Thema: op jezelf wonen

Thema: op jezelf wonen

Thema op jezelf wonen

Vooraf

Welkom bij het thema Wonen.

In dit thema staat wonen centraal.
Je gaat op zoek naar antwoorden op vragen die te maken hebben met wonen.
Bijvoorbeeld:

  • Waar ontstonden rond 11000 v. Chr. de eerste stedelijke samenlevingen?
  • Hoe woonden de Romeinen 2000 jaar geleden?
  • Waarom zijn er in de middeleeuwen in Europa veel steden ontstaan?
  • Hoe ziet de buurt waar je woont eruit?
  • Welk huis kun je kopen?
  • Waarom wonen mensen in de buurt van een vulkaan?

Met de antwoorden op deze vragen richt je aan het eind van het thema een tentoonstelling in.

Genoeg te doen. Aan de slag.

Planning

Het thema 'Wonen' bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Ontstaan landbouw 2 lesuren Schema
Stedelijke samenleving   2 lesuren Piramide
Wonen Romeinen 2 lesuren Plattegrond villa
Eerste steden 1 lesuur Kaart van Nederland  
Van plan tot woning 2 lesuren Eigen keuze
Je eigen buurt 2-3 lesuren Eigen keuze
Huis te koop 2 lesuren Tabel
Ontwerp een wijk 2 lesuren Plattegrond
Extreme woonplekken 2 lesuren Artikel
Afsluiting 2 lesuren Tentoonstelling
Totaal 19 à 20 lesuren      

Werkplan

Het thema Wonen bestaat uit negen opdrachten en een afsluiting.

De negen opdrachten leveren allemaal een product op.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.
Maak daarover duidelijke afspraken met je docent.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan schrijf je op welke onderdelen je hebt gedaan.

Download hier het Werkplan Thema Wonen

 

 

 

 

Ontstaan landbouw

Vooraf

Zoek op internet een afbeelding op over het leven van de eerste boeren.
Wat zie je op deze afbeelding?
Bespreek de afbeelding met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • kunt het begrip nomade omschrijven.
  • aangeven wanneer de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • aangeven waar de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden.
  • beschrijven hoe de agrarische revolutie verlopen is
  • uitleggen wat het verschil is in levenswijze tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken van een schema.
In het schema maak je duidelijk wat het verschil in levenswijze is tussen jagers-verzamelaars en boeren.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Theorie Kennisbank bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Bron over ontstaan landbouwgemeenschap bestuderen en sleepoefening maken.
Stap 3 Alleen Informatie over het houden van dieren lezen en sleepoefening maken.
Stap 4 Alleen + samen Verschillen in levensstijlen tussen boeren en jagers-verzamelaars bespreken met klasgenoot. Schema in Word maken.
Stap 5 Alleen + samen Informatie over levensstijlen boeren en jagers-verzamelaars in een schema plaatsen.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Kennisbank geschiedenis

Mensen hebben miljoenen jaren geleefd als jagers en verzamelaars.
De ontwikkeling van de landbouw is pas heel laat op gang gekomen.

Voor deze opdracht maak je gebruik van het onderdeel ‘Landbouw en landbouwsamenlevingen’ uit de Kennisbank Geschiedenis:

KB: Ontstaan landbouw

Lees de informatie door en beantwoord de volgende vragen:

 

Toets:Kennisbank Geschiedenis

Stap 2: Ontstaan landbouw

De eerste landbouwnederzettingen ontstonden in het Midden-Oosten.
In de Kennisbank heb je gezien dat er ook op andere plaatsen landbouwnederzettingen ontstonden.
De bron hieronder komt uit de Kennisbank.

Bekijk de bron. Gebruik de bron voor het maken van de sleepoefening.


Toets:Ontstaan landbouwgemeenschappen

Stap 3: Het houden van dieren

In de kennisbank heb je een stukje kunnen lezen over het houden van dieren.
Dat stukje staat hieronder nogmaals.

Maak de toets (sleepoefening) hieronder.

 

Toets:Het houden van dieren

Stap 4: Nieuwe levensstijl

Boeren hebben een andere levensstijl dan jagers-verzamelaars.
Bespreek de verschillen met een klasgenoot.

Maak in Word een schema zoals hieronder.
Zet in het schema de verschillen in levensstijl.

  Jagers-verzamelaars Boeren
Hoe komen ze aan hun eten?

 
   
Hoe wonen ze?


 
   

Stap 5: Afronden

Je gaat de de opdracht afronden.
Open het Worddocument met het schema uit stap 4.

Geef onder het schema antwoord op de volgende twee vragen:

  • Wanneer ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?
  • Waar ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen?

Bespreek het schema en de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Vraag om commentaar.
Geef zelf ook commentaar op het werk van je klasgenoot.
Pas het schema eventueel nog iets aan.

Klaar?
Laat het schema en de antwoorden op de vragen beoordelen door je docent.

