De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Listen again. In the pauses, answer the questions in your own words and in complete sentences. Use your imagination.
Step 2 - Reading
Our families
You are going to read a text about family.
Read the text.
While reading, think about the following questions:
Waarom ziet het stel hun familie zo weinig?
Hoe zou jij het vinden om zo weinig contact te hebben met je familie?
Zou jij in het buitenland willen wonen? Zo ja, waar? Zo nee, waarom niet?
I don’t live with my parents anymore. Last year ago I got married, and now I live in New York.
My mum and dad still live in Rome, where I'm from, and my husband’s parents have lived in Montreal, Canada all their lives.
It makes us a little sad that we don’t see them a lot, but when we get together we have a wonderful time.
One of my sisters lives in Rio, Brazil, and the other one, who is 16, still lives at home.
My husband has only one brother. He still lives with his parents, too. Next year he wants to move to Paris to study European history.
We got married in Rome one year ago. Both our families were at the wedding. We had a fantastic time, and our honeymoon in Venice was beautiful.
We would like to have children someday. We're hoping for a son and a daughter. We want to make sure they have a great life, maybe in America, maybe in Africa or Asia or Europe.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Study the words and phrases well. Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol: Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:
There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow to select another way. Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl om een andere manier te kiezen.
You can read the words aloud or copy them. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour. Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
Step 4 - Grammar
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die je gebruikt om mensen, dieren en dingen mee te beschrijven. Voorbeelden zijn brother, cat en house.
Zelfstandige naamwoorden hebben (meestal) ook een meervoud: brothers, cats, houses.
Bestudeer uit de kennisbank Engels het onderdeel over het zelfstandig naamwoord en het onderdeel over meervoud op pagina 2 van de Kennisbank. Denk na over deze vragen:
Is happy een zelfstandig naamwoord? Waarom (niet)?
Is sister een zelfstandig naamwoord? Waarom (niet)?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Have a conversation with a classmate. Use the table below. Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.
Preparation Voorbereiding
Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation. Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
Practise your conversation at least twice. Oefen jullie gesprek minstens twee keer.
Having the conversation Het gesprek voeren
Find another pair to work with. Zoek een ander paar om mee samen te werken.
Have your conversation. Voer jullie gesprek.
Ask your classmates to write down feedback for you. Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
Next, let them have their conversation and write down feedback for them. Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
Discuss what went well and what you can do better next time. Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.
Persoon A
Persoon B
1
Begroet B.
Stel je voor.
1
Begroet A.
Stel je voor.
Vraag waar A vandaan komt.
2
Vertel waar je woont.
Vraag waar B vandaan komt.
2
Vertel waar je woont.
Vraag of de ander een groot gezin heeft.
3
Geef antwoord.
Vertel kort over je ouders, of je broers en zussen hebt en zo ja, hoeveel.
Vraag of de ander broers en zussen heeft.
3
Geef antwoord.
Vertel kort over je broers en zussen, als je die hebt, en over je ouders.
Vraag waar de familie van de ander woont.
4
Geef antwoord.
Vertel kort iets over je familie: grootouders, ooms, tantes.
Vraag of de familie van de ander in jullie plaats woont.
4
Geef antwoord.
Vertel kort iets over je familie: grootouders, ooms, tantes.
Stel een zelfbedachte vraag.
5
Geef antwoord.
Stel een zelfbedachte vraag.
5
Geef antwoord.
6
Beëindig het gesprek.
6
Reageer en sluit af.
Step 6 - Writing
Exercise 1
Create you own family tree
Je gaat nu zelf een stamboom maken.
Om inspiratie op te doen kun je afbeeldingen googlen.
Gebruik de zoekterm: family tree.
Neem een groot vel papier en teken daarop je eigen stamboom.
Zet zo veel familieleden in je stamboom.
Schrijf bij elk familielid de juiste Engelse naam en wat extra gegevens, zoals leeftijd, beroep en woonplaats.
Maak bij elk familielid een tekening of plak een foto.
Exercise 2
An email about your relatives
You are going to write an email to your pen pal from London. Use the family tree you made in exercise 1.
In your email:
Begroet je penvriend(in).
Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
Zeg dat je hem/haar over je favoriete familielid of familieleden wilt vertellen. Dat kan een broer of zus zijn, een opa of oma, een oom en tante, enzovoorts.
Vertel iets over je favoriete familielid: uiterlijk, leeftijd, woonplaats, wat voor werk of studie diegene doet.
Leg uit waarom dit je favoriete familielid is.
Vraag je penvriend(in) om iets te vertellen over zijn/haar familie.
Bedenk nog een vraag die je kunt stellen.
Sluit je e-mail netjes af.
Step 7 - Evaluation
What have you learnt in this double period? Wat heb je in dit blokuur geleerd?
Answer the following questions: Beantwoord de volgende vragen:
What was the easiest part of this lesson? Wat was het makkelijkst aan deze les?
What did you already know? Wat wist je al?
What was the most difficult part? Wat was het moeilijkst?
What was new to you in this lesson? Wat wat in deze les nieuw voor je?
Are there things you don't quite understand yet? How are you going to deal with them? Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Wat ga je daaraan doen?
What do you need to ask your teacher? Wat moet je nog aan je docent vragen?
Het arrangement 3.1 Relatives - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 3 'Family and friends'. Het onderwerp van deze les is: Relatives. In deze les staat familieleden centraal en hoe deze te beschrijven zijn. Ook wordt er een stamboom gemaakt van een familie. In de grammaticaopdracht wordt het zelfstandig naamwoord en hun meervoud besproken.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 3 'Family and friends'. Het onderwerp van deze les is: Relatives. In deze les staat familieleden centraal en hoe deze te beschrijven zijn. Ook wordt er een stamboom gemaakt van een familie. In de grammaticaopdracht wordt het zelfstandig naamwoord en hun meervoud besproken.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Relatives
Our families
Zelfstandig naamwoord (noun)
Meervoud (plural)
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.