De eerste opdracht van tijdvak 10 gaat over de dekolonisatie.
Eeuwen heersten Engelsen, Fransen en ook Nederlanders over landen buiten Europa. Na de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel al deze landen in snel tempo zelfstandig.
In de volgende video van SchoolTV krijg je een korte indruk van de dekolonisatie van Indonesië, dat voor de dekolonisatie Nederlands-Indië heette. Bespreek met een klasgenoot hoe de Indonesiërs zich waarschijnlijk hebben gevoeld onder de heerschappij van de Nederlanders.
Stap 1: Dekolonisatie
Ga naar de Kennisbank geschiedenis. Bestudeer de pagina over:
In de Kennisbank zie je een kaartje van Afrika met daarop de koloniale situatie in Afrika rond 1955. De twee belangrijkste overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog (Amerika en Rusland) waren tegen het hebben van koloniën.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de Afrikaanse staten één voor één zelfstandig. Veruit de meeste dekolonisaties vonden plaats in 1960. Dit jaar wordt daarom wel 'Het jaar van Afrika' genoemd.
Stap 3: Koloniën
In Stap 2 heb je gekeken naar de dekolonisatie van Afrika.
Maar de Europese landen hadden ook koloniën in andere werelddelen.
In de tabel hieronder zie je acht landen die ook koloniën zijn geweest.
Gebruik een atlas of internet om op te zoeken waar de landen liggen.
Gebruik internet ook om de rest van de tabel in te vullen.
De dekolonisatie gebeurde vaak onder leiding van een nationalistische beweging. Nationalisten wilden een eigen land, een eigen natie. De enige manier om van de blanken verlost te worden, was zich losmaken van het moederland.
Soms ging dat gepaard met geweld, soms ging dat geweldloos.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina:
Mahatma Gandhi werd beroemd om zijn geweldloze verzet tegen de Engelse overheersing.
Over het leven van Mahatma Gandhi is een film gemaakt.
Bekijk de trailer.
Misschien kun je op internet/YouTube de hele film wel vinden.
Overleg met je docent of jullie de film bekijken.
Een portret is een manier een persoon in beeld te brengen.
Je gaat een portret van één A4-tje van Mahatma Ghandi maken. Verzamel informatie over :
zijn persoonlijke leven.
zijn werk.
zijn rol in de dekolonisatie van India.
Zoek ook enkele afbeeldingen van de persoon.
Maak met de informatie een portret op één A4-tje.
Overleg met je docent of het portret ook in moet worden geleverd. De beoordelingseisen vind je dan terug in de Gereedschapskist.
Een portret van een persoon is een goede manier om allerlei informatie over die persoon in beeld te brengen. Dit kan in de vorm van een schilderij, een foto of een beeld van klei of ander materiaal. Portretten zijn vaak simpele afbeeldingen van iemands gezicht, zonder dat daar veel creativiteit aan te pas komt.
Eindproduct: Maak de zinnen af...
Zinnen over dekolonisatie
Hieronder zie je acht zinnen over de dekolonisatie.
De zinnen zijn nog niet af. Maak de zinnen af.
Als een land veel invloed uitoefent in andere delen van de wereld noem je dat .....
De koloniën waren voor Europese landen vooral belangrijk als .....
Na de Tweede Wereldoorlog waren ..... en ..... de Europese landen met de meeste koloniën.
Het streven van landen om los te komen van hun moederland wordt ..... genoemd.
Het streven van een onafhankelijkheidsbeweging in een land wordt ..... genoemd.
Een voorbeeld van een land waarbij de dekolonisatie met veel geweld is verlopen, is ....
Een bekende voorvechter van geweldloos verzet tegen het moederland was .....
Heb je alle zinnen af kunnen maken?
Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot.
Beoordeling
Je docent let er bij de beoordeling op dat de zinnen op de juiste manier zijn afgemaakt. Lever je zinnen in bij je docent.
Begrippenlijst
Imperialisme
Als een land veel invloed heeft in andere landen spreek je van imperialisme.
Onafhankelijkheidsbeweging
Bewegingen in ontwikkelingslanden die als doel hebben los te komen van het moederland.
Moederland
Een land dat koloniën heeft. Nationalistische groepen in de koloniën na 1900 streefden naar zelfstandigheid, los van het moederland.
Nationalisme
Het streven (van koloniën) om los te komen van het moederland, om een eigen land te hebben.
Ghandi
Mahmatma Ghandi was de bekendste voorvechter van geweldloos verzet tegen het koloniale moederland in India.
Dekolonisatie
Het zich losmaken van het moederland.
Politionele acties
Optreden van het Nederlandse leger in Indonesië. Doel was Indonesië als kolonie te behouden. Nederland verloor de strijd en Indonesië werd onafhankelijk.
Nederland na WO II
Intro
Nederland na de Tweede Wereldoorlog
In deze opdracht bekijk je hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog verging.
Belangrijk zijn:
de wederopbouw,
de ontzuiling,
de roep om meer inspraak,
de opbouw van de verzorgingsstaat,
het ontstaan van de consumptiemaatschappij
de gasvoorziening.
Hoe zag Nederland er uit na de oorlog?
Welke problemen hadden de mensen en welk land was bereid om te helpen?
Bespreek het na het kijken met een klasgenoot.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de term wederopbouw omschrijven.
met behulp van een voorbeeld duidelijk maken wat wordt bedoeld met verzuiling.
omschrijven wat wordt bedoeld met ontzuiling.
een protestbeweging noemen die opkwam voor gelijke rechten voor vrouwen.
een politieke partij noemen die streefde naar meer democratie.
de begrippen verzorgingsstaat en sociale zekerheid omschrijven.
de rol van Willem Drees omschrijven bij de opbouw van de verzorgingsstaat.
met voorbeelden uitleggen hoe Nederland veranderde in een welvaartsstaat.
uitleggen waarom de gasvoorraad in Groningen wel de 'kurk' genoemd wordt waarop de Nederlandse welvaart drijft.
minimaal twee alternatieve, duurzame energiebronnen noemen.
Stap 1: Wederopbouw
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina's
In 1966 werd D66 (Democraten '66) opgericht. D66 streefde hervorming na.
Bijvoorbeeld directe democratie, met een gekozen minister-president. D66 streed ook voor vrouwenemancipatie en voor meer aandacht voor het milieu.
Gebruik de informatie uit de Kennisbank en internet.
Geef antwoord op de volgende vragen.
Stap 3: Provo
In 1965 werd Provo opgericht. Provo is afgeleid van provoceren, wat uitdagen betekent. Provo was een beweging die de gevestigde macht provoceerde.
Met vaak grappige en geweldloze acties kwamen zij op voor de vrijheid van meningsuiting en voor verdere democratisering.
Provo's wilden meer inspraak en medezeggenschap in het bestuur. Maar de provo’s hielden zich ook bezig met ‘vrije liefde’ en met het milieu. Na 2 jaar hief de beweging zichzelf op. Hun doel, het wakker schudden van de macht, was voor een belangrijk deel bereikt.
Stap 4: Popmuziek
In de jaren 60 van de twintigste eeuw werden nieuwe muziekstijlen populair.
Bijvoorbeeld de Rock ’n Roll van Elvis Presley, maar de grootste sensatie was wel de muziek van 'The Beatles'.
The Beatles was een muziekgroep uit Engeland die totaal andere muziek maakten dan tot dan toe gebruikelijk was.
The Beatles werden enorm populair. Toen ze in Nederland op bezoek kwamen, ging iedereen uit z’n dak. Bij een rondvaart door de Amsterdamse grachten stonden duizenden fans The Beatles toe te juichen.
Bekijk een stukje van de volgende videoclip:
Een bekende Nederlandse muzikant uit de jaren ’60 is Boudewijn de Groot.
Zijn eerste hit was ‘Een meisje van zestien’.
Wat denken jullie?
Waarom werd dit nummer van Boudewijn de Groot juist in de jaren 60 een hit? Bespreek het met een klasgenoot.
Willem Drees was minister-president na de Tweede Wereldoorlog.
Onder zijn leiding werd de verzorgingsstaat opgebouwd.
De bekendste regeling is de AOW, de Algemene Ouderdomswet.
Een van de ministers in het kabinet van Drees was Marga Klompé. Ze was de eerste vrouwelijke minister van Nederland en dankzij haar kent Nederland de Algemene bijstandswet, die ervoor zorgt dat iedereen in Nederland een minimaal inkomen heeft en dus niet meer afhankelijk is van familie of maatschappelijke organisaties. Meer over Marga Klompé lees je in de Canon van Nederland.
Een portret is een manier een persoon in beeld te brengen.
Je gaat een portret van één A4'tje van Willem Drees of Marga Klompé maken.
Verzamel informatie over:
zijn/haar persoonlijke leven.
zijn/haar werk.
zijn/haar rol in de opbouw van de verzorgingsstaat.
Zoek ook enkele afbeeldingen van de persoon.
Maak met de informatie een portret op één A4'tje.
Overleg met je docent of je het portret in moet leveren.
Zo ja, kijk dan in de gereedschapskist naar de beoordelingseisen.
Stap 6: Welvaartsstaat
De economische groei maakte van Nederland een welvaartsstaat.
Tijdvak 10 wordt de tijd van Televisie en computer genoemd.
De televisie speelde een belangrijke rol in de opbouw van de welvaartsstaat.
De televisie was één van de consumptiegoederen waar mensen geld aan uitgaven.
De televisie is ook één van de canons van de Nederlandse geschiedenis.
Bekijk ook de canonclip voor het voortgezet onderwijs.
Opdracht
In de jaren na de oorlog veranderde Nederland.
Nederland werd een welvaartsstaat of een consumptiemaatschappij.
Leg je klasgenoot uit waarom welvaart en consumptie bij elkaar horen.
