Mensen bewegen

Mensen bewegen

Startpagina

Welkom!

Deze site is voor alle leerlingen die werken met de methode de Geo op 2VMBO niveau. De site is gebaseerd op Hoofdstuk 5 - Mensen bewegen. Na het doorlopen van deze site heb je alle stof van paragraaf 1 t/m 6 behandeld en kan je de eindtoets afronden met een voldoende.

 

Wat is er te vinden op deze site? Op deze site vind je de lesstof van paragraaf 1 t/m 6 van hoofdstuk 5 uit je lesboek. Het hoofdstuk gaat over de beweging van mensen en de redenen die zij daarvoor hebben. De onderwerpen die wij gaan behandelen zijn: emigratie in de 21e eeuw, emigranten in Nederland, de Nederlandse Antillen, op vakantie in Nederland, op vakantie naar het buitenland en Toerisme. Door alle opdrachten te maken, filmpjes te kijken en de teksten te lezen, bereid jij jezelf goed voor op de eindtoets.

Hoe ga je het aanpakken? Je gaat aan de slag met de lesstof, de opdrachten en de filmpjes die hier aangeboden worden. Als je dit hebt doorgewerkt dan sluit je af met een test jezelf. Aan de hand van de uitslag die uit deze test komt ga je jouw weg vervolgen op deze site. Op het moment dat de resultaten van de test jezelf onvoldoende zijn, dan ga je aan de slag met de extra oefeningen. Is de uitlslag positief? Dan ga je aan de slag met de extra uitdaging! Als je alles hebt doorlopen, dan ben je klaar voor de eindtoets!

Waarom is 'Mensen bewegen' een belangrijk hoofdstuk om te behandelen? Met de beweging van mensen heeft Nederland zowel vroeger als nu veel mee te maken gehad. In de jaren vijftig was Nederland nog een emigratieland. De inwoners van Nederland die geen vertrouwen hadden in de wederopbouw zochten in een ander land een betere toekomst. Vanaf begin jaren zestig, toen het 'Hollandse wonder' dringend meer arbeiders nodig had keerde veel mensen terug naar Nederland. Emigratie werd immigratie. Tot de dag van vandaag. Jaarlijks komen er nu ruim honderdduizend nieuwe burgers naar Nederland en vertrekken er ongeveer zestigduizend. Het is belangrijk om te begrijpen waarom deze bewegingen plaatsvinden, zodat wij mensen elkaar begrijpen.

Een beweging die ook bekend is onder ons is toerisme. Toerisme is in Nederland een belangrijke economische sector. Toeristen geven namelijk veel geld uit op vakantie en Nederland doet erg zijn best om deze toeristen naar Nederland te trekken. Voorbeelden van populaire bezienswaardigheden in Nederland zijn o.a. de kaasmarkt van Alkmaar, het traditionele Hollandse vissersdorp Volendam, de haven van Rotterdam, de coffeeshops en de 'Red Light District' van Amsterdam.

 

Op figuur 1 hieronder is de marketingslogan I Amsterdam te zien. Deze levensgrote slogan is uiteindelijk uitgegroeid tot één van de populairste bezienswaardigheden van Amsterdam.

Figuur 1.

 

 

Lesstof

Paragraaf 1 - Nederlanders emigreren in de 21e eeuw

Leerdoelen paragraaf 1 - Nederlanders emigreren in de 21e eeuw

Je moet weten:

  • Wat push- en pullfactoren zijn
  • Waarom Nederlanders emigreren en waar naartoe

Push- en pullfactoren

Bij emigratie verhuis je van je eigen land naar een ander land. Iemand gaat emigreren omdat het leven hem niet meer bevalt in het land waar hij woont. Hij denkt dat het leven in een nieuw land hem meer kan bieden. Bij emigratie spelen dus de eigenschappen van het eigen land (het herkomstgebied) en van het nieuwe land (het bestemmingsgebied) een rol.

