Opgaven

2H06.3 Opgaven ..............................................................................................................................

   

 

  1. Vul in:
    Je wit uitrekenen hoeveel 30% van € 250,- is.
    30% = ....
    30% van 250 = .... × 250 = ....
    Dus 30% van € 250,- is € ....

  2. Vul in:
    Je verdient € 60,- per maand. Daarvan geef je € 27,- uit aan snoepgoed.
    € 27,- van de € 60,- is %
    Je geeft dus ....% van je verdiensten uit aan snoepgoed.

 

 

  Cirkeldiagram

 

In het cirkeldiagram zie je hoe de leerlingen
van het Weilandcollege naar school komen.
Op het Weilandcollege zitten 900 leerlingen.

  1. Reken uit hoeveel leerlingen met de fiets naar school komen.

  2. Reken uit hoeveel leerlingen lopend naar school komen.

 

 

 

 

  Verjaardag

 

George heeft € 80,- voor zijn verjaardag gekregen.
Hiernaast zie je waar hij zijn geld aan uitgeeft.

  1. Hoeveel procent van zijn geld geeft George uit aan computerspelletjes?

  2. Hoeveel procent van zijn geld spaart George?

 

 

 

   

 

  1. Een boekhandelaar verkoopt per week 1800 boeken.
    20% van deze boeken zijn thrillers.
    Hoeveel thrillers verkoopt de boekhandelaar per week?


    55% van deze boeken zijn romans.
    Hoeveel romans verkoopt de boekhandelaar per week?

 

  1. In klas 1A zitten 27  leerlingen.
    Voor het proefwerk wiskunde hadden 9 leerlingen een onvoldoende.
    Hoeveel procent van de leerlingen had een onvoldoende?

 

 

 

  Tabel

 

Meneer en mevrouw Satir verdienen samen € 36.000,- per jaar.
In de tabel zie je het bestedingspatroon van de familie Satir.

Uitgave % kommagetal berekening bedrag
Wonen 25% 0,25 0,25 × 36.000 € ...
Kleding 22% 0,22 ... € ...
Voeding 28% 0,28 ... € ...
Auto ...% ... ... € 1.800,-
Overigen ...% ... ... € ...
Totaal 100% ... ... € 36.000,-


Neem de tabel over en vul hem verder in.

 

  Reep chocolade

 

Een reep chocolade van 130 gram bestaat voor 54% uit cacao.

Hoeveel gram cacao bevat deze reep chocolade?

 

 

 

  Recept voor cake

 

Met de volgende ingrediënten kun je een cake maken:

  1. 200 gr suiker.
  2. 200 gr boter (zacht)
  3. 1 zakje vanillesuiker.
  4. 4 eieren. (een ei weegt ongeveer 60 gram)
  5. 200 gr zelfrijzend bakmeel (of 200 gr bloem + 1 theelepel bakpoeder + snufje zout)

Een cake is gemaakt volgens bovenstaand recept.

  1. Wat is het totale gewicht van deze cake?
  2. Hoeveel procent vet bevat deze cake?
  3. Hoeveel procent ei bevat deze cake?

 

  Zonnepanelen

 

Op het dak bij de familie Heldering liggen zonnepanelen.
Het piekvermogen van deze set panelen is 3,24 kWh.
Op een zonnige dag bekijkt mijnheer Heldering de opbrengst van zijn zonnepanelen en ziet dat ze op dat moment 1,4 kW leveren.
In 1 uur zou dat dan 1,4 kWh zijn.

  1. Op hoeveel procent van het piekvermogen werken op dat moment zijn zonnepanelen?

Over de hele dag leveren ze 25,7 kWh.

  1. Hoeveel procent is dat van het piekvermogen?

 

  Spouwmuurisolatie

 

Bij de familie Petersen is de spouwmuur geïsoleerd.
Daardoor besparen ze flink op de gasrekening (en ook op CO2 uitstoot!).

Als mevrouw Petersen de energierekeningen van vóór en na het isoleren vergelijkt ziet ze o.a. het volgende:

Rekening  # : verbruik gas (m3)  1709

Rekening  $ :  verbruik gas (m3)  2185

  1. Welke rekening is (waarschijnlijk) van vóór het isoleren?
  2. Hoeveel m3 gas is er bespaard?
  3. Hoe groot is die besparing in procenten?

Zoek op wat de prijs is van 1 m3 aardgas.

  1. Hoeveel heeft de familie Petersen in één jaar bespaard door te isoleren?