Hoenders en sierhoenders
Algemeen
Hoenders en sierhoenders
Tot de sierhoenders horen alle fazantsoorten, pauwen, patrijzen, kalkoenen, parelhoenders, kwartels, krielkippen en kippen.
Tijdens de lessen houden we ons hoofdzakelijk bezig met de kippen.
kippen
Kippen
De kip is een vogel die veel gehouden wordt,niet alleen voor de produktie van vlees en eieren maar ook als hobby dier.De belangrijkste voorouder van de gedomesticeerde kip (Gallus gallus domesticus) is het Bankiva hoen (ook wel Rode Kamhoen genoemd), een in het wild levende hoenderachtige die voorkomt in Zuidoost azie. Kippen kunnen tien tot vijftien jaar, soms zelfs ouder worden. Het zijn sociale dieren die het liefst leven in kleine groepjes. Een haan met enkele hennen. De groep heeft een duidelijke rangorde. Dit noemen we de pikorde. De dieren in de groep kennen elkaar en respecteren de sterkste van de groep. De haan verdedigt zijn hennen tegen gevaar en waarschuwt voor gevaar.
Kippen besteden vrijwel de hele dag aan het zoeken van voedsel: zaden, insecten, wormen en dergelijke. Daarbij krabben ze de grond los en onderzoeken die met hun snavel. Verder nemen ze af en toe een stofbad en verzorgen ze hun veren met het vet uit de stuitklier. Als er genoeg voedsel is blijven kippen op één plek en komen zelden meer dan 50 meter van hun slaap plek.
Een kip gaat eens per jaar in de rui. Dit duurt ongeveer twee maanden. Dit kost veel energie, ze leggen dan geen eierren. De kam en de lellen worden kleiner en de kop wordt bleek.
Verschillende rassen
Verschillende rassen
Door de fokkerij zijn er heel veel verschillende hoenders en dwerghoenders (kippen en krielkippen) ontstaan. Nederland kent meer dan 85 kippenrassen en meer dan 85 krielkip rassen. We kennen verschillende gebruiksdoelen. Kippen speciaal voor de vlees produktie, kippen voor de eier produktie en kippen die geschikt zijn voor beide gebruiksdoelen (dubbel doel). Ook zijn er kippen die puur voor de sier gefokt zijn. Kippen die veel vlees produceren zijn bijvoorbeeld: de Brahma en de Orpington. Kippen die veel eiren leggen zijn bijvoorbeeld de Leghorn en Fries Hoen. Ook de Lakenvelder legt veel eieren. Een dubbeldoel ras is de Barnevelder en de Australatorp. Sierrassen zijn de Kraaikop, Uilebaard en de Kuifhoen.
Voeding
Voeding
De voeding van de kip bestaat uit een pluimveekorrel of -meel als basisvoer, aangevuld met wat graan en groenvoer als bijvoer. Een hobbykip eet gemiddeld 60 gram voer per dag.Het voordeel van een voer in meelvorm is dat de kippen er veel langer over doen om hun voer binnen te krijgen. Dit geeft de dieren iets te doen en kan verenpikken bij elkaar voorkomen. Een nadeel is dat er vaak ook meer van gemorst wordt. Gebruik daarom voldoende voerbakken met een naar binnen gebogen rand. Voor kippen met baarden of kuiven is meel niet zo geschikt, het kan namelijk in de baard en/of kuif blijven hangen waarna hokgenoten ernaar gaan pikken. Kies een korrel waarvan de grootte past bij het formaat van uw dieren. Volwassen kippen eten gemiddeld 30 tot 100 gram voer per dag, maar dit is uiteraard afhankelijk van hun grootte, activiteit (bezigheid, broedsheid, leggen) en de omgevingstemperatuur. Wanneer u ’s ochtends voert, moet het voer helemaal op zijn voordat de kippen ’s avonds op stok gaan. Controleer regelmatig de conditie van de kippen; op het borstbeen mag een beperkte hoeveelheid vlees zitten en het achterlijf mag niet te vol aanvoelen. Als het borstbeen scherp aanvoelt is de kip te mager.
