Keuzedeel verdieping welzijn, ethiek en diergedrag

Keuzedeel verdieping welzijn, ethiek en diergedrag

Introductie

Planning

Les 1 - 15 mei dierenwelzijn en natuurlijk gedrag

Les 2 - 22 mei welzijnsinspecteur

Les 3 - 29 mei keurmerken en dieren in de zorg & gastles Dutch cell dogs (staffords)

Les 4 - 5 juni werkdieren & gastles KNGF

Les 5 - 12 juni ...

Les 6 - 19 juni ...

Les 7 - 26 juni ... & politiepaarden DEMONSTRATIE

Les 8 - 3 juli ... & inleveren opdrachten

Afsluiten van het keuzedeel

Niveau 2 moet een tweetal kerntaken eigen maken. Om dit te halen moeten ze vakkennis en vaardigheden opdoen.

Kerntaak 1: onderzoeken eigen gedrag op het gebied van dierenwelzijn en gedrag.

Kerntaak 2: onderzoeken stand van zaken diergedrag en dierenwelzijn in het bedrijf.

 

Gedurende het keuzedeel maak je allerlei opdrachten. Alle opdrachten zijn verplicht om het keuzedeel af te kunnen sluiten. Voor het geheel krijg je een beoordeling:

0 = niet compleet

2 = onvoldoende

4 = matig

6 = voldoende

8 = goed

10 = uitmuntend

De opdrachten print je uit en stop je in een snelhechter die je van de docent krijgt tijdens les 1. Aan het eind van les 8 lever je de complete snelhechter in. Dit is jouw eindproduct. 

 

 

Les 1

Domesticatie

Dieren zijn in de loop van de tijd gedomesticeerd. Wat domesticeren is en welke dieren wel en niet gedomesticeerd kunnen worden, leer je in deze opdracht m.b.v. een film.

 

Mensen gingen steeds vaker dieren in een beperkte ruimte bij huis houden, zodat ze de dieren gemakkelijk voor hun eigen gebruik konden inzetten. Dit proces heet domesticatie. Domus is Latijn voor: huis. Domesticatie is het proces waarbij het wilde dier tot huisdier wordt gemaakt. Uiteraard hebben mensen die dieren gedomesticeerd die voor hen aangenaam of nuttig waren. Het waren in ieder geval dieren met een tam karakter. Onbewust was men de dieren al aan het selecteren op hun geschiktheid als huisdier.

Door eeuwenlang selecteren van de meest geschikte dieren en ermee te fokken, onderging de betreffende diersoort geleidelijk een verandering. De dieren waren steeds beter aangepast aan hun rol van huisdier. Alle dieren, dus ook huisdieren, passen zich in meer of mindere mate aan aan hun leefomstandigheden. Bij huisdieren bepaalt de mens in belangrijke mate die leefomstandigheden: het dier past zich dus ook aan de mens aan. Door de eeuwen heen zijn die aanpassingen genetisch vastgelegd, dus erfelijk. Huisdieren zijn eigenlijk mutaties of variëteiten van hun wilde verwanten.
 

Ontwikkeling in domesticatie:

De meeste nu bekende huisdieren zijn afstammelingen van diersoorten waarop de mensen vroeger jaagden of die rond hun verblijven leefden. Rund, schaap, varken, paard, hoender, duif, eend en konijn werden als voedseldier gehouden. Zij leverden wat op: vlees of eieren. Hond, kat, rat en muis leefden in de buurt van de mensen. Nog later werden dieren als de cavia, hamster en woestijnrat gehouden. Zij kwamen als levende souvenirs mee van ontdekkingsreizen. Als laatste zijn mensen kooi- en volièrevogels, terrariumdieren en aquariumvissen in gevangenschap gaan houden, zonder dat er echt sprake is van domesticatie. Dat proces vindt dus eigenlijk nog steeds plaats. Sommige dieren uit deze laatste groepen, zoals kanaries, zebravinken, goudvissen en guppy’s, zijn al zover gedomesticeerd dat ze zich zeer gemakkelijk voortplanten in gevangenschap.

