Step 5 - Speaking

How was your visit to the farm?

Have a conversation with a classmate. Use the table below.
Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.

Preparation
Voorbereiding

  1. Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation.
    Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
  2. Practise your conversation at least twice.
    Oefen jullie gesprek minstens twee keer.

Having the conversation
Het gesprek voeren

  1. Find another pair to work with.
    Zoek een ander paar om mee samen te werken.
  2. Have your conversation.
    Voer jullie gesprek.
  3. Ask your classmates to write down feedback for you.
    Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
  4. Next, let them have their conversation and write down feedback for them.
    Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
  5. Discuss what went well and what you can do better next time.
    Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.

 

Persoon A

 

Persoon B

1

Groet B.

1

Groet A.

2

Vraag hoe het bezoek aan de boerderij was.

2

Geef antwoord.
Vertel wie je als eerste zag en wat diegene aan het doen was.

3

Vraag welke dieren B heeft gezien.

3

Noem minstens drie dieren op.
Vertel welk dier je het leukst vond.

4

Vraag of B mocht helpen.

4

Vertel twee dingen die je mocht doen.
Vraag of A weleens op een boerderij is geweest.

5

Vertel dat er een boerderij vlak bij jullie dorp is en dat je daar weleens komt.

5

Vraag wat de boer en boerin allemaal doen.

6

Vertel drie dingen die de boer en boerin doen.

6

Vraag of A daar weleens mag helpen.

7

Geef antwoord.
Vertel wat je het leukst vond om te doen.

7

Vraag wat A's lievelingsdier is.

8

Geef antwoord.
Beƫindig het gesprek.

8

Reageer en sluit af.