De redenen om ergens weg te gaan noem je pushfactoren. ‘To push’ betekent wegduwen. Het zijn dus factoren die iemand wegduwen. De belangrijkste redenen om te emigreren zijn economische factoren. In het herkomstgebied is vaak te weinig werk, de lonen zijn er laag of er is veel armoede.

De goede eigenschappen van het bestemmingsgebied worden pullfactoren genoemd. ‘To pull’ betekent aantrekken. Het gaat dus om factoren die iemand naar een nieuw woongebied trekken. Ze zijn meestal het omgekeerde van de pushfactoren: meer werkgelegenheid, hogere lonen en meer welvaart.

Emigratie vroeger

Emigratie of landverhuizing is voor Nederland al een oud verschijnsel. In de negentiende en twintigste eeuw emigreerden honderdduizenden Nederlandser naar landen als de Verenigde Staten, Canada of Australië. Veel Nederlanders hebben daardoor nu familie ‘overzee’.

In de negentiende en twintigste eeuw was werk een belangrijke pullfactor. In Amerika en Canada was werk genoeg. Voor boeren was er volop ruimte. Ze konden gemakkelijk en goedkoop aan landbouwgrond komen. En in de opkomende industrie lagen de banen voor het opscheppen.

De boot vertrekt. Nog een laatste keer zwaaien de emigranten naar hun familie. Rond 1950 vertrokken tienduizenden Nederlanders per schip naar Canada en Amerika.
Figuur 1. De boot vertrekt. Nog een laatste keer zwaaien de emigranten naar hun familie. Rond 1950 vertrokken tienduizenden Nederlanders per schip naar Canada en Amerika.

 

Emigratie nu

Emigreren wordt steeds gemakkelijker. De relatieve afstanden worden steeds korter. Schotelantennes, e-mail en mobieltjes zorgen ervoor dat de contacten met Nederland in stand blijven. De meeste Nederlandse emigranten vertrekken tegenwoordig naar de buurlanden en naar andere Europese landen. Behalve werk spelen daarbij nu ook andere pushfactoren een rol. Nogal wat Nederlanders zijn ontevreden over hun land. (Zie figuur 2)

De buurlanden België en Duitsland zijn in trek om twee redenen. In België zijn de belastingen lager dan in Nederland. Nogal wat rijke Nederlanders vestigen zich daarom net over de Belgische grens. In Duitsland zijn de woningen veel goedkoper dan in Nederland. Er zijn dan ook heel wat Nederlanders die vlak over de grens in Duitsland gaan wonen. Veel van deze emigranten blijven gewoon Nederlander: ze werken in Nederland en hun kinderen gaan in Nederland naar school.

Veel emigranten zoeken een prettiger leefomgeving in een ander land. Een belangrijke pullfactor is een warmer klimaat. Dat geldt vooral voor veel oudere mensen. Naar de Spaanse Costa’s zijn duizenden Nederlandse ‘pensionado’s’ verhuisd.

Figuur 2.

 

Paragraaf 2 - Immigranten in Nederland

Leerdoelen paragraaf 2 - Immigranten in Nederland

Je moet weten:

  • Welke drie groepen immigranten er zijn

Immigratie in Nederland

Bij immigratie vestigen mensen zich in een bepaald land. Pas sinds 1965 komen er veel immigranten naar Nederland. Sinds die tijd komen er meer mensen Nederland binnen dan dat er vertrekken. Daarvoor was Nederland vooral een emigratieland.

 

Groepen immigranten

Wanneer je inzoomt op de totale groep immigranten kun je drie groepen onderscheiden.

