Vul in:
Je wit uitrekenen hoeveel 30% van € 250,- is.
30% = ....
30% van 250 = .... × 250 = ....
Dus 30% van € 250,- is € ....
Vul in:
Je verdient € 60,- per maand. Daarvan geef je € 27,- uit aan snoepgoed.
€ 27,- van de € 60,- is \(\frac{\ldots}{\ldots}=\ldots=\ldots\) %
Je geeft dus ....% van je verdiensten uit aan snoepgoed.
2
Cirkeldiagram
In het cirkeldiagram zie je hoe de leerlingen
van het Weilandcollege naar school komen.
Op het Weilandcollege zitten 900 leerlingen.
Reken uit hoeveel leerlingen met de fiets naar school komen.
Reken uit hoeveel leerlingen lopend naar school komen.
3
Verjaardag
George heeft € 80,- voor zijn verjaardag gekregen.
Hiernaast zie je waar hij zijn geld aan uitgeeft.
Hoeveel procent van zijn geld geeft George uit aan computerspelletjes?
Hoeveel procent van zijn geld spaart George?
4
Een boekhandelaar verkoopt per week 1800 boeken.
20% van deze boeken zijn thrillers.
Hoeveel thrillers verkoopt de boekhandelaar per week?
55% van deze boeken zijn romans.
Hoeveel romans verkoopt de boekhandelaar per week?
In klas 1A zitten 27 leerlingen.
Voor het proefwerk wiskunde hadden 9 leerlingen een onvoldoende.
Hoeveel procent van de leerlingen had een onvoldoende?
5
Tabel
Meneer en mevrouw Satir verdienen samen € 36.000,- per jaar.
In de tabel zie je het bestedingspatroon van de familie Satir.
Uitgave
%
kommagetal
berekening
bedrag
Wonen
25%
0,25
0,25 × 36.000
€ ...
Kleding
22%
0,22
...
€ ...
Voeding
28%
0,28
...
€ ...
Auto
...%
...
...
€ 1.800,-
Overigen
...%
...
...
€ ...
Totaal
100%
...
...
€ 36.000,-
Neem de tabel over en vul hem verder in.
6
Reep chocolade
Een reep chocolade van 130 gram bestaat voor 54% uit cacao.
Hoeveel gram cacao bevat deze reep chocolade?
7
Recept voor cake
Met de volgende ingrediënten kun je een cake maken:
200 gr suiker.
200 gr boter (zacht)
1 zakje vanillesuiker.
4 eieren. (een ei weegt ongeveer 60 gram)
200 gr zelfrijzend bakmeel (of 200 gr bloem + 1 theelepel bakpoeder + snufje zout)
Een cake is gemaakt volgens bovenstaand recept.
Wat is het totale gewicht van deze cake?
Hoeveel procent vet bevat deze cake?
Hoeveel procent ei bevat deze cake?
8
Zonnepanelen
Op het dak bij de familie Heldering liggen zonnepanelen.
Het piekvermogen van deze set panelen is 3,24 kWh.
Op een zonnige dag bekijkt mijnheer Heldering de opbrengst van zijn zonnepanelen en ziet dat ze op dat moment 1,4 kW leveren.
In 1 uur zou dat dan 1,4 kWh zijn.
Op hoeveel procent van het piekvermogen werken op dat moment zijn zonnepanelen?
Over de hele dag leveren ze 25,7 kWh.
Hoeveel procent is dat van het piekvermogen?
9
Spouwmuurisolatie
Bij de familie Petersen is de spouwmuur geïsoleerd.
Daardoor besparen ze flink op de gasrekening (en ook op CO2 uitstoot!).
Als mevrouw Petersen de energierekeningen van vóór en na het isoleren vergelijkt ziet ze o.a. het volgende:
Rekening # : verbruik gas (m3) 1709
Rekening $ : verbruik gas (m3) 2185
Welke rekening is (waarschijnlijk) van vóór het isoleren?
Hoeveel m3 gas is er bespaard?
Hoe groot is die besparing in procenten?
Zoek op wat de prijs is van 1 m3 aardgas.
Hoeveel heeft de familie Petersen in één jaar bespaard door te isoleren?
Test jezelf
2H06.3 Test jezelf ....................................................................................................
Je sluit de paragraaf Rekenen met procenten af met een toets.
Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement 2H06 §3 Rekenen met procenten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.