D1-K1: Omgaan met bijzondere zorggroepen
Complexiteit
De tandartsassistent bezit brede kennis en vaardigheden voor het omgaan met minimaal drie van de volgende bijzondere zorggroepen:
- patiënten met een verstandelijke beperking;
- patiënten met een lichamelijke en/of zintuigelijke beperking;
- kinderen met complexe problemen;
- jeugdigen met complexe problemen;
- kwetsbare (geriatrische) ouderen;
- patiënten met extreme (tandarts)angst en/of psychiatrische en/of gedragsstoornissen;
- patiënten met een verslaving;
- dak- en thuislozen;
- medisch gecompromitteerde patiënten;
- patiënten die een oncologische ingreep en/of bestraling in het hoofd-halsgebied (hebben) ondergaan;
- patiënten met ontwikkelings- of groeistoornis van het tand-, kaak-, mondstelsel.
- patiënten die behoren tot meerdere van bovenstaande zorggroepen.
Zij maakt gebruik van brede kennis en vaardigheden gericht op bijzondere zorggroepen m.b.t. ondersteuning en behandeling van patiënten en het geven van voorlichting en advies. De tandartsassistent is in staat om in opdracht van en in overleg met de behandelaar op elk moment haar deskundigheid met betrekking tot de bijzondere zorggroepen in te zetten ten diensten van de
actuele gezondheidssituatie van de patiënt. Zij weet risico's in te schatten, vraagt door op aard en urgentie van de klacht en kan protocollen en handelswijze combineren. De werkzaamheden die worden uitgevoerd, gericht op de bijzondere zorggroepen, zijn divers en variëren van gemiddeld tot hoog complex. De complexiteit houdt verband met het opbouwen van een vertrouwensrelatie, het op maat maken van advies, en het bieden van ondersteuning passend bij de persoon uit de bijzondere
zorggroep.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De tandartsassistent gaat om met de verschillende zorggroepen en geeft in opdracht van en overleg met de behandelaar zelfstandig passend advies aan de patiënt en aan zijn netwerk1. Zij maakt onderdeel uit van een behandelteam en werkt in nauw overleg met de behandelaar. Zij is verantwoordelijk voor de resultaten van haar eigen werk.
Vakkennis en vaardigheden
De beginnend beroepsbeoefenaar:
- heeft brede kennis voor het omgaan met bijzondere zorggroepen
- heeft brede kennis van goede mondzorg en mondverzorging voor de bijzondere zorggroepen
- heeft brede kennis van preventieve maatregelen voor de bijzondere zorggroepen
- heeft brede kennis van de relatie tussen mondgezondheid en kwaliteit van leven
- heeft brede kennis van de gevolgen van slechte mondgezondheid
- heeft brede kennis van de relatie tussen slechte mondgezondheid en medicatie
- heeft brede kennis van mondgezondheidsrisico’s, mondaandoeningen en bijbehorende effecten, gedrag en functioneren van de bijzondere zorggroepen
- heeft basiskennis van specifieke behandelmodaliteiten als sedatietechnieken en algehele anesthesie
- heeft basiskennis van specifieke (tandtechnische) werkstukken in de maxillo-faciale prothetiek
- heeft inzicht in de taken en verantwoordelijkheden van de zorgverleners die betrokken zijn bij de mondzorg voor de bijzondere zorggroepen
- heeft brede kennis van de voorwaarden voor een gedwongen behandeling van een wilsonbekwame patiënt op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
- heeft brede kennis van de centrumindicatie bijzondere tandheelkunde en is bekend met machtigingsverkeer en declaratiemethodiek
- heeft brede kennis van Wet Langdurige zorg (WLz) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
- heeft brede kennis van communicatiemogelijkheden en -methoden (verbaal, non-verbaal en pre-verbaal) van de bijzonder zorggroepen
- kan de mondgezondheid van bijzondere zorggroepen signaleren en rapporteren
- kan werken met ondersteunende fysieke hulpmiddelen, zoals tilliften, ondersteuningskussens, 3D-tandenborstels en bijthoutje
- kan omgaan met angst, grensoverschrijdend gedrag en agressie
- kan sociale en emotionele problemen herkennen en hierop anticiperen
- kan communicatieniveau aanpassen aan de bijzondere zorggroepen en het netwerk
D1-K1-W1: Stemt front-office taken af op bijzondere zorggroepen
Omschrijving
De tandartsassistent stemt de front-office taken af op de patiënt uit de bijzondere zorggroep. Zij maakt contact met de patiënt uit de bijzondere zorggroep en indien gewenst ook met diens netwerk. Zij werkt aan het opbouwen van een band met de patiënt uit de bijzondere zorggroep. Zij brengt de klacht en/of risicovolle/complexe situatie in kaart. Zij vraagt door op wat de patiënt uit de bijzondere zorggroep of diens netwerk aangeeft, en maakt in samenwerking met de behandelaar een inschatting van de spoedeisendheid van de hulpvraag. Ze bespreekt in opdracht van de behandelaar de vervolgstappen.