 

Domesticatie ging het gemakkelijkst bij dieren die in kuddeverband leefden of een roedelinstinct hebben. Zij accepteren een zekere hiërarchie en daardoor ook de mens. Zodoende zijn rund, schaap, varken, paard en hond de oudste huisdieren geworden.

Later kwamen de kat en het konijn er bij. Van de vogels is het begrijpelijk dat als eerste de hoenders werden gedomesticeerd, want deze vogels vliegen nauwelijks. Later kwamen daar andere vogels bij, zoals duiven en eenden. In recente tijd is de mens dieren ook gaan gebruiken als proefdier. Ratten en muizen zijn omwille van dit gebruik gedomesticeerd. 

In de laatste jaren zie je een sterke ontwikkeling in de belangstelling voor exclusieve dieren en exoten. Mensen willen iets aparts hebben, iets wat een ander nog niet heeft. Het is de vraag of dit een goede ontwikkeling is. Het houden van amfibieën, reptielen en exotische vogels brengt risico’s met zich mee. Gelukkig is er wetgeving op dat terrein.

 

Natuurlijk gedrag

Natuurlijk gedrag

Het doel van alle gedrag is aanpassing aan de omgeving zodat het dier er kan overleven. In feite is alle gedrag gericht op overleven. Dit geldt voor het individu, de groep en de soort. Ten eerste moet het dier overleven als individu. Hiervoor heeft het een bepaald voedingsgedrag, zoekt het gunstige levensomstandigheden en heeft het verdedigingsgedrag. Ten tweede moeten dieren overleven als groep. Daarvoor hebben de dieren sociaal gedrag. Ten derde moeten ze overleven als soort. Daarvoor is er territoriumgedrag en voortplantingsgedrag. Je kunt leefomgevingen beschrijven met de dieren die daarin passen, maar je kunt ook andersom kijken. Kijk naar de dieren en probeer te ontdekken met welke aanpassingen je te maken hebt. Hierbij speelt het gedrag van dieren een heel grote rol. De natuur selecteert uiteindelijk het gedrag dat functioneel is voor de overlevings- kansen van het dier of van de soort.

 

Bij natuurlijk gedrag heb je te maken met:

•   sociaal gedrag, groepsgrootte en samenlevingsvorm;

•   eetgedrag;

•   vluchtgedrag;

•   voortplantingsgedrag;

•   overig gedrag:

– comfortgedrag,

– exploratiegedrag.

Sterkte en zwakte analyse

Hoe meet je dierenwelzijn?
Dierenwelzijn is een veelbesproken onderwerp op kinderboerderijen. Het is belangrijk dat een dier zich goed voelt, gezond is en zijn natuurlijke gedrag kan vertonen. Als kinderboerderij heb je daar een verantwoordelijkheid voor. Daarnaast heeft een kinderboerderij een voorbeeldfunctie naar het publiek op het gebied van dierhouderij en dierenwelzijn. Maar dierenwelzijn is niet altijd eenvoudig te meten en vergt veel kennis van het natuurlijke gedrag van het dier.

In de huid van een journalist

Wat is dierethiek?
Het denken over dieren is niet iets van de laatste jaren. Het heeft zich ontwikkeld parallel aan de ontwikkeling van het diergebruik. De vraag hoe we met dieren behoren om te gaan valt onder de ethiek. Ethiek is een tak van de filosofie die zich richt op de vraag hoe we behoren om te gaan met onszelf, met anderen en met de wereld om ons heen. In de ethiek staat de vraag centraal wat het goede is om te doen en wat nastrevenswaardige ontwikkelingen zijn.