Rond 1965 was er in Nederland veel werk. De banen lagen voor het opscheppen, maar er waren te weinig arbeiders. Bedrijven zochten vooral mensen voor zwaar en vies werk. Werk waarvoor je geen opleiding nodig had. Daarom haalden bedrijven veel mensen uit Turkije en Marokko om hier ongeschoold werk te doen. Deze eerste groep immigranten werden gastarbeiders genoemd. De migranten die nu voor werk naar Nederland mogen komen, zijn juist vaak hoog opgeleid. (Zie figuur 3)

 

Figuur 3

 

De tweede groep is er een die te maken heeft met de geschiedenis van Nederland. Suriname en de Antillen waren koloniën van Nederland. Surinamers en de Antillianen hadden een Nederlands paspoort. Daarmee konden ze naar Nederland komen om te studeren en te werken. Voor Surinamers kan dat niet meer. Suriname is al sinds 1975 een zelfstandig land. Maar de Antillen horen nog steeds bij Nederland.

De derde groep immigranten zijn de vluchtelingen. Vooral tussen 1990 en 2000 mochten duizenden vluchtelingen in Nederland blijven. Na 2000 is het aantal asielzoekers in Nederland sterk verminderd. Het is nu moeilijker om in Nederland te blijven dan vroeger. Mensen die uit hun land gevlucht zijn omdat ze daar niet veilig waren mogen wel blijven.

Als je in Nederland mag blijven krijg je een zogenaamde verblijfsvergunning. Mensen die komen in de hoop op werk en welvaart noem je economische vluchtelingen. Zij krijgen geen verblijfsvergunning.

Paragraaf 3 - Op vakantie in Nederland

Leerdoelen paragraaf 3 – Op vakantie in Nederland

Je moet weten:

  • Wat vrije tijd en recreatie is
  • Wanneer je een zakelijke toerist bent
  • Waar Nederlanders in hun vrije tijd in eigen land naar toe gaan

 

De leukste tijd is natuurlijk vrije tijd! Zo denken de meeste mensen. Maar wat doet de Nederlander in zijn vrije tijd?

 

Recreatie in de vrije tijd

Vrije tijd is de tijd die overblijft na werken, eten en slapen. In je vrije tijd kun je doen waar je zelf zin in hebt. Je kunt natuurlijk in je vrije tijd thuis allerlei dingen doen, maar je kunt er ook op uit gaan. Ga je er in je vrije tijd op uit, dan ben je een recreant. Alles wat je in je vrije tijd buiten je eigen huis doet, noem je recreatie.

Figuur 4. Een bezoekje aan de Efteling is een voorbeeld van recreatie.

 

Toeristen en vakantiegangers

Een toerist is iemand die op reis is en ergens anders dan thuis overnacht. De meeste toeristen zijn voor hun plezier op reis. Dat zijn de vakantiegangers. Er zijn ook veel mensen die reizen voor hun werk of voor hun studie. Deze mensen noem je zakelijke toeristen. Een zakelijke toerist gaat bijvoorbeeld op reis omdat hij een bedrijf in China wil bezoeken. Of hij gaat naar een confectie of een tentoonstelling om nieuwe kennis op te doen.

 

Vakantieparticipatie

De meeste Nederlanders gaan elk jaar een of meerdere keren op vakantie. Het percentage van de Nederlandse bevolking dat elk jaar minstens een keer op vakantie gaat noem je de vakantieparticipatie. In Nederland is de vakantieparticipatie in ongeveer 80%.

 

Buitenlandse toeristen

Toeristen geven heel veel geld uit zoals je in figuur 5 kunt zien. Veel mensen leven daardoor van het toerisme. Anders gezegd: toerisme is een belangrijk bestaansmiddel. Ook Nederland doet zijn best om veel toeristen aan te trekken. Figuur 6 laat zien hoeveel buitenlanders ons land in 2005 bezochten.

Figuur 5
Figuur 6

 

In de video hieronder zie je een video over toeristen in Nederland. Bekijk de video en beantwoord de volgende vragen:

1. Waar woont Tring?

2. Wat is de eerste stop?

3. Wat zegt Tring over de windmolens en de dorpen?

4. Wat zegt Tring over Nederland?

 

Toeristengebieden in Nederland

Waar gaan al die toeristen naar toe? De kaart van figuur 7 laat zien dat niet elk deel van Nederland even veel toeristen ontvangt. Ook zie je dat Nederlandse en buitenlandse toeristen verschillende voorkeuren hebben.

