5.2 Buying presents - kgt12

5.2 Buying presents - kgt12

Buying presents

Introduction

The subject of this double period is buying presents.
Het onderwerp van dit blokuur is cadeaus kopen. 

  • Make groups of three or four.
    Maak groepjes van drie of vier.
  • Discuss these questions in English with your group:
    Bespreek met je groepje in het Engels deze vragen:
    • Voor wie koop jij cadeaus?
    • Vind je het leuk om cadeaus uit te zoeken? Leg je antwoord uit.
    • Maak in het Engels een lijst van 5 gelegenheden waarbij je iemand een cadeau kunt geven.
    • Maak in het Engels een lijst van 8-10 dingen die je cadeau kunt geven.
Step   activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
  introduction Nadenken over wat je al weet. 10
Step 1 listening
Shopping for the day
Je kunt een gesprek begrijpen over het kopen van een cadeau en er vragen over beantwoorden. 15
Step 2 reading
Shopping in the UK
Je kunt een tekst begrijpen over de openingstijden van winkels en er vragen over beantwoorden. 15
Step 3 vocabulary Je kunt woorden en zinnen over winkels en het kopen van cadeaus gebruiken. 15
Step 4 grammar
Much of many
Je kunt much en many gebruiken. 15
Step 5 speaking
Tell me about the present you've bought
Je kunt een gesprekje voeren waarin je vertelt over het kopen van cadeaus. 10
Step 6 writing
Finish the email
Je kunt een e-mail schrijven waarin je vertelt over het kopen van cadeaus. 15
Step 7 evaluation Nadenken over wat je hebt geleerd. 05

Step 1 - Listening

How much is it?

You are going to listen to a conversation between a customer and a shop assistant.
Je gaat luisteren naar een gesprek tussen een klant en een verkoper.

  • Listen to the conversation.
    Luister naar het gesprek.
  • While listening, think about the following questions:
    Denk tijdens het luisteren na over de volgende vraag:
    • Heeft de leeftijd van de klant invloed op de manier waarop de verkoper haar behandelt?
    • Zorg dat je je antwoord kunt uitleggen.

Do the exercises.
Maak de oefeningen.

Step 2 - Reading

Shopping in the UK

You are going to read a text about shopping in the UK.
Je gaat een tekst lezen over winkelen in het Verenigd Koninkrijk.

  • Read the text.
    Lees de tekst.
  • While reading, think about the following question:
    Denk tijdens het lezen na over de volgende vraag:
    • Is er veel verschil tussen de winkels in Groot-Brittannië en in Nederland?
    • Zorg dat je je antwoord kunt uitleggen.

A nation of shoppers

Britain is sometimes called 'a nation of shopkeepers', but it is also a nation of shoppers. We love shopping! It is our number one leisure activity, and around 37% of all money spent in England is spent in shops.

The main shopping street in many towns is called the High Street, so that’s where you should go if you want to go shopping. There are lots of franchises of course, but a few small shops are owned by local people. Some towns also have street markets, where you can buy fresh food and cheap goods. Away from the town centre, there are often small 'corner' shops where local customers can get their groceries.

When can I go shopping?

Peak shopping days are Saturdays and Sundays, so if you don’t like the hustle and bustle and want to shop in peace, you’re better off going another day.

Shops are generally open on public holidays, or Bank Holidays as they are called in the UK. Bank Holidays are a great time to shop as there are many sales on, especially around Easter and Christmas.

What are the opening times?

Opening times vary, depending on the type of shop and the town you are visiting, but typically they are:
Mondays – Saturdays: 9 a.m. to 5:30 p.m. Some shopping centres stay open until 8 p.m. or later. But in some smaller villages, shops may be closed on Wednesdays from 1 p.m. onwards.
Sundays: 10 a.m. to 4pm (or 11 a.m. to 5 p.m.) Sunday shopping has become popular in recent years and most large shops in towns are open for business. Shops are only allowed to trade for 6 hours on Sundays.

Large supermarkets are open for 24 hours, except on Sundays.

Many other supermarkets and superstores are open from 8 a.m. until 10 p.m. from Monday to Saturday and 10 a.m. to 4 p.m. (or 11 a.m. to 5 p.m.) on Sunday.

Over the Christmas and New Year period, all shops are closed on Christmas Day (December 25) and some shops are closed on New Year's Day (January 1). However, an increasing number of shops are now opening on Boxing Day (December 26), which is when many start their New Year sales.

Shopping centres will be closed on Easter Sunday and there will be reduced shopping hours on Easter Monday (often from either 10 or 11 a.m.).

 

Do the exercise.
Maak de oefening.

Step 3 - Vocabulary

Study the words and phrases well.
Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol:
Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:

Woordenlijst Buying presents

  • Study the vocabulary. (10 minutes)
  • Do the exercise.

 

Tip!

There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow in Wozzol to select another way.
Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl in Wozzol om een andere manier te kiezen.

You can read the words aloud or copy them.
Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.

The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour.
Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.

Step 4 - Grammar

In het Nederlands hebben we één woord voor een grote hoeveelheid: 'veel'. In het Engels zijn er twee: much en many. Welke van de twee je moet gebruiken, hangt af van het woord dat erna komt.

  • I don't have much time.
  • We have many pets.

Bestudeer uit de kennisbank Engels pagina 2 over much en many. Denk na over deze vraag: waarom gebruik je in de eerste zin hierboven much en in de tweede many?

Much of many

Do the exercises.
Maak de oefeningen.

Step 5 - Speaking

Tell me about the present you've bought

You are going to do this assigment with a classmate.
Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.

  • Divide the parts and read the conversation out loud.
    Verdeel de rollen en lees het gesprekje hardop voor.
  • Person A

    Person B

    Can I help you?
    What kind of present would you like?
    How much do you have to spend?
    What colour would you like?

    I would like to buy a present for my father.
    I would like a wallet.
    I can spend 10 pounds.
    I would like the black one.

  • Make 4 new conversations by replacing the coloured words with words in the same colour from the table.
    Maak 4 nieuwe gesprekjes door de gekleurde woorden te vervangen door een woord in dezelfde kleur uit de tabel.
  • Read the new conversation out loud as well.
    Lees het nieuwe gesprekje weer hardop voor.
  • For each new conversation, switch roles.
    Wissel bij elk nieuw gesprekje van rol.
  • father
    mother
    brother
    sister
    uncle
    girlfriend
    boyfriend

    a wallet
    a tie
    a scarf
    sneakers
    high heels
    flip flops
    a bag

    10
    15
    20
    25
    30
    35
    40

    black
    pink
    purple
    blue
    green
    red
    grey

  • Make 2 more conversations in which you give your own answers to the questions.
    Maak nu nog 2 gesprekjes waarin jullie zelf antwoord geven op de vragen.
  • For both conversations, think of a fifth question and an answer.
    Verzin bij beide gesprekjes ook zelf een vijfde vraag en een antwoord.
  • Do the part of person B by heart: cover that part of the example conversation.
    Doe de rol van persoon B uit je hoofd: dek dat deel van het voorbeeldgesprekje af.

Step 6 - Writing

Finish the email

You are going to tell your pen pal about the present you've bought.
Je vertelt je penvriend(in) over het cadeau dat je hebt gekocht.

Open het werkbestand in google docs: Buying presents - Finish the email.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

In the previous step, Speaking, you talked about buying presents.
Je hebt in de vorige stap bij Speaking gesproken over het kopen van cadeaus.
Now you are going to write an email to a pal.
Nu ga je een mail schrijven aan een vriend/vriendin.

  • Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
  • Zeg dat je gaat vertellen over het cadeau dat je hebt gekocht.
  • Vertel voor wie het cadeau was en voor welke gelegenheid.
  • Vertel dat je op zondag om 9 uur 's ochtends naar de winkel wilde, maar dat die nog gesloten was.
  • Vertel dat hij om 10 uur open ging.
  • Vertel wat je hebt gekocht en geef een detail over je aankoop.
  • Vertel wat het cadeau kostte.
  • Zeg dat dat te duur was, maar dat de verkoper je vertelde dat het in de uitverkoop was.
  • Vertel hoeveel je er uiteindelijk aan hebt uitgegeven.
  • Vertel nog iets over je winkelbezoek. Bedenk dit zelf.
  • Stel je penvriend(in) een zelfbedachte vraag.

Hi!

                           ?
                            .
I am going to                 .
I wanted to               because it was almost                 .
I went                    , but                    .
The shop                    .
I bought                     . It                     .
It cost                  .
That was                   , but then the salesperson told me               .
In the end, I spent                     .
                                               .
                                               ?

Bye for now,

(fill in your own name)                .

Step 7 - Evaluation

Complete the grid and answer the questions underneath the grid.
Vul het schema in en beantwoord de vragen onder het schema.

activiteit fun not fun easy difficult know it already new
reading            
listening            
vocabulary            
grammar            
speaking            
writing            
  • Are there still things you don't quite understand? How are you going to fix that?
    Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Hoe ga je dat oplossen?
  • What would you like to ask your teacher?
    Wat zou je nog aan je docent willen vragen?
  • Het arrangement 5.2 Buying presents - kgt12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-06-14 11:45:05
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor vmbo kgt, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 5 'Shopping'. Het onderwerp van deze les is: Buying presents. In deze les staat het kopen van cadeaus centraal. In de grammaticaopdracht worden de woorden 'much' en 'many' besproken.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Engels;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 40 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, buying presents, cadeaus kopen, engels, kgt12, much en many, stercollectie