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Begrippen

Agrarische Revolutie
De Agrarische Revolutie is de overgang van het nomadisch bestaan van jagers-verzamelaars naar het boerenbestaan.
Landbouw/veeteelt
Mensen gaan hun eigen voedsel produceren: het verbouwen van granen (landbouw) en het temmen van vee (veeteelt).
Aardewerk
Wonen op één plaats in een boerderij roept de behoefte op aan aardewerk: potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of leem.
 
Grafgiften/Hiernamaals
De doden krijgen in hun graf giften mee: grafgiften. Dat wijst op een geloof in een leven na de dood in een soort hemel, het hiernamaals.
Bandkeramiekers
De eerste boeren in de Lage Landen waren de Bandkeramiekers (5300-4900 v.C.) Zij vestigden zich op de lössgronden in Limburg. Hun aardewerk was versierd met banden.
Trechterbekercultuur
Een kenmerkende, veel voorkomende pot bij de Hunebedbouwers is de Trechterbeker. Daarom heet hun cultuur ook wel de Trechterbekercultuur.

 


 

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Landbouwoverschot

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Stedelijke samenleving

Vooraf

Wat weet je al over het ontstaan van de eerste steden?
Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • aangeven waar de eerste steden ontstonden.
  • minimaal twee voorbeelden geven van beroepen die ontstonden in de eerste steden.
  • beschrijven dat geloof een belangrijke rol speelde in de eerste steden.
  • uitleggen dat er ongelijkheid ontstond tussen de inwoners binnen een stad.
  • het begrip klassenmaatschappij of hiërarchische maatschappij uitleggen.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het maken van een piramide.
In de piramide maak je duidelijk dat er sprake was van een hiërarchische maatschappij.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Theorie Kennisbank bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Sleepoefening over het succes van de landbouw maken.
Stap 3 Samen Bespreken waarom de waterhuishouding belangrijk was.
Stap 4 Alleen Toets maken over de stedelijke samenleving.
Stap 5 Alleen Piramide maken over de hiërarchische maatschappij.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Stedelijke samenleving

Na het ontstaan van de landbouw ontstonden de eerste nederzettingen.
Sommige van deze nederzettingen groeiden uit tot steden.

Bestudeer uit de Kennisbank Geschiedenis:

KB: Stedelijke samenlevingen

Lees de informatie door.

Maak de toets hieronder.

 

Toets:Stedelijke samenleving

Stap 2: Succes van landbouw

De eerste steden konden ontstaan doordat het goed ging in de landbouw.
Maak de onderstaande tekst compleet.

Sleep de woorden die naast de tekst staan naar de juiste plaats.

Toets:Succes van landbouw

Stap 3: Waterhuishouding

De priesters vormden een zeer belangrijke klasse.
Zij zorgden voor de godsdienstige plechtigheden.
Maar de priesters zorgden ook voor bestuurlijke taken.
De priesters waren verantwoordelijk voor de waterhuishouding.
Priesters zorgden voor dijken, dammen en kanalen in en rond de stad.

De waterhuishouding was erg belangrijk in en rond de eerste steden.
Bespreek met een klasgenoot waarom de waterhuishouding zo belangrijk was.
Denk aan:

  • de rol van water in de landbouw;
  • rol van water bij de hygiëne;
  • rol van water bij het vervoer van artikelen;
  • rol van water bij .....

Stap 4: Toets

Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Stedelijke samenleving'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets:Stedelijke samenleving

Stap 5: Hiërarchische maatschappij

In de eerste steden was de macht ongelijk verdeeld.
Er was sprake van een hiërarchische maatschappij of klassenmaatschappij.
Je kunt de belangrijkheid van de klassen weergeven
in een piramide.

Hieronder zie je zo'n piramide.


Bovenin de piramide staat de vorst.
De minst belangrijke klasse komt onderaan.
Teken zelf zo'n piramide op een vel papier.
Zet in de piramide de verschillende klassen.

Zoek bij iedere klasse een passende afbeelding.

Klaar?
Laat je piramide beoordelen door je docent.

Begrippen

Einde Prehistorie
De ontwikkeling van het schrift betekende het einde van de prehistorie.
Begin Historie
De ontwikkeling van het schrift betekende het begin van de historie. Het jaartal voor het begin van de historie is: 3000 v.C.
Schrift – kleitabletten
In het Nabije Oosten is het schrift ontwikkeld, bewaard bleven onder meer teksten op kleitabletten.
Vruchtbare Sikkel: Mesopotamië.
Gebied in het midden oosten waar de eerste steden zijn onstaan en het eerste schrift is ontwikkeld.
Nippur
Een van de eerste steden in Mesopotamië was Nippur. Nippur kun je een vergelijken met een moderne stad. Er waren scholen, bibliotheken, een ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés.
Hiërarchie
Hiërarchie houdt in dat mensen geordend zijn in bepaalde klassen. De hogere klassen hebben macht over de lagere klassen.

 

 


 

Wonen Romeinen

Vooraf

Zoek op internet een afbeelding van een Romeins huis.
Welke materialen worden hier gebruikt.
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
2000 jaar geleden was Rome al een stad met een miljoen inwoners.
Na deze opdracht kun je beschrijven hoe de arme en rijke Romeinen woonden.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het zoeken naar de Nederlandse namen voor de ruimten in een Romeinse villa. Je zoekt ook afbeeldingen van de verschillende ruimten.
De namen en afbeeldingen komen in het werkblad 'Romeinse villa'.