Geef kuikens tot ongeveer zes weken een kuiken- of startmeel- of korrel (ook wel opfokvoer I genoemd). Daarna kan tot een leeftijd van ongeveer vijf á zes maanden een opfok- of jonge hennenvoer (of opfokvoer II) gegeven worden. Zodra de hennen zijn gaan leggen, moet overgeschakeld worden op een legmeel of –korrel. Wilt u de eieren niet gebruiken voor consumptie maar voor de fokkerij, geef dan een foktoomvoer in plaats van een legmeel of –korrel. Geef kippen tijdens de ruiperiode zogenaamd onderhoudsvoer in plaats van een legkorrel of legmeel.
Kippen zijn dol op graan, maar kunnen er wel snel dik van worden. Gebruik het dus enkel als bijvoeding. Maximaal 10% van de totale voeding mag bestaan uit een graanmengsel. Graanmengsels voor kippen bevatten doorgaans haver, tarwe, maïs en gerst, soms aangevuld met kleine zonnebloempitten maar dit laatste is erg vet en daardoor minder geschikt. Voor de kleine rassen kunt u beter kiezen voor een graanmengsel dat gebroken granen bevat, want de zaden zijn anders te groot voor de kleine snavels. Geef kuikens speciaal kuikenzaad. Koop alleen graanmengsels met glanzende zaden, een frisse geur en weinig stof.
Kippen eten ook graag groenvoer, zoals bessen (bijvoorbeeld bramen en frambozen), groenten (onder andere sla, boerenkool, broccoli, wortel), kruiden (bijvoorbeeld weegbree, jonge brandnetel, vogelmuur, herderstasje, gras, paardenbloem) en fruit (zoals appel, peer en banaan). Verwijder aan het einde van de dag niet opgegeten resten.
Als extraatje kunt u uw kippen af en toe wat regenwormen, meelwormen of maden geven.
Tijdens de eileg hebben hennen voor de vorming van de eierschaal meer behoeft aan kalk. Extra kalk kunnen ze opnemen uit grit; bied het aan als bodembedekking in de legnesten of in een apart bakje.
In de spiermaag van de kip zorgt opgenomen maagkiezel ervoor dat granen gekneusd worden en daardoor beter verteerbaar zijn. Meng maagkiezel met grit of doe het in een apart bakje.
Als u een klein aantal kippen houdt, is een aardewerken voerbak met een naar binnen gebogen rand handig, bij grotere aantallen kippen is een hangend voersilootje of een staande roestvrijstalen trog aan te bevelen. Er bestaan ook voerautomaten, die volwassen kippen zelf kunnen openen door op een trede te gaan staan. Groenvoer kunt u het beste aanbieden in een ruifje. Als u het ruifje zo hoog ophangt dat de kippen een stukje omhoog moeten springen om bij het voer te kunnen komen, krijgen de kippen tegelijkertijd extra lichaamsbeweging.
Zorg altijd voor vers drinkwater. Plaats drinkbakken op een verhoging zodat de dieren er geen vuil in kunnen krabben en zorg ervoor dat de bakken niet om kunnen vallen. Hangende drinkklokken (plastic koepels met een bord eronder waarvan de dieren drinken) zijn erg handig. Kippen drinken gemiddeld ongeveer 250 milliliter per dag. Plaats de waterbak in de schaduw. In de zomer kan het nodig zijn het drinkwater meerdere keren per dag te verversen.
spijsveertering en anatomie
Het spijsverteringskanaal
Kippen hebben een vrij uitgebreid spijsverteringskanaal om het eten dat wordt opgepikt te verteren en zoveel mogelijk voedingsstoffen op te nemen in het lichaam. Voedsel wordt direct doorgeslikt en mag daarom ook niet te groot zijn.
Wanneer een kip bijvoorbeeld een maïskorrel doorslikt, komt het via de slokdarm (oesophagus) eerst in de krop terecht. Dit is een groot orgaan, gelegen in de borst van kip, waarin voedsel weekt in vocht en zo zachter wordt. Omdat kippen vooral hard voedsel eten, is dit een belangrijk onderdeel van de vertering. Een krobverstopping kan voorkomen, lees hier meer over.
Twee magen
Na de krop komt het voedsel in de eerste van twee magen terecht. Dit wordt de kliermaag genoemd. In deze maag voegt het lichaam maagsappen toe die helpen bij de afbraak van ruw voedsel.
Na de kliermaag gaat het voedsel door naar de spiermaag. Dit is de maag waarin het voedsel met behulp van spierwerking wordt gekneed en kapot gemaakt.
