Leerarrangement Mens & Maatschappij

Leerarrangement Mens & Maatschappij

1. Wat ga je precies leren?

Beste leerling,

Van harte welkom op de WikiWijs website van Mens & Maatschappij. In deze lessenserie ga je kennismaken met het thema politiek. Tijdens de lessen maak je stap voor stap kennis met de Nederlandse politiek. Dit kennismaken doe je door verschillende opdrachten uit te voeren. De opdrachten zijn heel verschillend. Je gaat bijvoorbeeld verschillende filmpjes bekijken en vragen beantwoorden, je maakt kennis met de diverse beroepen in de politiek en er zit een opdracht in om een verkiezing in de klas te organiseren. Dit is de practicumopdracht die je in de klas gaat uitvoeren met elkaar.

Als je vragen hebt, kun je dit altijd aan de docent vragen.

Veel leerplezier!

2. De lessen

De lessen zijn opgebouwd uit 4 interactieve lessen en een practicumopdracht die we met de gehele school gaan uitvoeren. In de eerste les maak je kennis met het parlement. Je leert hier wat het Nederlands parlement is en doet. In de tweede les ga je iets leren over de democratie. We gaan kijken hoe een democratie werkt en wat je rechten in een democratie zijn. In les drie gaan we ons bezig houden met verkiezingen, want als je 18 jaar bent mag je gaan stemmen. We nemen alvast een voorproefje door eigen verkiezingen te organiseren tijdens de practicum opdracht van les 4. Er staat dus heel wat op het programma, dus aan het einde van dit arrangement heb je al veel kennis over de politiek van Nederland!

3.1 - Les 1 (Het parlement)

Lesdoelen:
Aan het einde van les 1 weet/ken je:

  • Wat het parlement is en doet.
  • De verschillende politieke kamers en functionarissen.

Na deze les heb je dus een beeld gekregen over hoe het ongeveer werkt in het politiek centrum.

Het onderstaande filmpje heb je in de les bekeken op het smartboard. Wil je het nog een keer bekijken? Speel het dan hieronder nogmaals af.

De politiek

Het parlement

Het woord Parlement is een ander woord voor volksvertegenwoordiging. In Nederland bestaat het parlement uit de Eerste en de Tweede Kamer. Deze kamers samen worden de Staten-Generaal genoemd. Het parlement kan wetsvoorstellen indienen of wijzigen (Tweede Kamer) of wetsvoorstellen tegenhouden (Eerste Kamer). In de eerste en tweede kamer zitten vertegenwoordigers van een politiek partij. Deze vertegenwoordigers worden gekozen voor alle Nederlanders die mogen stemmen. De verkiezingen voor de Tweede Kamer is dus heel belangrijk want de partij die de grootste wordt, krijgt de mogelijkheid om een regering te vormen. De voorzitter van die partij gaat dan praten met andere partijen om samen een regering te vormen. Een regering kan je vormen als zij kunnen rekenen op steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. Het is belangrijk dat de partijen elkaar kunnen vinden in het regeringsbeleid dat zij samen opstellen. Want als de standpunten teveel uit elkaar liggen, blijft het huidige kabinet (zo heet een regeringsploeg) natuurlijk niet lang zitten.

 

De Tweede Kamer heeft een 2½-daagse werkweek (dinsdag vanaf 14 uur, woensdag en donderdag) en de Eerste Kamer vergadert alleen op dinsdag. Vergaderen gebeurd soms tot laat in de nacht, maar dat gebeurt niet vaak. Deze gemaakte uren worden gecompenseerd door de vele uren aan vrije tijd. Zo heeft de Tweede Kamer 17 weken vakantie per jaar!

 

Vroeger zat de Tweede Kamer altijd vol Kamerleden tegenwoordig is dit anders. Nu zijn alleen bij de stemmingen en bij de zogeheten Algemene Beschouwingen alle Kamerleden aanwezig. Als het over een bepaald onderwerp gaat, dan komen alleen de leden opdagen, die zich in dat onderwerp hebben verdiept, soms niet meer dan een stuk of 10 van de 150.

 

Vrijwel alle landen hebben een parlement, alhoewel het niet overal uit twee Kamers bestaat en het - zeker in dictaturen - niet zo'n grote invloed heeft als in een democratie zoals in Nederland.

Zou je weleens je menig willen geven aan de leden van het parlement. Ga dan naar onderstaande link en lees de website.

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/parlement/vraag-en-antwoord/hoe-kan-ik-mijn-mening-geven-over-de-politiek

 

De regering

De regering bestaat in Nederland uit de ministers en de koning. Soms wordt de regering nog eens verward met het kabinet.

