DE WERKING VAN EEN PLANT - VMBO OB

DE WERKING VAN EEN PLANT - VMBO OB

De werking van een plant.

Deze les gaan we starten met de werking en het nut van fotosynthese.

Wat is dit nu? Hoe werkt dit proces? En waarom is dit belangrijk voor ons?

Om dit goed te onderzoeken gaan je de plant goed bekijken:

Eerst met de ogen.

Daarna ga je de plant nog iets beter bekijken en maak je gebruik van een loep.

En tot slot zullen je ook de cellen van een plant met een microscoop gaan bekijken.

 

Je zult het proces van fotosynthese goed gaan ervaren, doordat je veel praktisch aan de slag gaat.

 

Het is goed dat je ervaart hoe belangrijk een plant voor ons is en dat wij niet zonder kunnen. Hierdoor ga je de plant misschien wel meer waarderen, en ontwikkel je meer liefde voor de natuur.

Zeker voor de leerlingen die de profielen 'Groen' of 'Zorg en Welzijn' willen gaan kiezen, zijn dit waardevolle lessen.

Fotosynthese

Je leert:

-wat fotosynthese is

-wat er gebeurt tijdens dit proces

-waarom fotosynthese belangrijk is

-waar dit proces plaatvindt.

 

Begrippen:

-fotosynthese

-glucose

-zuurstof

-kool(stof)dioxide

-(licht-)energie

 

Tijd:

Ongeveer 50 minuten (1 lesuur)

 

Materialen:

-Voor elke leerling een werkbladen van het practicum.

-voor elk 2-tal kiemzaadjes (tuinkers) en 2 potjes

-ruitjespapier.

-de overige materialen worden later bepaald tijdens het practicum.

-een digitaal bord nodig

 

Werkvorm:

De docent zal klassikaal starten met de les. Ook de filmpjes worden samen bekeken. Wanneer de begrippen duidelijk zijn en de vragen samen zijn ingevuld kan de klas starten met het practicum. Elke leerling (of de docent) kan bepalen of het extra filmpje nog nodig is. Het practicum is ook direct een huiswerkopdracht. De leerlingen zullen op een ander moment het verslag inleveren en bespreken. De docent geeft aan het eind van de les aan wanneer het ingeleverd moet worden. Tevens rond hij de les gezamenlijk af.

 

 

 

Zonder planten geen leven

Planten zijn erg belangrijk voor alle organismen op aarde.

De onderstaande video vertelt je hier meer over:

In de bladeren vindt dus fotosynthese plaats. Door fotosynthese kan een plant zijn eigen voedsel maken. Dieren en mensen kunnen dit niet. Ze hebben altijd planten nodig. Planten zorgen voor voedsel (mais, appels, wortels), maar ook voor zuurstof. Mensen en dieren hebben zuurstof nodig om in leven te blijven. Zonder planten zouden alle levende wezens sterven.

Dat kun je ook goed zien in het volgende filmpje:

 

 

Een klein fabriekje.

 

Planten eten niet. Zij maken hun voedingstoffen zelf. Het zijn net kleine fabriekjes.

Bron: schooltv.nl

Een plant heeft water nodig. Dit neemt hij op via de wortels. Via de bladeren vangt hij koolstofdioxide op.

Het water en de koolstofdioxide worden omgezet in glucose (suiker) en zuurstof. Hier heeft de plant energie -zonlicht- voor nodig. Glucose en zuurstof zijn de voedingsstoffen voor de plant.

Dit proces noemen we  FOTOSYNTHESE.

Water + kooldioxide + licht(energie) = glucose + zuurstof

Een deel van de zuurstof wordt via het blad teruggeven aan de lucht. En deze zuurstof hebben mensen en dieren weer nodig om in leven te blijven.

Zonder planten zouden alle levende wezens sterven.

 

                                                               

Afbeeldingsresultaat voor tomatenkas

 

 

Met wat extra koolstofdioxide (CO₂) in de broeikas wordt de fotosynthese gestimuleerd en gaan de tomaten dus sneller groeien.

Bron: http://www.carbolim.nl/toepassingen_van_co2

Zuurstof - even oefenen

Licht - even oefenen

Practicum - fotosynthese

We weten nu dat een plant (zon-)licht, water en koolstofdioxide nodig heeft.