De kip gebruikt hiervoor steentjes , ook wel grit of maagkiezel genoemd. die het eerder heeft ingeslikt. Zonder deze steentjes wordt het eten onvoldoende vermalen. Het is daarom goed om grit beschikbaar te stellen aan de kip. Dit bevat mineralen en helpt bij een gezonde vertering. Het meest ideale is om het kippengrit in een apart bakje aan de kippen aan te bieden. Zo kan je controleren of het wordt ingenomen.
Darmstelsel
Wanneer het voedsel voldoende is vermalen en de maagsappen hun werk hebben gedaan, gaat het voedsel door naar de darmen. In de dunne darm worden de meeste voedingsstoffen opgenomen. In twee blindedarmen worden vervolgens de meeste vezels opgenomen, evenals vocht.
De kip beschikt niet over een aparte anus en plasbuis, zoals veel zoogdieren. Via de endeldarm worden de reststoffen, veelal onverteerbare stoffen, uitgescheiden door de cloaca.
Dunnedarm en dikke darm mest
Er bestaat een verschil tussen de mest die een kip ’s ochtends en de rest van de dag produceert. ’s Ochtends komt de mest vrijwel direct uit de dunne darm. De ontlasting is dunner en meestal bruin. Deze mest wordt wel eens verward met diarree, maar is volkomen normaal. Later op de dag wordt er mest uitgescheden die langer in de dikke darm heeft gezeten. Deze mest is wat dikker en heeft vaak wat meer groene kleuren.

Luchtwegen
De neusgaten van een kip zijn gelegen bovenin en een beetje achterop de snavel van het dier. Frisse lucht wordt ingeademd en gaat via luchtpijp (trachea) naar de longen. Hier gaat de lucht door een fijn netwerk van luchtvaatjes waarlangs bloed stroomt. Op deze wijze wordt het hele lichaam voorzien van zuurstofrijk bloed.
De luchtwegen zijn een gevoelig onderdeel van de kip. Veel bacteriën en virussen tasten de luchtwegen (tijdelijk) aan na besmetting. Hier vind je een aparte pagina over luchtweginfecties.
Eiproductie
Een gezonde legkip ligt gemiddeld zo’n 250 tot 300 eieren per jaar. Dit is wel sterk van het ras afhankelijk. Het produceren van een ei is dan ook een vrij snel proces dat ongeveer 24 uur in beslag neemt. Het grootste deel van de tijd wordt in beslag genomen door het vormen van de harde schaal.
Iedere kip heeft ongeveer tweeduizend eicellen in de eierstok die zich kunnen ontwikkelen tot een volwaardig ei. Een dergelijke eicel bestaat grotendeels uit de latere dooier. Als deze eicellen op zijn kunnen er geen eieren meer gelegd worden. Het komt dus wel voor dat als de kippen oud zijn, ze geen eieren meer leggen.
Ontwikkeling ei
Onder invloed van (normale) hormonen groeit een eicel in de eierstok, tot deze groot genoeg is en afgegeven wordt aan de eileider. In ruim drie uur tijd wordt het eiwit gevormd, maar heeft het ei nog geen harde schaal. Wel wordt de inhoud omgeven door een dunne vruchtzak, die bij het pellen van een gekookt ei zichtbaar is.
Verder in de eileider wordt vervolgens de harde schaal gevormd van het ei. Deze bestaat bijna volledig uit calciumcarbonaat en voor een klein deel uit eiwit. Het ei krijgt tijdens de vorming van de schaal zijn karakteristieke ovale vorm, dat simpelweg komt door de vorm van de eileider. Soms wordt er een windei gelegd, dit is een ei zonder schaal
Tijdens de schaalvorming komen er ook kleurstoffen terecht in de schaal, waarbij de exacte kleur verschilt per ras. Welke kleur ei een kip gaat leggen kan je zien door de oren.
De eileider staat in verbinding met de cloaca, dezelfde uitgang als de darmen. Na ongeveer 24 uur wordt het ei gelegd.
Film voeren van kippen
Verzorging
Permanente beschikbaarheid van voer en schoon water vormen de basis van een goede verzorging van kippen. Ook hygiëne speelt een grote rol. Hoe meer kippen in een kleine ruimte, hoe vaker er moet worden schoongemaakt. Het reinigen en ontsmetten van het kippenhok kan het beste gebeuren met water, zeep en halamid. Dit laatste is een chloorverbinding (niet vernevelen; naspoelen met water). Er zijn speciale waterkokers die stoom produceren. Daarmee kunnen op milieuvriendelijke wijze kieren en naden worden verhit.