Les 2

De 5 vrijheden

Vorige week zijn jullie bezig geweest met het uitzoeken van de 5 vrijheden. Vandaag gaan we daar mee verder. Jullie kiezen zelf een diersoort naar keuze die aanwezig is op kinderboerderij de Wezenlanden. Hiervoor gaan jullie het dierenwelzijn controleren. Daarnaast komt vandaag een gastspreker van de dierenbescherming jullie uitleg geven over dierenwelzijn en hoe de dierenbescherming zich hiervoor inzet. 

Vanmiddag gaan jullie naar de kinderboerderij toe. 

Kinderboerderij Wezenlanden
De grootste kinderboerderij onder het beheer van Stichting Kinderboerderijen Zwolle ligt in het altijd groene en levendige Wezenlandenpark. (kinderboerderij Wezenlanden) Mede daarom is dit het drukst bezochte park in Zwolle. Op de uitgestrekte velden worden ook zeer regelmatig festivals en andere evenementen georganiseerd, met als hoogtepunt het jaarlijkse Bevrijdingsfestival Overijssel op 5 mei. In en om deze kinderboerderij, achterin het park in de Dierenweide, lopen allerlei diersoorten rond. Geiten, kippen, varkens en schapen zijn klaar om gevoerd en geaaid te worden. Er lopen ook kippen en pauwen, die heel mooi zijn om te bekijken. Als u in het voorjaar langskomt is de kans groot dat er ook babyversies van deze dieren ronddartelen. Naast alle dieren is er ook een grote speeltuin op kinderboerderij Wezenlanden waar kinderen zorgeloos kunnen spelen en ouders kunnen ontspannen. De kinderboerderij is het hele jaar door gratis toegankelijk. Werp een snelle blik op de openingstijden voor u langskomt, zodat niemand het plezier misloopt.

Welzijnsinspecteur

Les 3

Keurmerken

Keuringsdienst van Waarde - keurmerken
We worden overspoeld door keurmerken en logo's. Ze staan ergens voor garant. Maar voor wat? En wie zegt dat? De Keuringsdienst gaat op zoek naar de waarheid achter het keurmerk.

Dieren in de zorg

Les 4

Dieren in de zorg

Er is veel geschreven over de band tussen mens en dier. Al sinds eeuwen compenseren dieren de 'tekortkomingen' van de mens. Dit kan een tekortkoming van de mens als soort zijn, bijvoorbeeld het beperkte reukvermogen. Diverse diersoorten hebben een beter reukvermogen dan de mens: een hond kan helpen bij de jacht of een varken bij het zoeken van truffels. Ook kan dit een tekortkoming van het individu zijn. De inzet van geleidehonden voor mensen met een visuele beperking wort beschreven in de achttiende eeuw, maar stamt vermoedelijk van een veel vroeger tijdstip, getuige muurschilderingen uit de eerste eeuw en afbeeldingen uit de Middeleeuwen.

Voor de inzet van dieren in de zorg wordt vaak gekozen voor honden, paarden en konijnen. 

Hond

De hond wordt ingezet als blindegeleidehond, autismegeleidehond en hulphond. Ook wordt hij ingezet in therapie en coaching, en in bezoekteams voor instellingen, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen. Daarnaast wordt in toenemende mate bekeken in hoeverre het reukvermogen van de hond inzetbaar is voor de detectie van ziektes en wordt een beroep op de zintuigen van de hond gedaan bij het aankondigen van aanvallen, zoals bij epilepsie of diabetes.

Paard

Het paard wordt ingezet bij paardrijden voor gehandicapten, huifbedrijden en in therapie en coaching. Daarnaast maakt hij vaak deel uit van het dierbestand op zorgboerderijen. In Nederland zijn er in 2013 bijvoorbeeld vijfentwintig maneges actief bezig met huifbedrijden volgens Stichting Bevordering Huifbedrijden (SBH). Daarvan werken negen maneges met een SBH-gediplomeerde huifbedrijder.

Konijn

Het konijn is op veel zorgboerderijen te vinden. In 2009 waren er 475 zorgboerderijen met kleinvee, waaronder konijnen. Het konijn maakt deel uit van bezoekteams voor instellingen en wordt ingezet voor educatieve doeleinden in het (speciaal) onderwijs. 

