The subject of this double period is farm animals. Het onderwerp van dit blokuur is boerderijdieren.
Make groups of three or four. Maak groepjes van drie of vier.
Discuss the following questions in English in your group: Bespreek de volgende vragen in het Engels met je groepje:
Welke Engelse woorden voor boerderijdieren ken je al?
Wat voor werk doet een boer allemaal?
Wat zou je leuk vinden aan werken op een boerderij en wat zou je er niet leuk aan vinden?
Step
activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
introduction
Find out what you already know. Nadenken over wat je al weet.
10
Step 1
reading A visit to the farm
You can understand a text about a visit to a farm and answer questions. Je kunt een tekst over een bezoek aan een boerderij begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 2
listening Animal hospital
You can understand a video about lambing and answer questions. Je kunt een video over lammeren begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 3
vocabulary
You can use vocabulary about farm animals. Je kunt woorden en zinnen over boerderijdieren gebruiken.
15
Step 4
grammar Personal pronouns
You can use personal pronouns. Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken.
15
Step 5
speaking How was your visit to the farm?
You can have a conversation about your visit to the a farm. Je kunt een gesprekje voeren over je bezoek aan een boerderij.
10
Step 6
writing An email about visiting a farm
You can write an email about your visit to a farm. Je kunt een e-mail schrijven over je bezoek aan een boerderij.
15
Step 7
evaluation
Reflect on what you have learnt. Nadenken over wat je hebt geleerd.
05
Step 1 - Reading
A visit to the farm
You are going to read a text about a visit to a farm.
Read the text.
While reading the text, think about the following question:
Is de boerderij in de tekst een productieboerderij of een hobbyboerderij? Hoe weet je dat?
A visit to the farm
Pedro, Anna and Maria are visiting a farm outside Filton. When they arrive, the farmer's wife is just going into the hen house. They follow her.
Farmer's wife:
Hi, can I help you?
Pedro:
Hi, could we have a look around the farm, please?
Farmer's wife:
Of course! Just a minute, I'm just feeding the chickens and collecting the hens’ eggs. Then I can show you around.
Anna:
Oh, look, I see horses running in the fields! Are they yours? And do you have any foals?
Farmer's wife:
Yes, they are ours. We’ve got six in total. We don't have any foals yet though. But we do have a few lambs and quite a lot of calves. Oh, and we’ve got six kids.
Anna:
Six! That’s a big family. I’ve only got one little brother.
Farmer’s wife:
Oh, no, I don’t mean kids as in children! We do have children, but they’re all grown up and living on their own. No, I mean baby goats!
Anna:
Oh, silly me! I’m sorry.
Farmer’s wife:
No need to apologise. Come on, let’s go to the other side of the farmyard.
Maria:
Oh, look, there are two dogs following us. I love dogs! Do you also have cats?
Farmer's wife:
Yes, we do. They are probably playing in the hay right now. Or looking for mice, that's their job. Look, there are the sheep. Do you see the lambs?
Maria:
Yes, they are so sweet! And look, is that a cat hiding behind the fence? How cute!
Farmer's wife:
Yes, that one is very shy. Don't try to pet her, she scratches sometimes. Do you want to go see the horses now? I think my husband is feeding them. Maybe you can help him.
Farmer:
Hi kids! Good to see you. Do you want to give the horses a treat?
Pedro:
Yes please! Are those carrots?
Farmer:
Yes, they love carrots. See? You are doing a great job! Why don't you come back and try horseback riding some day!
Pedro:
We’d love to, thanks! We’ll come back soon, we promise!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Study the words and phrases well. Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol: Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:
Tip!
There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow to select another way. Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl om een andere manier te kiezen.
You can read the words aloud or copy them. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour. Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Have a conversation with a classmate. Use the table below. Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.
Preparation Voorbereiding
Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation. Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
Practise your conversation at least twice. Oefen jullie gesprek minstens twee keer.
Having the conversation Het gesprek voeren
Find another pair to work with. Zoek een ander paar om mee samen te werken.
Have your conversation. Voer jullie gesprek.
Ask your classmates to write down feedback for you. Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
Next, let them have their conversation and write down feedback for them. Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
Discuss what went well and what you can do better next time. Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.
Persoon A
Persoon B
1
Groet B.
1
Groet A.
2
Vraag hoe het bezoek aan de boerderij was.
2
Geef antwoord.
Vertel wie je als eerste zag en wat diegene aan het doen was.
3
Vraag welke dieren B heeft gezien.
3
Noem minstens drie dieren op.
Vertel welk dier je het leukst vond.
4
Vraag of B mocht helpen.
4
Vertel twee dingen die je mocht doen.
Vraag of A weleens op een boerderij is geweest.
5
Vertel dat er een boerderij vlak bij jullie dorp is en dat je daar weleens komt.
5
Vraag wat de boer en boerin allemaal doen.
6
Vertel drie dingen die de boer en boerin doen.
6
Vraag of A daar weleens mag helpen.
7
Geef antwoord.
Vertel wat je het leukst vond om te doen.
7
Vraag wat A's lievelingsdier is.
8
Geef antwoord.
Beëindig het gesprek.
8
Reageer en sluit af.
Step 6 - Writing
An email about visiting a farm
You are going to write an email to your pen pal from London.
In your email:
Begroet je penvriend(in).
Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
Vertel dat je naar een boerderij bent geweest.
Vertel waar de boerderij is.
Vertel wie je een rondleiding heeft gegeven op de boerderij.
Vertel welke dieren je hebt gezien.
Vertel ook wat je lievelingsdier was en waarom.
Vertel over iets bijzonders wat je hebt gezien of gedaan.
Bedenk een vraag die je kunt stellen.
Sluit je e-mail netjes af.
Step 7 - Evaluation
What have you learnt in this double period? Wat heb je in dit blokuur geleerd?
Answer the following questions: Beantwoord de volgende vragen:
What was the easiest part of this lesson? Wat was het makkelijkst aan deze les?
What did you already know? Wat wist je al?
What was the most difficult part? Wat was het moeilijkst?
What was new to you in this lesson? Wat wat in deze les nieuw voor je?
Are there things you don't quite understand yet? How are you going to deal with them? Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Wat ga je daaraan doen?
What do you need to ask your teacher? Wat moet je nog aan je docent vragen?
Het arrangement 2.3 Farm animals - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 2 'Animals and pets'. Het onderwerp van deze les is: Farm animals. In deze les staat het onderwerp boerderijdieren centraal. Hierbij worden een boerderijbezoek en lammetjes besproken. Bij de grammaticaopdracht wordt het 'persoonlijk voornaamwoord' behandeld.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 2 'Animals and pets'. Het onderwerp van deze les is: Farm animals. In deze les staat het onderwerp boerderijdieren centraal. Hierbij worden een boerderijbezoek en lammetjes besproken. Bij de grammaticaopdracht wordt het 'persoonlijk voornaamwoord' behandeld.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Farm animals
Normal lambing
Vocabulary
Personal pronouns
Personal pronouns
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.