gaan presenteren.
Oefen de presentatie.
Je weet nu wat je wilt gaan vertellen en je hebt een PowerPoint ter ondersteuning gemaakt.
De laatste stap is kijken of je voldoet aan de tijdseis.
Je gaat dus de presentatie een keer oefenen om te kijken of je aan de 10 (L1) of 15 (L2) minuten komt. Je doet dit gewoon zittend op je plek voor jezelf. Gebruik je telefoon als timer.
Extra opdracht 1
Je bent eerder klaar dan de rest en kiest ervoor extra opdracht 1 te maken. Deze opdracht houdt in dat je zelf een beoordelingsformulier gaat maken.
1. Je denkt na over de eisen die JIJ zou stellen aan een presentatie.
2. Zet deze eisen in een Word-bestand en maak het zo dat deze ook gebruikt kan worden
3. Lever het Word-bestand in bij de docent
Extra opdracht 2
Je bent eerder klaar dan de rest en kiest ervoor ectra opdracht 2 te maken.
Schrijf een evaluatie over deze lessen:
Dit is de eerste keer dat we op deze manier werken. Je hebt er vast ideeën over. Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Vond je deze manier van werken leuk? Waarom wel of niet?
2. vond je het een makkelijk programma om mee te werken?
Het arrangement Spreken mbo 2F is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marloes van Trier
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-05-31 12:58:24
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.