Het kabinet zijn alle ministers en staatssecretarissen samen. Op een regering kun je in Nederland niet stemmen. Vaak wordt er gesproken over een ‘democratisch gekozen regering’ maar eigenlijk is dit onjuist. In Nederland kun je namelijk op een aantal politieke partij stemmen. Als een politieke partij de grootste wordt dan heb je kans dat de lijsstrekken van die partij gaat proberen om een regering te vormen. Maar dat hoeft niet perse. Er zijn ook gevallen bekend dat een partij wel de verkiezingen won maar toch in de oppositie belandde.
 

Tijdens de verkiezingen mogen de leden van de Tweede Kamer campagne voeren. Hoe meer stemmen een partij behaald hoe meer zetels zij krijgen. Deze zetels bepalen de inwoners van Nederland. Die gaan dan naar het stembureau en vullen ze hun voorkeur voor een politiek partij in met een rood potlood.

De regering van Nederland (Rutte 3)
De regering van Nederland (Rutte 3)

De minister-president

De minister-president ook wel "premier" genoemd is de regeringsleider van Nederland. Officieel is dat eigenlijk de koning maar in Nederland wordt de minister-president eronder verstaan. Een minister-president heeft minder te zeggen dan bijvoorbeeld een president maar wel hij veel invloed in binnen- en buitenland. Helaas heeft Nederland nog geen vrouwelijke minister-president gehad.

Eerste kamer

De Eerste Kamer, ook wel de Eerste Kamer der Staten-Generaal genoemd is één van de twee kamers van het Nederlandse parlement. Naast een Eerste Kamer is er ook een Tweede Kamer. De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden. De Eerste Kamer zit in Den Haag, aan het Binnenhof.

De Eerste Kamer is minder belangrijk dan de Tweede Kamer. De Twee Kamer vergadert bijna ieder dag terwijl de Eerste Kamer één keer per week samenkomt. De vergadering van de Eerste Kamer vindt bijna altijd plaats op dinsdag. Met hoge uitzondering wordt de vergadering wel eens verplaats naar de maandagavond en heel soms wordt er op woensdag vergadert.

De Eerste Kamer is belangrijk, omdat zij nog een keer kijken naar de wetten die in de Tweede Kamer zijn goedgekeurd, zodat er geen fouten in staan.

 

 

Tweede kamer

De Tweede Kamer ook wel de Tweede Kamer der Staten-Generaal genoemd is één van de twee kamers van het Nederlandse parlement. Naast een Tweede Kamer is er ook een Eerste Kamer. De Tweede Kamer zit in Den Haag, aan het Binnenhof. De voorzitter van de Tweede Kamer heet Khadija Arib.

De Tweede Kamer is belangrijker dan de Eerste Kamer. In de Tweede Kamer worden veel beslissingen over Nederland genomen. Beslissingen die ons allemaal aangaan zoals over de gezondheidszorg, politie, onderwijs enzovoort. De Tweede Kamer maakt en ontwerpt wetten die de Eerste Kamer daarna moet goedkeuren.

In de Tweede Kamer zitten 150 leden. Deze leden heten Tweede Kamerleden of volksvertegenwoordigers. De Kamerleden komen uit verschillende politieke partijen. Politieke partijen zijn groepjes mensen die hetzelfde over veel dingen denken: Je hebt christelijke partijen, liberale partijen, sociaaldemocratische partijen, enzovoorts.

De tweede kamer in beeld
Achter de muren van de Tweede Kamer zijn nog veel meer bijzondere zalen en kamers. Op de plaatjes kun je rondkijken in de zalen en een beschrijving lezen. Bovendien kun je hieronder 360˚-foto's bekijken van plekken waar je normaal niet zomaar komt.

Verdiepingsopdracht: Muurkant

Je hebt onlangs een bezoek aan de tweede kamer gebracht. Maak over de tour een leuke muurkant. Maak de krant door stukjes tekst en plaatjes te plannen. Laat jij de belangrijkste plekken van het binnenhof zien in Den Haag?

3.2 - Les 2 (Democratie)

Lesdoelen:
Aan het einde van les 2 weet/ken je:

  • Wat het begrip democratie inhoudt.
  • Wat een grondwet is en inhoudt.
  • Een aantal grondrechten op te noemen.

Na deze les heb je dus een beeld gekregen hoe het ongeveer de democratie en de grondwet in ons land werkt.

Democratie

Als je over democratie praat denk je al snel aan de vrijheid van meningsuiting maar een democratie is meer. Een democratie is een manier waarop een land wordt bestuurd. In een democratie hebben de mensen (wij Nederlands) voor het zeggen. Democratie betekent letterlijk: heerschappij van het volk.

