Kijk eens naar de volgende zinnen: Jan kan niet voetballen. Hij is traag.
Het zijn korte, losse zinnen en je begrijpt precies wat ermee wordt bedoeld. Toch leest het niet fijn, juist omdat ze zo kort zijn én los van elkaar staan. Maar je voelt aan dat deze zinnen op de een of andere manier bij elkaar horen, dat er een verband tussen deze beide zinnen bestaat.
Dat verband kun je heel gemakkelijk aangeven: maak van deze twee zinnen eens één zin, door er een woord tussen te plaatsen. Voor welk woord kies je?
a. Stel dat je gekozen hebt voor want, dan wordt de samengestelde zin: Jan kan niet voetballen, want hij is traag.
Want verbindt de beide korte zinnen en is hier het verbindingswoord.
b. Stel dat je gekozen hebt voor en, dan wordt de samengestelde zin: Jan kan niet voetballen en hij is traag.
En verbindt de beide korte zinnen en is hier het verbindingswoord.
Hierboven stond nog dat je precies begreep wat er met beide zinnen werd bedoeld! Maar door voor een ander verbindingswoord te kiezen, krijgen beide zinnen toch een andere betekenis! In zin a geef je een reden waarom Jan niet kan voetballen. In zin b som je op welke kenmerken Jan heeft. Je hebt een ander verband tussen de beide zinnen gelegd!
De verbindingswoorden laten dus zien welk verband er tussen de beide korte zinnen bestaat. Ze geven als het ware een signaal af: let op na want volgt een reden, na en volgt een opsomming. Daarom worden deze verbindingswoorden signaalwoorden genoemd.
Je weet meer dan je denkt
Wist je dat je zelf elke dag signaalwoorden gebruikt? Dat gebeurt ‘automatisch’, van jongs af aan heb je die woorden leren gebruiken. Bijvoorbeeld:
Niet met vuur spelen, want dat is gevaarlijk!
Ik wil best elke donderdag op mijn broertje passen, maar dan wil ik wel verhoging van mijn zakgeld.
Lees eerst de tekst goed door, voordat je de opdrachten maakt.
Er zijn verschillende verbanden in teksten en daarbij horen ook verschillende signaalwoorden. In bijna iedere tekst vind je tekstverbanden met bijbehorende signaalwoorden. Niet alleen in zinnen, maar ook tussen alinea's.
Als je de signaalwoorden herkent en weet welke verbanden erbij horen, zul je teksten beter begrijpen. Ook als je zelf een tekst moet schrijven, is het belangrijk dat de tekstdelen duidelijk met elkaar zijn verbonden. Daarom moet je weten welke signaalwoorden je kunt gebruiken om je boodschap duidelijk te maken.
Instructie
Leerdoel van deze module: je kunt signaalwoorden herkennen en weet welk verband daarmee in de tekst wordt aangeduid. Omgekeerd weet je ook welk signaalwoord je in een tekst moet gebruiken als je een bepaald verband wilt aangeven.
Inhoud van de leerstof
Je leert signaalwoorden vooral goed te herkennen door er veel mee te oefenen. In deze module ga je aan het werk met verschillende signaalwoorden, gekoppeld aan tien veel voorkomende tekstverbanden.
Eerst kijk je naar een filmpje, waarin vijf van deze tekstverbanden aan bod komen.
Dan volgt een pagina waarop de tien tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden staan. Indien nodig kun je deze gebruiken bij het maken van de oefeningen (je kunt de pagina ook printen om hem direct bij de hand te hebben).
Je kunt kiezen uit twee soorten oefeningen: instapoefeningen (oefeningen a), waarbij je een signaalwoord op de juiste plaats moet slepen en oefeningen(oefeningen b), waarbij je door middel van multiple choice vragen het juiste verband van de zin moet aangeven.
Via twee links kun je oefenen met signaalwoorden en hun verband. Je kunt deze links ook gebruiken om te controleren of je stof al goed beheerst.
Daarna maak je de tussentoets. Je moet 65% van de vragen goed beantwoorden, voordat je met de volgende opdracht aan het werk gaat. Lukt je dat nog niet, herhaal dan (één van) de voorgaande oefeningen en maak de tussentoets nog een keer.
Vervolgens zoek je, samen met een klasgenoot, signaalwoorden op in een tekst. Ook benoem je het verband dat dat signaalwoord aangeeft.
Afsluitende toets.
Heel veel succes!
videofragment
Signaalwoorden en het verband in de tekst
Overzicht signaalwoorden en hun verband
Overzicht van een groot aantal signaalwoorden en van hun functie.
Ook, en, bovendien, verder, eveneens, ten eerste, ten tweede (enz.), daarnaast, maar ook, alsook, tevens, vervolgens, ten slotte, daarbij, tot slot, zowel ... als, ...
Tegenstelling
Maar, echter, toch, daarentegen, anderzijds, hoewel, niettemin, integendeel, in plaats van, in tegenstelling tot, daar staat tegenover, desondanks, ...
