Opdracht: Lecker - vmbo-kgt2

Opdracht: Lecker - vmbo-kgt2

Lecker

Inleiding

Dit deel bestaat uit 4 stappen. Werk ze één voor één door.

stap

activiteit

 

Stap 1

Lezen

Je leest een recept.

Stap 2

Woordjes

Oefen de woorden en zinnen.

Stap 3

Spreken

Je oefent de woordenschat in verschillende situaties.

Stap 4

en

Schrijven

Je ontwerpt een storyboard over je lievelingseten.

Stap 1 - Lezen

Recepten - Rezepte

Vandaag moet het snel gaan met het eten.
Tijd om uitgebreid te koken is er niet.
Gelukkig vind je in de keukenkast nog een zakje voor een snelle hap, maar de tekst op het zakje is in het Duits!
Waarschijnlijk heeft je moeder boodschappen bij de Aldi of Lidl gedaan.
Maar dat geeft niet. Voor jou is dat helemaal geen probleem!

Maak voordat je aan de leesopdracht begint de volgende oefening.

Recepten

Je bent nu klaar voor de leesoefening!

  • Zoek voor deze opdracht een medeleerling.
  • Verdeel de rollen (A en B).
    Leerling A downloadt werkblad A, leerling B downloadt werkblad B.
    Op jullie werkbladen staan twee verschillende recepten.
  • Volg de instructies op jullie werkbladen.
    Tip: sommige moeilijke woorden uit de recepten heb je hiervoor gezien.

Werkblad leerling A
Werkblad leerling B

Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Stap 2 - Woordjes

Übe und lerne Wörterliste D.
Oefen en leer woordenlijst D.

 

Woordenlijst Wortschatz D

Stap 3 - Spreken

Situationen

Op deze pagina staan een aantal situaties.
Lees de onderstaande regels goed door en voer vervolgens een gesprek met je partner.

  • Lies dir die Situationen durch.
    Lees de situatie.
  • Überlege dir eine passende Reaktion.
    Bedenk een passende reactie.
  • Suche einen Partner.
    Zoek een partner voor deze opdracht.
  • Spielt die Situationen auf Deutsch.
    Voer de gesprekjes in het Duits.
  • Tauscht auch die Rollen.
    Wissel ook van rol.
  • Arbeite bei den drei Teilen mit drei verschiedenen Partnern zusammen.
    Werk bij elk van de drie onderdelen met een andere partner samen.
  • Hört euch danach einige Minigespräche in der Klasse an.
    Luister daarna naar enkele gesprekjes in de klas.

Situatie 1. In het gastgezin

Tijdens een uitwisseling met een school in Duitsland logeer je bij je uitwisselingpartner.
Bij de maaltijden doen zich verschillende situaties voor waarin je op een gepaste manier in het Duits moet reageren.

  1. Bij het ontbijt vraagt de gastmoeder: 'Was möchtest du trinken?'
    Zeg dat je graag melk (of jus d'orange, thee, koffie...) bij het ontbijt wilt.
  2. Je uitwisselingspartner vraagt: 'Hast du den Kuchen schon probiert?'
    Bevestig en zeg dat de cake erg goed smaakt.
  3. Je gastvader wil graag weten: 'Was ist dein Lieblingsessen?'
    Zeg dat je graag ... eet.
  4. Je gastmoeder maakt een lunchpakket voor je klaar en wil weten: 'Welches Obst willst du mitnehmen?'
    Zeg dat je graag een appel en een banaan mee wilt nemen.
  5. Bij het avondeten schept je uitwisselingspartner behoorlijk veel aardappelen op je bord.
    Zeg dat je niet zo veel wilt, dat het zo wel genoeg is.

Situatie 2. In de schoolkantine

's Middags krijg je een warme maaltijd op school. (In Duitsland wordt vaak
's middags warm gegeten i.p.v. 's avonds. Daarom kun je ook op veel scholen tussen de middag een warme maaltijd krijgen. Soms kun je zelfs uit verschillende gerechten kiezen.) Ook hier doen zich situaties voor waarin je in het Duits moet reageren.

  1. De leraar zegt: 'Es gibt gleich Mittagessen.'
    Zeg dat je nog geen honger hebt.
  2. Je uitwisselingspartner zegt: 'Die Hauptspeise ist Schnitzel mit Pommes und Tomatensalat.'
    Zeg dat je geen tomaten lust.
  3. Een medeleerling roept: 'Guten Appetit!'
    Reageer.
  4. Het zout staat te ver weg, je kunt er niet bij.
    Vraag aan een medeleerling verderop of die je het zout kan aanreiken.
  5. De leraar vraagt: 'Hat es euch geschmeckt?'
    Reageer.