 

 

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Filmpje bekijken over water in het oude Rome en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank over Romeinse villa's bestuderen en vraag beantwoorden.
Stap 3 Alleen Opdracht bij werkblad Romeinse villa maken en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Wonen in Rome

De meeste huizen in het oude Rome hadden geen stromend water.
De Romeinen gingen naar openbare wc's.
Ze wasten zichzelf in een van de badhuizen.
Deze badhuizen waren heel populair bij de Romeinen!

Bekijk het filmpje:

Beantwoord de volgende vragen:

 

Toets:Wonen in Rome

Stap 2: Villa's

Hoe een Romeinse villa er uit zag, kun je zien en lezen op:

KB: Romeinse Villa

Bekijk de informatie goed.
Beantwoord daarna de volgende vraag:

Toets:Villa's

Stap 3: Verschillende ruimten

Download het werkblad: Romeinse villa

Op het werkblad zie je een 'open gemaakte' Romeinse villa.
Bij de afbeelding zie je de latijnse namen van de verschillende ruimten.
Die namen staan ook onder de afbeelding.
Achter sommige namen staat ook de Nederlandse naam.

Lukt het jou om van de andere ruimten ook de Nederlandse naam te vinden?
Ga op internet op zoek naar de Nederlandse namen.
Vul ze in op het werkblad.
Ga ook op zoek naar afbeeldingen van de verschillende ruimten.
Plak die afbeeldingen in het Worddocument.

Klaar?
Laat het werkblad beoordelen door je docent.

 

De eerste steden

Vooraf

Welke Nederlandse steden die voor het jaar 1500 bestonden ken jij?
Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • twee voorbeelden noemen van ontwikkelingen die er toe geleid hebben dat rond het jaar 1000 de oogsten in de landbouw groter werden.
  • uitleggen waarom er in de tweede helft van de middeleeuwen veel steden in Nederland gesticht zijn.


Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met het opzoeken van zes Nederlandse steden,
die ontstaan zijn tussen 1000 en 1500.
 Je tekent deze steden in op een kaart van Nederland.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank bestuderen, filmpje bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Opdrachten maken bij kaart van Nederland.
Stap 3 Alleen + samen Jouw kaart met klasgenoot vergelijken en door de docent laten nakijken.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 1 lesuur nodig.

Stap 1: Eerste steden

Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis het onderdeel:

KB: Opkomst handel en ontstaan steden

Bekijk ook het volgende filmpje:

Beantwoord de volgende vier vragen:

Toets:Eerste steden

Stap 2: Steden tussen 1000-1500

Download de Kaart van Nederland.
Op de kaart zie je een drietal belangrijke rivieren getekend.
Print de kaart.

In de periode 1000 tot 1500 zijn in Nederland veel steden ontstaan.
Zoek op internet zes steden die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
Teken die steden in op de kaart.
Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan.
Zoek van iedere stad een foto van een middeleeuws gebouw.
Plak die foto bij de stad op de kaart.

Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend.
Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.

Stap 3: Afronding

Laat de kaart met de zes steden zien aan een klasgenoot.
Bekijk ook zijn kaart.
Hebben jullie dezelfde steden?

Kijk nog eens op de plattegrond.

  • Staan er zes steden op de plattegrond?
  • Staat bij iedere stad het jaar waarin de stad gesticht is?
  • Staat bij iedere stad een afbeelding van een gebouw uit de middeleeuwen?
  • Is de kaart netjes gemaakt?

Tevreden?
Laat de kaart beoordelen door je docent.

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Begrippen

Betere landbouwtechnieken
In de tijd van de steden en staten werden de landbouwmethoden verbeterd. Grotere productie leidde tot overschotten, die vervolgens weer verkocht konden worden, waardoor er markten ontstonden.
Drieslagstelsel
Boeren verdeelden hun grond in drie stukken in plaats van twee. Ze teelden meerdere gewassen en lieten telkens een stuk grond braak liggen.
Overschotten
Overschotten in de landbouw leverden nieuwe mogelijkheden op voor de handel. De landbouwproducten die de mensen zelf niet nodig hadden konden nu verhandeld worden.
Bevolkingsgroei
De bevolking groeide doordat er voldoende voedsel aanwezig was.
 
Geldeconomie
Een vorm van economie waarin alle handelsovereenkomsten worden afgerekend met geld.

 


 

Van plan tot woning

Vooraf

Er zijn heel wat mensen aan het werk geweest voordat de eerste bewoner zijn nieuwe huis in kan.

Vooraf
Welk beroep bij het bouwen van een huis lijkt jou het leukste om te doen en waarom?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
Na deze opdracht kun je minimaal acht beroepen noemen van personen die betrokken zijn bij het bouwen van een huis.

Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Van plan tot woning'.
Het product laat zien hoe het bouwproces van een woning verloopt.
Jullie kiezen zelf een manier om de verschillende stappen in beeld te brengen.

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen + samen Filmpje bekijken en beroepen betrokken bij het bouwproces bedenken.
Stap 2 Samen Product bedenken hoe je het bouwproces in beeld kunt brengen.
Stap 3 Samen Controleren product en laten nakijken door de docent.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Het bouwen van een huis

Er komt vaak heel wat bij kijken bij het bouwen van een huis.
Van architect tot schilder.
Van aannemer tot makelaar.
Bekijk het volgende filmpje:

 

 

 

Maak zelf een lijst met beroepen van mensen die betrokken zijn bij het bouwproces van een woning.

Klaar?
Leg jouw lijstje dan naast het lijstje van de klasgenoot waarmee je deze opdracht samen doet.
Maak van de twee lijstjes één nieuwe lijst.

Weet je van sommige beroepen niet precies wat ze inhouden?
Vraag het aan je docent of zoek de beroepen op internet op.

 

Stap 2: Bouwproces van een woning

Bedenk samen een product waarmee je het bouwproces van een woning duidelijk in beeld kunt brengen.

Idee:

  • Maak een fotoreportage van de verschillende stappen in het bouwproces. Schrijf bij iedere foto een korte uitleg.
  • Interview een architect of een aannemer over het bouwproces van een woning.

Hebben jullie bedacht welk product jullie gaan maken?
Vraag toestemming aan jullie docent.

Maak dan een goede werkverdeling?
Maak ook een goede planning.
En houd je aan de afspraken!

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Stap 3: Afronden

Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.

  • Laat jullie eindproduct zien welke beroepen bij het bouwen van een huis betrokken zijn?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?
  • Bevat jullie eindproduct niet te veel taalfouten?

Tevreden?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

Toets

Start

Je eigen buurt

Vooraf

Welke 5 woorden komen er bij je op als je aan jouw buurt denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • minimaal vijf verschillende soorten woningen omschrijven.
  • een wijk omschrijven aan de hand van de verschillende soorten woningen die in de wijk voorkomen.


Eindproduct
Jullie brengen in beeld hoe jullie buurt eruit ziet.
Jullie kiezen zelf een manier die jullie het best bij jullie buurt vinden passen.
 

 

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Vragen over woningen beantwoorden.
Stap 2 Samen Zoek een huis in jullie buurt dat te koop staat en beantwoord de vragen.
Stap 3 Samen Eindproduct bedenken die de soort huizen in jullie buurt laat zien.
Stap 4 Samen Eindproduct controleren en laten nakijken door jullie docent.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Stap 1: Woningen

Woon jij in een leuk huis? Staat het huis in een leuke buurt?
In een buurt staan vaak verschillende soorten huizen.

In de volgende oefeningen krijg je veertien omschrijvingen.
Weet jij welke soort woning wordt beschreven?

 

Toets:Woningen

Stap 2: Buurtonderzoek

Je gaat onderzoeken hoe je eigen buurt er uit ziet. 

Ga naar de website www.fundainbusiness.nl. Zoek een pand dat te koop staat in de buurt waarin jij woont.
Klik het pand aan. Je ziet een balk met een aantal tabbladen.
Klik op het tabblad 'Kaart/Buurt' en klik dan bij cijfers & grafieken op "meer". 

Gebruik de buurtinformatie om de antwoorden te vinden op de volgende vragen:

  1. Wonen er in jullie buurt vooral kleine of grote gezinnen?
  2. Wonen er in jullie buurt veel ouderen?
  3. Hebben de mensen met een inkomen een hoog besteedbaar inkomen?
  4. Staan in jullie buurt veel dure huizen?

Bespreek de antwoorden met de klasgenoot waarmee je samenwerkt.

Stap 3: Eindproduct

Jullie gaan aan de slag met het eindproduct.
Kies een product waarmee jullie kunnen laten zien hoe jullie wijk er uit ziet.
In jullie eindproduct moeten jullie duidelijk maken welke soorten huizen er in jullie wijk staan.
In jullie product moet duidelijk worden of jullie vinden dat jullie wel of niet in een 'dure' buurt wonen.

Idee:

  • Houd een aantal interviews met mensen die in jullie buurt wonen.
  • Maak een fotoreportage van de verschillende huizen in jullie buurt.

Stap 4: Afronden

Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.

  • Past het eindproduct goed bij de opdracht?
  • Geeft jullie eindproduct een goed beeld van jullie buurt?
  • Is het duidelijk welke soorten huizen in jullie buurt staan?
  • Is jullie eindproduct origineel?
  • Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?

Tevreden?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Huis te koop

Vooraf

Woon je in een huur-of een koopwoning, wat zijn volgens jou de voordelen hiervan?
Overleg je antwoorden met een klasgenoot.

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het begrip hypotheek omschrijven.
  • uitleggen waarom iemand met een hoog inkomen meer kan lenen dan iemand met een laag inkomen.
  • uitleggen dat het beroep dat iemand heeft invloed heeft op zijn/haar salaris.


