The subject of this double period is texting. Het onderwerp van dit blokuur is appen.
Make groups of three or four. Maak groepjes van drie of vier.
Discuss the following questions in English in your group: Bespreek de volgende vragen in het Engels met je groepje:
Hoe vaak gebruik jij je telefoon om te appen?
Aan wie stuur je vooral appjes en waar gaan ze dan over?
In welke situaties app je en in welke situaties bel je liever?
Wie appt er meer: jij en je vrienden of je ouders en hun vrienden?
Step
activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
introduction
Find out what you already know. Nadenken over wat je al weet.
10
Step 1
listening Text messaging
You can understand a conversation about text messages and answer questions. Je kunt een gesprek over sms'en/appen begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 2
reading Text messages
You can understand a text about text messages and answer questions. Je kunt een tekst over sms'jes begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 3
vocabulary
You can understand and use vocabulary about using telephones. Je kunt de vocabulaire over het gebruiken van telefoons begrijpen en gebruiken.
15
Step 4
grammar Question tags
You can understand and use question tags. Je kunt question tags begrijpen en gebruiken.
15
Step 5
speaking Have a discussion
You can have a discussion about texting. Je kunt een discussie over sms'en voeren.
10
Step 6
writing Write an opinion piece
You can write an opinion piece about texting and phoning. Je kunt je mening beschrijven in een tekst over sms'en en bellen.
15
Step 7
evaluation
Reflecting on what you have learnt. Nadenken over wat je hebt geleerd.
05
Step 1 - Listening
Text messaging
You are going to listen to a conversation between Jake and Lindsay about text messaging.
Listen to the conversation.
While listening, think about the following question:
Met wie heb jij qua app- en belgedrag meer gemeen, met Jake of met Lindsay?
Do the exercise.
Step 2 - Reading
Texting teens
You are going to read a text about teens and phones.
Read the text.
While reading, think about the following question:
In hoeverre komt de conclusie van deze tekst overeen met die van de luistertekst hiervoor?
Texting Teens
Who owns a cell phone? If you look around you, the answer seems to be everybody – and it nearly is among young adults 18-29 years old. In fact, 96% of young adults own a cell phone. You might wonder: Do they really have that much talking to do? Actually, it seems not so much. Young adults are very active texters, exchanging over 100 texts a day, and 3,200 texts a month. Other adults average only half as many texts.
And what about teens? Well, three-fourths of teens 12-17 years old own cell phones and they text even more than young adults do. That is, girls do: on average, they send 3,952 messages a month, while boys send ‘only’ about 2,815 messages a month. It won’t be surprising then that texting and picture taking are the most common ways that U.S. youth and young adults use their cell phones.
And although there’s a well-known stereotype of teens talking on the family’s landline and driving up the phone bill, talking on the telephone has actually declined most among teenagers. While teens still talk on the phone, they much prefer to send dozens of rapid-fire texts every day, carrying on a virtual conversation full of abbreviations. There’s even an abbreviation for “parent over my shoulder” (POMS)! To parents, this new language may seem like a secret code. In truth, perhaps it is a modern way of keeping teens’ private conversations private within public spaces.
Other than texting and picture taking, what are teens and young adults using their phones for? Music and games are popular, as is posting an update on socials, watching a video, reading the news, etc. Half of young adults have smartphones, as do one-third of teens, so they really have mini-computers at their fingertips. To teens and young adults this must feel like freedom—they can virtually go anywhere they want and still stay connected with family and friends!
Study the words and phrases well. Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol: Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:
There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow in Wozzol to select another way. Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl in Wozzol om een andere manier te kiezen.
You can read the words aloud or copy them. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour. Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
Step 4 - Grammar
Question tags
In een eerdere les heb je geleerd hoe je vragen stelt. In het Engels is er ook een bijzondere manier om een vraag te stellen: question tags. Daarmee vraag je eigenlijk aan de ander: heb ik gelijk? Klopt dat? In het Nederlands vragen we dan bijvoorbeeld 'hè?', 'nietwaar?' of 'toch?'
You are 15 years old, aren't you?
Jij bent 15, toch?
Bestudeer uit de kennisbank Engels pagina 1 t/m 3 van het onderdeel over question tags. Denk na over deze vragen:
Welke drie elementen uit de hoofdzin neem je over in een question tag?
Welk hulpwerkwoord gebruik je in de tag als er geen in de hoofdzin staat?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Make groups of three or four. Maak groepjes van drie of vier.
Have a discussion with your classmates. Voer een discussie met je klasgenoten.
If you want, you may use the article from Step 2 - Reading as a source. Als je wilt, mag je het artikel uit Step 2 - Reading gebruiken als bron.
Discuss the following questions: Bespreek de volgende vragen:
Are your texting habits typical for a teen?
What are the advantages and disadvantages of texting and phoning?
In what types of situation do you think it's better to phone someone instead of texting them?
Support your opinions with facts and examples. Ondersteun altijd je mening met feiten en voorbeelden.
Step 6 - Writing
Write an opinion piece
You are going to write an opinion piece (150-200 words) about texting.
In your opinion piece:
Begin met een korte beschrijving van je eigen app-gewoonten. Dat mag gewoon feitelijk, maar je mag ook een leuke of grappige anekdote gebruiken.
Zet een paar voor- en nadelen van appen en bellen op een rijtje.
Sluit af met je mening: wanneer mag je appen en wanneer kun je beter bellen?
Step 7 - Evaluation
What have you learnt in this double period? Wat heb je in dit blokuur geleerd?
Answer the following questions: Beantwoord de volgende vragen:
What was the easiest part of this lesson? Wat was het makkelijkst aan deze les?
What did you already know? Wat wist je al?
What was the most difficult part? Wat was het moeilijkst?
What was new to you in this lesson? Wat wat in deze les nieuw voor je?
Are there things you don't quite understand yet? How are you going to deal with them? Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Wat ga je daaraan doen?
What do you need to ask your teacher? Wat moet je nog aan je docent vragen?
Het arrangement 4.3 Texting - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Texting. In deze les wordt een specifiek onderdeel van telefoongebruik behandeld, namelijk appen of sms'en (texting). In de grammaticaopdracht wordt het onderwerp 'question tags' behandeld.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Engels;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 40 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, engels, hv12, question tags, sms'en/appen, stercollectie, text messages, texting
4.3 Texting - hv12
nl
VO-content
2024-04-11 20:23:42
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Texting. In deze les wordt een specifiek onderdeel van telefoongebruik behandeld, namelijk appen of sms'en (texting). In de grammaticaopdracht wordt het onderwerp 'question tags' behandeld.
The subject of this double period is texting.
Text messaging
Texting Teens
Study the words and phrases well.
Have a discussion
Write an opinion piece
