Welkom
Welkom op deze wikiwijs pagina die gaat over criminaliteit. Verschillende onderwerpen zullen aan bod komen, denk aan asociaal gedrag tot aan de rechter. Ook kun je verschillende routes lopen wanneer je de diagnostische toets hebt gemaakt. Hieronder vind je de leerdoelen voor deze les. Veel succes met het maken van deze les!

Leerdoelen
Deze Wikiwijs les gaat over criminaliteit. Net als bij een klassikale les zijn er aan deze les op het internet ook leerdoelen verbonden. De leerdoelen kun je hieronder vinden en dit zijn dus de onderwerpen waarmee we aan de slag gaan.
•Je kunt een verschil en een overeenkomst tussen asociaal en strafbaar gedrag benoemen
•Je kunt een verschil en een overeenkomst tussen een misdrijf en overtreding benoemen
•Je kunt minimaal twee straffen opnoemen die je kunt krijgen
•Je kunt van ten minste twee mensen aanwezig in een rechtszaal uitleggen wie ze zijn en kunt de taak van deze mensen uitleggen
Diagnostische toets
Maak de diagnostische toets hieronder om te kijken wat je al weet over criminaliteit.
Vergeet je naam niet in te vullen.
Bij 6 of meer antwoorden goed, maak de gevorderde opdrachten.
Bij 5 of minder antworden goed, maak de beginner opdrachten.
1. Asociaal en strafbaar gedrag
Het niet rekening houden met andere mensen noemen we asociaal gedrag. Wanneer je bijvoorbeeld niet op staat voor een ouder iemand in de bus, of voorpiept in de rij bij de kassa noemen we dat asociaal gedrag. Dit zijn afspraken die wij onderling als mens hanteren. Deze "afspraken" staan nergens opgeschreven en zijn niet strafbaar. Wel zijn ze gebaseerd op onze normen en waarden. We vinden het namelijk niet normaal wanneer een persoon in de bus niet op staat wanneer een oude man graag wil zitten. Dit is een gezamenlijke afspraak die wij gemaakt hebben als mensen. We vinden het niet normaal, dus doen we het niet.
Naast asociaal gedrag wat niet strafbaar is of in de wet staat, zijn er ook asociale gedragingen die wél in de wet staan en daarom strafbaar zijn, dit heet strafbaar gedrag. Denk hierbij aan stelen of het slaan van iemand. Dit zijn gedragingen die in het strafrecht zijn opgenomen en daarom strafbaar zijn. Bij strafbaar gedrag overtreed je dus de wet.
Opdracht 1
Beginner: Maak de oefening hieronder.
Gevorderde: Ga door naar de pagina 2. Misdrijf en overtreding.
Oefening: Asociaal gedrag
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
2. Misdrijf en overtreding
In het strafrecht wordt er onderscheid gemaakt tussen misdrijven en overtredingen. Je kunt ze beide ook wel delicten noemen. Het verschil tussen en misdrijf en een overtreding is belangrijk, maar soms lastig te onderbouwen.
In het algemeen kunnen we zeggen dat overtredingen lichtere zaken zijn en misdrijven zwaardere zaken. Rijden door rood is bijvoorbeeld een overtreding, maar rijden onder invloed is een misdrijf.
Wanneer je te hard rijdt en een persoon aanrijdt die daardoor overlijd spreken we van een misdrijf. Te hard rijden is dan geen overtreding meer. Naar aanleiding van dit voorbeeld kun je merken dat er bij sommige gevallen gediscussieërd kan worden over het feit of iets een misdrijf of overtreding is.
Voor overtredingen kom je bij de kantonrechter terecht, voor misdrijven beland je uiteindelijk bij de rechtbank. Hierover later meer.
Beginner: Maak Opdracht 2, de flipquiz hieronder.
Gevorderde: Klik op de link direct onder deze tekst en schrijf een kort verhaal.
Schrijf een kort verhaal
Opdracht 2
Misdrijf of overtreding?
Klik op de link en doe de opdracht. Je kunt bij elke vraag een aantal punten winnen. Je zult foto's te zien krijgen en bij elke vraag moeten kiezen tussen een misdrijf of een overtreding.
3. Straffen
Wanneer iemand wordt veroordeeld voor een bepaald strafbaar feit, volgt er meestal een bijbehorende straf. In Nederland bestaan nogal een aantal verschillende soorten straf, afgezien van de gevangenisstraf die iedereen wel zal kennen.