Eindproduct
Je maakt een tabel.
In de tabel wordt duidelijk dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen,
dan iemand met een laag inkomen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Aanbod huizen en een filmpje bekijken.
Stap 2 Alleen Kennisbanken over 'huren of kopen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Tabel maken van beroepen met hun inkomen en de hypotheek die ze kunnen krijgen.
Stap 4 Alleen Tabel controleren en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuur nodig.

Stap 1: Inleiding

Als je een huis wilt kopen, keuze genoeg.
Kijk maar eens op www.funda.nl

Bijna niemand heeft genoeg geld op de bank om zomaar een huis te kopen.
Om een huis te kopen wordt daarom vaak geld geleend.
Bekijk het volgende reclamefilmpje:


Niet iedereen kan evenveel geld lenen.
Iemand met een hoog inkomen kan vaak meer lenen dan iemand met een laag inkomen.
In deze opdracht onderzoek je wat iemands inkomen te maken heeft met het huis dat hij/zij kan kopen.

 

Stap 2: Huren of kopen

Bestudeer uit de kennisbank Economie de volgende twee items:

KB: Huren of kopen?
KBGeld lenen

Lees de informatie goed door.
Beantwoord dan de volgende vragen.

Toets:Je moet zelf de verbouwing betalen.

Stap 3: Salarissen

Je gaat een tabel maken zoals hieronder.

In de eerste kolom komen vijf beroepen.
Kies de beroepen uit de bron:

Salarissen

De directeur van alle Albert Heyn bedrijven verdient 4,8 miljoen euro per jaar.
Dat is € 400.000,- per maand en ruim 100.000 euro per week! Genoeg om boodschappen van te doen!
De mensen met een top-salaris werken vaak als directeur van een groot bedrijf.
Maar ook piloten en hartchirurgen verdienen niet slecht. Kijk maar eens in de tabel hieronder.
Beroep Jaarinkomen Beroep Jaarinkomen
Arts € 81.300,- Gezinsverzorgster € 18.000,-
Automonteur € 15.000,- Groenteman, eigen bedrijf € 28.500,-
Bakker, eigen bedrijf € 30.000,- Hartchirurg € 160.000,-
Bedrijfsleider supermarkt € 60.000,- Journalist € 31.500,-
Buschauffeur € 18.700,- Kapster € 22.800,-
Conrector school VO € 54.000,- Kolonel landmacht € 66.300,-
Dierenartsr € 60.000,- Leraar VMBO € 45.000,-
Dierenartsassistent € 16.000,- Notaris € 128.000,-
Fysiotherapeut € 45.000,- Pompbediende € 13.000,-
gezagvoerder Boeing 747 € 168.000,- Verpleegster € 24.000,-

 

In de tweede kolom komt het inkomen dat hoort bij
het beroep. Het inkomen vind je ook in de bron salarissen.

Ga er vanuit dat je 4x je jaarsalaris aan hypotheek kunt krijgen.
In de derde kolom komt welk bedrag aan hypotheek iemand kan krijgen.

In de vierde kolom komt een foto van een huis dat iemand voor het hypotheekbedrag kan kopen.
Foto's kun je vinden op: www.funda.nl Alle huizen moeten wel in dezelfde stad staan!

 

Stap 4: Afronden

Kijk nog eens goed naar de tabel

  • Is de tabel helemaal ingevuld?
  • Kun je uit de tabel afleiden dat iemand met een hoog inkomen een duurder huis kan kopen dan,
    iemand met een laag inkomen?
  • Is de tabel met zorg gemaakt?

Klaar?
Laat de tabel beoordelen door je docent.

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Begrippen

Huurwoning
Het gebruik maken van een huis tegen betaling, hiermee is het huis nog niet jouw eigendom. Het voordeel is dat je gemakkelijk kunt verhuizen en daarnaast niet verantwoordelijk bent voor het groot onderhoud van het huis. Het nadeel is dat je niet zomaar mag verbouwen in je huis, hiervoor heb je toestemming van de verhuurder nodig.
Koopwoning
Betalen voor een huis en het daarmee tot jouw bezit maken. Het voordeel is dat je het huis zo kunt verbouwen zoals jij dat wilt en daarnaast kun je vermogen opbouwen als het huis meer waard wordt. Het nadeel is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het onderhoud van je huis, ook kun je minder gemakkelijk verhuizen. Voordat je een nieuwe woning intrekt moet je eerst het oude huis verkopen.
Krediet
Het lenen van geld. Dus het geld van een ander gebruiken.
Aflossen
Het terugbetalen van een lening.
Rente
Het geld dat je aan de bank betaalt als je geld leent. Dit is een percentage van het bedrag dat je hebt geleend.
Onderpand
Het huis dient als onderpand bij een hypotheek. Het huis geeft de bank zekerheid. De bank mag het huis verkopen als de koper niet in staat is de hypotheek af te lossen.
Hypotheek
Een lening die je aangaat om een huis te kopen.
Hypotheekgever
De koper van het huis: hij geeft het huis als onderpand.
Hypotheeknemer
De bank die het geld uitleent: de bank neemt het huis als onderpand.