 

Figuur 7

 

Paragraaf 4 - Op vakantie naar het buitenland

Leerdoelen paragraaf 4 – Op vakantie naar het buitenland

Je moet weten:

  • Waar Nederlanders met vakantie naar toe gaan
  • Waarom Nederlanders naar het buitenland gaan
  • Welke pullfactoren vakantiebestemmingen kunnen hebben

 

Steeds meer Nederlanders gaan vaker en verder weg. Een vakantie naar het buitenland is heel normaal. Niet alleen in Europese landen maar overal op de wereld ontmoet je Nederlandse vakantiegangers.

 

Korte en lange vakanties

Figuur 8

Er is een verschil tussen korte en lange vakanties (zie figuur 8). Bij een korte vakantie ben je een tot drie nachten weg. Bij een lange vakantie ben je minstens vier nachten van huis.

Lange en korte vakanties verschillen ook vaak wat betreft de bestemming. Iemand die op vakantie naar Thailand of Peru gaat, doet dat niet voor drie of vier dagen. Daar trekt hij al gauw twee weken of langer voor uit. Voor een korte vakantie is het binnenland meer geschikt.

 

Pullfactoren en vakantiebestemmingen

Net als bij emigratielanden kun je ook bij vakantiegebieden de geode eigenschappen pullfactoren noemen.

De Alpen zijn zo’n aantrekkelijk vakantiegebied omdat het landschap en de natuur er voor Nederlanders zo bijzonder zijn. Landschap is alles wat je ziet als je over een gebied uitkijkt. Het planten- en dierenleven vormen samen de natuur.

Hou je van zon, zee en warmte dan zijn bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen een prima vakantiebestemming. Het klimaat is dus een belangrijke pullfactor. Gebieden met kou en sneeuw zijn vaak erg geschikt voor een wintervakantie.

Ook de cultuur is een pullfactor. Veel mensen houden ervan om in hun vakantie musea, kerken en kastelen te bezoeken. Grote steden als Parijs, Barcelona, Londen en Rome trekken daardoor elk jaar miljoenen toeristen.

Veel populaire vakantiebestemmingen hebben een combinatie van mooie landschappen, een lekker klimaat en een interessante cultuur.

 

Vakantie: meer, vaker en verder

Steeds meer Nederlanders gaan op vakantie. Ook gaan ze gemiddeld vaker met vakantie en ze gaan steeds verder weg. Hoe komt dat?

Op vakantie gaan is een dure grap. Maar Nederlanders zijn welvarend en hebben daardoor geld genoeg om er op uit te trekken. Ook hebben Nederlanders steeds meer vrije tijd. In 1919 kregen Nederlandse werknemers een vrije zaterdagmiddag. Een vrije zaterdag kwam er in 1960. Pas in 1966 kwam er een wet waarin staat dat iedereen recht heeft op vakantie. Behalve een vijfdaagse werkweek heeft iemand nu al gauw zo’n dertig vrije dagen per jaar. Daar kun je ook nog eens op uit gaan!

Tegenwoordig kun je veel sneller van de ene plaats naar de andere reizen. Er zijn betere wegen en snellere vervoersmiddelen. Auto’s en vliegtuigen hebben ervoor gezorgd dat verre bestemmingen steeds sneller bereikt kunnen worden. De relatieve afstanden zijn daardoor veel korten dan vroeger.