Verder moeten kippen geregeld worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van parasieten. Zie hieronder de wiki over het hanteren van pluimvee.
Kippen die los lopen hebben extra bescherming nodig tegen roofdieren. Zorg ervoor dat ze kunnen wegvluchten onder struiken. Niet alle kippen zijn even alert en waarschuwen elkaar voor indringers. Doe ze ’s nachts in een goed afgesloten nachthok. Daarmee bescherm je de kippen tegen de vos.
Om te voorkomen dat kippen van het erf af vliegen, kunnen ze gekortwiekt worden. Kortwieken en leewieken zijn twee ingrepen. Het eerste is wel toegestaan, het tweede verboden.
Bij een goede zorg voor kippen hoort een goede zorg voor het teveel aan hanen. Het slachten van eigen kippen voor eigen gebruik is volgens de wet toegestaan, mits het deskundig gebeurt en het dier voor de slacht wordt verdoofd. Vermijdbare pijn moet worden voorkomen
kortwieken en leewieken van pluimvee
Kortwieken is geen "lichamelijke ingreep". Alleen de veren worden geknipt en daarmee is de behandeling te vergelijken met het knippen van nagels of haren. Kortwieken is een tijdelijke oplossing, want na de rui groeien weer nieuwe slagpennen uit. Om wegvliegen te voorkomen moet deze behandeling dus steeds herhaald worden
Leewieken is een lichamelijke ingreep, want hierbij wordt een middenhandsbeentje (met daaraan vast de slagpennen) geamputeerd. De duim, met daaraan drie slagpennen, blijft behouden. Dit is definitief en kan dus nooit meer aangroeien. De ingreep wordt uitgevoerd hij de zeer jonge vogel (tot drie weken)
Gezondheid
Gezondheidsproblemen bij hobbykippen worden vaak veroorzaakt door parasieten.
Inwendige parasieten bij kippen zijn wormen, vooral de grote en kleine spoelworm, de grote en kleine lintworm en de haarworm, en coccidiën.
Luizen, vlooien en mijten zijn uitwendige parasieten die bij kippen onrustig gedrag door de jeuk en een slecht verenkleed door krabben en pikken veroorzaken. Kippen kunnen ook lijden aan bloedarmoede door een infectie met bloedluis. Dit is eigenlijk een verkeerde naam want de bloedluis is geen luis, maar een mijt. Deze ‘bloedluizen’ verschuilen zich overdag in kieren en spleten van het hok, onder zitstokken, legnesten en voerbakken en in het strooisel. ’s Avonds en ’s nachts komen ze massaal tevoorschijn om op de dieren bloed te zuigen.
Kalkpoten worden ook veroorzaakt door een mijt. De kip krijgt dan vuilwitte, droge korsten tussen de schubben van de poten, soms zo uitgebreid dat de kip niet meer kan lopen. Een goede hygiëne is essentieel om infecties met uitwendige parasieten te voorkomen. Daarnaast werkt een regelmatige behandeling van het hok met witte kalk preventief tegen bloedluis. Middelen om luizen, vlooien en mijten te bestrijden zijn verkrijgbaar bij dierenartsen, dierenspeciaalzaken en Welkoop winkels.
Een bekende vogelziekte is de vogelgriep (‘vogelpest’) of Aviaire Influenza. Deze kan door verschillende virussen veroorzaakt worden en is zeer besmettelijk. Pluimveehouders met minder dan 250 dieren worden als hobbyisten beschouwd en dan kan vaccinatie toegestaan worden. Kijk voor de meest recente regelgeving op de website van de Rijksoverheid

Huisvesting
Kippen komen graag naar een schoon nachthok. In een goed onderhouden hok zullen de kippen meer en schonere eieren leggen dan in een vervuild hok. Een goed kippenhok bestaat uit een nachthok en een ren. Een ren (uitloop naar buiten) kunt u zo groot maken als u zelf wilt. Een indicatie kan grofweg zijn: 1 kip per 2 m2 ren. In het nachthok kunnen 7 kippen per m2 hok gehouden worden. Ook is het voor de kippen fijn als er een zitstok in het hok aanwezig is. Zo kunnen de kippen ook echt 'op stok' gaan. 6 kippen per meter zitstok is geen enkel probleem. De zitstokken kunnen het beste op een hoogte van ongeveer 30 cm. bevestigd worden.