 

Ontwerp een wijk

Vooraf

Bekijk het filmpje:

Hoe zou de wijk waarin je woont er uit zien als jij hem opnieuw zou mogen ontwerpen?
In deze opdracht ontwerpen jullie in tweetallen een eigen wijk.
In de wijk moeten 1000 gezinnen kunnen wonen.


Eindproduct
Je maakt een plattegrond van een wijk voor ongeveer 100 gezinnen.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen Eerste ontwerp van jullie wijk schetsen.
Stap 2 Samen Definitieve ontwerp maken en door de docent laten nakijken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Plattegrond van een wijk

Je gaat samen met een klasgenoot een plattegrond van een wijk maken.
In de wijk moeten 100 gezinnen kunnen wonen.

Jullie maken de plattegrond op ruitjespapier van 1 cm bij 1 cm.
Neem als schaal voor de plattegrond: 1 cm komt overeen met 10 m.

Bedenk eerst welke soorten woningen jullie in jullie wijk willen (villa, rijtjeswoning, flatgebouw, enzovoorts).
Bedenk hoeveel hokjes ieder soort woningen in beslag neemt.
Bedenk ook hoeveel ruimte jullie nodig hebben voor de wegen.
En hoeveel ruimte hebben jullie nodig voor speelveldjes, een parkje, een vijver, enzovoorts.

Schets nu het eerste ontwerp.

Plattegrond maken

Een plattegrond is een op schaal gemaakte tekening van een ruimtelijk gebied of een gebouw.

 

Stap 2: Definitieve ontwerp

Bedenk samen het antwoord op de volgende vragen:

  • Wat is de naam van jullie wijk?
  • Hebben de straten een naam?
  • Is er in jullie ontwerp rekening gehouden met parkeerplaatsen?
  • Zijn er woningen voor ouderen in de wijk?
  • Is de wijk aantrekkelijk om in te wonen?
  • Hebben jullie gedacht aan een duidelijke legenda?

Maak nu jullie definitieve ontwerp.
Gebruik verschillende kleuren voor verschillende woningen.
Kleed de wijk eventueel aan door foto's op het ontwerp te plakken.
Klaar?
Laat jullie werk controleren door jullie docent.

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Leefomgeving

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Extreme woonplekken

Vooraf

Eskimo's wonen in de buurt van de polen waar het meestal extreem koud is.
In het oosten van Amerika wonen mensen in een gebied met een grote kans op aardbevingen.
Op de eilanden in de Caribische zee hebben de bewoners een deel van het jaar last van tropische wervelstormen.
In deze opdacht ga je op zoek naar het antwoord op de vraag:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je met behulp van een voorbeeld uitleggen waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen. 

Eindproduct
Je schrijft een kort artikel met als titel:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Bronnen over vulkanen lezen en in je atlas opzoeken waar veel vulkanen voorkomen.
Stap 2 Alleen Filmpje kijken over aardbevingen en in je atlas opzoeken waar veel aardbevingen voorkomen.
Stap 3 Alleen In je atlas opzoeken waar veel orkanen voorkomen en uitleggen of jij daar zou willen wonen.
Stap 4 Alleen Artikel schrijven over waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen en laten nakijken door je docent.


Benodigdheden
Atlas.

Tijd
Voor deze opdracht hebben jullie ongeveer 2 lesuren nodig.

Stap 1: Vulkanen

Lees tekst 1 over de gevolgen van een vulkaanuitbarsting.

Tekst 1

MANILLA/LEGAZPI - Op de Filippijnen is de vulkaan Mayon weer actief geworden.
Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen.
De vulkaan spuwt sinds zaterdagavond as en keien "zo groot als vrachtwagens" kilometers de lucht in.
De overheid heeft alarmtoestand 5 uitgeroepen.
Iedereen die minder dan acht kilometer van de vulkaan af woont, is in direct gevaar.
Er moeten in het totaal zo'n 50.000 mensen worden geëvacueerd.
Ruim 10.000 mensen hebben in paniek al hun huizen verlaten.
Boven de vulkaan hangt een aswolk tot een hoogte van vijf kilometer.
Door de gloeiende lavastromen zijn verscheidene dorpen in de omgeving "in extreem gevaar",
zei een woordvoerder.

bron: www.scholieren.com


Gebruik je atlas om op te zoeken waar de Filippijnen liggen.
Gebruik je atlas ook om op te zoeken waar op aarde veel vulkanen voorkomen.

Lees nu ook tekst 2 over vulkanen.

Tekst 2

Nieuw land met gratis mest

Vulkanen spelen soms een rol bij het ontstaan van nieuw land.
Veel eilanden zijn het resultaat van een vulkanische uitbarsting.
Zonder dit verschijnsel zouden landen als IJsland en Hawaï niet  bestaan.
Vulkanen geven de mens op aarde dus extra land om op te kunnen leven.
En mensen wonen er graag. Veel vulkanische gesteenten zijn rijk aan mineralen.
In warme klimaat verweren deze gesteenten snel, waardoor een zeer vruchtbare bodem ontstaat.
Dit is dan ook de reden dat er zo vaak mensen wonen bij een vulkaan, ondanks het dreigende gevaar.

bron: www.natuurinformatie.nl

 

 

In de tekst staat een reden waarom mensen in de buurt van vulkanen wonen.
Welke reden?