Stap 7: Energiebehoefte
De economische groei maakte van Nederland een welvaartstaat.
Door de economische groei was er veel behoefte aan energie.
ls eindproduct maak je de toets 'Nederland na WO II'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt vervolgens jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Wederopbouw
De periode na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland wordt opgebouwd.
Verzuiling en ontzuiling
Nederland was een verzuild land. Iedere groep leefde in zijn eigen zuil. Vanaf de jaren 60 komt daar een einde aan: ontzuiling.
Protestbeweging
Nederland kreeg in de jaren 60 van de vorige eeuw te maken met verschillende protestbewegingen. De bewegingen wilden meer democratie of gelijke rechten voor vrouwen.
Verzorgingsstaat
De wetten die er samen voor zorgen dat mensen in geval van ouderdom of ziekte een uitkering krijgen worden samen de sociale zekerheid genoemd. Door deze sociale zekerheid wordt Nederland een verzorgingsstaat genoemd.
Welvaartsstaat
Na de Tweede Wereldoorlog ging het economisch steeds beter in Nederland. Mensen kregen meer te besteden. Nederland wordt een welvaartsstaat.
Gasvoorraad
In Groningen zit een grote gasvoorraad in de grond.
De gasvoorraad is voor Nederland een belangrijke inkomstenbron. Maar de gasvoorraad is eindig.
Daarom wordt er steeds meer gebruikgemaakt van alternatieve energiebronnen.
Jeugdculturen
Vooraf
Vooraf
Cultuur is de manier waarop mensen leven. De manier waarop zij zich kleden, muziek waar zij naar luisteren, de regels waar zij zich aan houden en nog veel meer zaken. In Nederland hebben veel jongeren ook een eigen cultuur, een jeugdcultuur.
Welke 5 woorden komen er in je op als je aan jeugdculturen denkt?
Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
Na deze opdracht
kun je het begrip jeugdcultuur omschrijven.
kun je minimaal drie kenmerken noemen waarop jeugdculturen kunnen verschillen.
kun je minimaal drie voorbeelden van jeugdculturen noemen.
Eindproduct
Als eindproduct maak je een kwartet over de verschillende jeugdculturen in Nederland.
Activiteiten
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt herkennen dat er verschillen bestaan binnen jeugdculturen.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bekijkt samen met een klasgenoot een video over jeugdculturen. Jullie bespreken samen de verschillende culturen binnen jullie klas.
Stap 2
Je leert hoe jongerengroepen zich van elkaar onderscheiden. Je krijgt 10 beschrijvingen van jeugdculturen. Je kiest er een paar uit en leest de informatie. Deze heb je wellicht nodig voor de eindopdracht.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen hebben te maken met jeugdcultuur.
Eindopdracht
Je maakt samen met een of meerdere klasgenoten een kwartetspel over jeugdculturen. Jullie proberen het spel uit en laat het beoordelen door de docent.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een kwartetspel.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Stap 1: Jeugdculturen
De manier waarop mensen leven in Nederland kan erg verschillen.
Er zijn veel soorten culturen in Nederland.
Niet alleen tussen groepen volwassenen zijn er verschillen,
ook tussen jongeren.
Bekijk de volgende videos.
Bespreek de inhoud van de filmpjes met een klasgenoot.
Wat vind jij: hebben jij en je klasgenoot dezelfde cultuur?
Welke culturen komen er in jullie klas voor?
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de verschillende culturen?
Stap 2: Van Alto tot Sjonnie en Anita
Er zijn verschillende soorten jeugdculturen.
Op de website van SchoolTV vind je veel informatie over jeugdculturen.
Hieronder zie je 10 beschrijving van jeugdculturen.
Kies er twee of drie uit en scan de informatie over die jeugdculturen.
Jeugdcultuur van kaalhoofdige hardcore dansers in trainingspakken.
De gabbercultuur ontstond in de jaren ’90 in Nederland.
Gabber was toen erg populair, dankzij bijvoorbeeld DJ Paul Elstak en Charlie Lownoise en Mental Theo.
Over gabbers bestaan veel misverstanden en vooroordelen: ze zouden racistisch zijn en veel drugs gebruiken.
Dat kan natuurlijk niet zonder meer van alle gabbers gezegd worden.
Wat alle gabbers met elkaar gemeen hebben is hun liefde voor hardcoremuziek.
Dit is een soort housemuziek maar met een veel hoger tempo.
Daardoor moet je op deze muziek heel snel dansen.
De meeste gabbers dansen op deze muziek door hun benen naar voren te schoppen (hakkuh).
Daarbij gebruiken ze de armen vaak om te zwaaien of te wijzen.
Uiterlijk
Omdat het lekker zit bij het dansen dragen veel gabbers daarbij een trainingspak en sportschoenen.
Ook scheren sommige gabbers hun hoofd kaal, zodat het tijdens het dansen niet in de ogen kan komen.
Vrouwelijke gabbers hebben hun haar vaak in een strakke staart.
Het uiterlijk van een gabber is dus op het dansen aangepast.
Drugs
Het is erg vermoeiend om lang op hardcoremuziek te dansen.
Daarom gebruiken sommige gabbers speed of xtc.
Daardoor kunnen ze langer doorgaan zonder moe te worden.
Dit wordt echter lang niet door alle gabbers gedaan.
Aandacht
De gabbercultuur is nu niet zo populair meer.
De afgelopen tijd is de gabbercultuur vooral op een negatieve manier in de media gekomen.
Gabbers worden vanwege hun uiterlijk vaak voor Neonazi’s aangezien.
Doordat sommige gabbers kaal zijn, Lonsdale-kleding dragen met soms een Nederlandse vlag erop,
enken mensen dat ze tegen buitenlanders zijn.
Niet alle gabbers gaan evenveel mee in de kenmerken die hierboven staan.
Sommige houden alleen van de muziek en doen er verder niets mee.
De meeste gabbers worden dan ook niet graag geassocieerd met skinheads.
Zwarte kleding, make-up, hoog opgetoupeerde kapsels en een niet-actieve houding
Gothic, niet te verwarren met gotiek (een bouwstijl van de twaalfde tot de vijftiende eeuw),
verwijst naar de ´gothic novel´: een romantisch genre in de Engelse literatuur.
Dit genre valt op door zijn nadruk op duisternis, mysterie en griezelverhalen.
Romantiek en pijn in combinatie met een interesse voor het mystieke en occulte zijn de kenmerken van gothic.
Het imago speelt een grote rol bij gothic: veelal zwarte kleding, make-up,
hoog getoupeerde kapsels en een niet-actieve houding.
Muziek
De kenmerken van de gothic-muziek zijn duidelijk: duistere, occulte teksten,
breed uitwaaierende gitaren, trage, galmende ritmes en een sinistere grafstem of een hoge operastem.
Bekende Gothic-bands zijn: Nightwish, Sisters of Mercy, Bauhaus, Cyborg Attack, Suicide Commando,
Diary of dreams, Diorama, Death in June, Current 93, Ostara, Converter, Morgenstern.
De Nederlandse koploper binnen dit genre is Within Temptation.
Met de single Ice Queen stond deze band hoog in de hitparades.
Ontstaan
In Nederland ontstond de Gothic-scene in de jaren tachtig van de twintigste eeuw.
De beweging waaide over uit Engeland.
Sombere teksten, trage, galmende ritmes en bombast waren de belangrijkste kenmerken van bands als Sisters of Mercy,
Killing Joke, Joy Division, Depeche Mode of Bauhaus.
De bloeiperiode was intens maar kort. Halverwege de jaren tachtig verloor de stroming aan populariteit.
De scene trok zich terug in het clubcircuit, waar de liefhebbers elkaar sindsdien af en toe ontmoetten op feesten.
In Duitsland trekken duizenden volgelingen elk jaar naar het Wave Gothic Treffen in Leipzig,
het grootste festival in dit genre.
Levensstijl
Gothic is meer dan een muziekstroming. Het is een levensstijl,
waarin de muziek en het imago worden gekoppeld aan een voorliefde voor romantische horror, fetisjisme of zelfs kinky seks.
Sinds het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw leeft het genre weer enigszins op.
Uit Hollywood komen gotische films als Interview with a Vampire.
Bekende artiesten als Madonna en Nine Inch Nails maken gothic videoclips waarin geflirt wordt met absinth
(een drank die dodelijk kan zijn) kraaien en zwarte magie.
Nederlandse zalen organiseren regelmatig zeer succesvolle Industrial wave parties en Gothic dance nights.
De meeste gothic-liefhebbers dragen donker gekleurde of zwarte kleding.
Nekbanden, piercings, een witgepoederd gezicht, zwarte oogschaduw,
het hoort allemaal bij het image van een gothic-liefhebber.
Een nog altijd populaire jeugdcultuur uit de jaren '80.
De hardrockscene is een overblijfsel uit de jaren 80 maar nog steeds zeer populair.
De kledingstijl is niet veranderd: een te vaak gewassen zwart T-shirt met een spijkerbroek of een legerbroek.
Daaronder worden meestal legerkisten gedragen.
Hardrockers hebben vaak lang haar. Ze lijken veel op alto's en worden daar vaak mee verward.
Ze zien er soms ongewassen uit met vies lang haar.
Muziek
Er bestaan veel hardrock cafés, bijv. het commerciële Hard Rock Café.
De muziek bestaat meestal uit gitaar, drum, zang en bas.
De hardrockconcerten en –festivals zoals Woodstock,
Rock Werchter en Lowlands worden door veel mensen bezocht.
Mensen dansen en springen wild, springen van het podium in de menigte (stagediven)
of laten zich door het overige publiek op handen dragen (crowdsurfen).
De favoriete muziek is Sepultura, Cradle of Filth, Black Sabbath, the Gathering, Tiamat, Type O Negative, My Dying Bride.
