3.2 My Family - hv12

3.2 My Family - hv12

My family

Introduction

The subject of this double period is your family.
Het onderwerp van dit blokuur is jouw eigen gezin.

  • Make groups of three or four.
    Maak groepjes van drie of vier.
  • Discuss the following questions in English in your group:
    Bespreek de volgende vragen in het Engels met je groepje:
    • Heb je broers en/of zussen? Vind je dat vooral leuk of lastig?
    • Wat is het leukste aan jouw ouder(s)?
    • Wat is het lastigste aan jouw ouder(s)?
    • Maak een mindmap van woorden die je kunt gebruikem om iemands uiterlijk te beschrijven.
    • Beschrijf nu kort in het Engels hoe de anderen uit je gezin eruitzien. Gebruik de woorden uit jullie mindmap.
Step   activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
  introduction Find out what you already know.
Nadenken over wat je al weet.
10
Step 1 listening
Family relationships  
You can understand a converstation about relationships and answer questions.
Je kunt een gesprek over relaties verstaan en er vragen over beantwoorden.
15
Step 2 reading
Mary’s family
You can understand a text about relatives and answer questions.
Je kunt een tekst over familieleden begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 3 vocabulary You can understand and use vocabulary about relatives.
Je kunt woorden en zinnen over familieleden begrijpen en gebruiken.
15
Step 4 grammar 1+2
a/an + word order

You can use the articles a/an and use the correct word order.
Je kunt de lidwoorden a/an en de juiste woordvolgorde gebruiken.

15
Step 5 speaking
Create your own family tree / Tell me about your family
You can have a conversation about your relatives.
Je kunt een gesprek voeren over je familieleden.
10
Step 6 writing
An email about your family
You can write an email about your family.
Je kunt een e-mail schrijven over je familie.
15
Step 7 evaluation Reflecting on what you have learnt.
Nadenken over wat je hebt geleerd.
05

Step 1 - Listening

Francisco's family
You are going to listen to Carl and Francisco. Carl asks Francisco questions about his family.

  • Listen to the recording.
  • While listening, think about the following questions:
    • Wat zegt Carl nadat hij zich heeft voorgesteld?
    • Komt Francisco uit een groot of een klein gezin?
    • Waar werkt een deel van het gezin?


Maak de oefening.

Step 2 - Reading

Mary's family
You are going to read a text about Mary's family.

  • Read the text.
  • While reading, do the following:
    • Maak een stamboom van Mary's gezin. Schrijf bij elk gezinslid de leeftijd en hoe diegene eruitziet.

Mary is a ten-year-old girl from Dorset in the UK. She's got long, brown hair and brown eyes. She is tall for her age and she likes to play sports. Her favourite sport is rugby.
She has got two pets: a cat and a dog. Their names are Pat and Fluffy.
Pat, the dog, has got a small dog house in the garden. Her cat Fluffy is three years old, but still very playful, like a kitten.
Mary's mother is called Elena. She is forty years old and she's a teacher. She's very tall and she's got blonde hair and brown eyes. She hasn't got any pets, but she walks Mary's dog sometimes.
Elena has a best friend named Laura.
Elena has been married to Nick for almost fifteen years. He is thirty-eight years old and he's a bus driver. He is  quite short and he's has got brown hair and green eyes.
Nick has got his own horse. It's a stallion and his name is Lightning. Nick's best friends, Tom, Jaafar and Mahit, are also his colleagues. He sees them almost every day at work.
Elena and Nick have got three children. Apart from their daughter Mary they have two sons: Pyotr and Sean.
Sean is six and Pyotr is twelve years old. Sean's hair is blonde, Pyotr's hair is brown. Both boys have got blue eyes.
Pyotr's pet is a hamster. He has named her Tiny because she is so small.
Sean has got a goldfish. Its name is Goldie.
All three children are pupils at the village school where Elena teaches.

 

Do the exercises.

Step 3 - Vocabulary

Study the words and phrases well.
Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol:
Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:

Vocabularylist My family

  • Study the vocabulary. (No more than 10 minutes)
  • Do the exercise.

Tip!

There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow to select another way.
Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl om een andere manier te kiezen.

You can read the words aloud or copy them.
Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.

The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour.
Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.

Step 4 - Grammar 1

Voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord gebruiken, heb je in het vorige blokuur geleerd. Het Engels heeft er drie: the, a en an. The is makkelijk: dat kun je zowat overal voor zetten. Maar wanneer gebruik je a en wanneer gebruik je an?

Bestudeer uit de kennisbank Engels het onderdeel Lidwoorden: a of an? Denk na over deze vragen:

  1. Waarom gebruik je a voor unit?
  2. Waarom gebruik je an voor honour?

Lidwoorden: A of an?

Do the exercise.