Let bij de plaatsing van het hok op de zon, wind en regen. Zorg er in ieder geval voor dat de kippen niet de hele dag in de volle zon zitten. Een kip kan beter tegen kou dan tegen hitte! Het is niet nodig dat het nachthok verwarmd kan worden. Het hok moet goed te ventileren zijn, zonder dat het tocht. Het belangrijkste voor de kip is dat het verschil tussen de dag- en nachttemperatuur niet te groot is.
Het nachthok moet regelmatig schoon gemaakt worden. Daarom is sta-hoogte erg gemakkelijk, evenals een goede toegankelijkheid. Onder het nachthok kunnen de kippen dan ook nog droog lopen en eventueel uit de zon. In het nachthok kunnen ook nog legnesten gemaakt worden. Dit is bevorderlijk voor schone eieren. En voor uzelf bevordert dit het gemak met het rapen van de eieren
Voortplanting
Voortplanting
Een haan die met een hen wil paren, pakt eerst met zijn snavel een pluk veren achter haar kop, zodat zij niet kan weglopen. Dan duwt hij zijn cloaca tegen de cloaca van de hen aan. De cloaca van de haan stulpt uit, waardoor de zaadcellen in de cloaca van de hen komen. Die bevruchten dan de eicellen in de eileider. De cloaca is een opening onder in de buik van een kip. Nadat de kip het bevruchte ei heeft gelegd, kan het ei op twee verschillende manieren worden uitgebroed. Een broedse hen kan dit doen, of men kan de eieren in een broedmachine uitbroeden. Na 21 dagen (dit kan één tot twee dagen afwijken) zullen de eieren uitkomen. Kuikens die met de broedmachine zijn uitgebroed hebben veel meer aandacht nodig dan kuikens die door een hen zijn uitgebroed. In het laatste geval hoeft men in principe alleen maar voor eten (opfokkorrel of kruimel 1 of 2, afhankelijk van de leeftijd) en drinken te zorgen. Heeft men kuikens uitgebroed met een broedmachine, dan zal men de kuikens warm moeten houden met een warmtelamp of -plaat.
Broeden
Het kan voorkomen dat een hen broeds wordt. Niet alle hennen worden broeds, maar als het gebeurt, gebeurt dit doorgaans in het voorjaar. De kip trekt zich dan terug op de plaats waar zij de eieren heeft gelegd en broedt ze uit. Dit duurt 21 dagen. Gedurende deze periode eet en drinkt de hen niet veel. Ook produceert ze minder ontlasting, zo blijft het nest schoner.
Tijdens de broedperiode stopt de kip met het leggen van eieren. Een broedse hen maakt typische geluiden (het zogenoemde klokken) en verlaat het nest zelden om te drinken, te eten of een stofbad te nemen. Ze houdt de eieren op een constante temperatuur (een kip heeft een lichaamstemperatuur van 41 °C) en keert de eieren op bepaalde tijdstippen.
Als er geen eieren uitkomen, verlaat de broedse kip het nest meestal na verloop van tijd. Er zijn echter ook gevallen bekend waarbij de kip zich letterlijk doodbroedt.
Kuiken
Kuiken Leghorn (2 weken oud)
Een ongetraind mens kan aan de buitenkant van het kuiken moeilijk tot niet zien of het een vrouwelijk of een mannelijk kuiken betreft. Bij sommige rassen is het onderscheid te maken aan de hand van de kleur van het kuiken, bij andere rassen is het mannelijke kuiken groter dan het vrouwelijke.
Kippenkuikens zijn erg kwetsbaar en niet gezegend met een grote intelligentie. Ze zijn een gemakkelijke prooi voor roofvogels, katten en andere carnivoren en kunnen verdrinken in een waterbak of slootje. De moederkloek zal echter proberen haar jongen te beschermen. Kuikens kunnen nadat ze uit het ei gekropen zijn meteen lopen, eten en piepen. Ze zullen de eerste dagen vooral doorbrengen in het zachte, warme dons van de moederkloek; daarna zullen ze meer zelfstandig op stap gaan. Als de moeder vindt dat de jongen te eigenwijs zijn, zal ze ze door middel van haar geklok terugroepen.
Aanvankelijk bestaat de vacht van een kuiken uitsluitend uit dons, maar al na enkele dagen verschijnen de eerste veertjes.