Tijdloos
De verwachting is dat deze jeugdcultuur nog wel enige tijd zal blijven bestaan.
De muziek lijkt relatief tijdloos, omdat er steeds weer nieuwe aanhangers komen van de hardrock.
De muziek is trouwens veel moeilijker te spelen dan muziek uit de latere jeugdculturen.
Daardoor trekt het meer trouwe fans aan.
De populaire naam voor alternatievelingen; de moderne hippies
Deze groep bestaat al lang. Het zijn eigenlijk moderne hippies zonder de hippienormen en -waarden.
De alto's houden van dezelfde soort muziek en hebben evenals de hippies een alternatieve kledingstijl.
Hier houdt de vergelijking meteen op. Hippies hadden veel idealen; de alto heeft er bijna geen.
Alto is een afkorting van alternatief. Jongeren die zich alto noemen, willen dus anders zijn dan de rest.
Ze uiten dat vooral in hun uiterlijk. Niet alle alto’s gaan even ver in hun alternatieve stijl,
maar een aantal kenmerken kunnen we wel noemen.
Uiterlijk
De kleding is over het algemeen wijd en vaak donker of apart van kleur. Broeken hebben vaak wijde pijpen.
Daaronder worden vaak kisten of Dr. Martens gedragen.
Voor de alto geldt dat het niet uitmaakt, als het maar onconventioneel is.
Datzelfde geldt voor haar en make-up. Hoewel alto’s niet zo radicaal zijn als de punkers, zijn ze wel herkenbaar.
Hun haar is vaak lang (ook bij jongens) en soms gekleurd.
Meisjes en jongens maken soms gebruik van make-up: ze kleuren dan bijvoorbeeld hun ogen en hun nagels zwart.
Ze gaan hierin echter niet zover als de gothics.
Details
Alto’s vallen vaak op door details. Ze dragen vaak aparte en opvallende sieraden en piercings.
Of ze vallen op door aparte kledingaccenten; twee verschillende kleuren panty’s, felle schoenveters en broekkettingen in signaalkleuren bijvoorbeeld.
Muziek
Ook in hun muziekvoorkeur willen Alto’s anders zijn dan de massa.
Ze trekken zich weinig aan van trends op TMF en luisteren vaak naar rock of grunge.
In discotheken kom je dan ook weinig alto’s tegen. Alto’s zijn wel vaak te vinden op rockconcerten en –festivals, cafés en coffeeshops.
Er wordt door veel alto’s geblowd. Dit doen ze niet zoals de gabbers om extra lang te kunnen dansen,
maar om te ontspannen.
Geen wereldverbeteraars
Alto’s zijn vaak erg bezig met de wereld en de maatschappij.
Ook de dood wordt vaak besproken.
Hier hangt vaak een enigszins pessimistische stemming; de meeste alto’s zijn geen wereldverbeteraars.
Dit pessismisme komt ook vaak terug in de muziek die ze luisteren en maken.
Alto’s hebben vaak een creatieve aanleg en ze zitten dan ook vaak in bandjes of maken tekeningen of schilderijen.
Uitzonderingen Sommige alto’s zijn alleen alternatief in hun kledingstijl en gaan verder niet mee in de overige kenmerken.
Bovenstaande tekst is dus niet op alle alto’s van toepassing.
Maar het geeft wel een beeld van kenmerken die een alto kan bezitten.
Mensen die hun status van zeer welgesteld graag uitdragen.
Sommige welgestelde mensen laten graag merken dat ze het goed hebben.
Dat doen ze dan bijvoorbeeld door hun kleding, eigendommen en sport af te stemmen op hun inkomen.
Zulke mensen worden ook wel kakkers genoemd.
Kakkers kun je vaak herkennen aan hun kleding: een duur merk, bijvoorbeeld Lacoste of McGregor.
Ze hebben rijke ouders en praten bekakt.
Sommige kakkers spreken gewoon Algemeen Nederlands, maar gebruiken in plaats van de gewone r een Gooise r.
Deze klinkt langer en Amerikaanser dan een normale r.
Ze spelen sporten die relatief duur zijn, zoals paardrijden, tennis of hockey.
Over het algemeen maken ze vrienden binnen dezelfde kringen,
omdat leden van andere groepen zich niet zo bij hen thuis voelen.
Niet altijd een kakker
Natuurlijk zijn lang niet alle kinderen van rijke ouders kakkers.
Sommige voelen zich helemaal niet thuis tussen merkkleding of dure auto’s en
zouden net zo goed bij een andere jeugdcultuur kunnen horen.
En niet alle welgestelden vinden het belangrijk om anderen te laten merken dat ze rijk zijn.
Een kind van rijke ouders is dus niet per se een kakker.
Jeugdcultuur met geëngageerde rap als muziekuiting
Bij hiphop denk je waarschijnlijk meteen aan de populaire muziekstijl.
Hiphop is echter meer dan muziek. Hiphop heeft getto’s geholpen zich te emanciperen.
De cultuur heeft ervoor gezorgd dat de onderklasse en mensen uit achterbuurten een stem kregen.
Tegenwoordig is hiphop meer een levensstijl. Hiphop ontstond in de Afro-Amerikaanse wijken van New York in de jaren ’70.
De Jamaicaan Kool Herc begon op straatfeestjes met het rijmen van tekst op reggaemuziek.
Ook gebruikte hij hierbij draaitafels. Hij werd de eerste MC: master of ceremony.
Hiphopmuziek vindt zijn oorsprong eigenlijk in de bluesmuziek.
Beide hebben een boodschap, alleen wordt deze bij hiphop via rap overgebracht.
Rap
Rappen is het uitspreken van rijmende tekst op de maat van de muziek. Hierbij vindt veel improvisatie plaats.
Rappers kunnen de tekst vaak ter plekke verzinnen. Daarom worden rappers ook wel als woordkunstenaars gezien.
Sommige rappers kunnen zelf voor ritmische begeleiding zorgen door te beatboxen:
met hun mond maken ze allerlei geluiden die samen een beat vormen.
Rappers worden ook wel MC’s genoemd.
Er bestaan zelfs wedstrijden waarbij twee MC’s elkaar onder de tafel proberen te rappen.
Breakdancer
De manier van dansen die bij hiphop hoort is breakdance. Het is een manier van dansen waarvoor je heel lenig moet zijn.
Breakdancers draaien op hun hoofd, rug en liggend om hun eigen as.
Breakdancers worden ook wel B-boys en B-girls genoemd.
In het begin werd breakdance gebruikt om geschillen tussen gangs op te lossen.
Het werd vooral op straat gedaan. Tegenwoordig is breakdance een erkende dansstijl.
Er bestaan zelfs dansscholen die breakdanceles geven.
Turntablism
Een ander kenmerk van de hiphopmuziek is het gebruik van draaitafels.
Bij hiphop is er een dj die gebruik maakt van twee draaitafels (turntables).
Hij bepaalt het ritme, de geluiden en de beats. Dingen die de turntabler kan doen zijn bijvoorbeeld:
beat juggling: de beats van twee platen worden afgewisseld.scratching: het handmatig op en neer draaien van de plaat.
Hierdoor ontstaat een krassend (scratchend) geluid wat leuke effecten aan de muziek kan geven.
Graffiti
Het bespuiten van muren en treinen begon eind jaren ’60, begin jaren ’70 in Afro-Amerikaanse buurten.
Jongeren lieten hun tag (handtekening) achter en de tekeningen werden steeds groter en uitgebreider.
De introductie van de spuitbus maakte het allemaal wat makkelijker.
In de jaren ’80 werd graffiti steeds meer geaccepteerd als kunstvorm.
Toch blijft graffiti een vorm van straatkunst die vooral hoort bij de hiphopcultuur.
Muziek
Vanwege de achtergrond van de hiphopcultuur zijn veel aanhangers van Afrikaanse afkomst.
Maar ook bij blanke westerlingen is hiphop populair.
Dat komt omdat in hiphop veel stijlen met elkaar worden vermengd.
Hiphop kent namelijk ook invloeden vanuit de rock- en popmuziek.
Dat zie je terug bij bands als The Black Eyed Peas.
De bijpassende kleding is vaak baggy en oversized.
Elke hiphopper gaat anders met deze kenmerken om.
Deze tekst is dus geen toetssteen voor alle hiphoppers.
Jeugdcultuur met wild gekleurde hanekammen en veel protestgeluiden.
Punkers willen zich losmaken van de gevestigde cultuur.
Ze hebben een hekel hebben aan autoriteiten en willen graag anders zijn dan iedereen.
In de jaren ’80 begint deze jeugdcultuur in Nederland populair te worden. Nu is het eigenlijk alleen nog een stijl.
Punk was eigenlijk een boze reactie op muzikale en maatschappelijke achteruitgang.
Eén van de manieren waarop sommige punkers tegen de regels in gingen was kraken.
Kraken is het illegaal bewonen van leegstaande ruimte.
Ze woonden daar dan in hun eigen stijl, totdat de politie hen eruit gooide.
Vaak ging dat gepaard met geweld.
Muziek
De punkcultuur heeft een typisch eigen muzikaal geluid. De muziek is vooral bedoeld om te shockeren.
Over het algemeen klonk het rauw en snel met veel gitaren.
Het hoefde niet mooi te zijn, maar vooral rebels. De bekendste band uit deze punktijd is de Sex Pistols.
In Nederland is Doe Maar een bekende punkband geworden.
Punkbands gingen over het algemeen niet in zee met grote platenmaatschappijen:
punkers waren namelijk tegen het kapitalisme en commercie.
Punkmuziek werd daarom vaak bij kleine ondernemingen uitgebracht.
Kleding
Ook met hun kleding onderscheidden punkers zich van anderen.
