Inburgeren OGR

Inburgeren OGR

Inburgeren

Vooraf

Leerdoelen

In Nederland komen mensen uit andere landen wonen, met verschillende nationaliteiten, het zijn immigranten. Immigranten spreken van oorsprong vaak een andere taal en hebben andere waarden, normen en gebruiken dan Nederlanders. Voordat nieuwkomers definitief in Nederland mogen blijven, moeten zij kunnen bewijzen dat ze zijn ingeburgerd in de Nederlandse taal en cultuur.
Dit is een cursus waarbij ze van alles leren over Nederland. Niet alleen de taal, maar ook gewoontes en tradities. 

Aan het eind van deze opdracht:

  • Kun je de begrippen integratie en inburgering beschrijven.
  • Kun je beschrijven voor wie een inburgeringsexamen bedoeld is.
  • Kun je beschrijven hoe inburgering verloopt.
  • Kun je uitleggen wat inburgering met integratie te maken heeft.
  • Kun je, doordat je dit hebt onderzocht, uitleggen bij welke vorm van integratie inburgering het beste past.
  • Kun je een mening vormen over in hoeverre nieuwkomers volgens jou moeten inburgeren.


Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een invuloefening. Je maakt een tekst over het onderwerp compleet door de juiste woorden op de open plaatsen in te vullen.

Beoordeling
Door de invuloefening goed te doen, laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Werkwijze

Groepsgrootte
Alle opdrachten maak je alleen of met een klasgenoot, maar wanneer gevraagd wordt om een mening werk je alleen.

Benodigdheden

  • pen, potlood
  • opdrachtenvel.

Stap1

Nieuw inburgeringsexamen
Welk van de onderstaande onderdelen komt/komen niet voor in het huidige inburgeringsexamen?
Er kunnen meer antwoorden goed zijn.

Gebruik de volgende bron: Examen doen

  1. Kennis van de Nederlandse Samenleving
  2. Leesvaardigheid
  3. Leren koken
  4. Luistervaardigheid
  5. Schrijfvaardigheid
  6. Verkeersvaardigheid

Stap2

Wel of niet inburgeringsplichtig?
In de onderstaande popup staat een opsomming van mensen met verschillende nationaliteiten. Stel dat zij voor langere tijd (langer dan drie maanden) in Nederland komen wonen.
Moeten zij dan verplicht inburgeren door een inburgeringsexamen te doen?
De één wel, de ander niet. Het is aan jullie om uit te zoeken wie van hen verplicht moet inburgeren en wie niet.

Gebruik hiervoor de volgende bron: Moet ik als nieuwkomer inburgeren?
Neem de onderstaande tabel over in je schrift en zet de mensen op de juiste plek.

Wel of niet inburgeringsplichting

  1. Yasir (jongen, 17 jaar, afkomstig uit Afghanistan, komt met ouders mee)
  2. Ahmed (man, 42 jaar, afkomstig uit Turkije)
  3. Numa (vrouw, 26 jaar, afkomstig uit Kenia, kapster)
  4. Suna (vrouw, 32 jaar, afkomstig uit Indonesië, godsdienstlerares)
  5. Alice (vrouw, 63 jaar, afkomstig uit Canada, schrijfster)
  6. John (man, 21 jaar, afkomstig uit Curaçao, gaat 3 jaar studeren in Nederland)
  7. Pjotr (man, 72 jaar, afkomstig uit Rusland)
  8. Maria (vrouw, 51 jaar, afkomstig Peru, heeft in Nederland gewoond van haar vierde tot haar vijftiende levensjaar)
  9. Zula (vrouw, 40 jaar, afkomstig uit Zuid-Afrika, gaat bij haar Nederlandse familie in Nederland wonen omdat ze ziek is. Ze heeft een Zuid-Afrikaans paspoort).
  10. Pjotr (man, 72 jaar, afkomstig uit Rusland)
Inburgeringsplichtig                                        Niet inburgeringsplichtig                                        
   
   
   
   
   

 

Welke uitspraak is juist?

  1. Iedere nieuwkomer die voor langere tijd in Nederland wil komen wonen is verplicht een inburgeringsexamen te maken.
  2. Ter voorbereiding op een examen zijn immigranten verplicht een inburgeringscursus te volgen.
  3. Een nieuwkomer moet al beginnen met inburgeren voordat hij/zij in Nederland aankomt
  4. Iedereen die een inburgeringsexamen moet afleggen krijgt maar één kans.

 

Maak nu de onderstaande sleepoefening.

Oefening:Wel of niet inburgeringsplichtig?

Stap3

ideeën over integratie
Bekijk voordat je aan deze opdracht begint deze video:


Hieronder staan vier vragen en antwoorden uit het inburgeringsexamen (2005) uit de categorieën ‘kent u de mensen?’ En ‘kent u de regels?’