Stap 2: Aardbeving

Bekijk een deel van de uitzending van EenVandaag over de aardbeving,
die Japan in maart 2011 heeft getroffen.



Een aardbeving is een trillende of schokkende beweging van de aardkorst.
Wereldwijd komen er dagelijks vele aardbevingen voor.
Maar gelukkig hebben de meeste aardbevingen niet zo'n verwoestende werking,
als de aardbeving in Japan.

Gebruik je atlas om op te zoeken waar op aarde veel aardbevingen voorkomen.
Mensen die op een plaats wonen waar aardbevingen voorkomen, verhuizen vaak niet.
Bespreek met een klasgenoot welke redenen mensen kunnen hebben om niet te verhuizen?

Stap 3: Orkaan

Een orkaan is een 'superstorm' met veel regen en extreme wind.
Als een orkaan aan land komt, kan hij veel schade veroorzaken.
Een van de beroemdste orkanen is misschien wel de orkaan Katrina.
De orkaan trof in augustus 2005 Amerika, vlakbij de plaats New Orleans.
Katrina veroorzaakte voor ruim 80 miljard dollar aan schade.
En er vielen 1836 doden als gevolg van de orkaan.

Gebruik je atlas om op te zoeken waar New Orleans ligt.
Zoek ook in je atlas op waar op aarde veel orkanen voorkomen.

Zou jij in het gebied waar veel orkanen voorkomen, willen wonen?
Leg uit waarom wel of waarom niet?

Stap 4: Eindproduct

Je sluit deze opdracht af met het schrijven van een artikel van ongeveer 150 woorden.

Het artikel heeft als titel:
'Waarom wonen mensen in gevaarlijke gebieden?'

In het artikel geef je twee redenen waarom mensen in gevaarlijke gebieden wonen.

Je artikel laat je beoordelen door je docent. Bij de beoordeling zal je docent letten op:

  • Inhoud: Staan er twee goede redenen in het artikel?
  • Taalfouten: Bevat het artikel niet te veel taalfouten?

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Afsluiting

Je hebt alle opdrachten van het thema Wonen gemaakt.
Tijd voor de afsluiting.

Je sluit het af met het inrichten van een tentoonstelling.

Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.

Overleg met je docent waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Vraag ook aan je docent wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Natuurlijk bespreek je ook wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.

Veel plezier!

Tentoonstelling maken

Je kunt je werk presenteren door dit ten toon te stellen. Door je werk te verzamelen en te laten zien leer je je eigen werk evalueren.

 

Thema Water

Inleiding

Welkom bij het thema Water.
In dit thema kom je meer te weten over:

  • De Nijl overstroomt.
    De Nijl is een van de langste rivieren ter wereld. Als de Nijl overstroomt, worden de oevers door afzetting van klei vruchtbaarder. Het oude Egypte werd 'een geschenk van de Nijl' genoemd.
  • Waterkringloop.
    Water verandert steeds van fase: smelten, verdampen en condenseren. Het steeds veranderen noem je de kringloop van het water.
  • Problemen met water.
    Wat zijn de gevolgen van teveel water (overstromingen), waterschaarste (droogte) en vervuild water (drinkwater in gevaar)?
  • Nederland waterland.
    Nederland heeft maatregelen genomen om overstromingen te voorkomen na de Watersnoodramp.
    Wij kunnen ook land droogleggen en inpolderen.
    Er zijn ook manieren om rivieren meer ruimte te geven, zodat ze niet overstromen.
  • Gebruik van water.
    Hoe is de verdeling op aarde van zoet en zout water?
    Nederland heeft schoon, gezuiverd drinkwater.
    Hoe gaat dit in zijn werk en wat is de taak van waterschappen en drinkwaterbedrijven?

Introductie - opdracht

De titel zegt het al: dit thema gaat over water.
Wat weet je zoal over water?
Test je kennis door het maken van deze inleidende opdracht.

  • Tik het begrip 'water' in bij Google. Kies voor: 'Afbeeldingen'.
  • Zoek tien verschillende afbeeldingen over water.
  • Plak de afbeeldingen in een (Google-)document.
  • Schrijf bij iedere afbeelding één woord dat erbij past.
    Schrijf bij iedere afbeelding een ander woord.
  • Sla het (Google-)document op.
  • Laat je (Google-)document zien aan een klasgenoot.
  • Bekijk ook welke afbeeldingen je klasgenoot heeft verzameld.
  • Bespreek met elkaar overeenkomsten en verschillen van de gekozen afbeeldingen en woorden.
  • Pas daarna je eigen document nog aan, als dat nodig is.

 

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.