De straffen zijn ingedeeld in hoofdstraffen en bijkomende straffen. Naast een straf kan ook nog een zogenaamde maatregel worden toegepast. Wat deze straffen en maatregelen zijn, zal in dit artikel worden beschreven.
Hoofdstraffen
De hoofdstraffen zijn de belangrijkste straffen in Nederland. Het zijn tevens de bekendste vormen van straf. Er zijn vier hoofdstraffen: de gevangenisstraf, de hechtenis, de taakstraf en de geldboete. Het is afhankelijk van het soort delict en de omstandigheden ervan welke straf opgelegd zal worden. Elk delict heeft een eigen maximumstraf en een eigen maximumboete.
Bijkomende straffen
Naast de vier hoofdstraffen die hierboven zijn besproken (gevangenisstraf, hechtenis, taakstraf en geldboete), zijn er ook bijkomende straffen mogelijk. Er zijn drie bijkomende vormen van straf: ontzetting van bepaalde rechten, verbeurdverklaring en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Bij ontzetting van bepaalde rechten als straf kan worden gedacht aan de ontzetting uit het kiesrecht (zowel actief als passief) als het recht om op te treden als raadsman (advocaat) als het niet meer mogen dienen in het leger.
Verbeurdverklaring richt zich op voorwerpen die bijvoorbeeld zijn gebruikt bij het begaan van een strafbaar feit, die door het strafbare feit zijn verkregen en die de opsporing van het strafbare feit hebben belemmerd. Het verbeurdverklaren van de voorwerpen houdt in dat de dader, als straf, het eigendom van de voorwerpen verliest.
Ten slotte is er nog het openbaar maken van de uitspraak als straf. Dat houdt simpelweg in dat de uitspraak, die normaal gesproken anoniem wordt gepubliceerd, in het geval van deze bijkomende straf niet anoniem wordt gepubliceerd. Iemand wordt dus daadwerkelijk aan de schandpaal genageld.
Maatregelen
Ten slotte is er nog een soort ‘straf’, naast de hoofdstraffen en de bijkomende straffen: de maatregel. Er zijn een aantal maatregelen in het Nederlandse recht, waaronder: plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, ter beschikking stelling (TBS), en onttrekking aan het verkeer.
Het zal duidelijk zijn dat de eerste twee (plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis en TBS) worden gebruikt bij geestesgestoorden.
Beginner: Maak Opdracht 3, de woordpuzzel.
Gevorderde: Maak Opdracht 3, de kruiswoordpuzzel.
Opdracht 3
Woordpuzzel
Beginner: Maak de woordpuzzel door op de link te klikken.
Kruiswoordpuzzel
Gevorderde: Klik op de link en maak zelf een kruiswoordpuzzel met de begrippen uit de tekst. Wanneer je klaar bent print je deze uit en lever je de puzzel in bij de docent.
4. De rechter
Hieronder kun je een kennisclip vinden over de rechter en de rechtszaal genaamd "De rechter en rechtszaal". Bekijk het filmpje en maak daarna de opdracht.
Opdracht 4
Beginner: Maak de oefening "de rechter en rechtszaal" hieronder.
Gevorderde: Klik op de quizlet direct hieronder in de link en maak de opdracht.
https://quizlet.com/260396070/match
Als het goed is heb je eerst de kennisclip bekeken. Je kunt nu de Quizlet maken en controleren of je het begrepen hebt. Koppel de beschrijving aan de juiste term.
Oefening: De rechter en rechtszaal
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Eindtoets
Door middel van een leerdoelen check kun je hier testen of de kennis die je hebt geleerd tijdens deze wikiwijs les is blijven hangen. Vul hieronder het antwoord op de leerdoelen in. Wanneer er gevraagd wordt naar een overeenkomst en verschil leg je eerste uit wat de termen betekenen. Daarna pas een verschil en een overeenkomst.
Check je antwoorden, komt het niet overeen? Lees dan nogmaals het gedeelte van de wikiwijs les en/of maak de opdracht die erbij hoort. Controleer hierna nogmaals of je het nu wel begrepen hebt.
Beginner en Gevorderde maken beide deze opdracht.
Toets: Leerdoelen check
Start