Situatie 3. Op visite

's Avonds zijn jullie uitgenodigd bij een van de Duitse leerlingen.
Weer zijn er enkele situaties waarin je in het Duits moet reageren.

  1. Iedereen is aan het eten. Jouw glas is al leeg maar je hebt nog dorst.
    Spreek de gastvrouw beleefd aan en vraag of je nog een cola kunt krijgen.
  2. Het eten is echt lekker, maar je kent het gerecht niet.
    Vraag of het een specialiteit uit de regio is.
  3. De gastheer vraagt: 'Möchtest du noch einen Nachtisch?'
    Geef aan dat je dat graag wilt.
  4. De gastvrouw vraagt: 'Möchtest du noch ein Stück Torte?'
    Bedank, maar zeg dat je genoeg hebt gegeten.
  5. Na het eten neem je afscheid.
    Bedank voor de uitnodiging en zeg dat alles heel lekker was.

Die Antworten findest du am Ende dieser Aufgabe.
De antwoorden vind je aan het eind van deze opdracht.

Stap 4 - Schrijven

Bekijk de onderstaande video.


Hier ontwerp je zelf zo'n storyboard en maak je er een Duitse tekst bij.

Dialoog

  1. Zoek een partner voor deze opdracht.
  2. Schrijf samen een dialoog in het Duits in het schrift. In de dialoog moeten jullie de volgende informatie verwerken:
    • wat jullie lievelingseten is;
    • wat jullie anders nog lekker vinden;
    • wat jullie niet echt lekker vinden;
    • wat jullie helemaal niet lusten;
    • wat een typisch Nederlands gerecht is en wat jullie daarvan vinden.

Controleer je tekst en laat deze zien aan je docent.
Hieronder gaan jullie je dialoog illustreren.

Storyboard

  1. Kies het programma waarmee je het storyboard wilt maken, bv:
  2. Ontwerp het filmpje.
  3. Voeg jullie dialoog aan het verhaal toe en presenteer jullie storyboard in de klas.

Antwoorden

Antwoorden Stap 3 - Spreken

Situation 1. In der Gastfamilie:

A. Was möchtest du trinken?

Ich möchte (gern) Orangensaft/Milch/Tee/Kaffee/heiße Schokolade (zum  

Frühstück).

B. Hast du den Kuchen schon probiert?

Ja, der Kuchen/er schmeckt sehr gut.

C. Was ist dein Lieblingsessen?

Ich esse gern Pizza./Mein Lieblingsessen ist Spaghetti mit Tomatensoße.

D. Welches Obst willst du mitnehmen?

Ich möchte (gern) einen Apfel und eine Banane mitnehmen.

E. Nicht so viel, das ist genug./Nicht so viel, nur ein bisschen.


Situation 2. In der Schulkantine:

A. Es gibt gleich Mittagessen.

Ich habe noch keinen Hunger.

B. Die Hauptspeise ist Schnitzel mit Pommes und Tomatensalat.

Tomaten mag ich nicht.

C. Guten Appetit!

Guten Appetit!/Danke, gleichfalls.

D. Kannst du mir bitte das Salz geben?

E. Hat es euch geschmeckt?

Ja, es war lecker./Ja, es hat wirklich gut geschmeckt.


Situation 3. Zu Besuch:

A. Entschuldigung (bitte), kann ich bitte noch eine Cola haben /bekommen /  

kriegen?/ Entschuldigung (bitte), ich möchte bitte noch eine Cola.

B. Ist das eine Spezialität der Region?

C. Möchtest du noch eine Nachspeise?

Ja, gern!

D. Möchtest du noch ein Stück Torte?

Nein, danke, ich bin wirklich satt.

E. Danke für die Einladung. Es hat alles sehr gut geschmeckt. Auf Wiedersehen!]

  • Het arrangement Opdracht: Lecker - vmbo-kgt2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-04-03 09:09:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Guten Appetit', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. In deze opdracht oefen je met nieuwe woorden en zinnen. Je begint de opdracht met het lezen van een recept. Om te oefenen met spreken, ga je bezig met je woordenschat in verschillende situaties. Als afsluiter van deze opdracht ontwerp je een storyboard over je lievelingseten.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Monologen; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, duits, guten appetit, lecker, lievelingseten, recept, stercollectie, storyboard, vmbo-kgt2, woordenschat

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (2016).

    Thema: Guten Appetit vmbo-kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/52612/Thema__Guten_Appetit_vmbo_kgt2

    VO-content Duits. (2018).

    Opdracht: Lecker - hv23

    https://maken.wikiwijs.nl/120668/Opdracht__Lecker___hv23