Een huis kopen
Vooraf

Mirjam en Wim Wageman hebben een nieuw huis op het oog. Het aankoopbedrag van het nieuwe huis is € 220.000,-. De helft van de aankoopsom kunnen ze betalen met eigen geld. De rest zullen ze moeten lenen. Ze gaan naar een bank voor een lening.
Wat denk jij?
- Loopt de bank een groot risico als ze Mirjam en Wim
een lening van € 110.000,- verstrekt?
- Wat is een goede looptijd voor de lening?
Stap 1

Hypotheek
Bestudeer uit de Kennisbank de eerste bladzijde van het volgende onderdeel.
KB: Hypotheken
Beantwoord daarna de vragen.
- Leo Vis heeft een baan in Amsterdam gevonden. Hij heeft een appartement in Amsterdam Oost te koop zien staan. Hij heeft een gesprek met de ING-bank over het afsluiten van een hypotheek. Stel dat de hypotheek wordt afgesloten.
Wie is dan de hypotheekgever Leo Vis of ING-bank?
En wie is de hypotheeknemer?
- De familie Makic sluit een hypotheek af van € 120.000,-. De looptijd van de hypotheek is 30 jaar. Ze betalen 5% rente per jaar. Bekijk de tabel.
|
Lening |
Rente |
Aflossing |
Totale lasten |
1e jaar |
€ 120.000,- |
€ .... |
€ 4.000- |
€ .... |
2e jaar |
€ 116.000,- |
€ .... |
€ 4.000- |
€ .... |
3e jaar |
€ .... |
€ .... |
€ .... |
€ .... |
|
|
|
|
|
30e jaar |
€ .... |
€ .... |
€ .... |
€ .... |
Vul de tabel in voor de eerste drie jaar en voor het 30e jaar.
Stap 2
Hypotheekvormen
Bestudeer uit de Kennisbank de tweede en derde bladzijde van het volgende onderdeel.
KB: Hypotheken
Hieronder staan 6 uitspraken over hypotheken.
Geef bij iedere uitspraak aan over welke hypotheekvorm(en) de uitspraak gaat. Kies uit lineaire hypotheek, annuïteitenhypotheek, spaarhypotheek of aflossingsvrije hypotheek.
- De hypotheek wordt aan het eind van de looptijd ineens afgelost.
- Je betaalt iedere maand hetzelfde bedrag.
- Doordat je aflost, betaal je steeds minder rente.
- Met het betalen van een premie spaar je voor de aflossing.
- Je betaalt steeds minder rente, maar steeds meer aflossing.
- Aan het eind van de looptijd is de schuld nog even groot.
Stap 3
Annuïteitenhypotheek
Meneer en mevrouw Kramer sluiten een annuïteitenhypotheek van € 120.000,-. De rente bedraag 5%. Zij betalen per jaar aan aflossing en aan rente samen € 8000,-. Bekijk de tabel.
|
Lening |
Rente |
Aflossing |
Totale lasten |
1e jaar |
€ 120.000,- |
€ ..... |
€ ..... |
€ 8000,- |
2e jaar |
€ ..... |
€ ..... |
€ ..... |
€ 8000,- |
3e jaar |
€ ..... |
€ ..... |
€ ..... |
€ 8000,- |
4e jaar |
€ ..... |
€ ..... |
€ ..... |
€ 8000,- |
Vul de tabel in voor de eerste vier jaar.
Vergelijk de tabel met de tabel die je in stap 1 gemaakt hebt.
Wat zijn de verschillen?
Stap 4
Onderzoek hypotheken
Ga naar tenminste drie (websites van) banken en vraag informatie over hypotheken.
Probeer in ieder geval antwoord te krijgen op de volgende vragen.
- Hoeveel mensen in Nederland hebben een hypotheek?
- Hoe hoog is het huidige rentepercentage op een hypotheek?
- Uit welke hypotheekvormen kun je kiezen?
- Hoeveel moet je verdienen om een hypotheek af te kunnen sluiten?
- Komt het vaak voor dat mensen hun maandelijkse lasten niet kunnen betalen? Wat gebeurt er dan?
- Wat wordt bedoeld met hypotheekrente-aftrek?
Een huis huren
Vooraf

Hiernaast zie je een drietal advertenties uit de krant.
Geef antwoord op de volgende vragen.
- Waarom zullen de studenten op zoek zijn naar een huurwoning en niet naar een koopwoning?
- Er wordt een kamer te huur aangeboden voor € 300,- per maand. Vind je dat duur of goedkoop?
- De twee studenten willen de bedrijfsruimte huren en gebruiken als woonruimte. Mag dat?