Punkers kochten hun kleding meestal niet in gewone winkels, maar bijvoorbeeld tweedehands.
Of ze maakten de kleding zelf. Vaak versierden ze hun kleren met allerlei accessoires.
Buttons, veiligheidsspelden, kettinkjes en kurken waren populair.
Wat bijna iedere punker in zijn kast had hangen was een leren jas.
Elke combinatie was mogelijk; als het maar onconventioneel was.
Make-up
Voor make-up gold hetzelfde. Vooral punkmeisjes maakten zich heel opvallend op:
zwart en paars waren hierbij populaire kleuren. De ogen en de lippen werden vaak heel heftig opgemaakt.
Soms werden er zelfs tekeningen in het gezicht gemaakt.
Ook jongens deden wel eens make-up op in die stijl, vooral bij concerten.
Haar
Het haar van een punker was één van zijn belangrijkste kenmerken. Niets was te gek.
Sommige punkers zetten hun haar recht overeind in een hanenkam of in verschillende pieken.
Vaak in de gekste kleuren, zoals groen of roze. Ook toupeerden veel punkers het haar op een heftige manier.
Knippen en kleuren deden punkers niet bij de kapper; ze knipten hun eigen haar of deden het bij elkaar.
Drugs en drank
De mate waarin punkers drank en drugs gebruikten, verschilde:
sommige gebruikten helemaal niets, anderen juist weer elke dag.
Maar over het algemeen was bier een echt punkersdrankje.
Ze dronken het niet alleen, ze gooiden het ook over elkaar heen bij concerten.
Het drugsgbruik onder punkers verschilde per persoon en per regio.
Blowen, speed en heroïne waren in sommige gebieden erg populair onder punkers.
Sommige punkers gingen daar heel erg ver in: sommige zijn er zelfs aan doodgegaan.
Punk vandaag
Tegenwoordig is punk meer een stijl dan een cultuur.
Veel jongeren die nu punker zijn, nemen slechts sommige dingen uit de oude punkcultuur over,
zoals de haardracht, maar gebruiken geen drugs of drank.
Iedere punker is verschillend en gaat op een andere manier met bovenstaande kenmerken om.
Strebers die meestal niet aan uiterlijk vertoon doen.
Nerd: jongen met bril en lelijke kleding
Nerds geven niet om hun kleding of haardracht.
Wat ze dragen mag rustig 10 jaar oud zijn, als het maar lekker zit.
Hun haar kan geknipt zijn door iemand die geen kapper is.
Het is vaak één kant op gekamd of met een duidelijke scheiding in het midden.
Typische nerds dragen een das op een gestreept overhemd, dat tot bovenaan is dichtgeknoopt.
Veel nerds houden niet van sport en lopen slungelig. Hun schoenen zijn van een vaag sportmerk of van leer.
Ze besteden weinig aandacht aan hun uiterlijk, maar wel aan hun huiswerk.
De meeste nerds vinden hun schoolcijfers belangrijk.
Ze besteden uren aan hun huiswerk om de hoogste cijfers van de klas te halen.
Onderling praten ze ook veel over hun vakken. Op die manier kunnen ze nog meer leren,
want de meeste nerds willen graag naar de Universiteit.
Games
Als nerds niet leren, spelen ze graag computerspelletjes.
In deze games kunnen ze hun fantasie de vrije loop laten.
Het is een misverstand te denken dat nerds van klassieke muziek, van folkmuziek of van top 40 houden.
Nerds luisteren meestal niet naar muziek.
Ook houden de meeste nerds zich tot ze volwassen zijn verre van drank en drugs.
Rolmodel
Beroemde nerds, als Bill Gates, zijn de toonaangevende figuren.
Bill draagt nog steeds geen dure kleding, hij schijnt zelfs toeristenklasse te vliegen.
Van criminaliteit betichte groep en voorlopers van gabbers, Denk aan New kids.
Sjonnie en Anita’s worden gezien als de voorgangers van de gabbers.
Ze dragen dezelfde kleding, voornamelijk trainingspakken. Maar het kledingmerk is minder belangrijk.
Ze hangen ook rond in parken, bij zwembaden en op de kermis (overdag).
Ze worden soms ook wel kampers genoemd, omdat woonwagenbewoners ook vaak in de Sjonnie en Anita-groep vallen.
De naam Sjonnie en Anita is bedacht door mensen die deze types voor gek wilden zetten.
Men gaf hen de schuld van de criminele activiteiten in hun buurt. De namen zijn gekozen omdat ze heel gewoon zijn.
Criminelen
In sommige buurten zijn wel blaadjes uitgedeeld waarin verklaard werd,
dat het allemaal criminelen zijn. Ze zouden met hun fietsen de parken vernielen.
Natuurlijk is het wat al te kort door de bocht om Sjonnie's en Anita's op die manier te veroordelen.
Positief
Gelukkig hebben de media de positieve kanten van Sjonnie en Anita opgepikt door hun muziek,
de oude versie van hardcore (house). De groep won zo aan populariteit en ontgroeide z'n criminele verleden.
Muziek
Sjonnie en Anita houden ook van typisch Nederlandse muziek, zoals nummers van:
Anita Meyer, Marianne Weber en Frans Bauer. Die muziek heeft wel wat weg van schlagermuziek.
Ze drinken graag bier en gebruiken nauwelijks pillen. Hun kapsel verschilt van dat van de gabbers.
Ze dragen een 'matje', lang haar in de nek en kort geknipt van voren.
Met wijde kleren op het skateboard
Skater
Skaters rijden op inline skates, skateboards of allebei.
Ze zijn vaak te vinden op de skatebaan in wijde en comfortabele kleding.
Deze jeugdcultuur heeft zijn roots in de Verenigde Staten.
De skatecultuur is erg individualistisch. Dit komt doordat iedere skater anders is.
Hierdoor zijn skaters ook heel tolerant tegenover andere stijlen en culturen.
Kleding Skaters dragen hun eigen type kleding die ze kopen in speciale skateshops.
De kleding is erg wijd, zodat je er makkelijk in kunt skaten.
Het uiterlijk is belangrijk voor een skater: hoe wijder hoe beter.
Een paar populaire merken zijn Stussy, Split en Third Rail.
Schoenen zijn van het merk Airwalks, speciale Vans of Fila.
De schoenen moeten makkelijk zitten en goed aanvoelen op het skateboard.
Muziek
Skaters luisteren graag naar hardrock.
De muziek die op de skatebaan veel wordt gedraaid ligt daarom in het genre van Limp Bizkit en Sum 41.
Toch zijn er ook andere hardrockliefhebbers. Zij skaten zelf niet,
maar hebben wel vaak vrienden die skaten.
Tijdens concerten is 'crowdsurfing' een gebruikelijke activiteit.
Underground
Net als hiphoppers vormen skaters een underground cultuur.
De media besteden er niet veel aandacht aan, omdat de kledingindustrie dat al doet.
Skaters zijn bij het beluisteren van hardrock geïnteresseerd in de teksten.
De teksten vormen het belangrijkste deel van deze muzieksoort.
Waarom? Hardrock en punk hebben allebei altijd een rebels opzicht hebben gehad ten opzichte van het burgerlijke.
Het zijn altijd muziekstromingen geweest waar gedachtegangen vrij werden uitgesproken,
meningen en visies op een betere toekomst werden en worden nog steeds gedeeld in deze muziekstroming.
Stap 3: Eindproduct
Werk samen met twee of drie klasgenoten.
Jullie maken samen een kwartet over jeugdculturen.
Bekijk hoe je een kwartet maakt in de gereedschapskist.
Bekijk ook hoe een kwartet beoordeeld kan worden.
Verdeel de tien jeugdculturen (zie stap 2) over de leden van je groepje.
Maak duidelijke afspraken over hoe de kaarten er uit moeten zien en wanneer ze klaar moeten zijn.
Verdiep je in de jeugdculturen waar jij een kwartet over moet maken en maak de kaarten.
Voeg al jullie kwartetkaarten samen, en speel het spel.
Klaar?
Laat het kwartet beoordelen door jullie docent.
Een kwartetspel is een creatieve manier om informatie te presenteren.
Wereld in blokken
Intro
De wereld verdeeld in twee blokken
In deze opdracht onderzoek je hoe na WO II nieuwe spanningen ontstonden.
Amerika, Engeland en Rusland hadden Duitsland verslagen.
Maar er was veel wantrouwen tussen de overwinnaars ontstaan.
Was de Derde Wereldoorlog in zicht?
Kijk naar de video over de Koude Oorlog. Bespreek met een klasgenoot waarom er werd gesproken over een Koude Oorlog tussen Amerika en de Sovjet-Unie.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven in welke twee blokken de wereld na 1945 werd verdeeld.
het begrip wapenwedloop beschrijven.
uitleggen waarom de NAVO en het Warschaupact werden opgericht.
omschrijven wat de economische verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
omschrijven wat de politieke verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
uitleggen waarom de vijandschap tussen Amerika en Rusland een Koude Oorlog wordt genoemd.
uitleggen wat de Koreaoorlog en de Vietnamoorlog met de Koude Oorlog te maken hadden.
de rol van de Berlijnse Muur bij het einde van de Koude Oorlog beschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbankitems 'Wereld in blokken' en 'Wapenwedloop' en beantwoordt vragen.
Stap 2
Je leest in de Kennisbank over de politieke en economische verschillen tussen Amerika en Rusland.
Stap 3
Je onderzoekt de overeenkomsten en verschillen tussen de conflicten in Korea en Vietnam.
Stap 4
Je kijkt hoe er een einde komt aan de Koude Oorlog en brengt in beeld welke rol de Berlijnse Muur gespeeld heeft.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbankitems en de begrippen die passen bij deze opdracht.