Ei
Een hen doet er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Als de eicel bevrucht is door een zaadcel, vormt het ei een bescherming voor het kuiken. Het embryo voedt zich met het eigeel en het eiwit en na 21 dagen broeden komt het kuiken uit het ei. Een eicel rijpt in zeven tot tien dagen tot dooier, deze bevindt zich later in het centrum van het kippenei. De dooier gaat door de eileider op weg naar buiten. Doordat het ei door de eileider wordt voortgestuwd, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp. Alles bij elkaar duurt het ontstaan van een ei ongeveer 25 uur, van eicel tot ei.
De volgende dag gebeurt hetzelfde en zodoende legt een kip bijna elke dag een ei.
Het proces begint met de enkele duizenden onrijpe eicellen die de kip bij haar geboorte in haar eierstok heeft (een kip heeft één actieve eierstok en een embryonale). Als de hen geslachtsrijp is, worden deze eieren één voor één rijp. Een eicel rijpt in zeven tot tien dagen tot dooier waarna de ovulatie plaatsvindt. De ovulatie is het startsein voor de opbouw van de rest van het ei. De eicel, genesteld in de nu voltooide dooier, wordt afgestoten door de eierstok en komt terecht in de trechtervormige opening van de eileider. De eileider is een holle, gekronkelde, flexibele buis met een lengte van ongeveer 75 centimeter. De binnenwand van deze buis bestaat uit klierweefsel, dat verschillende eiwitlagen rond de dooier afzet. Als de hen in de afgelopen weken gepaard heeft, zal het boveneinde van de eileider sperma bevatten, waardoor de eicel bevrucht kan worden.
Dooier
1. Kalkschaal
2.Schaalvlies
3.binnenste schaalvlies
4.Hagelsnoer
5.Buitenste eiwit
6.Middelste eiwit
7.Dooiervlies
8.Dooier
9.Kiemvlek (of vormingsdooier)
10.Donkere eigeel
11.klare eigeel
12.Binnenste eiwit
13.Hagelsnoer
14.Luchtkamer
15.Porie
|
Na ongeveer 15 minuten verdikt het dooiervlies. De dooier is een kogelronde bal van 3 tot 4 centimeter doorsnee en draait in de eileider rond met de draai-as in de lengterichting van de eileider. De kleur van de dooier varieert van geel tot oranje, afhankelijk van de voeding die de dieren hebben gehad. De kleur van de dooier wordt donkerder naarmate er meer caroteen in het voer van de kip zit. Caroteen zit onder andere in wortel. Als de kip dan maar één of twee keer per dag eet, in plaats van de hele dag door, zijn in de eierdooier duidelijk laagjes pigment te onderscheiden. In de dagen voor de ovulatie neemt de eierdooier sterk in grootte toe: er moeten immers voldoende voedingsstoffen in opgeslagen worden voor de broedperiode van drie weken. Een dooier is eigenlijk een eicel met veel reservevoedsel. Bijna iedere dag komt er een nieuwe dooier in het begin van de eileider.
Ongeveer een kwartier na de ovulatie bewegen eicel en eidooier zich naar een ander gedeelte van de eileider, waar binnen enkele uren zich vier afwisselend dikke en dunne lagen eiwit over de eierdooier vormen. Bij de eerste laag worden de hagelsnoeren gevormd, dit zijn de strengen waarmee de eierdooier aan de eierschaal vastzit en in het midden van het ei gehouden wordt. In het volgende gedeelte van de eileider worden eidooier en eiwit gewikkeld in twee sterke, dunne vliezen die bijna geheel aan elkaar vastzitten. Er is één open plekje, waar zich later een luchtbel zal vormen om het kuiken van de eerste ademteugen te voorzien. De vliezen dienen voornamelijk als bescherming tegen bacteriën. Gedurende de volgende vijf uur wordt het ei opgepompt met water en zouten die uit de eileiderwand door de vliezen in het eiwit gevoerd worden. Het draaien van het ei gaat nog door in het laatste deel van de eileider.