Maar wat als één van deze onderdelen ontbreekt? Dat gaan we testen in dit practicum. 

 

 

Eventueel kun je nog kijken naar een extra uitleg over fotosynthese.

uitleg fotosynthese

De organen van een plant

Je leert:

-de organen van de plant

-de functie van de organen

 

Begrippen:

-de organen van een plant

-de delen van de wortel: zijwortels, wortelharen, wortelstelsel, bijwortels

-de delen van de stengel: eindknop, okselknop, knoop, lid, knoop, vaten en vaatbundel

-de delen van een blad: bladsteel, bladschijf, bladnerven, hoofdnerf, zijnerven, bladskelet

 

Tijd:

Ongeveer 50 minuten (1 lesuur)

 

Materialen:

-Voor elke leerling een device.

-een digitaal schoolbord 

 

Werkvorm:

De docent zal klassikaal starten met de les. Eerst zal hij wat theorie over de organen van een plant met jullie doornemen. Een deel van deze theorie is voor jullie herhaling. De docent zal bepalen aan welke onderdelen hij meer tijd besteedt. In de test van de stengel kun je kijken of je de theorie nog kent. Bij dit onderdeel zie je een leuk filmpje over de werking van de vaten. Dit proefje kun je ook zelf uitproberen, als je dit leuk vindt. Aan het eind van de theorie is het tijd voor een leuke kahoot – quiz. Ook hier wordt het duidelijk of je voldoende weet over de delen en de functie van de plant. Tot slot zal de docent een huiswerkopdracht meegeven.

De plant

Hieronder zien we een afbeelding van een plant.

tuinkers_p_05b_k002

Bron: nhmmaastricht.nl

 

We weten allemaal dat een plant: wortels, stengels en bladeren heeft. In deze les gaan we wat beter kijken naar deze onderdelen, de organen van een plant.

Bron: hypotheekweg.blogspot.nl

De wortel

Alle wortels van een plant noemen we het wortelstelsel. Dit is het deel dat onder de grond zit. De meeste planten hebben een grote hoofdwortel met zijwortels. Aan het einde van de wortels zitten wortelharen.

Bij sommige planten heeft het wortelstelsel een krans van wortels. Deze hebben ongeveer dezelfde lengte en dikte en heten bijwortels.

Bron: 10voorbiologie.nl

De functies van een wortel:

  1. Stevigheid: de wortels zetten de plant vast in de grond.
  2. Reservevoedsel opslaan: dit reservevoedsel is vaak bedoeld zodat de plant kan overwinteren. Veel planten sterven in de herfst en de ondergrondse wortel blijft leven. In het voorjaar heeft de wortel voldoende reservevoedsel om de plant te laten groeien.
  3. Opnemen van water en voedingsstoffen uit de bodem: met de wortelharen neemt de plant water op. In het water zitten voedingsstoffen. Als een plant niet genoeg water kan opnemen via de wortelharen (deze mogen bij het overpotten niet beschadigen), gaat hij slap hangen en uiteindelijk dood.

        Bron: wikipedia.nl

De stengel

Stengels dragen de bladeren en bloemen (functie 1). Onder de grond gaat de stengel meestal over in wortels.

In de onderstaande afbeelding zie je welke delen aan een stengel zitten.

  1. Eindknop: zit aan het einde van een stengel. Hieruit kan een nieuw stuk stengel met bladeren of bloemen groeien.
  2. Okselknop: zit op de plaats waar een blad aan een stengel zit.
  3. Knoop: dit is de plaats waar het blad aan de stengel vastzit. De stengel is daar meestal wat dikker.
  4. Lid (meervoud: leden): het stuk stengel tussen 2 knopen noem je een lid.
  5. Knoop: zie 3

Een stengel bestaat dus uit knopen en leden.

Via de onderstaande link kun je oefenen of je de onderdelen van de stengel al goed kent:

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bouwstengelblad/bouwstengelblad.htm

Tevens zorgt de stengel voor het vervoer van water en opgeloste stoffen (functies 2).

In de stengel zitten lange dunne buisjes, deze heten vaten.

De vaten lopen van de wortels door de stengels tot in de bladeren, knoppen en bloemen. Vaten zorgen voor het vervoer van water en voedingsstoffen in de plant.