Vergelijking
Net als, zoals, evenals, in vergelijking met, hetzelfde als, vergeleken met, als, ...
Oorzaak – gevolg
Door, daardoor, waardoor, doordat, zodat, te danken aan, te wijten aan, als gevolg van, vanwege, ten gevolge van, ...
Doel – middel
Om… te, opdat, door middel van, met behulp van, daarmee, daartoe, met als doel, door te, daarvoor, teneinde, ...
Voorwaarde
Mits, als, wanneer, tenzij, stel dat, in het geval dat, aangenomen dat, indien, ...
Bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, zoals, een voorbeeld (hier)van, dat komt voor bij, onder andere, neem nou, ter verduidelijking,...
Samenvatting – conclusie
Samengevat, kortom, al met al, concluderend, samenvattend, hieruit volgt, uiteindelijk, hieruit kunnen we afleiden, alles bij elkaar, met andere woorden, daarom, slotsom, alles afwegend, vandaar dat,...
In deze oefeningen staan zinnen, waarbij het signaalwoord vet gedrukt aangegeven wordt. Jij geeft het juiste verband van deze zin door het juiste antwoord aan te klikken.
Om door te gaan naar de volgende pagina, moet je helemaal naar beneden scrollen. Onder aan de pagina zie je de button volgende.
Wat weet je nu? Deel 1
Sleep het signaalwoord naar het juiste verband:
tijd-volgorde, opsomming, tegenstelling, vergelijking, oorzaak-gevolg. Lukt het je om alle signaalwoorden op de juiste plek te zetten?
Wat weet je nu? Deel 2
Sleep het signaalwoord naar het juiste verband: doel-middel, voorwaarde, reden-verklaring, voorbeeld-toelichting, samenvatting-conclusie. Lukt het je om alle signaalwoorden op de juiste plek te zetten?
Tussentoets
Toets: Tussentoets
0%
Denk erom dat je de in te vullen woorden goed spelt, typfouten worden namelijk fout gerekend! Wanneer je de naam van een verband moet invullen, moet je de naam gebruiken zoals die in dit programma is gebruikt. Bijvoorbeeld reden-verklaring schrijf je in die volgorde en met een kort streepje tussen beide woorden, zonder spatie.
Als je de toets hebt gemaakt, klik je de button overzicht aan. Dan kun je zien welke vragen je goed of fout had. Wanneer je niet voldoende hebt gescoord, herhaal je de voorgaande opdrachten. Je leert de signaalwoorden immers pas herkennen, wanneer je voldoende hebt geoefend!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Download het wordbestand met de tekst over heksen. Markeer in deze tekst de signaalwoorden en geef in de tabel naast de zin aan welk verband het betreft.
Reflecteren is terugdenken en overzien, nadenken over jezelf, je gedrag of een activiteit. Doel van het reflecteren is het vergroten van begrip en inzicht en het verbeteren van je gedrag. Reflecteren op het leerproces kan je helpen om effectiever te leren en om de leerstof beter te onthouden.
In het worddocument staan vragen om te reflecteren op deze opdracht. Download het worddocument, beantwoord de vragen en lever het in bij je docent.
Toets
Toets: Toets signaalwoorden en hun verband
0%
Deze toets bevat multiple choice vragen, waarbij je de keuze voor het goede antwoord moet maken én vragen waarbij je zelf het juiste signaalwoord moet invullen. Denk erom dat je de woorden juist spelt, typfouten worden als foutieve antwoorden gerekend! Dat geldt ook voor het schrijven van de namen van de verbanden! Bijvoorbeeldsamenvatting-conclusie schrijf je met een kort streepje ertussen, zonder spaties én in die volgorde.
Print de gemaakte toets en lever die in bij de docent.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Signaalwoorden en tekstverband is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Susan Hesse
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-02-08 10:08:35
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In deze module oefen je met signaalwoorden en het verband dat dit signaalwoord met de tekst heeft. Na afloop van deze module herken signaalwoorden en weet je welk verband ermee wordt aangegeven.
Leerniveau
VMBO theoretische leerweg, 4;
HAVO 3;
VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4;
In deze module oefen je met signaalwoorden en het verband dat dit signaalwoord met de tekst heeft. Na afloop van deze module herken signaalwoorden en weet je welk verband ermee wordt aangegeven.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Signaalwoorden voor het verband tijd
Signaalwoorden voor het verband opsomming
Signaalwoorden voor het verband tegenstelling
Signaalwoorden voor het verband vergelijking
Signaalwoorden voor het verband oorzaak-gevolg
Signaalwoorden voor het verband doel - middel
Signaalwoorden voor het verband voorwaarde
Signaalwoorden voor het verband reden/verklaring
Signaalwoorden voor het verband voorbeeld
Signaalwoorden voor het verband conclusie/samenvatting
Multiple choice vragen
Tussentoets
Toets signaalwoorden en hun verband
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.