Eindproduct A
Als eindproduct maak je de toets 'Wereld in blokken'.
Eindproduct B
Je leest het verhaal over Kim Phùc in 'Kinderen die wereld hebben veranderd' en maakt bij dat verhaal een eindproduct naar keuze.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 uur nodig.
Als je kiest voor eindproduct B heb je waarschijnlijk meer tijd nodig!
Stap 1: Einde Tweede Wereldoorlog
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina's
Rusland en Amerika dachten verschillend over de inrichting van hun land.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de twee pagina's over economie en politiek in het Westen en Oosten.
Maak de opdracht.
Vergelijk na het maken van de opdracht jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?
Stap 3: De hete Koude Oorlog
De vijandschap tussen Rusland en Amerika is bekend geworden als de Koude Oorlog. Daar heb je al een video over gekeken in de inleiding.
De Koude Oorlog wordt zo genoemd omdat Amerika en Rusland nooit direct tegen elkaar gevochten hebben. Beide landen bemoeiden zich wel met bijna alle gewapende conflicten na 1945.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de oorlogen in Korea en Vietnam.
De Berlijnse Muur is een belangrijk symbool van de Koude Oorlog.
Werk samen met een klasgenoot.
Je gaat een A4-postertje van de Berlijnse Muur maken.
Zoek op internet informatie en afbeeldingen:
over de bouw van de Berlijnse Muur.
over de ligging van de Berlijnse Muur.
over het leven aan beide zijden van de Berlijnse Muur.
over de val van de Berlijnse Muur.
Maak met de info en afbeeldingen een A4-poster over de Berlijnse Muur.
Klaar?
Laat jullie poster zien aan enkele klasgenoten. Vraag om commentaar.
Overleg met je docent of je de poster ook in moet leveren. Zo ja, kijk dan in de Gereedschapskist hieronder naar de beoordelingseisen in de rubric.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Eindproduct A: Toets Wereld in blokken
Als eindproduct maak je de toets 'Wereld in blokken'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt vervolgens jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd' staan verhalen over kinderen van wie de rechten zijn geschonden. Ze hebben daardoor de aandacht gevestigd op een probleem in onze maatschappij.
Een van deze verhalen gaat over Kim Phúc. Kim Phúc (1963) was negen jaar toen haar dorp tijdens de Vietnamoorlog werd gebombardeerd met napalm. Haar kleren vatten vlam. Ze deed ze uit en zetten het op een rennen. De foto die toen van haar is gemaakt, verbijsterde de wereld en heeft het eind van de oorlog waarschijnlijk dichterbij gebracht. Al jaren reist Kim de wereld rond om vrede te prediken.
Download en lees nu het verhaal uit het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd': Kim Phúc.
Kinderrechten
Mensenrechten zijn in diverse wetten en verdragen vastgelegd.
Ze gelden in Nederland en in de rest van de wereld - voor iedereen en voor altijd.
Dankzij deze rechten kunnen mensen een volwaardig bestaan opbouwen.
Omdat kinderen speciale behoeften hebben, bestaan er ook kinderrechten.
Helaas wordt er niet overal even netjes met deze rechten omgegaan.
Ga naar de website met de klikplaat mensenrechten en bekijk welke mensenrechten er zijn. Klik op de verschillende afbeeldingen en lees de informatie.
Het verhaal van Kim Phùc gaat over een meisje dat slachtoffer is van een bombardement tijdens een oorlog.
Bij dit verhaal speelt in ieder geval het volgende kinderrecht een rol:
art 38: Als het oorlog is, moet de overheid jou extra beschermen.
Soldaten zijn bij voorkeur boven de achttien en als je jonger bent dan vijftien mag je niet in het leger.
Zijn er volgens jou nog meer (kinder-)rechten die betrekking hebben op het verhaal van Kim Phùc? Zo ja, schrijf ze op.
Kinderen getroffen door oorlog
Kim Phúc werd getroffen door de oorlog in Vietnam toen ze 9 jaar oud was. Zij is meerdere keren geopereerd, maar ondervindt nog steeds gezondheidsproblemen. Kim woont momenteel in Canada en heeft daar een eigen Stichting opgericht: Kim Foundation. Een organisatie die kinderen helpt, die slachtoffer geworden zijn van oorlogen. En dat is nodig, want er zijn nog steeds veel kinderen die leven in een oorlogssituatie.
Ga op internet op zoek naar informatie over kinderen in oorlogsgebieden.
Bezoek in ieder geval de volgende websites
- www.unicef.nl
- www.warchild.nl
In welke landen worden op dit moment veel kinderen getroffen door oorlog?
Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Kim Phúc.
Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
In je eindproduct maak je duidelijk:
welke kinderrechten een rol spelen in het verhaal van Kim Phúc.
waarom de fotograaf met de foto van Kim Phúc de World Press Photo heeft gewonnen.
wat jij vindt van het verhaal van Kim Phúc.
Voor het maken van het eindproduct kun je gebruikmaken van de gereedschapskist. Kies bijvoorbeeld voor een artikel over het leven van Kim Phúc of een brief aan Kim Phúc.
In die gereedschapskist vind je voor veel verschillende eindproducten een plan van aanpak.
Je kunt daar ook zien hoe de verschillende eindproducten beoordeeld worden.
Begrippenlijst
Koude Oorlog
Na WO II ontstaat een gespannen situatie tussen het kapitalistische Amerika en het communistische Rusland.
Vrijemarkteconomie en Planeconomie
De verschillende economische systemen in Rusland (planeconomie) en Amerika (vrijemarkteconomie).
NAVO en Warschaupact
Militaire bondgenootschappen van Amerika en West-Europa (NAVO) en Rusland en Oost-Europa (Warschaupact).
Wapenwedloop
Om tijdens de Koude Oorlog een evenwicht in bewapening te hebben tussen West en Oost produceerden beide kanten atoomwapens. De blokken boden tegen elkaar op: er is sprake van een wapenwedloop.
West-Duitsland (BRD) en Oost-Duitsland (DDR)
Na de Tweede Wereldoorlog viel Duitsland in twee delen uiteen.
Berlijnse Muur
Om te voorkomen dat burgers van de DDR naar het Westen vluchtten via West-Berlijn besloot de regering van de DDR een muur aan te leggen tussen Oost- en West-Berlijn.
De val van de muur staat symbool voor het einde van de Koude Oorlog.
Wereld in blokken - Conflicten
Vooraf
Welke 5 woorden komen er in je op als je aan de Koude Oorlog denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
De Koude Oorlog wordt de Koude Oorlog genoemd,
omdat er nooit echte oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie is uitgebroken.
Dat betekent niet dat er geen conflicten zijn geweest tussen de VS en SU.
Aan het eind van deze opdracht kun jij vertellen wat de verschillen er zijn tussen de VS en de SU
en ken je de conflicten die er tussen hen zijn geweest.
Eindproduct
Het eindproduct is een wereldkaart met daarop aangegeven de landen waar zich conflicten hebben afgespeeld tijdens de Koude Oorlog.
Stap1
Wereldkaart
Ga naar de website edit.freemap.jp.
Op de site zie je een wereldkaart.
Zoek uit hoe je de kaart kunt vergroten en hoe je landen kunt inkleuren.
Zoek op de kaart de volgende landen op.
Geef de landen de kleur die erachter staat.
Verenigde Staten (blauw)
Rusland (rood)
Duitsland (geel)
Noord-Korea (oranje)
Zuid-Korea (paars)
Vietnam (groen)
Cuba (bruin)
Download de kaart en plak de kaart in een Worddocument.
Bewaar de kaart voor het maken van het eindproduct.
Stap2
Blokkade van Berlijn
Na WOII werd Duitsland in meerdere zones opgedeeld:
een Amerikaanse zone, een Franse zone, een Britse zone en een Sovjet-zone.
De Sovjet-zone sloot zich al snel af van de andere zones.
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis
Bestudeer het onderdeel ‘Blokkade Berlijn 1948’.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Korea
Het eerste conflict waar zowel de VS als de SU bij betrokken raakten was de Korea-oorlog.
Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel ‘Korea-oorlog 1950 - 1953’.
Hieronder zeven gebeurtenissen die te maken hebben met de Korea-oorlog.
De gebeurtenissen staan niet in de juiste volgorde.
Zoek samen uit wat de juiste volgorde is.
Na WOII was Korea in twee delen verdeeld: Noord en Zuid Korea.
In 1950 liep de bezetting door de SU en de VS af.
Noord-Korea was bezet door de SU, Zuid-Korea was bezet door de VS.
Vietnam
Korea was niet het enige gebied in Azië waar er een strijd ontbrandde tussen de communisten en het Westen. Ook in zuidoost Azië, in Vietnam, ontstond er een oorlog.
Bestudeer in de kennisbank het onderdeel ‘Vietnam-oorlog 1957 - 1975’.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Cubacrisis
Het eiland Cuba was na een opstand communistisch geworden.
Het land werd financieel gesteund door de Sovjet-Unie.
Dat was de VS een doorn in het oog, vooral ook omdat het eiland zo dicht bij de VS ligt.
En Cuba was altijd een belangrijke economische partner geweest voor de Amerikanen.
In 1961 bereidde de Amerikanen een invasie voor met als doel het regime om ver te werpen.
De aanval mislukte echter.
De Sovjet-Unie reageerde hierop door schepen met kernraketten naar Cuba te sturen.
Maar de leider van de SU beloofde de kernraketten niet te gebruiken,
op voorwaarde dat de VS beloofde Cuba niet meer aan te vallen.
Zoek op internet antwoord op de volgende vragen:
Hoe heette de leider van Cuba onder wie het land communistisch was geworden?
In welke baai werd de invasie in 1961 voorbereid?
Hoe heette de president van de VS die in 1961 voorkwam dat er kernraketten vanaf Cuba op de VS werden afgeschoten?