Democratie bestaat voornamelijk uit twee vormen:

  • Representatieve democratie: het volk kiest mensen die verstand van politiek hebben om hen te vertegenwoordigen.
  • Directe democratie: het volk kan gelijk meedoen aan het nemen van belangrijke beslissingen.

Naast een democratie heb je ook een dictatuur. Dat is precies het tegenovergestelde waar de mensen geen inspraak hebben.

Nederland is een democratie. Het is in een democratie niet mogelijk om de mening van alle Nederlands te horen, of iedere keer te vragen of een regel of wet wel moet worden gemaakt. Elke 4 jaar kunnen Nederlanders die ouder zijn dan 18 jaar gaan stemmen om de leden van de Tweede Kamer te kiezen. De verkiezingen zijn zo georganiseerd dat de meeste stemmen gelden. De kiezers zeggen daarmee eigenlijk dat zij toestemming geven om vier jaar lang anderen namens hen besluiten te laten nemen.

 

In Nederland komt het nooit voor dat 1 partij de meerderheid heeft, dus alles mag beslissen. De grootste partij, die tijdens de verkiezingen dus de meeste stemmen heeft gekregen, moet gaan kijken welke andere partijen mee willen doen in de regering. De kiezers kunnen niet kiezen met welke partij hun partij gaat samenwerken. Als de regering is samengesteld dan gaan zij wetten en regels opstellen. Deze wetten en regels worden gecontroleerd door de oppositie in de Tweede Kamer.

 

De manier waarop de leden van de Twee Kamer worden gekozen is een verzameling van de meningen die er in Nederland allemaal zijn. De 150 leden van de Tweede Kamer vormen samen dus eigenlijk een soort Nederland in het klein.

 

Als je nog geen 18 bent, lijkt de politiek misschien wel heel ver weg. Maar dat wil niet zeggen dat jij zelf geen invloed kunt uitoefenen op hoe dingen geregeld zijn. Zo kun je op school bijvoorbeeld lid worden van de leerlingenraad. Of je kunt je aansluiten bij een actiegroep of bij de jongerenafdeling van een politieke partij.

Grondwet

De grondwet is de basis van alle andere wetten die wij in Nederland hebben. De grondwet bepaalt in grote lijnen hoe Nederland wordt bestuurd. In de grondwet staan onder andere de regels waar mensen zich aan moeten houden. De eerste regel in de grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Dit betekent dat iedereen voor de wet gelijk is, het maakt niet uit wie je bent, of hoe je er uit ziet, iedereen is gelijk.

De grondwet van nu, is voor een groot gedeelte in 1983 ontstaan. Voor 1983 was er natuurlijk ook een grondwet. Het betekent niet dat er niets is veranderd in al die jaren daarvoor. Als we kijken naar het jaar 1848 dan zijn er meerdere dingen veranderd. Een paar voorbeelden hiervan zijn: - De koning kreeg minder macht, de ministers waren verantwoordelijk voor alles wat de koning deed. - Mensen kregen meer rechten. Voortaan had iedereen vrijheid van onderwijs en vrijheid van meningsuiting. Hierdoor mogen wij nu zeggen wat we vinden en denken. Met de grondwet mogen we ook zelf kiezen naar welke school wij willen gaan.

Zo'n grondwet is dus heel belangrijk!

Grondrechten

Grondrechten zijn rechten die de burgers moeten beschreven tegen de overheid. Onze grondrechten kun je vinden in hoofdstuk 1 van de grondwet. In de grondwet staan verschillende vrijheden en rechten maar dat betekent niet dat een burger onbeperkt zijn gang kan gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst maar dat betekent niet dat een burger overaal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen. De vrijheid kan ter sprake komen als er bijvoorbeeld sprake is van verstoring van de openbare orde.

Het is mogelijk dat de overheid een beperking van een grondrecht mogelijk maakt. Dit moet dan in een aparte wet worden geregeld.

Enkele grondrechten uit de Nederlandse grondwet:

  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van godsdienst of levensovertuiging
  • Vrijheid van vereniging en vergadering
  • Recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
  • Recht om leden van vertegenwoordigende organen te kiezen
  • Verbod op de doodstraf

3.3 - Les 3 (Politiek en verkiezingen)

Lesdoelen:
Aan het einde van les 3 weet/ken je:

  • De grootste politieke partijenen.
  • Welke partijen links en rechts zijn en de betekenis hiervan.
  • Wat verkiexzingen zijn en wat kiesrecht inhoudt.
  • Wat een coalitie is.

Na deze les heb je dus een beeld gekregen wat over de politieke partijnen en Nederland en hoe je kan stemmen.