Resultaat
De tandartsassistent heeft op passende wijze de patiënt uit de bijzondere zorggroepen en diens netwerk geholpen bij het verhelderen van de hulpvraag. Zij heeft in overleg met de behandelaar de juiste vervolgstappen in gang gezet.
Gedrag
De tandartsassistent:
- gaat onbevooroordeeld en met respect om met de patiënt uit de bijzondere zorggroep;
- toont oprechte belangstelling en betrokkenheid bij de patiënt uit de bijzondere zorggroep en diens netwerk;
- weet snel verbanden te leggen tussen verschillende gegevens, aspecten en factoren;
- brengt helder de ernst van de klachten van de patiënt uit de bijzondere zorggroep in beeld;
- werkt nauw samen met het behandelteam;
- past gedrag, communicatie en omgangsvormen effectief aan op de patiënt uit de bijzondere zorggroep;
- gebruikt bij de uitwisseling van gegevens met professionals de juiste terminologie.
De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Analyseren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Ethisch en integer handelen
D1-K1-W2: Assisteert bij de behandeling van patiënten uit de bijzondere zorggroepen
Omschrijving
De tandartsassistent biedt als lid van het behandelteam ondersteuning aan de behandelaar en aan de patiënt uit de bijzondere zorggroep tijdens de uitvoering van bepaalde tandheelkundige werkzaamheden, preventieve handelingen en handelingen t.b.v. de behandeling van de patiënt. Zij bespreekt zo nodig vooraf bijzonderheden van de patiënt met de behandelaar. Tijdens de
werkzaamheden observeert zij of de patiënt de behandeling goed doorstaat, neemt angst en onzekerheid weg en onderneemt actie bij bijzonderheden. Zij zorgt dat zijzelf en de behandelaar een band kunnen opbouwen met de patiënt. Als lid van het behandelteam geeft zij gericht advies aan de patiënt en/of diens netwerk en gebruikt voorlichtingsmateriaal. Zo nodig bespreekt zij na afloop met het behandelteam of de behandelaar hoe ze de patiënt in de toekomst beter kunnen helpen.
Resultaat
De tandartsassistent heeft als lid van het behandelteam tijdens de behandeling op passende wijze ondersteuning en advies gegeven aan de patiënt uit de bijzondere zorggroep en diens netwerk.
Gedrag
De tandartsassistent:
- stelt de patiënt uit de bijzondere zorggroep en/of diens netwerk zo veel mogelijk op hun gemak;
- past gedrag, communicatie en omgangsvormen effectief aan op de patiënt uit de bijzondere zorggroep;
- controleert regelmatig of de patiënt uit de bijzondere zorggroep de informatie heeft begrepen;
- reageert adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie op onvoorziene en risicovolle situaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard, problemen van somatische aard of grensoverschrijdend gedrag;
- stemt tijdig en regelmatig de werkzaamheden af met het behandelteam;
- beoordeelt voorlichtingsmateriaal zorgvuldig op aansluiting bij de bijzondere zorggroep;
- geeft volgens afspraak heldere voorlichting en adviezen over de verschillende mondgezondheidsrisico’s en de bijbehorende effecten aan de patiënt uit de bijzondere zorggroep en/of diens netwerk.
De onderliggende competenties zijn: aandacht en begrip tonen, samenwerken en overleggen, presenteren, formuleren en rapporteren, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen.