Inleiding en doelen
Hoi! Welkom op deze website. Op deze site vind je nieuwe theorie over fictie, bijvoorbeeld over hoofd- en bijpersonen in een boek, verschillende thema’s en genres. Daarnaast ga je ook een verhaal lezen, waarbij je vragen moet beantwoorden. We sluiten af met een toetsje om te kijken of je de theorie goed kent.
Het is de bedoeling dat je de website stap voor stap volgt, zodat je alle theorie leest en de opdrachten kunt uitvoeren.
Aan het eind van deze les kun je:
- Het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen
- De kenmerken van hoofdpersonen en bijpersonen opnoemen
- De hoofd- en bijpersonen in een tekst van elkaar onderscheiden
Veel plezier en succes! :)
Les 1
Waarom lees jij?
Klik op de link hieronder om het filmpje over 'leesplezier' te bekijken:
https://www.youtube.com/watch?v=Hf_kw_WyttA
Je hebt het filmpje bekeken en je weet nu waarom lezen nuttig kan zijn. De volgende stap is: een mindmap maken. Maak een mindmap over het boek dat jij als laatste hebt gelezen en verwerk de volgende punten je mindmap:
- Welk boek heb je gelezen?
- Waarom heb je voor dat boek gekozen?
- Vond je het boek leuk? Waarom wel of niet?
- Vind jij lezen leuk? Waarom wel of niet?
Op de website onder de volgende link maak je de mindmap: www.mindomo.com. De website slaat jouw werk automatisch op.
Als je klaar bent met je mindmap mag je verder gaan met de volgende stappen. Als iedereen klaar is met deze stap, gaan jullie de mindmaps presenteren. Dit legt de docent later klassikaal uit.
Filmpje
Bekijk dit filmpje om uitleg te krijgen over fictie en personages in boeken.
Wat is fictie?
Dit jaar heb je als het goed is al heel wat boeken gelezen bij Nederlands. Dit waren fictieboeken. Fictie betekent dat een verhaal verzonnen of niet echt gebeurd is. Wanneer een verhaal wel echt gebeurd is, noemen we dat non-fictie. Non-fictie kan bijvoorbeeld een artikel in de krant zijn, of je tekstboek van het vak geschiedenis.
Een schrijver schrijft fictie meestal om de lezer te vermaken. Je kunt je inleven in een verhaal en meeleven met de personen die erin voorkomen.
Hoofd- en bijpersonen
In een verhaal is er altijd een hoofdpersoon. Je beleeft het verhaal door de ogen van deze persoon en je komt te weten wat hij voelt, vindt en denkt. Het hele verhaal draait om die persoon.
Naast de hoofdpersoon zijn er ook altijd bijpersonen. Deze personages hebben een kleinere rol dan de hoofdpersoon. Zij zijn bijvoorbeeld familie of vienden van de hoofdpersoon.
Verhaal lezen
Bij deze stap ga je het eerste hoofdstuk van het boek De eerste keer van Caja Cazemier lezen. Klik op de link hieronder om het verhaal te openen.
Als je klaar bent met lezen, kun je verder gaan met de opdrachten.
Veel leesplezier!
Opdrachten
Oefening: Vragen bij De eerste keer
Start
Toets
Eindopdracht - Zelf schrijven!
Uitleg opdracht
Je hebt nu het eerste hoofdstuk van het boek 'De eerste keer' gelezen. Waarschijnlijk ben jij nu heel benieuwd hoe het verder zal gaan en misschien heb je daar ook al wel ideeën over. Bij deze opdracht mag je zelf het vervolg van het verhaal zelf gaan bedenken! Je kunt dus helemaal je eigen draai aan het verhaal geven. Wees creatief!
Mindmap maken
Mindmap maken
1. Maak een mindmap. In deze mindmap zet je alle woorden, namen van personages, gebeurtenissen (in het kort!) en bijvoorbeeld een omgeving/stad die je terug wilt laten komen in jouw verhaal. Deze mindmap maak je op de volgende website: http://popplet.com/. Maak een account aan met jouw schoolmail en bedenk een wachtwoord.
Sla je Popplet op en lever deze in bij 'Magister opdrachten'.
Tijdlijn maken
Tijdlijn maken
2. Je gaat nu een tijdlijn van je verhaal maken. In deze tijdlijn beschrijf je elke gebeurtenis uit jouw verhaal kort en bondig. Maak in je tijdlijn ook een vakje waarin je jouw hoofd- en bijpersonen kort benoemt en vertelt wat hun rol in het verhaal is.
Je gaat deze tijdlijn maken op de volgende website: https://www.canva.com/. Ook op deze website maak je weer een account aan met jouw schoolmail en bedenk je een wachtwoord. Kies voor 'infographic' en dan kun je jouw tijdlijn gaan maken! Hieronder zie je een voorbeeld.
Download jouw tijdlijn en lever deze in bij 'Magister opdrachten'.

Presenteren
Presenteren
3. Presenteren! Als je helemaal klaar bent mag je jouw verhaal, met behulp van de tijdlijn, gaan vertellen voor de klas. Bedenk van te voren hoe je dat het beste kunt doen. Heb je bijvoorbeeld een spannend verhaal? Vertel het dan ook zo spannend mogelijk.
Benoem in je presentatie:
- of je verhaal fictie of non-fictie is en leg uit waarom.
- wie de hoofd- en bijpersonen zijn en wat hun rol in het verhaal is.