Burgerschap periode 7: Sociaal maatschappelijke dimensie

Burgerschap periode 7: Sociaal maatschappelijke dimensie

Burgerschap periode 7: Sociaal maatschappelijke dimensie

Inleiding

Komende periode ga je tijdens de lessen Burgerschap aan de slag met de Sociaal Maatschappelijke Dimensie. Bij deze dimensie horen onderwerpen als cultuur en geloof, samenleving, mensbeeld, nature en nurture, normen en waarden en subculturen.

Tijdens de lessen krijg je uitleg over bepaalde begrippen, maar ga je vooral ook veel in gesprek met elkaar. Daarnaast werk je met klasgenoten aan de opdrachten uit het boek en jouw eindopdracht.

Het boek Schokland 3.0 heb je tijdens de lessen nodig. Je maakt hieruit opdrachten vanuit de sociaal maatschappelijke dimensie. Dit zijn de donkergele pagina’s in je boek, vanaf bladzijde 28.

Aan het eind van de periode moet je de volgende onderdelen met minsten een voldoende afsluiten:

  1. Eindopdracht sociaal maatschappelijke dimensie

Planning

Hieronder zie je per week weergegeven welk onderwerp in de les behandeld gaat worden. Daarnaast zie je ook de opdrachten uit het boek die hierbij gemaakt moeten worden.

 

Mogelijk worden er nog een aantal andere onderwerpen behandeld tijdens de lessen. 

Eindopdracht

Met deze eindopdracht kijk je vooral naar jezelf. Het gaat hierbij dan om jouw mening over bepaalde (levens)vragen zoals normen, waarden en overtuigingen en ook over jouw ontwikkeling en socialisatie. De opdracht is opgebouwd uit een aantal delen. Tijdens de lessen krijg je zo nu en dan tijd om er aan te werken. Sommige onderdelen zal je thuis moeten doen. Het grootste deel van de opdracht kan je individueel maken. Zo nu en dan ga je in overleg met klasgenoten.

 

Deel 1: jouw ontwikkeling en socialisatie

  1. Wat is jouw standpunt in het nature – nurture debat? Is gedrag aangeleerd of aangeboren? Waarom vind je dit?
  2. Bedenk vijf persoonlijkheidskenmerken van jou. Lijk je hierin op één van jouw ouders of een ander familielid? Noem per persoonlijkheidskenmerk of het aangeboren of aangeleerd is en leg uit.
  3. Wat zijn de meest typerende dingen die jij hebt meegekregen uit je opvoeding?
  4. Zit hier verschil of overeenkomst in met jouw klasgenoten?
  5. Met welke aspecten uit jouw opvoeding ben jij het heel erg eens?
  6. Met welke aspecten uit jouw opvoeding ben jij het niet of minder eens?
  7. Schrijf voor jezelf op in welke groepen jij allemaal zit.
  8. Zet vervolgens deze groepen op volgorde; van meest belangrijk naar minst belangrijk.
  9. Hoe was dit 10 jaar geleden?

Bespreek de volgende vragen met één van jouw ouders:

  1. Wat zijn typische eigenschappen voor jou?
  2. Welke eigenschappen had je als (jong) kind al?
  3. Op welke punten lijk jij op één van jouw ouders?
  4. Wie heeft veel invloed op jouw ontwikkeling?
  5. Wat vond(en) jouw ouder(s) heel belangrijk in jouw opvoeding?
  6. Waar zijn jouw ouder(s) trots op in jou?

     

 

Deel 2: jouw visie op de (multiculturele) samenleving

 

  1. Leg in eigen woorden uit wat het begrip emancipatie betekent. Wat is jouw mening over emancipatie van vrouwen?
  2. Wat zijn volgens jou de verschillen tussen mannen en vrouwen qua rollen, mogelijkheden en verantwoordelijkheden?
  3. Vind jij de metaalsector typisch mannenwerk? Waarom wel of waarom niet?
  4. Wat is het verschil tussen normen en waarden?
  5. Noem twee normen en twee waarden die voor jou belangrijk zijn. Licht toe.
  6. Welke normen en waarden zijn in onze Nederlandse samenleving belangrijk? Noem er drie.
  7. Leg in eigen woorden uit wat het begrip multiculturele samenleving betekent. Is dit volgens jou haalbaar of niet? Leg uit.
  8. Noem een voorbeeld van generalisatie en leg uit welk mogelijk gevaar hier in schuilt.
  9. Stelling “vooroordelen zijn menselijk”. Leg uit wat hiermee bedoelt wordt en wat jouw standpunt is. Licht jouw standpunt toe.
  10. Hoe zou er volgens jou omgegaan moeten worden met het vluchtelingenprobleem in de wereld en met name in Europa en Nederland? Wat vind je van het huidige beleid? En welke politieke partij staat voor wat jij belangrijk vindt in deze kwestie?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 3: geloof en levensovertuiging; wat vind jij?

  1. Kies vier grote religieuze stromingen in de wereld. Beschrijf per stroming:

- waar aanhangers in geloven,

- hoeveel mensen (percentage of aantal) in de wereld dit geloof aanhangen,

- wat belangrijke symbolen, feesten en gebruiken zijn

- wat kenmerkend is voor deze religie.

  1. Als je kijkt naar bovenstaande religies; welke punten spreken jou aan? En waarom?
  2. Welke punten van spreken jou juist niet aan? En waarom?
  3. Vind jij jezelf gelovig? Ben je gelovig opgevoed? Leg uit.
  4. Als je niet gelovig bent; wat vind jij van mensen die gelovig zijn? Hou je hier ook rekening mee? En hoe dan?
  5. Wat is jouw mening over het dragen van bepaalde kleding, sierraden of symbolen waaruit iemands geloof blijkt. Zit hier nog verschil in?
  6. Wat is jouw mening over vrijheid van godsdienst?
  7. Stelling “Scheiding van kerk en staat is noodzakelijk voor een tolerante samenleving”. Wat vind jij hier van?
  8. Zijn er in jouw omgeving veel mensen met een andere culturele of religieuze achtergrond? Denk je dat dit invloed heeft op jouw visie en mening op dit onderwerp?

 

  • Het arrangement Burgerschap periode 7: Sociaal maatschappelijke dimensie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Technologie Noorderpoort Noorderpoort Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-02-25 11:41:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.