Paragraaf 5 - Toerisme: een massa problemen

Leerdoelen paragraaf 5 – Toerisme: een massa problemen

Je moet weten:

  • Wat de kenmerken zijn van massatoerisme
  • Wat voor problemen toerisme oplevert

 

Massatoerisme

Als veel toeristen op één plaats verblijven, noem je dat massatoerisme. Massatoerisme heeft een aantal kenmerken:

  • Er zijn enorme pieken. Vooral in de maanden juli en augustus is er topdrukte. Dat is het hoogseizoen. Buiten het hoogseizoen is het minder druk. Die rustige periode heet het laagseizoen. In sommige berggebieden zoals de Alpen hebben ze twee keer een hoogseizoen. Eerst in de winter, als toeristen komen voor de wintersport. Daarna in de zomer. Dan is bergwandelen de populairste activiteit. Een gebied met twee keer een hoogseizoen heeft een dubbelseizoen.

 

  • In gebieden met massatoerisme is veel ruimte nodig voor toeristische voorzieningen. In de eerste plaats moeten toeristen ergens overnachten. Er zijn veel hotels, appartementen, vakantiehuisjes en campings nodig. Samen noem je die verblijfsaccommodaties. Daarnaast zijn er voorzieningen voor ‘vermaak’: restaurants, discotheken, tennisbanen en dergelijke. In de derde plaats moet de infrastructuur van het gebied worden aangepast: er moeten wegen en vliegvelden zijn om al die toeristen te kunnen aan- en afvoeren.

 

  • In het massatoerisme spelen grote ondernemingen een hoofdrol. Reisorganisaties bieden reizen aan en hotelketens zorgen voor onderdak.

 

  • Bij massatoerisme koop je een georganiseerde reis, waar alles in zit. Alles is geregeld door de reisorganisatie: vervoer per vliegtuig, verblijf in hotel (soms zelfs compleet met eten en drinken) en excursies. In veel winkelcentra vind je reisbureaus waar je zo;n reis kunt boeken. Steeds meer mensen boeken tegenwoordig via internet zelf hun reis bij een reisorganisatie.

 

Problemen bij massatoerisme

Zoveel mensen op één plaats: dat veroorzaakt verschillende problemen. Hieronder staan enkele voorbeelden genoemd.

Figuur 8. De spaanse costa's zijn volgebouwd met hotels voor massa's toeristen.

Aantasting van landschap en natuur

Op figuur 8 zie je hoe massatoerisme de inrichting van een gebied kan bepalen. Grote delen van de Middellandse Zeekust zijn op deze manier volgebouwd met hotels, appartementen en andere toeristische voorzieningen. Voor natuur en landschap is geen plaats meer.

Tekort aan water

Na een warm en stoffig dagje aan het strand, willen mensen ’s avonds douchen. Je begrijpt: dit betekent een groot watergebruik. En ’s zomers is er in het Middellandse Zeegebied al zo’n gebrek aan water!

Afval

Een groot milieuprobleem is het afvalwater: dat moet gezuiverd worden, voordat het geloosd kan worden in zee. Behalve afvalwater produceren toeristen ook vuilnis. Ook dit moet afgevoerd en verwerkt worden.

Verkeer

In het hoogseizoen geeft massatoerisme grote verkeersproblemen. Berucht zijn in Frankrijk de ‘zwarte zaterdagen’. Miljoenen Fransen gaan de laatste zaterdag in juli of de eerste zaterdag in augustus op vakantie. Tezamen met veel buitenlandse toeristen zorgen ze voor gigantische files op de wegen naar het zuiden. Er gebeuren dan veel ongelukken.

 

Figuur 9. De autoroute van du Soleil.

 

Zwarte zaterdag in Frankrijk

Dennis (13 jaar) vertelt: ‘Dit jaar zijn we op vakantie naar Zuid-Frankrijk geweest. Omdat mijn vader maar twee weken vrij kon nemen, gingen wij meteen op zaterdag 28 juli, vroeg op weg. Bij valance op de Route du Soleil, begon het. Een enorme file. Op de autoradio hoorden we dat er een kettingbotsing was gebeurd bij Orange: dertig auto’s op elkaar. Het verkeer kon geen kant meer op. We hebben vier uur in de brandende zon gestaan. Het was wel 45 graden in de auto. Gelukkig hadden we genoeg flessen water bij ons, anders waren we uitgedroogd! Mijn zusje moest nodig naar de wc. Omdat we toch niet verder konden rijden, is ze uit de auto gesprongen en heeft ze het achter de struiken gedaan.’