Step 4 - Grammar 2

Bepaalde delen van een zin komen in het Engels in een vaste volgorde. Het onderwerp en de werkwoorden bijvoorbeeld. Maar ook het deel dat aangeeft wáár iets gebeurt (de plaats) en het deel dat aangeeft wanneer iets gebeurt (de tijd).

Ezelsbruggetje: in het alfabet komt de P (van plaats) voor de T (van tijd). En in die volgorde komen ze ook voor in een Engelse zin.

Bestudeer uit de kennisbank Engels beide pagina's van het onderdeel Woordvolgorde. Denk na over deze vragen:

  1. Waar komen plaats en tijd meestal in een Engelse zin?
  2. Wat is anders aan de plaats van werkwoorden in een Engelse of een Nederlandse zin? (Dit geldt voor zinnen waarin meer dan één werkwoord voorkomt, zoals 'Ik heb dat gedaan').

Woordvolgorde

Do the excercise.

Step 5 - Speaking

Exercise 1

You're going to have a conversation about your family.
Je gaat een gesprek voeren over je familie.

First, look up the English meanings of these words:
Zoek eerst de Engelse betekenis op van deze woorden:

  • zwager
  • schoonmoeder
  • stiefzus
  • stiefvader

Exercise 2

Have a conversation with a classmate. Use the table below.
Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.

Preparation
Voorbereiding

  1. Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation.
    Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
  2. Practise your conversation at least twice.
    Oefen jullie gesprek minstens twee keer.

Having the conversation
Het gesprek voeren

  1. Find another pair to work with.
    Zoek een ander paar om mee samen te werken.
  2. Have your conversation.
    Voer jullie gesprek.
  3. Ask your classmates to write down feedback for you.
    Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
  4. Next, let them have their conversation and write down feedback for them.
    Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
  5. Discuss what went well and what you can do better next time.
    Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.

 

Persoon A

 

Persoon B

1

Stel jezelf voor.
Zeg dat het leuk is B te ontmoeten.

1

Antwoord dat het ook leuk is A te ontmoeten.
Stel je voor.

2

Vraag hoe het gezin van B is samengesteld.

2

Geef antwoord.
Vertel over je ouder(s), broer(s) en zus(sen).
Vraag hoe het gezin van A is samengesteld.

3

Geef antwoord.
Vertel over je ouder(s), broer(s) en zus(sen).
Vraag wie het belangrijkst is voor B.

3

Geef antwoord.

4

Vraag hoe diegene eruitziet.

4

Geef antwoord.
Vraag wie het belangrijkst is voor A.

5

Geef antwoord.

5

Vraag hoe diegene eruitziet.

6

Geef antwoord.
Stel een zelfbedachte vraag.

6

Geef antwoord.
Sel een zelfbedachte vraag.

7

Beëindig het gesprek.

7

Reageer en sluit af.

 

Step 6 - Writing

An email about your relatives

You are going to write an email to your pen pal from London.

In your email:

  • Begroet je penvriend(in).
  • Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
  • Vertel over je gezin: je ouder(s) en eventuele broer(s) en zus(sen).
    • Hoe zien ze eruit?
    • Hoe oud zijn ze?
    • Wat doen ze (werk, school, hobby's)?
  • Vertel ook over je huisdieren. Wat voor dieren zijn het en hoe heten ze?
  • Stel je penvriend(in) een zelfbedachte vraag.
  • Sluit je e-mail af.

Step 7 - Evaluation

What have you learnt in this double period?
Wat heb je in dit blokuur geleerd?
Answer the following questions:
Beantwoord de volgende vragen:

  • What was the easiest part of this lesson?
    Wat was het makkelijkst aan deze les?
  • What did you already know?
    Wat wist je al?
  • What was the most difficult part?
    Wat was het moeilijkst?
  • What was new to you in this lesson?
    Wat wat in deze les nieuw voor je?
  • Are there things you don't quite understand yet? How are you going to deal with them?
    Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Wat ga je daaraan doen?
  • What do you need to ask your teacher?
    Wat moet je nog aan je docent vragen?
  • Het arrangement 3.2 My Family - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-06-14 11:56:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 3 'Family and friends'. Het onderwerp van deze les is: My family. In deze les staat het eigen gezin centraal. Hierbij worden ook de familierelaties besproken. De schijfopdracht is het maken van een familiestamboom. Bij de grammaticaopdrachten worden de lidwoorden a/an en de juiste woordvolgorde behandeld.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Engels;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 40 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, eigen gezin, engels, familierelaties, hv12, juiste woordvolgorde, lidwoorden a/an, my family, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Engels. (2023).

    3.4 Fairy tale families - kgt12

    https://maken.wikiwijs.nl/119792/3_4_Fairy_tale_families___kgt12