Een groepje vaten noem je een vaatbundel.

Bestand:685px-Brassica napus 03 ies.jpg

Bron: wikipedia.org

 

Bladeren en bloemen zitten vast aan de stengel van de plant. De stengels van een plant dragen de bladeren en bloemen.

Er is nog een tweede functie van de stengels. Ze zorgen voor het vervoer van water en opgeloste stoffen. Dat zie je in het volgende experiment.

experiment


Tulpen hebben water nodig omdat ze zweten. Ze zweten niet omdat ze het warm hebben, maar omdat ze op die manier voedingsstoffen naar de bladeren en bloemen brengen. Door het zweten trekken ze het water met voedingsstoffen omhoog.

In de bladeren en bloemen van de tulp zit water. Water bestaat uit kleine deeltjes die moleculen heten. De watermoleculen worden in de bladeren en bloemen naar buiten getrokken door de aantrekkingskracht tussen de moleculen (oppervlaktespanning). Als het water buiten is, dan kan het verdampen in de lucht.

Toch drogen de bladeren en bloemen niet zomaar uit. Dat komt omdat ze ook weer water drinken. Een tulp drinkt water via de kanalen in zijn stengel. Doordat er water naar buiten gaat en verdampt, wordt er ook water omhoog gezogen. Dit zuigen gaat makkelijk omdat de kanalen smal zijn.

De voedselkleurstof wordt met het water mee omhoog gezogen. En als het water in de bloem verdampt, dan blijft de voedselkleurstof achter, omdat deze niet kan verdampen. Bij dit proefje kun je zien uit welk glas het water naar de bloem is gebracht. Als de bloemblaadjes twee kleuren hebben, dan komt het water dus uit twee glazen. ("proefjes.nl", z.j.)

--> het experiment kun je makkelijk zelf uitvoeren.

Het blad

In de bladeren maakt een plant zijn eigen voedsel. Hierbij ontstaat in de bladeren zuurstof.

Bladeren zijn er in verschillende vormen en maten, toch heeft elk blad ongeveer dezelfde bouw.

Bladsteel: een blad zit meestal met een steeltje aan de stengel, tak of stam van een plant vast.

Bladschijf: het platte gedeelte van een blad. De bladschijf is onder te verdelen in de bladnerven en het bladmoes. De bladnerven zijn een soort van leidingen door het blad heen.

Hoofdnerf: ligt in het midden van het blad.

Zijnerven: de vertakkingen van de hoofdnerf. Bladmoes: alles wat tussen de nerven ligt. In het bladmoes liggen bladgroenkorrels. Deze zorgen ervoor de plant groen is en zorgen voor fotosynthese.

Bladskelet: in de herfst rot het bladmoes meestal weg. Het deel dat overblijft heet het bladskelet.

Vraag maar raak!

Via de onderstaande link ga je naar Kahoot.

Daar kun je testen of je al voldoende weet over de onderdelen van een plant.

Succes.

Kahoot - planten

Huiswerk

Huiswerkopdracht:

Zoek buiten een stengel met meerdere bladeren.

-Teken deze stengel met bladeren na.

-Noteer tevens de onderdelen van de stengel.

 

Tot slot.

Ben je klaar met de tekenen? Breek dan de stengel doormidden.

Zie je de vaten zitten?

Zie je de vaten ook in de bladeren?

Plantencellen

Je leert:

-dat de organen van een plant uit cellen bestaat.

-hoe een cel eruit ziet

-de onderdelen van een cel

-dat bladgroenkorrels erg belangrijk is voor de fotosynthese.

-zelf een preparaat te maken

-en je oefent weer een keer om met de microscoop te werken.

-hoe huidmondjes eruit zien en werken.

 

Begrippen:

-plantaardige cellen

-organisme

-de onderdelen van een plantaardige cel: vacuole, celplasma, bladgroenkorrels, celwand, celkern,   celmembraan, huidmondjes

-huidmondjes: sluitcellen.

 

Tijd:

Een blokuur (2x 50 minuten) zal ideaal zijn.

 

Materialen:

-Voor elke leerling de werkbladen van de 2 practicum-opdrachten (op het werkblad van het practicum staan de benodigdheden vermeld).

-Verder heeft de docent een digitaal schoolbord nodig.