Is Cuba tegenwoordig nog communistisch?
Stap6
Eindproduct
In stap 1 heb je een wereldkaart gedownload.
Op de kaart heb je Duitsland, Korea, Vietnam en Cuba ingekleurd.
Schrijf bij die landen een klein tekstje over het conflict dat zich daar tijdens de Koude Oorlog heeft afgespeeld.
Laat de kaart en de tekstjes zien aan een klasgenoot.
Vraag om commentaar. Geef zelf feedback op het eindproduct van de klasgenoot.
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
Jullie docent gebruikt bij de beoordeling de volgende vragen:
Staan alle landen op de kaart?
Kloppen de stukjes tekst bij de landen?
Is de kaart netjes vormgegeven.
Bevatten de tekstjes niet teveel taalfouten?
Begrippen
Luchtbrug
In de tijd van de Blokkade van Berlijn organiseerden de VS een luchtbrug van vliegtuigen die de stad dag en nacht konden bevoorraden.
Stichting BRD en DDR
In 1949 zijn de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR) opgericht.
Planeconomie
Een economisch stelsel waarbij de staat bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt. Zulke centraal geleide economieën komt men voornamelijk tegen in het communistische staatssysteem.
Blokkade Berlijn
Om de economie te stimuleren voerden de VS, Groot Brittannië en Frankrijk in hun zones de Duitse mark in. De Sovjet Unie weigerde dit ook te doen en sloten de Sovjet-zone, ofwel Oost-Duitsland af van de rest van Duitsland. De stad Berlijn was ook verdeeld in 4 zones en raakte geïsoleerd. Deze blokkade van Berlijn vond plaats in 1948.
1950 - 1953
De Korea-oorlog. Toen de bezetting (van de SU in Noord-Korea en van de VS in Zuid-Korea) afliep in 1950 kreeg het Noorden een communistische regering met steun van de Rusland. Vervolgens viel Noord-Korea het Zuiden aan. De VS en troepen uit vijftien andere landen gaven militaire steun aan Zuid-Korea.
1957 - 1975
De Vietnam-oorlog. De oorlog in Vietnam was een strijd van het leger van de VS tegen communistische strijders van Noord-Vietnam. Op het hoogtepunt van de oorlog in 1969 zaten er ruim een half miljoen Amerikaanse soldaten in het oorlogsgebied. Het leger wist de guerrillaoorlog tegen de communistische Vietcong-strijders niet te winnen.
Thema Reisweek
Vooraf
Je gaat beginnen aan het thema Reisweek.
Waar zou je naar toe gaan als zelf een reisweek zou mogen bedenken?
En wat zou je dan willen doen?
Die uitdaging ga je in dit thema aan: je bepaalt zelf waar je naar toe wilt!
In een groepje van drie of vier leerlingen stel je een reisplan voor je hele klas samen.
Je hoort van de docent in welke groep je zit of hoe de groepjes worden samengesteld.
Voor jullie aan de slag gaan met het reisvoorstel maken jullie eerst drie algemenere opdrachten over reizen. Daarna voglen nog drie opdrachten.
De laatste opdracht is het presenteren jullie het reisplan. Dat doen de andere groepjes natuurlijk ook. Daarna kiezen jullie het beste reisplan uit.
Brainstorm
Houd in je groepje alvast een brainstorm. Schrijf op waar je, volgens jullie, zoal rekening mee moet houden bij het organiseren van een reisweek.
Logboek
Het thema Reisweek begint met een inleiding. Dan zijn er drie algemene opdrachten en de afsluiting bestaat ook uit drie opdrachten.
Het is belangrijk dat jullie goed bijhouden wat gedaan is.
Om je daarbij te helpen is er het logboek gemaakt.
In het logboek geven jullie vragen op antwoorden, vullen jullie planningen in en maken jullie werkafspraken. In het logboek vinden jullie ook een werkplan waarop jullie bijhouden welke onderdelen afgerond zijn.
Het idee is dat jullie het logboek digitaal invullen.
Aan het eind van het project leveren jullie samen één ingevuld logboek in.
Dat logboek wordt beoordeeld door de docent.
Download hier het Logboek Reisweek
Blader samen het hele logboek een keer door.
Planning
Het thema 'Reisweek' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Eindproduct
Inleiding
0,5 lesuur
-
Nederlanders en vakantie
2 à 3 lesuren
Eigen keuze
Vakantie vroeger en nu
3 à 4 lesuren
Interviews
Highlights
3 à 4 lesuren
Spel
Reisvoorstel
2 à 3 lesuren
Beschrijving reis
Begroting
2 à 3 lesuren
Begroting
Presentatie voorstel
2 à 3 lesuren
Presentatie
Totaal
17 à 18 lesuren
Gebruik deze planning om in je logboek de planning van de projectweek in te vullen.
Doe dit in overleg met de docent.
Toerisme
Vooraf
Waar ga jij meestal heen op vakantie?
Leerdoel
In deze opdracht kijk je naar verschillende soorten van toerisme: dagrecreatie, vakantie en zakelijk toerisme.
Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een eindproduct met als titel 'Verschillende vormen van toerisme'. In jullie eindproduct brengen jullie de verschillende vormen van toerisme in beeld.
Jullie mogen zelf kiezen hoe jullie de verschillende manieren van toerisme in beeld brengen.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over toerisme bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden over nederlanders op vakantie en nakijken met behulp van een bron.
Stap 3
Alleen
Vragen over bron beantwoorden.
Stap 4
Samen
Eindproduct maken over verschillende soorten toerisme.
Stap 5
Samen
Eindproduct controleren en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Stap 1: Toerisme
Bestudeer in de Kennisbank de vijf pagina's met informatie over vormen van toerisme.
Naar welke landen, denk jij dat veel Nederlanders op vakantie gaan>
Schrijf drie landen op.
Vergelijk de landen die je opgeschreven hebt met de landen die je buurman/buurvrouw heeft opgeschreven.
Hebben jullie dezelfde landen opgeschreven?
Op het plaatje in de 'Bron' zie je naar welke landen Nederlanders op vakantie gaan.
Schrijf de 3 populairste vakantielanden op.
Had jij deze drie landen goed geraden?
Stap 3: Winter- en zomervakanties
Naar welke landen gaan Nederlanders zoal op vakantie?
De meeste landen worden vaker in de zomer bezocht dan in de winter. Maar dat geldt niet voor alle landen.
In de bron zie je van zeven landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Spanje en Turkije) hoeveel Nederlandse toeristen ze trekken.
Weet jij om welke landen het gaat.
Neem de cijfers over en vul achter ieder cijfer het juiste land in.
Je gaat samen met een klasgenoot aan de slag met het maken van het eindproduct. Jullie gaan een manier bedenken om de verschillende vormen van toerisme in beeld te brengen.
Bedenk samen een leuke manier om de verschillen tussen zakelijk toerisme, dagrecreatie en vakantie in beeld te brengen.
Idee:
Maak een (foto)collage van de verschillende vormen van toerisme.
Schrijf een column over de verschillende vormen van toerisme.
Maak een goede werkverdeling. Maak ook een goede planning.
En houd je allebei aan de afspraken.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Stap 5: Afronden
Kijk nog eens goed naar jullie eindproduct.
Laat jullie eindproduct zien welke vormen van toerisme er zijn?
Ziet jullie eindproduct er verzorgd uit?
Bevat jullie eindproduct niet te veel taalfouten?
Tevreden?
Laat jullie eindproduct beoordelen door jullie docent.
Logboek
In het logboek vinden jullie een pagina met vragen over deze opdracht.
Vul deze pagina in.
Begrippen
Toerisme
Het reizen in een andere omgeving dan de omgeving waarin je woont.
Actieve vakantie
Bij een actieve vakantie ben je veel op pad om dingen te zien of ergens aan mee te doen. Dit kan op sportief of cultureel gebied zijn.
Passieve vakantie
Ben je op een passieve vakantie dan doe je het juist rustig aan en geniet je van je directe omgeving. Een zon- of strandvakantie is daarvan een goed voorbeeld.
Korte vakantie
Een korte vakantie duurt minimaal één nacht en maximaal drie nachten.
Lange vakantie
Bij een lange vakantie ben je minstens vier nachten achter elkaar van huis.
Massatoerisme
Dit is grootschalig toerisme. Er zijn dan veel mensen tegelijk als toerist op dezelfde plek.
Dubbelseizoen
Twee drukke perioden voor het toerisme: in de zomer en in de winter.
Hoogseizoen
Periode waarin de meeste mensen op vakantie gaan.
Laagseizoen
De periodes om het hoogseizoen heen waarbij er een stuk minder mensen op vakantie gaan.
Recreatie
Recreatie is alles wat je in je vrije tijd doet buiten je eigen huis.
Antwoorden
Stap 3
België
Frankrijk
Spanje
Oostenrijk
Duitsland
Italië
Turkije
Vroeger en nu
Vooraf
Waar gingen jouw opa en oma vroeger heen op vakantie?
Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht:
kun je de verschillen tussen een vakantie in 1960 en een vakantie van nu uitleggen.
kun je de oorzaken noemen waarom het vakantiegedrag veranderd is.
Eindproduct
Je houdt twee interviews.
Je interviewt iemand van 70 jaar of ouder.
En je houdt een interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.
Beide interviews gaan over vakantiegedrag.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over vakantie bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden met behulp van bron over vakantiegedrag.
Stap 3
Samen
Interviews voorbereiden.
Stap 4
Samen
Interviews houden en uitwerken.
Stap 5
Samen
Interviews vergelijken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.
Stap 1: Vakantie toen en nu
Bestudeer in de Kennisbank de pagina's met informatie over:
In de bron 'Vakantiegedrag in grafieken' zie je vijf grafieken. De grafieken vertellen iets over hoe en waarom het vakantiegedrag is veranderd.