Politieke partijen

Een politieke partij is een organisatie die politieke standpunten heeft en vertegenwoordigers heeft in het parlement (Eerste en Tweede Kamer), de provinciale staten (provincie) of de gemeenteraad (gemeente). Een politieke partij is dus een kiesvereniging om aan de verkiezingen deel te nemen en stelt daarvoor een kandidatenlijst op.

De kandidaten die uiteindelijk worden gekozen worden politici. De politici vertegenwoordigen de kiezer die op hun gestemd hebben tijdens de verkiezingen. De politici oefenen invloed uit op het overheidsbeleid.

Politieke partijen houden zich bezig met uiteenlopende politieke problemen. Politieke partijen moeten dan ook op allerlei politieke problemen een antwoord hebben. De meeste politieke partijen hebben een visie. Ze hebben een idee hoe ze het land, de provincie of gemeente willen besturen. Hun ideeën hebben ze vastgelegd in een beginselprogramma. Bij verkiezingen komen ze met uitgewerkte verkiezingsprogramma’s waarin ze zeggen welk beleid, op grond van hun beginselen, er de komende vier jaar gevoerd moet worden.

Bekende Nederlandse partijen

  • 50Plus (Partij voor 50+)
  • CDA (Christen Democratisch Appel)
  • PvdA (Partij van de Arbeid)
  • D66 (Democraten 66)
  • VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
  • PVV (Partij Voor de Vrijheid)
  • PvdD (Partij voor de Dieren)
  • GL (GroenLinks)
  • CU (ChristenUnie)
  • SP (Socialistische Partij)
  • SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij)

Link naar politieke partijen
Hierboven vind je een link naar alle politieke partijen. Je kunt hier hun uitgangspunten lezen en wat zij belangrijk vinden.

Links - rechts

We hebben al eerder genoemd dat er een verschillende politieke stromingen zijn. Deze stromingen zijn ingedeeld in linkse en rechtste partijen. Links en rechts kan je zien als het verschil tussen socialisten en liberalen.

Links en rechts hebben de volgende kenmerken:

Links: grote overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart en gelijkheid. Zij zijn progressief, oftewel vooruitstrevend. Zij staan open voor veranderingen.

Rechts: kleine overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking en vrijheid. Zij zijn conservatief, oftewel behoudend. Zij houden graag alles bij het oude en staan minder open voor verandering.

Een belangrijk verschil tussen links en rechts kan je zien dat links over het algemeen uit gaat van de maatschappij (de samenleving) en rechts gaat uit van het individu (een persoon).

Kiesrecht

Elke Nederlander mag vanaf 18 jaar stemmen bij de verkiezingen van de Tweede kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad. Het recht om te stemmen noemen we actief stemrecht. Het recht om gekozen te worden noemen we passief kiesrecht. Iedereen in Nederland die mag kiezen mag ook gekozen worden. Wel zijn er uitzonderingen. Buitenlanders die vijf jaar legaal in Nederland wonen mogen dus ook in de gemeenteraad worden gekozen. Ook kunnen burgers zich kandidaat stellen voor verkiezingen van het Europees Parlement. De organisatie rondom de verkiezingen is geregeld in de kieswet.

Verkiezingen

In Nederland worden er verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad (in Amsterdam en Rotterdam ook voor bestuurscommissies respectievelijk gebiedscommissies). Daarnaast kiezen we ook nog de Nederlandse vertegenwoordigers in het Europees Parlement en de algemene besturen van de waterschappen. Het kabinet (ministers en staatssecretarissen) wordt niet gekozen. Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt wel geprobeerd een kabinet te vormen dat kan rekenen op de steun van een meerderheid in de Tweede Kamer.

Tweede Kamer
De Tweede Kamerverkiezingen worden doorgaans één keer per vier jaar gehouden. Alleen na een kabinetscrisis, als het kabinet is gevallen, vinden de Tweede Kamerverkiezingen eerder plaats. We spreken dan van vervroegde verkiezingen.

Hoe moet je stemmen?

Verkiezingsuitslag

Verkiezingsuitslag

Coalitie

Na het tellen van de stemmen en de verkiezingsuitslag begint in de politiek de formatie. In onze democratie moet je samenwerken met andere partijen, want je kunt niet in je eentje bepalen wat er gaat gebeuren. Meestal krijgt een partij dus niet helemaal zijn zin.

Een samenwerking tussen partijen noemen we een coalitie. De partijen in de coalitie moeten samen meer dan de helft van de zetels hebben gehaald. Deze partijen gaan dan praten en onderhandelen over de plannen.