Vragen en antwoorden inburgeringsexamen (2005)

  1. Vraag: Welke voortuin is bij Nederlanders geaccepteerd?
    Antwoord: Nederlanders hebben zo hun voorkeur als het gaat om de voortuin van de buren of andere straatgenoten. De meeste Nederlanders vinden het niet leuk om naar troep van anderen te moeten kijken. Daarom moeten we onze voortuin of oprit schoon proberen te houden. Troep in het straatbeeld hebben we liever niet.
  2. Vraag: Uw dochter is een slimme meid. Ze wil na haar middelbare school graag leren. Welke reactie is het best?
    Antwoord: Goed idee, vooral doen en verdergaan met leren.
  3. Vraag: Bij de buren van drie huizen verderop staat ineens een houten ooievaar in de tuin. Zij hebben daar dus een kindje gekregen. Het zijn aardige mensen die u altijd groet. Wat kunt u het beste als eerst doen?
    Antwoord: U doet meteen een felicitatiekaartje in de brievenbus.
  4. Vraag: Uw kind vindt het leuk op school. Het gaat ook goed met leren. U hebt het hele jaar nog geen gesprek gehad met de leerkracht van uw kind. Wat doet u?
    Antwoord: U vraagt om een gesprek. Ouders zijn verantwoordelijk voor het handelen en de opvoeding van hun kinderen. Scholen verwachten dan ook betrokkenheid van ouders op het gebied van de vorderingen en eventuele problemen van hun kind.

Bij welke gedachte over integratie vind jij dat de vragen en antwoorden het beste passen?
Kies één uit de volgende gedachten:

  1. Assimilatie
  2. Wederzijdse aanpassing
  3. Behoud van eigen identiteit

Schrijf daarna bij elke vraag (1/m4) op waarom je voor die specifieke gedachte gekozen hebt.

Stap4

Eindopdracht
Deze opdracht gaat over culturele identiteit.
In het filmpje uit stap 3 komen drie ideeën over integratie aan bod:
1: assimilatie,  dat is dat de nieuwkomer zich volledig aanpast aan de Nederlandse normen en waarden.
2: wederzijdse aanpassing, dat is dat zowel nieuwkomers als huidige bewoners zich een beetje aanpassen aan elkaar.
3: behoud van eigen identiteit, dat is dat iedereen volledig zichzelf mag zijn en zich niet hoeft aan te passen

Wat gebeurt er volgens jou met de culturele identiteit van nieuwkomers als je uitgaat van assimilatie?
En wat zijn de gevolgen voor culturele identiteit volgens het idee ‘wederzijdse aanpassing’?
En is er bij ‘behoud van eigen cultuur’ sprake van verandering in culturele identiteit?

Deze vragen beantwoord je aan de hand van vijf onderwerpen, die allemaal belangrijk kunnen zijn voor iemands culturele identiteit.
Probeer zo goed mogelijk te bedenken wat er zou kunnen veranderen, of wat juist hetzelfde blijft.

 

Assimilatie

  1. Het gevolg voor de taal van de nieuwkomers is ...
  2. Het gevolg voor de religie van de nieuwkomers is ...
  3. Het gevolg voor de kleding van de nieuwkomers is ...
  4. het gevolg voor het eten en drinken van nieuwkomers is ...
  5. Het gevolg voor feesten van de nieuwkomers is ...

 

Wederzijdse aanpassing

  1. Het gevolg voor de taal van de nieuwkomers is ...
  2. Het gevolg voor de religie van de nieuwkomers is ...
  3. Het gevolg voor de kleding van de nieuwkomers is ...
  4. het gevolg voor het eten en drinken van nieuwkomers is ...
  5. Het gevolg voor feesten van de nieuwkomers is ...

 

Behoud van eigen identiteit

  1. Het gevolg voor de taal van de nieuwkomers is ...
  2. Het gevolg voor de religie van de nieuwkomers is ...
  3. Het gevolg voor de kleding van de nieuwkomers is ...
  4. het gevolg voor het eten en drinken van nieuwkomers is ...
  5. Het gevolg voor feesten van de nieuwkomers is ...

 

Wat vind jij?

  1. In hoeverre moeten nieuwkomers volgens jou inburgeren
  2. En bij welk van de drie ideeën over integratie past jouw mening over inburgeren het best?

 

  • Het arrangement Inburgeren OGR is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-02-21 17:10:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82632/Inburgeren_vmbo_kgt34#!page-colofon
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde; Grenzen en identiteit; Cultuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rerrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Inburgeren vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82632/Inburgeren_vmbo_kgt34