Bij de grafieken ontbreken de titels.
Hieronder zie je die vijf titels. Welke titel hoort bij welke grafiek?
Grafiek ....: vakanties naar verre bestemmingen (%)
Grafiek ....: vakantieparticipate vanaf 1960 (%)
Grafiek ....: Aantal auto's in Nederland
Grafiek ....: Aantal vrije dagen van Nederlanders
Grafiek ....: Gemiddeld jaar-inkomen Nederlander
Stap 3: interview voorbereiden
Jullie gaan twee interviews afnemen.
Lees de gereedschapskist over het afnemen van een interview.
Het eerste interview houden jullie met iemand van 70 jaar of ouder.
Het tweede interview met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is.
Voordat jullie de interviews gaan afnemen, bedenken jullie eerst welke vragen jullie gaan stellen.
Schrijf samen een aantal vragen die jullie zouden willen stellen.
Vinden jullie het lastig om vragen te verzinnen?
Kijk dan ook even naar de onderstaande vragen.
Hieronder zie je een aantal vragen die jullie zouden kunnen stellen.
Hoeveel vrije dagen had/heeft u?
Hoe vaak ging/gaat u op vakantie?
Waar ging/gaat u heen?
Hoe ging/gaat u op vakantie? Met welk vervoersmiddel?
In wat voor een accommodatie (hotel, huisje, tent) ging/gaat u op vakantie?
Hoeveel geld gaf/geeft u ongeveer uit aan een vakantie?
Wat is uw mooiste vakantieherinnering?
Maak nu jullie vragenlijst compleet.
Stap 4: Interview houden en uitwerken
Maak een afspraak met iemand van 70 jaar of ouder en maak een afspraak met iemand die tussen de 30 en 40 jaar is. Vertel duidelijk waarom je de personen wilt interviewen.
Neem opnameapparatuur en een camera mee naar het interview.
Houd het interview.
Werk de antwoorden op vragen uit.
Laat de uitwerking lezen aan degene die je geïnterviewd hebt.
Vraag om zijn of haar commentaar en verwerk dat.
Logboek
Neem de interviews op in het logboek.
Stap 5: Interviews vergelijken
Leg de twee interviews naast elkaar.
Welke verschillen worden zichtbaar?
Kijk naar:
het verschil in reisbestemming
het verschil in duur van de vakantie
de kosten van de vakantie
de accommodatie van de vakantie.
Neem de verschillen op in het logboek.
Klaar?
Laat de interviews beoordelen door jullie docent.
Vakantieparticipatie is toegenomen: mensen gaan meer op vakantie. Vroeger was vakantie een luxeproduct dat maar voor weinig mensen was weggelegd.
Van vakantie in het binnenland naar vakantie in het buitenland: was er vroeger vooral binnenlands toerisme, nu gaan veel Nederlanders naar het buitenland.
Toename van welvaart en vrije tijd: mensen verdienen meer en kunnen daardoor makkelijker een vakantie betalen. Daarnaast hebben Nederlanders meer vrije tijd. Het aantal uur dat Nederlanders per dag werken is afgenomen.
Ontwikkeling op het gebied van vervoer en verkeer: het reizen met de auto, trein en vliegtuig is veel makkelijker geworden. Door de toename van mobiliteit kunnen we makkelijker en sneller naar het buitenland reizen.
Antwoorden
Stap 2
Grafiek 3: vakanties naar verre bestemmingen (%)
Grafiek 1: vakantieparticipate vanaf 1960 (%)
Grafiek 5: Aantal auto's in Nederland
Grafiek 2: Aantal vrije dagen van Nederlanders
Grafiek 4: Gemiddeld jaar-inkomen Nederlander
Highlights
Vooraf
Welke highlights van Londen ken je? En welke in Berlijn?
Hebben alle Europese hoofdstend highlights?
Wat is het voordeel voor een stad van het hebben van veel highlights?
Leerdoel
In deze opdracht ga je op zoek naar de highlights in een twintigtal (Europese) steden.
Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot het grote ‘highlights spel’.
In het spel verwerk je highlights uit minimaal 20 (Europese) steden.
Jullie mogen zelf kiezen wat voor soort spel jullie maken.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Bron over highlights bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vragen beantwoorden over highlights in Parijs en Barcelona.
Stap 3
Samen
Lijst met steden maken en highlights ervan op internet zoeken.
Stap 4
Samen
Spel maken waarin de lijst van steden met highlights een rol speelt.
Stap 5
Samen
Spel spelen, eventueel aanpassingen maken en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een spel.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur nodig.
Stap 1: Highlights
Op reis gaan is spannend en avontuurlijk.
Vooral als je naar een plek gaat die je nog niet kent.
Er staan je dingen te wachten die je je nog niet kunt voorstellen.
Je ontmoet nieuwe mensen met andere gewoonten.
En bezoekt vast een aantal bezienswaardigheden: highlights.
Even kijken of je van een aantal highlights al weet in welke stad ze staan?
Bekijk de bron en beantwoord de volgende vragen:
Het belang van highlights
Highlights zijn vaak heel belangrijk voor het toerisme in een stad.
Hieronder staan twee highlights beschreven.
Weet jij om welke highlights (uit stap 1) het gaat?
De …………………… trekt jaarlijks zo’n 7 miljoen (7.000.000) bezoekers!
Het is een van de meest bezochte bezienswaardigheden van Frankrijk.
Mede door de aanwezigheid van dit gebouw is Parijs een van de meest favoriete bestemmingen voor een stedentrip.
Barcelona is een aantrekkelijke bestemming voor een stedentrip.
Shoppen, uitgaan, heerlijk eten en natuurlijk een bezoek aan het bekendste werk van Gaudi, de …………….. Aan deze kerk wordt al jarenlang gewerkt en hoewel sommigen zelfs zeggen dat de kerk nooit af zal komen, is het zeker een must see.
Stap 3: Op zoek naar highlights
Maak samen met een klasgenoot een lijst van ongeveer 30 steden.
De steden mogen Europese (hoofd)steden zijn, maar dat hoeft niet.
Zet de steden in een tabel zoals hieronder.
Stad
Land
Highlight
Parijs
Frankrijk
Eiffeltoren
...
...
Zoek op internet naar highlights in de verschillende steden.
Verzamel ook afbeeldingen van de verschillende highlights.
Mogelijk vallen er een aantal steden af omdat jullie van die steden geen highlights kunnen vinden. Zorg dat jullie minimaal 20 steden overhouden.
Logboek
Neem de tabel over in jullie logboek.
Stap 4: Eindproduct
Je gaat samen met een klasgenoot aan de slag met het maken van het eindproduct.
Jullie gaan samen een spel bedenken waarin de highlights die je in stap 3 hebt gevonden een rol spelen.
Ideeën:
Maak een soort monopolie . De steden van het monopolie vervang je door de highlights.
Maar een kwartetspel . (Klik op de link, print de kaarten uit en knip deze uit) met informatie over de verschillende highlights.
Maak een goede werkverdeling en planning.
En houd je allemaal aan de afspraken.
Neem de werkverdeling en planning op in het logboek.
Stap 5: Eindproduct
Als jullie klaar zijn met het maken van het spel, gaan jullie het spel natuurlijk ook een keer spelen.
Nodig eventueel een aantal klasgenoten uit om het spel met jullie te spelen.
Pas, als dat nodig is, het spel eventueel nog iets aan.
Afronden
Kijk nog een goed naar jullie spel.
Komen er in jullie spel minimaal 20 highlights voor?
Is het duidelijk hoe het spel gespeeld moet worden?
Is jullie spel leuk om te spelen?
Is jullie spel origineel?
Ziet jullie spel er verzorgd uit?
Tevreden?
Laat jullie eidproduct beoordelen door jullie docent.
Logboek
Maak een foto van het eindproduct en neem de foto op in het logboek.
Neem ook de beoordeling van de docent op in het logboek.
Reisvoorstel
Vooraf
Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
Aan jou en je groepsgenoten de keus en de uitdaging om een aantrekkelijke reis samen te stellen voor alle leerlingen uit de klas en de begeleiders.
Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht kunnen jullie een reisplan opstellen met informatie over de plek waar jullie naartoe zouden willen. Ook stellen jullie een programma op voor de reisweek.
Eindproduct
Het eindproduct van de drie opdrachten uit de afsluiting is een presentatie. In de presentatie vertel je iets over de bestemming, de activiteiten, de accommodatie en de omgeving. Hoe overtuigender de presentatie is, hoe meer kans je hebt dat jullie reis wordt gekozen. Maak je presentatie dus afwisselend, informatief en verrassend!
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Hele groep
Verschillende reisbestemmingen bedenken en de voordelen en nadelen van de bestemmingen opschrijven. Samen kiezen voor twee bestemmingen.
Stap 2
Subgroepje
Informatie verzamelen en opslaan over bestemming.
Stap 3
Hele groep
Informatie over de reisbestemming(en) verwerken in een aantal dia's voor een presentatie.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Stap 1: Brainstorm
Jullie beginnen met een brainstorm over de reisbestemming.
Noem om de beurt een mogelijke reisbestemming op.
Schrijf de reisbestemming op op een groot vel papier.
Ga door tot je ongeveer 10 verschillende reisbestemmingen hebt.
Schrijf achter iedere reisbestemming een pluspunt en een minpunt op.
Denk aan:
reistijd naar de bestemming.
bekendheid van de bestemming.
veel bezienswaardigheden.
veel actieve mogelijkheden.
etc.
Bedenk een manier om samen uit de 10 verschillende bestemmingen twee bestemmingen van jullie voorkeur te kiezen. Met die twee bestemmingen gaan jullie in stap 2 aan de slag.