Hondenrassen
Er zijn wel meer dan 300 verschillende hondenrassen. Op deze pagina vind je een overzicht van al deze rassen.

Rashondenwijzer
Ruim 100 hondenrassen en 250 erfelijke gebreken, gebaseerd op meer dan 200 wetenschappelijke rapporten, gemaakt en gecontroleerd door dierenartsen.

KNGF Geleidehonden

Het is onze missie zoveel mogelijk mensen met een beperking een fijner leven te geven met een speciaal opgeleide hond. Een geleidehond vergroot de bewegingsvrijheid en zelfstandigheid. KNGF Geleidehonden is van geboorte tot pensioen betrokken bij haar honden.

Wat doet KNGF Geleidehonden?

  • Fokken van toekomstige geleidehonden.
  • Socialiseren en opvoeden van jonge honden, samen met puppypleeggezinnen.
  • Opleiden van blindengeleide-, autismegeleide-, assistentie- en buddyhonden.
  • Instructie, begeleiding, advies en nazorg bieden aan de mensen die een geleidehond krijgen.
  • Geleidehondeninstructeurs opleiden.
  • Fondsenwerving en voorlichting.
  • Belangen behartigen van onze cliënten.
  • Onze kennis- en innovatieafdeling KNGF Campus houdt zich bezig met vernieuwende projecten op gebied van hond en handicap en hond en wetenschap.
Woordzoeker KNGF
Woordzoeker KNGF

Werkdieren

Al sinds eeuwen compenseren dieren de ‘tekortkomingen’ van de mens. Dit kan een tekortkoming van de mens als soort zijn, bijvoorbeeld het beperkte reukvermogen. Diverse diersoorten hebben een beter reukvermogen dan de mens: een hond kan helpen bij de jacht of een varken bij het zoeken van truffels. Ook kan dit een tekortkoming van het individu zijn. De inzet van geleidehonden voor mensen met een visuele beperking wordt beschreven in de achttiende eeuw, maar stamt vermoedelijk van een veel vroeger tijdstip, getuige muurschilderingen uit de eerste eeuw en afbeeldingen uit de Middeleeuwen.


In Nederland wordt in 1935 de geleidehondenschool in Amsterdam geopend. In de jaren zestig beschrijft Levinson de effecten van dieren op emotioneel welbevinden en mogelijkheden voor de therapeutische inzet van dieren. Toen was ook paardrijden voor gehandicapten in Nederland al aan een opmars begonnen. Sinds het eind van de twintigste eeuw neemt de diversiteit in initiatieven explosief toe in de vorm van zorgboerderijen, zorgdierentuinen, dierondersteunde therapievormen voor verschillende doelgroepen, dieren in verpleeghuizen en ziekenhuizen, huifbedrijden, etcetera.


Naast uiteenlopende dieren en uiteenlopende doelgroepen lopen ook de beoogde doelen van het inzetten van het dier uiteen. Effecten op het gebied van ontspanning, sociale interactie, opbouwen van dagritme en activering worden bij diverse dieren en diverse doelgroepen beschreven.

Jachthond
Jachthond

Les 5

Welzijnsmeting

Vandaag gaan jullie je voorbereiden op het meten en beoordelen van welzijn bij een dier. Het is de bedoeling dat je de onderdelen vandaag al netjes uitwerkt in een word-document, zodat je volgende week jouw onderzoeksgegevens makkelijk kunt toevoegen.

 

Gebruik voor de uitwerking van vandaag en volgende week het format dat hieronder is toegevoegd. Als je alles hebt ingevuld en de onderzoeksgegevens hebt toegevoegd, stuur je het bestand naar de docent. De docent print het uit, zodat jij het kan toevoegen aan je opdrachtenbundel (snelhechter). 

Dierenwelzijn

Les 6

Les 7

Les 8