The subject of this double period is buying presents. Het onderwerp van dit blokuur is cadeaus kopen.
Make groups of three or four. Maak groepjes van drie of vier.
Discuss these questions in English with your group: Bespreek met je groepje in het Engels deze vragen:
Voor wie koop jij cadeaus?
Vind je het leuk om cadeaus uit te zoeken? Leg je antwoord uit.
Maak in het Engels een lijst van 5 gelegenheden waarbij je iemand een cadeau kunt geven.
Maak in het Engels een lijst van 8-10 dingen die je cadeau kunt geven.
Step
activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
introduction
Nadenken over wat je al weet.
10
Step 1
listening Shopping for the day
Je kunt een gesprek begrijpen over het kopen van een cadeau en er vragen over beantwoorden.
15
Step 2
reading Shopping in the UK
Je kunt een tekst begrijpen over de openingstijden van winkels en er vragen over beantwoorden.
15
Step 3
vocabulary
Je kunt woorden en zinnen over winkels en het kopen van cadeaus gebruiken.
15
Step 4
grammar Much of many
Je kunt much en many gebruiken.
15
Step 5
speaking Tell me about the present you've bought
Je kunt een gesprekje voeren waarin je vertelt over het kopen van cadeaus.
10
Step 6
writing Finish the email
Je kunt een e-mail schrijven waarin je vertelt over het kopen van cadeaus.
15
Step 7
evaluation
Nadenken over wat je hebt geleerd.
05
Step 1 - Listening
How much is it?
You are going to listen to a conversation between a customer and a shop assistant. Je gaat luisteren naar een gesprek tussen een klant en een verkoper.
Listen to the conversation. Luister naar het gesprek.
While listening, think about the following questions: Denk tijdens het luisteren na over de volgende vraag:
Heeft de leeftijd van de klant invloed op de manier waarop de verkoper haar behandelt?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
You are going to read a text about shopping in the UK. Je gaat een tekst lezen over winkelen in het Verenigd Koninkrijk.
Read the text. Lees de tekst.
While reading, think about the following question: Denk tijdens het lezen na over de volgende vraag:
Is er veel verschil tussen de winkels in Groot-Brittannië en in Nederland?
Zorg dat je je antwoord kunt uitleggen.
A nation of shoppers
Britain is sometimes called 'a nation of shopkeepers', but it is also a nation of shoppers. We love shopping! It is our number one leisure activity, and around 37% of all money spent in England is spent in shops.
The main shopping street in many towns is called the High Street, so that’s where you should go if you want to go shopping. There are lots of franchises of course, but a few small shops are owned by local people. Some towns also have street markets, where you can buy fresh food and cheap goods. Away from the town centre, there are often small 'corner' shops where local customers can get their groceries.
When can I go shopping?
Peak shopping days are Saturdays and Sundays, so if you don’t like the hustle and bustle and want to shop in peace, you’re better off going another day.
Shops are generally open on public holidays, or Bank Holidays as they are called in the UK. Bank Holidays are a great time to shop as there are many sales on, especially around Easter and Christmas.
What are the opening times?
Opening times vary, depending on the type of shop and the town you are visiting, but typically they are: Mondays – Saturdays: 9 a.m. to 5:30 p.m. Some shopping centres stay open until 8 p.m. or later. But in some smaller villages, shops may be closed on Wednesdays from 1 p.m. onwards. Sundays: 10 a.m. to 4pm (or 11 a.m. to 5 p.m.) Sunday shopping has become popular in recent years and most large shops in towns are open for business. Shops are only allowed to trade for 6 hours on Sundays.
Large supermarkets are open for 24 hours, except on Sundays.
Many other supermarkets and superstores are open from 8 a.m. until 10 p.m. from Monday to Saturday and 10 a.m. to 4 p.m. (or 11 a.m. to 5 p.m.) on Sunday.
Over the Christmas and New Year period, all shops are closed on Christmas Day (December 25) and some shops are closed on New Year's Day (January 1). However, an increasing number of shops are now opening on Boxing Day (December 26), which is when many start their New Year sales.
Shopping centres will be closed on Easter Sunday and there will be reduced shopping hours on Easter Monday (often from either 10 or 11 a.m.).
Do the exercise. Maak de oefening.
Step 3 - Vocabulary
Study the words and phrases well. Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol: Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:
There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow in Wozzol to select another way.
Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl in Wozzol om een andere manier te kiezen.
You can read the words aloud or copy them.
Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour.
Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het Nederlands hebben we één woord voor een grote hoeveelheid: 'veel'. In het Engels zijn er twee: much en many. Welke van de twee je moet gebruiken, hangt af van het woord dat erna komt.
I don't have much time.
We have many pets.
Bestudeer uit de kennisbank Engels pagina 2 over much en many. Denk na over deze vraag: waarom gebruik je in de eerste zin hierboven much en in de tweede many?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
You are going to do this assigment with a classmate. Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Divide the parts and read the conversation out loud. Verdeel de rollen en lees het gesprekje hardop voor.
Person A
Person B
Can I help you?
What kind of present would you like?
How much do you have to spend?
What colour would you like?
I would like to buy a present for my father.
I would like a wallet.
I can spend 10 pounds.
I would like the black one.
Make 4 new conversations by replacing the coloured words with words in the same colour from the table. Maak 4 nieuwe gesprekjes door de gekleurde woorden te vervangen door een woord in dezelfde kleur uit de tabel.
Read the new conversation out loud as well. Lees het nieuwe gesprekje weer hardop voor.
For each new conversation, switch roles. Wissel bij elk nieuw gesprekje van rol.
father
mother
brother
sister
uncle
girlfriend
boyfriend
a wallet
a tie
a scarf
sneakers
high heels
flip flops
a bag
10
15
20
25
30
35
40
black
pink
purple
blue
green
red
grey
Make 2 more conversations in which you give your own answers to the questions. Maak nu nog 2 gesprekjes waarin jullie zelf antwoord geven op de vragen.
For both conversations, think of a fifth question and an answer. Verzin bij beide gesprekjes ook zelf een vijfde vraag en een antwoord.
Do the part of person B by heart: cover that part of the example conversation. Doe de rol van persoon B uit je hoofd: dek dat deel van het voorbeeldgesprekje af.
Step 6 - Writing
Finish the email
You are going to tell your pen pal about the present you've bought. Je vertelt je penvriend(in) over het cadeau dat je hebt gekocht.
Open het werkbestand in google docs: Buying presents -Finish the email.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
In the previous step, Speaking, you talked about buying presents. Je hebt in de vorige stap bij Speaking gesproken over het kopen van cadeaus.
Now you are going to write an email to a pal. Nu ga je een mail schrijven aan een vriend/vriendin.
Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
Zeg dat je gaat vertellen over het cadeau dat je hebt gekocht.
Vertel voor wie het cadeau was en voor welke gelegenheid.
Vertel dat je op zondag om 9 uur 's ochtends naar de winkel wilde, maar dat die nog gesloten was.
Vertel dat hij om 10 uur open ging.
Vertel wat je hebt gekocht en geef een detail over je aankoop.
Vertel wat het cadeau kostte.
Zeg dat dat te duur was, maar dat de verkoper je vertelde dat het in de uitverkoop was.
Vertel hoeveel je er uiteindelijk aan hebt uitgegeven.
Vertel nog iets over je winkelbezoek. Bedenk dit zelf.
Stel je penvriend(in) een zelfbedachte vraag.
Hi!
? .
I am going to .
I wanted to because it was almost .
I went , but .
The shop .
I bought . It .
It cost .
That was , but then the salesperson told me .
In the end, I spent . . ?
Bye for now,
(fill in your own name) .
Step 7 - Evaluation
Complete the grid and answer the questions underneath the grid. Vul het schema in en beantwoord de vragen onder het schema.
activiteit
fun
not fun
easy
difficult
know it already
new
reading
listening
vocabulary
grammar
speaking
writing
Are there still things you don't quite understand? How are you going to fix that? Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Hoe ga je dat oplossen?
What would you like to ask your teacher? Wat zou je nog aan je docent willen vragen?
Het arrangement 5.2 Buying presents - kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo kgt, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 5 'Shopping'. Het onderwerp van deze les is: Buying presents. In deze les staat het kopen van cadeaus centraal. In de grammaticaopdracht worden de woorden 'much' en 'many' besproken.
arrangeerbaar, buying presents, cadeaus kopen, engels, kgt12, much en many, stercollectie
5.2 Buying presents - kgt12
nl
VO-content
2023-06-14 11:45:05
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo kgt, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 5 'Shopping'. Het onderwerp van deze les is: Buying presents. In deze les staat het kopen van cadeaus centraal. In de grammaticaopdracht worden de woorden 'much' en 'many' besproken.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
How much is it?
Vocabulary
Much or many
Much of many
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.