Leerdoel Opdracht
Je kunt het stroomgebied van de Nijl herkennen. De Nijl overstroomt
Je kunt benoemen welke invloed het overstromen van de Nijl had op het oude Egypte. De Nijl overstroomt
Je kunt de werking van de waterkringloop beschrijven en verklaren. Waterkringloop
Je kunt een watervraagstuk beschrijven in een gebied (te veel, te weinig, te slechte kwaliteit). Drinkwater
Problemen met water
Je kunt bijzondere Nederlandse waterwerken benoemen. Nederland waterland
Watersnoodramp 1953
Je kunt opnoemen wat Nederland doet om overstromingen te voorkomen. Ruimte voor de rivier
Je kunt begrippen herkennen die te maken hebben met de stroming van grote rivieren: waterscheiding, delta, erosie verhang, sedimentatie. Rijnreis
Ruimte voor de rivier

Wat ga ik doen?

​Het thema 'Water' bestaat uit de volgende onderdelen.

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 Afbeeldingen
Opdracht: De Nijl overstroomt 2 Muurkrant
Opdracht: Waterkringloop 2 Afbeelding en omschrijving waterkringloop
Opdracht: Drinkwater 2 Drinkwaterkrant
Opdracht: Nederland waterland 2 Woordenwolk
Opdracht: Ruimte voor de rivier 2 Kaart van Nederland
Opdracht: Rijnreis 2 Poster
Opdracht: Problemen met water 2 Vergelijking Nederland-Bangladesh
Opdracht: Watersnoodramp 1953 3 Schoenendoos met voorwerpen
Afsluiting 1 Tentoonstelling
Totaal 18,5  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

 

Opdrachten

Deze twee leerdoelen bereik je door de volgende acht opdrachten te maken:

Opdracht 1

De Nijl overstroomt

Opdracht 2

Waterkringloop

Opdracht 3

Drinkwater

Opdracht 4

Nederland waterland

Opdracht 5

Watersnoodramp 1953

Opdracht 6

Ruimte voor de rivier

Opdracht 7

Problemen met water

Opdracht 8

Rijnreis

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema Water bestaat uit de volgende Kennisbankitems.

Eindopdracht

Je hebt nu alle opdrachten van het thema Water gemaakt.
Je sluit het thema af met het inrichten van een tentoonstelling.

Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.
Hoe je een tentoonstelling inricht kun je lezen in de gereedschapskist.

Overleg met je docent:

  • waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
  • wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
  • hoeveel tijd je krijgt om de tentoonstelling op te bouwen.
  • wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.

Klaar?
Na de inrichting van de tentoonstelling zal jullie docent een beoordeling geven.
Hij/zij  beoordeelt jullie werk volgens de beoordelingscriteria van de gereedschapskist.

Hij zal daarbij ook letten op:

  • Hebben jullie van alle opdrachten in dit thema gebruik gemaakt?
  • Komen in de tentoonstelling alle behandelde onderwerpen van water aan de orde?
  • Is de inrichting van jullie tentoonstelling creatief en met zorg uitgevoerd?


Veel plezier!

Tentoonstelling maken

Je kunt je werk presenteren door dit ten toon te stellen. Door je werk te verzamelen en te laten zien leer je je eigen werk evalueren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Voor het thema Water zijn fragmenten bij vier verschillende onderwerpen geselecteerd.

Om de Teleblikfragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik.
Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

3 Drinkwater
Nederland van boven - junior
Medewerkers waterzuiveringsinstallatie over drinkwaterverbruik in Nederland.
Mineraalwater
In Nederland wordt dagelijks een miljoen liter mineraalwater uit flessen gedronken terwijl het leidingwater in Nederland geschikt is om te gebruiken als drinkwater.

4 Nederland waterland
Nederland van boven
Over dijkringgebieden en mogelijke dijkdoorbraken als er een orkaan over Nederland trekt.

5 Watersnoodramp 1953
Dokwerk
Boerderijen in het water en ondergelopen dorpen; overlevenden in reddingsboten.
Hollands nieuws
Terugblik op de watersnoodramp in 1953, die 1835 mensenlevens eiste.

6 Ruimte voor de rivier
Nederland leeft met water
De campagne 'Nederland leeft met water' is een initiatief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om het nieuwe waterbeleid te promoten.
Nederland van boven
Bart Vissers, boer op een stuk land tussen Maas en Waal, die bij een overstroming zwemmend zijn zestig koeien naar een droog stuk land heeft geleid.
De wegen van het water
De overstroming in 1995.
Kronkels van de maas
Bochten die in de jaren '30 werden rechtgetrokken, worden weer hersteld en het water moet weer de ruimte krijgen.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je dat alle onderwerpen voldoende zijn besproken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Herken je welke maatregelen Nederland heeft genomen ter bescherming tegen het zeewater?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 18,5 uur gepland.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en de tentoonstelling in te richten?
  • Inhoud
    In dit thema kwam water uitgebreid aan de orde.
    Kun je in je eigen woorden aangeven wanneer water voor problemen kan zorgen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie alle gemaakte producten gebruikt om een tentoonstelling in te richten?
    Verliep de samenwerking met je klasgenoten goed?