Schaal
Als daarna de schaalafzetting begint, worden de vliezen strak gespannen, doordat het eiwit nog wat vocht opneemt. Aan de zijkanten wordt het ei daarbij ingedrukt door de cilindervormige eileider. Zo ontstaat de kenmerkende cirkelvormige doorsnede van het ei. De uiteinden gaan bol staan door de spanning van de vliezen. De bolvorm ontstaat vanzelf. Het is de vorm waarbij de spanning gelijkmatig over het vlies wordt verdeeld. De vorming van de eischaal duurt ongeveer veertien uur. De schaal bestaat voor ongeveer 4% uit eiwit en voor 95% uit calcium-carbonaat. Tevens zit er nog wat magnesiumchloride en calciumfosfaat in de eischaal. In de eigang wordt de kleurstof van de eischaal gemaakt en aangebracht. Als laatste komt er een soort wasachtige laag om het ei, waardoor vochtverlies wordt tegengegaan. In de schaal zitten tienduizend luchtgaatjes. Door die gaatjes komt zuurstof in het ei en verlaten koolstofdioxide en water het ei.
Leg
Een hen kan in principe het hele jaar door leggen, behalve als ze broeds is, in de rui is of ziek is. De energie wordt dan in het nieuwe verenpak of in het herstel van een ziekte gestoken. In de maanden december en januari komt de leg op een laag pitje te staan. Dit is de donkerste periode van het jaar en is voor de hen een periode om een beetje tot rust te komen en energie te verzamelen voor het voorjaar om dan weer veel eieren te leggen en eventueel te broeden. De meeste kippenrassen in Europa zijn zomerleggers en maken in de donkere maanden een lange pause. Veel aziatische rassen en leghybriden neigen ertoe het hele jaar door te leggen, vooral met aangepast kunstlicht. Kippen hebben een open bekken. Dit betekent dat de schaambeenderen niet gesloten zijn aan de onderzijde. Daardoor is er genoeg ruimte voor een ei. Het ei zelf treedt uit uit de cloaca, de gemeenschappelijke uitgang die anus, vagina en urethra verenigt. Een hen legt de meeste eieren in het tweede levensjaar, daarna gaat de eierproductie - afhankelijk van genetische aanleg en ras - langzaam achteruit.
Vorm
Een kippenei is ovaal. 'Ovaal' is afgeleid van het Latijnse woord ovum, dat ei betekent. Eigenlijk staat in het eerste zinnetje: een ei is eivormig. 'Ovum' is afgeleid van het Latijnse woord avis, dat vogel betekent. Ovum is 'het ding van de vogel'. Doordat het ei door de eileider wordt voortgestuwd, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp.
Kleur
Eieren in verschillende kleuren
De meeste eieren zijn lichtbruin of wit. Er zijn echter ook groenleggers die blauwe of groene eieren leggen en rassen die donkerbruine eieren produceren (bijvoorbeeld de Marans). De kleur wordt in de eileider aangebracht en is karakteristiek voor het ras.
Inhoud van het ei
In elk ei zit een luchtkamer die tijdens het broeden groter wordt naarmate het embryo zich verder ontwikkelt. Hieraan kan afgemeten worden hoe ver de ontwikkeling gevorderd is. Een ei bevat ongeveer dertien procent eiwit, elf procent vet, veel mineralen (vooral ijzer) en veel vitamines A, B en D. De rest is water. Eiwit vormt samen met water het belangrijkste bestanddeel van het wit van het ei. De andere stoffen zitten in de dooier (het eigeel). De eidooier bevat overwegend onverzadigde vetzuren. In het eigeel zit ook cholesterol. De voedingswaarde van het ei kan enigszins worden gestuurd door de samenstelling van het voer te veranderen.
Afwijkingen
- Soms komen twee eicellen (dooiers) tegelijk vrij in de eileider van de hen. Zo'n ei heet een dubbeldooier. Een dergelijk ei zal, als het wordt uitgebroed, nooit twee gezonde kuikens kunnen bevatten. Er zijn echter ook kippen geselecteerd die alleen maar eieren met een dubbeldooier leggen.[bron?]
- Soms legt een hen een ei zo groot als een duivenei. Zo'n ei ontstaat, doordat een stukje eiwit zich losmaakt van de wand van de eileider. Om dat eiwit vormt zich vervolgens een eivlies en een schaal. Zo'n ei wordt ook wel een 'scheet' of 'hanenei' genoemd.
- Soms heeft een ei wél een vlies maar géén schaal. Dit noemt men een windei.
- Soms scheurt er een klein bloedvaatje in de eierstokken van de kip waardoor er wat bloed in het ei terecht kan komen. Het is een misverstand te denken dat een dergelijk ei bevrucht zou zijn
rassenkennis sierhoenders en hoenders