Lees eerst onderaan de pagina de informatie over de coalitie, oppositie, de regering en het kabinet.

3.4 - Les 4 (Practicumopdracht/eindopdracht)

Organiseer verkiezingen in de klas!

Jullie gaan een verkiezing organiseren in je klas. Daar heb je het onderstaande stembiljet voor nodig. Je kent nu de standpunten van de partijen een beetje, dus kun je een keuze maken. Om een coalitie te vormen moet je eerst alle leerlingen in de klas tellen en daarna door twee delen. Nu weet je dus hoeveel stemmen je moet halen om een meerderheid te vormen.

Het organiseren van een verkiezing gaat als volgt:

  1. De docent deelt als eerste de stembiljetten uit.
  2. Kijk goed naar alle partijen en maak in je hoofd een keuze.
  3. Nu gaat elke leerling apart naar de gang om met een rood potlood zijn/haar stem uit te brengen.
  4. Het stembiljet gaat na de stemming in een grote bak die de docent heeft klaargezet.
  5. Als iedereen heeft gestemd, tellen jullie met elkaar de stemmen.
  6. Je legt nu de stembiljetten op de grond neer met de partij met de meeste stemmen vooraan en de partij met de minste stemmen achteraan.
  7. Jullie gaan nu kijken hoe de grootste partijen (grootste winnaars) een coalitie kunnen vormen.
  8. Een coalitie vorm je door aan de meerderheid te voldoen. Dus het aantal leerlingen uit de klas gedeeld door twee.
  9. Welke partijen vormen in jullie klas nu de nieuwe regering?

Prinsjesdag

Prinsjesdag wordt altijd op de derde dinsdag in september gevierd. Het is de dag waarop de leden van de Staten Generaal (De Eerste en Tweede Kamer) en de ministers bij elkaar komen in de Ridderzaal in Den Haag. Koning Willem-Alexander is hierbij aanwezig en leest dan de troonrede voor. Hierin staan o.a. de plannen van de regering voor het komende jaar. Met Prinsjesdag wordt het werkjaar van de Staten-Generaal geopend.

Sinds 1903 reed de koningin op Prinsjesdag altijd in de Gouden Koets. Nu hebben we koning Willem-Alexander en voordat hij de troonrede uitspreekt trekt er een koninklijke stoet door Den Haag. Koning Willem-Alexander, samen met koningin Máxima en de belangrijkste leden van het Koninklijk Huis maken een rijtoer met de Gouden Koets vanaf Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal. Langs de route staan veel mensen om de koning toe te zwaaien. De kinderen in Den Haag hebben die dag vrij en kunnen, als ze dit willen, ook langs de route staan. De Gouden Koets wordt op dit moment gerestaureerd. Tot ongeveer 2019 wordt de Glazen Koets weer gebruikt.

Hoe komt Prinsjesdag aan zijn naam? In de tijd dat stadhouder Prins Willem V (1748-1806) regeerde werd zijn verjaardag op 8 maart Prinsjesdag genoemd. Het was één van de populairste volksfeesten in die tijd. Nederland is nu een koninkrijk, maar toen was het een republiek. De aanhangers van de familie Van Oranje-Nassau gebruikten die dag om hun te laten zien hoe blij ze met de prins waren. Later werd Prinsjesdag de opening van de Staten Generaal. De naam is nog steeds Prinsjesdag. De koninklijke familie wordt nog wel toegejuicht, als ze op het balkon van paleis Noordeinde verschijnen na afloop van Prinsjesdag.

Troonrede

In de Ridderzaal op Het Binnenhof leest koning Willem-Alexander de troonrede voor. De troonrede schrijft hij niet zelf, maar doen de ministers. Het kabinet (de ministers en staatssecretarissen) is verantwoordelijk voor wat er in de troonrede staat. De troonrede bestaat uit twee delen:

Er wordt gekeken welke belangrijke dingen er het afgelopen jaar in Nederland en de wereld zijn gebeurd.

De koning vertelt de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar.

Miljoenennota

Na afloop van de troonrede gaat de Minister van Financiën naar de Tweede Kamer, om daar het overzicht van alle regeringsplannen aan te bieden. In de miljoenennota worden de belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar besproken. Ook wordt de algemene toestand van de Nederlandse economie besproken.Daarin staat hoeveel die plannen gaan kosten en hoe ze betaald gaan worden. De Staten-Generaal moeten die plannen nog wel goedkeuren. Pas daarna worden ze in het nieuwe jaar uitgevoerd.

Die Rijksbegroting en de miljoenennota zitten in een koffertje waarop staat: ‘ Derde dinsdag in september’.

3.5 - Les 5 (Beroepen)