Prinsjesdag wordt altijd op de derde dinsdag in september gevierd. Het is de dag waarop de leden van de Staten Generaal (De Eerste en Tweede Kamer) en de ministers bij elkaar komen in de Ridderzaal in Den Haag. Koning Willem-Alexander is hierbij aanwezig en leest dan de troonrede voor. Hierin staan o.a. de plannen van de regering voor het komende jaar. Met Prinsjesdag wordt het werkjaar van de Staten-Generaal geopend.
Sinds 1903 reed de koningin op Prinsjesdag altijd in de Gouden Koets. Nu hebben we koning Willem-Alexander en voordat hij de troonrede uitspreekt trekt er een koninklijke stoet door Den Haag. Koning Willem-Alexander, samen met koningin Máxima en de belangrijkste leden van het Koninklijk Huis maken een rijtoer met de Gouden Koets vanaf Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal. Langs de route staan veel mensen om de koning toe te zwaaien. De kinderen in Den Haag hebben die dag vrij en kunnen, als ze dit willen, ook langs de route staan. De Gouden Koets wordt op dit moment gerestaureerd. Tot ongeveer 2019 wordt de Glazen Koets weer gebruikt.
Hoe komt Prinsjesdag aan zijn naam? In de tijd dat stadhouder Prins Willem V (1748-1806) regeerde werd zijn verjaardag op 8 maart Prinsjesdag genoemd. Het was één van de populairste volksfeesten in die tijd. Nederland is nu een koninkrijk, maar toen was het een republiek. De aanhangers van de familie Van Oranje-Nassau gebruikten die dag om hun te laten zien hoe blij ze met de prins waren. Later werd Prinsjesdag de opening van de Staten Generaal. De naam is nog steeds Prinsjesdag. De koninklijke familie wordt nog wel toegejuicht, als ze op het balkon van paleis Noordeinde verschijnen na afloop van Prinsjesdag.