Logboek
Schrijf de twee gekozen bestemming in het logboek. Schrijf ook op hoe en waarom jullie hebben gekozen voor deze twee bestemmingen.
Stap 2: Bestemming onderzoeken
Jullie hebben twee bestemmingen uitgekozen waar de reisweek naar toe zou kunnen gaan. Verdeel de groep in twee subgroepjes. Iedere subgroepje krijgt gaat aan de slag met een van de bestemmingen.
Ieder groepje moet antwoord geven op de volgende vragen:
Hoe gaan we op de plaats van bestemming komen? Hoe lang duurt dat?
Waar gaan we overnachten? Hoe overnachten we? Hoe ziet de verblijfplaats eruit?
Welke dagactiviteiten gaan we ondernemen?
Hoe regelen we het eten, ontbijt, lunch en diner? Koken we zelf of niet?
Gebruik zoveel mogelijk verschillende bronnen om op zoek te gaan naar de antwoorden op de vragen. Maak tijdens het zoeken van informatie aantekeningen. Schrijf de dingen op die je later misschien nog nodig hebt.
Tijdens de presentatie moeten jullie straks jullie klasgenoten overhalen om op jullie bestemming te kiezen. Bedenk dus ook waarom jullie voor deze bestemming hebben gekozen. Verzamel ook alvast wat mooie afbeeldingen van de bestemming.
Logboek
Schrijf in jullie logboek de groepsindeling op.
Geef ook aan welke werkafspraken en planning jullie hebben gemaakt.
Stap 3: Reisvoorstel uitwerken
Reisvoorstel uitwerken
Beide subgroepjes presenteren de gevonden informatie aan elkaar.
Bepaal samen of jullie voor beide bestemming het reisvoorstel verder gaan uitwerken of dat jullie kiezen voor één bestemming.
Het reisvoorstel is een aantal dia's van een PowerPointpresentatie.
Een dia gaat over de reis naar de bestemming.
Een dia gaat over de bezienswaardigheden.
Neem eventueel een filmpje op over de bestemming.
Een dia gaat over het eten.
Een dia gaat over de activiteiten.
Maak een duidelijk schema met de een dagindeling.
Zorg dat de dia's overzichtelijk zijn en mooi zijn vormgegeven.
De presentatie(s) die jullie hebben gemaakt, vullen jullie in de volgende opdracht aan met een dia over de financiën.
Logboek
Neem in het logboek de dia's uit de presentatie op of geef per dia een korte omschrijving.
Begroting
Vooraf
Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
Je gaat een begroting opstellen voor de werkweek.
Er komt geld binnen: elke leerling betaalt een bijdrage van € 225,- voor de hele week. Maar er gaat ook veel geld uit: de accommodatie moet betaald worden, de reis, het eten en er is geld nodig voor de verschillende activiteiten. Is de bijdrage hoog genoeg om alles te kunnen betalen? Of moeten er toch nog andere keuze gemaakt worden.
Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je een begroting in Excel maken.
Eindproduct
Je gaat met je groep een begroting maken. In een begroting staan alle inkomsten en uitgaven die je verwacht te hebben. Met zo’n begroting kun je aan anderen duidelijk maken of je een overschot of een tekort verwacht. De begroting bij deze werkweek wordt gemaakt in Excel. De begroting wordt ook opgenomen in de presentatie.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 0
Alleen
Practicum 'kennismaken met excel' doen.
Stap 1
Samen
Een bestaande begroting bekijken.
Stap 2
Samen
Begroting maken voor jullie werkweek en de begroting in de presentatie opnemen.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Stap 0: Kennismaken Excel
Als je weet hoe Excel werkt, kun je stap 0 overslaan.
Excel is een rekenprogramma dat je heel goed kunt gebruiken bij het maken van een begroting. Als je nog weinig ervaring hebt met het werken met Excel dan is het verstandig om het practicum 'Kennismaken met Excel' te doen.
Download het practicum Kennismaken met Excel.
Sla het bestand op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Stap 1: Voorbeeld begroting
Download nu het rekenblad ' Begroting.xls '.
Open het rekenblad in Excel.
Je ziet een voorbeeld begroting voor een werkweek.
Zoek uit hoe het rekenblad in elkaar zit.
Dat kun je doen door de volgende opdrachtjes te doen.
Kijk naar de formule in cel E6.
Kijk ook naar de formule in de cellen E11 t/m E18.
Kijk ook naar de formule in cel E19 en naar de formule in cel E25.
Verander het aantal leerlingen.
Controleer of de begroting zich goed aanpast.
Verander wat bedragen om er voor te zorgen dat het saldo niet langer negatief is.
Stap 2: Maak de begroting
Pak het reisvoorstel (of de reisvoorstellen) die jullie in de opdracht 'Reisvoorstel' hebben gemaakt. Maak samen een inschatting van de kosten van de verschillende onderdelen uit jullie voorstel.
Bij het voorstel maken jullie een begroting in Excel. Gebruik eventueel de begroting waar jullie in stap 2 mee gewerkt hebben. Maak dan een kopie van dat Excelbestand 'Begroting' en pas de kopie aan zodat hij past bij jullie voorstel.
Zorg voor een sluitende begroting. Als groep zul je moeten beslissen waar je eventueel geld kunt besparen.
Zorg ervoor dat:
je realistische gegevens gebruikt.
je de goede formules gebruikt.
de formules goed werken.
de begroting overzichtelijk is vormgegeven.
Maak een PowerPointdia van de begroting en neem de dia op in jullie presentatie.
Logboek
Neem in jullie logboek de dia van de begroting op.
Presentatie voorstel
Vooraf
Deze opdracht maakt deel uit van de afsluiting van het thema Reisweek.
In de opdrachten 'Reisvoorstel' en 'Begroting' heb je een presentatie gemaakt over de reisweek die jullie zouden willen organiseren. In deze opdracht ga je de presentatie vervolmaken en ga je de presentatie ook geven.
Jullie horen van de docent wanneer jullie de presentatie gaan geven, waar jullie de presentatie gaan geven en wie het publiek is.
Het doel van de presentatie is natuurlijk dat jullie voorstel gekozen wordt. Maar hoe overtuig je iedereen van jullie geweldige plan?
Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kennen jullie beoordelingscriteria voor een presentatie en kunnen jullie een presentatie maken en houden die voldoet aan de beoordelingscriteria.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen + samen
Opzoeken wat een presentatie een goede presentatie maakt en de gemaakte presentatie aanpassen op basis van de criteria.
Stap 2
Samen
Presentatie over jullie gekozen reisbestemming geven.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Stap 1: Een goede presentatie
Alleen - 15 minuten
Ga op internet op zoek naar tips voor het maken van een goede presentatie. Een tip kan iets zijn wat je moet doen, maar ook een tip kan ook iets zijn wat je niet moet doen. Schrijf de vijf beste tips op.
Samen - 15 minuten
Bespreek in jullie de groep de gevonden tips. Maak in jullie logboek een lijst met de acht beste tips. In het logboek staan beoordelingscriteria voor een presentatie. Lees die ook goed door.
Samen - 15 minuten
Pak de dia's van de presentatie die jullie in de opdrachten 'Reisvoorstel' en 'Begroting' hebben gemaakt erbij. Bespreek wat jullie goed en wat jullie minder goed vinden aan de presentatie die er nu ligt. Natuurlijk gebruik je de tips en de beoordelingscriteria.
Samen - 15 minuten
Maak een werkverdeling en tijdsplanning. Wie gaat wat en wanneer doen?
Wie zorgt voor een goede lay-out? Wie zorgt voor het aanpassen van de inhoud?
Maak ook alvast afspraken over de rolverdeling tijdens het houden van de presentatie.
Alles duidelijk? Ga aan de slag volgens de afspraken die jullie hebben gemaakt.
Stap 2: Presentatie
Jullie presentatie is helemaal klaar.
Jullie weten wie wat gaat vertellen tijdens de presentatie.
Jullie zijn goed voorbereid op eventuele vragen.
Jullie hebben de presentatie getest en alles werkt.
Kortom jullie zijn klaar voor de presentatie.
Zorg dat je op tijd op de plaats bent waar de presentaties worden gegeven.
Vraag aan de docent wanneer jullie aan de beurt zijn.
Vraag ook hoe er wordt bepaald welke presentatie de verkiezing wint.
Natuurlijk kijk je ook naar de presentaties van jullie klasgenoten.
Stel eventueel vragen aan je klasgenoten. Geef op een goede manier feedback.
En dat de beste maar mag winnen. Succes.
Logboek
In jullie vind je een aantal vragen over de presentatie van het voorstel.
Beantwoord deze vragen.
Afsluiting
Terugkijken
Terugkijken en afronden
De presentatie van jullie voorstel is geweest en hopelijk hebben jullie gewonnen.
Rest nog de evaluatie en de afronding.
Evaluatie
Bespreek in jullie groep de volgende vragen:
Verliep de samenwerking goed? Zijn er dingen die beter hadden gekund?
En wat zou je de volgende keer weer zo doen?
Ging het zoeken van de informatie goed en wat het gemakkelijk om de juiste informatie te selecteren?
Hoe ging het maken van de presentatie? En hoe verliep het presenteren?
Zijn jullie tevreden over het resultaat?
Wat hebben jullie van het project geleerd?
Afronding
Tijdens het werken aan de opdrachten hebben jullie het logboek steeds goed bijgehouden. Klopt dat? Check samen nog een keer het logboek. Vul de evaluatie in en lever het dan in bij de docent.
Het arrangement Na 1945 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Mens en Maatschappij GG
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-03-04 12:36:20
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Nederland na WO II
Wereld in blokken
Blokkade van Berlijn
Vietnam
Toerisme
Vakantie toen en nu
Highlights
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.