 

Werkvorm:

De docent zal deze les starten met een filmpje. Daarna nemen jullie de theorie gezamenlijk door. Verder zal het een praktische les zijn. We gaan werken met een microscoop. Je maakt je eigen preparaat en ontdekt en ervaart hoe een plantencel eruit ziet. Tevens maak je kennis met het begrip bladgroenkorrels en huidmondjes. De docent zal aan het eind van de les jullie resultaten bespreken.

Een plantencel

Hier zag je dat de aarde flink werd ingezoomd. Stel dat we dat nu met een plant gaan doen. Dat we een blad pakken en gaan inzoomen. Wat zien we dan?

Wanneer je een blad onder de microscoop legt zie je de cellen van een blad.

Bron: www.10voorbiologie.nl

 

Ook bij een vliesje van een ui kun je door de microscoop de cellen zien.

 

241625-001-003-C

Bron: www.kiwibiologie.nl

 

Cellen van planten noem je plantaardige cellen.

 

 

 

 

Planten hebben wortels, stengels en bladeren. Wortels, stengels, bladeren en bloemen zijn organen van planten.

Een orgaan is een deel van een organisme.

Organen bestaan uit cellen.

Deze cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen met de microscoop bekijken. Cellen hebben diepte. Ze lijken op een doosje. Een cel is een soort bouwsteentje van een levend wezen met daarin een computertje. Toch zijn niet al deze cellen op dezelfde manier gebouwd. Een plantencel ziet er anders uit dan een dierlijke cel.

 

Een dierlijk cel              En plantencel

           

Bron: wikiwijs.nl

 

De onderdelen van een plantencel

In de onderstaande video worden alle onderdelen van de cel uitgelegd.

Kort samengevat:

  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht (voedingsstoffen voor de plant) en zorgt voor stevigheid.
  • Celplasma: hierin liggen de bladgroenkorrels
  • Bladgroenkorrels: dit geeft de plant een groene kleur en zorgen voor fotosynthese.
  • Celwand: zorgt voor stevigheid.
  • Celkern: het regelcentrum van de cel. Hier ligt informatie (DNA) opgeslagen van de plant. Deze informatie over de kenmerken van de plant (geur, kleur enz.)
  • Celmembraan: een dun vliesje. De celmembraan regelt welke stoffen in de cel gaan en welke stoffen uit de cel gaan.

Schematische weergave van een plantaardige cel en een bacterie.

 

 

 

 

 

 

                                                                       Bron: wikipedia.nl

Practicum - plantencellen

Nu kun je zelf aan de slag. Bekijk en teken een plantencel.

Zie werkblad:

Wanneer je graag extra uitleg wil over het maken van een preparaat, dan kun je het onderstaande filmpje bekijken.

Bladgroenkorrels

Bladgroenkorrels zijn de delen in een cel van een plant die ervoor zorgen dat ze groen kleuren. Bladgroenkorrels komen alleen voor in planten. Fotosynthese kan alleen worden uitgevoerd met bladgroenkorrels. Bijna alle planten zijn helemaal of gedeeltelijk groen, dat komt omdat er in de meeste planten bladgroenkorrels zitten. Bladgroenkorrels komen voor in alle groene delen van de plant.

Bladgroenkorrels zijn erg belangrijk voor de fotosynthese in een plant. In deze korrels wordt zonlicht opgevangen en daarna omgezet in energie om zo door de plant te worden gebruikt. Hierbij wordt water en koolstofdioxide omgezet in koolhydraten.

 

Bron: bladgroenkorrels

 

Herfstbladeren

In de herfst daalt de temperatuur en worden de dagen korter. Om te voorkomen dat de boom in de winter uitdroogt, laat de boom in de herfst zijn bladeren vallen. Voordat de bladeren vallen, neemt de boom nog snel de bladgroenkorrels (mixers) op uit de bladeren. De overige kleurkorrels geven de herfstbladeren de mooiste kleuren. De kleurschakering in de herfst kan zijn van rood naar oranje naar geel

Huidmondjes

De werking van een huidmondje

Huidmondjes:

Bron: biologielessen.nl

In de bladeren van de planten zitten huidmondjes.

Deze huidmondjes zijn voor de plant belangrijk, omdat de plant met de huidmondjes koolstofdioxide uit de lucht opneemt.

