Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden

Willkommen!

Brandenburger Tor
Brandenburger Tor

Gutentag! Deze les ga je leren hoe je de sterke werkwoorden in het Duits vervoegt. Je zal hier zelf achter moeten komen met behulp van deze site. Links vind je het menu en in het menu zie je een aantal kopjes. Ga deze kopjes af in de juiste volgorde.

Het eerste kopje 'De doelen' geeft aan wat de doelen van de les zijn. Je komt te weten wat je aan het einde van de les moet kunnen en waarom je dit moet kunnen.

In tweede kopje 'Even opfrissen!' wordt jouw kennis van de werkwoorden opgefrist en zal je zien dat je al aardig goed weet wat sterke werkwoorden zijn.

Vanaf het derde kopje 'De uitleg' gaan we aan de slag met de sterke werkwoorden in het Duits. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je de sterke werkwoorden moet vervoegen en waarop je moet letten. Als je het fijn vindt om ook een samenvatting te hebben, kan je dat in dit kopje vinden.

Met het vierde onderdeel 'Oefenen' kan je met de sterke werkwoorden oefenen en kijken of je de informatie hebt begrepen. Ook helpen de oefeningen met de voorbereiding op de eindtoets. Heb je nog meer oefeningen nodig? Kijk dan onder het subkopje 'meer oefeningen'.

Als laatste is er 'De eindtoets', deze toets moet iedereen aan het einde van de les gedaan hebben en is er om te kijken hoe goed je de sterke werkwoorden nu daadwerkelijk onder de knie hebt. De eindtoets heeft dezelfde manier van vragen stellen als de vragen die op de repetitie komen en is dus een goede oefening in de week voor de repetitie.

 

Viel erfolg!

 

De doelen

'Leuk die sterke werkwoorden, maar wat moeten we er nou weer mee?' Je hebt verschillende soorten werkwoorden, die je allemaal op een andere manier vervoegt. Dit is in het Nederlands en in het Duits het geval, maar bijvoorbeeld ook in het Spaans, Frans en Engels. Als je een taal leert kom je er dus niet onderuit...

Wanneer je fouten maakt met het vervoegen van werkwoorden, hoor je dit meteen. Dit willen we natuurlijk voorkomen, als je straks in het Duits gaat spreken. Werkwoorden zijn namelijk een heel belangrijk onderdeel van een taal. In elke zin zit een werkwoord! Om een goed gesprek te kunnen voeren en om verstaanbaar te zijn, moet je werkwoorden dus onder de knie krijgen. Dat gaat lukken als je hier genoeg mee oefent.

Als doelen kan je aan het einde van deze les het volgende:

  • Je weet wat de e/i-Wechsel en de a/ä-Wechsel is.
  • Je kan 2 werkwoorden opnoemen die sterk worden vervoegd.
  • Je kan aan het einde van de les uitleggen hoe je een sterk werkwoord kan herkennen.
  • Je kan de sterke werkwoorden vervoegen en toepassen in zinnen die je moet aanvullen.

Even opfrissen!

Welke kennis van werkwoorden heb je nodig om de sterke werkwoorden in het Duits te kunnen begrijpen? Wat zou je al weten dat je kunt helpen? In onderstaand filmpje wordt de kennis, die je al hebt, herhaald en kun je jezelf voorbereiden om de sterke werwoord te kunnen begrijpen.

Wat weten we al over de zwakke werkwoorden in het Duits?

 

Wat weten we over sterke werkwoorden in het Nederlands?
De sterke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen.

Sterke werkwoorden

  Tegenwoordige tijd      Verleden tijd Voltooid deelwoord
worden      werden geworden
zingen      zongen gezongen
lopen      liepen gelopen
kijken      keken gekeken
lezen      las gelezen

 

Ezelsbruggetje

- Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.

- Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.

Gebruikte bron zwakke werkwoorden 1

Gebruikte bron zwakke werkwoorden 2

Gebruikte bron sterke werkwoorden

De uitleg

Bekijk het volgende filmpje om te leren, hoe je de sterke werkwoorden in het Duits vervoegt.

Sterke werkwoorden: tegenwoordige tijd

Hier staan de belangrijke punten op een rijtje:

De a/ä-Wechsel en de e/i-Wechsel

Gebruikte bron sterke werkwoorden in het Duits

Oefenen

Bij de volgende oefenzinnen is het de bedoeling dat je de sterke werkwoorden passend in de zinnen vervoegd. Let op om welke persoon het gaat!

De tijd die je op de eindtoets voor deze zinnen krijgt zal 6 minuten zijn, probeer de oefening dan ook binnen 6 minuten af te hebben.

Meer oefenen

Oefensite 1

Oefensite 2

De eindtoets

Dit is de eindtoets.

Vul als eerst je naam in en vervolgens komen de toetsvragen. Vul zoals bij de oefeningen de goede vorm van het werkwoord in.

Je hebt 10 minuten de tijd.

Aan het einde van de toets, zie je wat je goed en wat je fout hebt gedaan. De volgende les krijg je van mij persoonlijke feedback op je fouten.

SUCCES!