Aan het eind van deze opdracht kun je:
- twee voorbeelden van afspraken noemen die in een huurovereenkomst staan.
- uitleggen wat bedoeld wordt met onderhuur.
- twee regels noemen die gelden bij het opzeggen van een huurovereenkomst.
Stap 1
Huurovereenkomst
Als je een woonruimte of werkruimte huurt, sluit je met de verhuurder van de woning een huurovereenkomst. In deze overeenkomst staan afspraken over:
- hoeveel huur er betaald moet worden;
- waarvoor de ruimte gebruikt mag worden;
- wie voor de reparaties zorgt.
Als je een deel van een woning huurt van iemand die zelf ook huurt, spreek je van onderhuur. Onderhuur is toegestaan als de eigenaar dat goed vindt.
Bekijk de huurovereenkomst en beantwoord de vragen.

- Wie is de verhuurder? En wie is de huurder?
- Hoeveel bedraagt de huur per maand?
Blijft de huur de komende jaren ongewijzigd?
- Welke onderhoudsplicht heeft de huurder?
- Geef een voorbeeld van een reparatie die voor rekening van de verhuurder komt.
- Waarom is het verstandig een huurovereenkomst schriftelijk vast te leggen?
Stap 2
Huur opzeggen
Irma Knopdam huurt in het centrum van Utrecht een tweekamerwoning. Aan het begin van de maand ontvangt ze van haar huisbaas het volgende briefje:
Beste Irma,
Met ingang van volgende maand heb ik de woning verhuurd aan meneer Woltring. Hij wil wel de huurverhoging van € 200.- betalen.
Ik ga ervan uit dat je de woning aan het eind van de maand netjes oplevert.
Met vriendelijke groeten,
Tom Hansen, huisbaas.
- Wat vind je van deze manier van opzeggen van de huur?
In de wet heeft de overheid een aantal regels met betrekking tot opzegging van de huur opgenomen. De belangrijkste regels in onderstaande bron.
De belangrijkste regels met betrekking tot het opzeggen van de huur zijn:
- Koop breekt geen huur
Bij verkoop van de woning, kan de huurder niet gedwongen worden de woning te verlaten.
-
- Dood breekt geen huur
Als de verhuurder overlijdt, mag de huurder in de woning blijven wonen.
-
- De wet noemt een aantal redenen waarom de verhuurder de huur mag opzeggen:
- het huurcontract was voor bepaalde tijd aangegaan.
- de huurder heeft zich niet goed gedragen.
- de verhuurder heeft de woonruimte zelf nodig. De verhuurder moet dan wel zorgen voor passende vervangende woonruimte.
-
- De opzegtermijn voor een verhuurder is minimaal 3 maanden.
Voor een huurder geldt een opzegtermijn van één maand.
|
- De rechtsregels in de bron zijn dwingende regels: er mag niet van die regels afgeweken worden.
Waarom zal de overheid dat zo geregeld hebben?
Stap 3
In de Huurprijzenwet staan regels voor de huurprijs van een woonruimte en voor de wijziging van de huurprijs.
De hoogte van de huur is afhankelijk van de kwaliteit van de woning. Er wordt gekeken naar het soort woning, de oppervlakte van de woning, het aantal ruimten in de woning en de ouderdom van de woning.
De huurprijs mag één keer per jaar worden verhoogd. De overheid stelt vast met welk percentage de huur maximaal mag stijgen.
Als een huurder en verhuurder het niet eens worden over een huurverhoging kunnen zij advies vragen bij een huurcommissie. De uitspraak van zo'n commissie is bindend, dat wil zeggen dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden.
Mevrouw Zondervan huurt een woning in Groningen. Ze krijgt een brief van haar huisbaas waarin hij schrijft dat bovenop de jaarlijkse huurverhoging een extra verhoging komt van 5% omdat hij de keuken verbouwd heeft.
Mevrouw Zondervan is het niet met de extra huurverhoging eens.
- Bedenk een reden waarom mevrouw Zondervan het niet met de extra huurverhoging eens is.
- Waar kan mevrouw Zondervan naartoe gaan om te vragen of de extra huurverhoging terecht is.
- De uitspraak van deze commissie is bindend. Wat wordt daarmee bedoeld?
Stap 4
Kopen of huren?
Of je nu beter een woning kunt kopen of een woning kunt huren is moeilijk te zeggen. Wel kun je natuurlijk proberen een aantal voor- en nadelen van kopen en huren op een rijtje te zetten.
Hieronder is dat geprobeerd. Neem de zinnen over en vul op de puntjes 'huurwoning' of 'koopwoning' in.
- Als je een ..... hebt, bouw je bezit op.
- Met een ..... kun je in aanmerking komen voor huursubsidie.
- Woon je in een ...... dan hoef je geen geld te reserveren voor groot onderhoud.
- Stijgen de huizenprijzen, dan profiteer je mee als je in een ...... woont.
Kun je zelf nog andere voor- of nadelen van kopen en huren bedenken? Schrijf ze op.