Van deze koolstofdioxide maakt de plant met behulp van water en zonlicht in de fotosynthese reactie suiker.

Via de huidmondjes komen stoffen de bladeren van de plant in en verlaten stoffen de bladeren van de plant.

Als de huidmondjes openstaan, dan kan koolstofdioxide het blad van de plant instromen.

In het blad gemaakte zuurstof verlaat via de huidmondjes de plant. Ook verlaat water via de huidmondjes de plant.


Een huidmondje bestaat eigenlijk uit twee sluitcellen.

Als er veel water in de sluitcellen zit, dan staan de huidmondjes open.

Zit er weinig water in de sluitcellen van het huidmondje, dan worden deze cellen een beetje slap en sluiten ze het huidmondje af. Er kunnen dan geen stoffen de plant in of uit via de huidmondjes.

 

In onderstaande video wordt de functie van de huidmondjes nog eens uitgelegd.

 

Bron: studiobiologielessen.nl

Huidmondjes

Practicum - huidmondjes

Nu kun je zelf aan de slag.

 

Zie werkblad:

De slimme plant.

Je leert:

-hoe een plant overleeft in zijn omgeving

-dat de wetenschapper/ ontwerper/ kunstenaar zich laat inspireren door de natuur en toepassingen bedenkt voor ons leven.

 

Begrippen:

-zonplanten

-schaduwplanten

-een droog milieu

-een nat milieu

-waterplanten

-biomimicry

 

Tijd:

Een lesuur (50 minuten.

 

Materialen:

-Voor elke leerling een werkblad van de opdracht (op het werkblad staan de benodigdheden vermeld).

-voor elke leerling een device.

-Verder heeft de docent een digitaal schoolbord nodig.

 

Werkvorm:

Jullie hebben al veel geleerd over de plant, zijn functies en het aan maken van fotosynthese. De plant is eigenlijk een hele slimme uitvinding van de natuur. In deze les zie je dat de plant zich aanpast aan zijn leefomgeving. Tevens ontdek je in dat de plant ons inspireert voor het ontwikkelen van nieuwe uitvindingen. Je zult samen met een klasgenoot aan deze opdracht werken.

Veel of weinig water?

Planten hebben licht en water nodig. Niet elke plant heeft evenveel licht nodig.

Zonplanten:

  • groeien het beste bij veel licht
  • komen vooral voor op plaatsen met weinig of geen schaduw.

 

Schaduwplanten:

  • groeien het beste bij weinig licht
  • komen voor op schaduwrijke plaatsen (bijvoorbeeld als bodembegroeiing in loofbossen)
  • hebben vaak grote, dunne, donkergroene bladeren.

 

Plant in een droog milieu:

  • Kleine en dikke bladeren
  • Groot wortelstelsel dat diep in de grond gaat

 

Plant in een nat milieu:

  • Grote, platte bladeren.
  • Een klein wortelstelsel
  • Vaak veel huidmondjes

Bron: wikipedia.nl

 

Waterplanten

  • Bladeren die op het water drijven.
  • Stengels zijn slap en bevatten luchtkanalen (hierdoor kan het zuurstof uit de bladeren de wortels bereiken)
  • Bloemen steken boven het water uit.

 

 

 

Planten in hun omgeving

Uitvindingen uit de natuur.

Uitvindingen uit de natuur

De natuur inspireert ons. En zeker als we gebruik maken van haar 3,8 miljard jaar ervaring! Dit gaat over biomimicry, het vakgebied waarin de wetenschapper/ontwerper/kunstenaar zich laat inspireren door de natuur en toepassingen bedenkt voor ons leven.

 

In de onderstaande link (bij punt 1 - Velcro en punt 10 - vuilafstotende verf) zie je 2 van deze uitvindingen.
http://newsmonkey.be/article/7346

 

Ook zijn ze nog druk bezig om kunstmatige fotosynthese te ontwikkelen.Dit zal voor een vermindering van CO2 in de atmosfeer kunnen zorgen.

http://www.duurzamelifestyle.com/15-praktijkvoorbeelden-van-biomimicry/

Opdracht

Klik de onderstaande opdracht aan. En ga aan de slag.

Toets

Succes met het maken van de toets.

Docentenhandleiding