 

Test jezelf!

Toets: Test jezelf!

Start

Extra lesstof

Extra oefeningen

Hi! Omdat je op de 'Test jezelf' helaas nog niet de meer dan 8 punten hebt gehaald, moet je nog wat extra oefenen. In het bestand hieronder vind je de samenvatting van paragraaf 1 t/m 5 met daarin weggelaten woorden. Met behulp van je lesboek, basisboek en kennis ga je deze samenvatting weer compleet maken.

Extra uitdaging

Hi! Omdat je bij de test jezelf 8 of meer dan 8 punten heb gehaald mag je verder met de onderstaande opdracht. De opdracht lever je in bij de docent.

 

Je gaat je verdiepen in de wereld van toerisme; je gaat namelijk werken voor een reisorganisatie. Je hebt de keuze uit 2 gezinnen die graag op vakantie willen, je kiest een gezin uit en organiseert de reis voor dit gezin.

 

Je kiest een land uit waar het gezin naartoe gaat. Terwijl je deze reis voor het gezin organiseert let je op de aanwezigheid van problemen die veroorzaakt zijn door massatoerisme (zie werkblad).

 

Let op! Het ene gezin wilt op vakantie binnen Europa en het andere gezin wilt op vakantie buiten Europa.

 

Gezin 1:

Binnen Europa!

 

Samenstelling gezin:

  • 2 Ouders
  • 1 Kind van 5 jaar

Eisen aan de vakantie:

  • Verblijf: Hotel
  • Transfer naar het hotel
  • Animatie voor kinderen/Kidsclub
  • Warm weer
  • Zwembad en strand

Duur van de reis:

  • Ongeveer 10 dagen

Prijs:

  • De totaalprijs: ongeveer 3000 euro

 

Gezin 2:

Buiten Europa!

 

Samenstelling gezin:

  • 1 Man en 1 vrouw
  • Geen kinderen

Eisen aan de vakantie:

  • Avontuurlijk, zij willen activiteiten doen op vakantie
  • Verblijf: Appartement, hotel of tent
  • Het klimaat maakt niet uit

Duur van de reis:

  • Ongeveer 16 dagen

Prijs:

  • De totaalprijs: ongeveer 7000 euro

 

 

Je werkt de opdracht uit in het onderstaande document.

 

Eindtoets

 

Eindtoets Hoofdstuk 5 - Mensen bewegen

 

Je hebt alle stappen van deze site doorlopen en je bent aangekomen bij de eindtoets. We hebben het gehad over verschillende bewegingen van mensen en daar zal je op de eindtoets op worden getest.

 

Klik op de onderstaande link om de eindtoets te openen.

 

Na het inleveren wordt de toets nagekeken door de docent en krijg je zo snel mogelijk je cijfer terug.

Eindtoets H5 - Mensen bewegen

Contact

Kom je er niet uit en heb je een vraag?

Mail dan:

 

  • Je naam
  • Je klas
  • Je vraag

 

Naar: 0932298@hr.nl

  • Het arrangement Mensen bewegen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Janine Cornelia Troost
    Laatst gewijzigd
    2018-06-03 14:25:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze site is voor alle leerlingen die werken met de methode de Geo op 2VMBO niveau. De site is gebaseerd op Hoofdstuk 5 - Mensen bewegen. Na het doorlopen van deze site heb je alle stof van paragraaf 1 t/m 6 behandeld en kan je de eindtoets afronden met een voldoende.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Eindtoets H5 - Mensen bewegen
    https://goo.gl/forms/DVUQ9lTL78mzowsg1
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Test jezelf!

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.