Periode 1
Inleiding
Wanneer je werkt als woonbegeleider, krijg je ook te maken met de dagelijkse gang van zaken in een woonsituatie. Boodschappen doen, koken, het huishouden doen en geldzaken. En hoe zorg je ervoor dat een huishouden veilig is? Bij het vak koken en huishoudelijke vaardigheden ga je met deze aspecten van het werk aan de slag.
In periode 1 ga je met name bezig met de volgende onderwerpen:
- Gezonde voeding
- Schoonmaken / schoonmaak schema
- Budgetteren
- Hygiëne

Planning periode 1
De klas wordt in twee groepen verdeelt.
Les
week
|
|
Wat gaan we doen, waar gaat het over?
|
Bron:
|
1
|
|
Kennismaken met het vak.
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorie opdracht 1
|
Methodiek en begeleiden
thema 20 /21
|
2
|
|
Groep 1: Theorie opdracht 1
Groep 2: Koken
|
|
3
|
|
Groep 1: Koken
Groep2: Theorie opdracht 2
|
|
4
|
|
Groep1: Theorieopdracht 2
Groep 2: Koken
|
|
5
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 3
|
|
6
|
|
Groep 1: Theorieopdracht 3
Groep 2: Koken
|
|
7
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 4
|
|
8
|
|
Groep 1: Theorieopdracht 4
Groep 2: Koken
|
|
9
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 5
|
|
10
|
|
bufferweek
|
|
Beoordeling
Er is geen eindproduct. Je moet aan het einde van de periode onderstaande aftekenlijst volledig ondertekend hebben.
Naam student:
Klas:
Opdracht
|
Inleverdatum
|
Paraaf docent
|
Resultaat
|
1
|
|
|
|
2
|
|
|
|
3
|
|
|
|
4
|
|
|
|
5
|
|
|
|
Alternatieve eindopdracht 1
Alternatieve eindopdracht koken en huishoudelijke vaardigheden
In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.
Doelstellingen
|
maandag
|
dinsdag
|
woensdag
|
Donderdag
|
Vrijdag
|
Zaterdag
|
Zondag
|
Ontbijt
|
|
|
|
|
|
|
|
Lunch
|
|
|
|
|
|
|
|
Diner
|
|
|
|
|
|
|
|
Tussendoor
|
|
|
|
|
|
|
|
Dranken
|
|
|
|
|
|
|
|
Overig
|
|
|
|
|
|
|
|
Criteria Eindproduct
|
O / V / G
|
Je maakt een weekmenu voor een (zelfgekozen) doelgroep en verwerkt deze in een schema (zie tabel).
|
|
Je maakt een kookboek met 15 recepten (a.d.h.v. het weekmenu) Hierin staat minimaal:
5 x ontbijt
5 x lunch
5 x Diner
|
|
Je stelt een budget vast voor de (zelfgekozen) doelgroep
|
|
Je recepten zijn gebaseerd op de schijf van vijf en je verantwoord/onderbouwt dit.
|
|
Je verantwoord hoe je rekening houdt met de (zelfgekozen) doelgroep
|
|
Lesweken periode 1
Lesweek 1
Opdracht 1 : Gezonde voeding
In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.
Doelstellingen
- Je kent de basisprincipes van gezonde voeding
- Je kunt een cliënt adviseren over een weekmenu
Opdracht 1.1:
Verdiep je in de Schijf van Vijf op voedingscentrum.nl. Let op! Je gebruikt de nieuwe Schijf van Vijf! Nadat jij je hebt ingelezen stel je een weekmenu samen voor een woongroep voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Het is belangrijk dat er variatie wordt aangebracht in het weekmenu en de jongeren voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met de verschillende culturen. Het weekmenu dient te worden ingevuld in het onderste tabel.
|
maandag
|
dinsdag
|
woensdag
|
Donderdag
|
Vrijdag
|
Zaterdag
|
Zondag
|
Ontbijt
|
|
|
|
|
|
|
|
Lunch
|
|
|
|
|
|
|
|
Diner
|
|
|
|
|
|
|
|
Tussendoor
|
|
|
|
|
|
|
|
Dranken
|
|
|
|
|
|
|
|
Overig
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 1.2:
Bij deze oefening bekijk je met een medestudent het weekmenu dat je hebt gemaakt.
Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:
Lesweek 2
Opdracht 1 : Gezonde voeding
In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.
Doelstellingen
- Je kent de basisprincipes van gezonde voeding
- Je kunt een cliënt adviseren over een weekmenu
Opdracht 1.1:
Verdiep je in de Schijf van Vijf op voedingscentrum.nl. Let op! Je gebruikt de nieuwe Schijf van Vijf! Nadat jij je hebt ingelezen stel je een weekmenu samen voor een woongroep voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Het is belangrijk dat er variatie wordt aangebracht in het weekmenu en de jongeren voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met de verschillende culturen. Het weekmenu dient te worden ingevuld in het onderste tabel.
|
maandag
|
dinsdag
|
woensdag
|
Donderdag
|
Vrijdag
|
Zaterdag
|
Zondag
|
Ontbijt
|
|
|
|
|
|
|
|
Lunch
|
|
|
|
|
|
|
|
Diner
|
|
|
|
|
|
|
|
Tussendoor
|
|
|
|
|
|
|
|
Dranken
|
|
|
|
|
|
|
|
Overig
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 1.2:
Bij deze oefening bekijk je met een medestudent het weekmenu dat je hebt gemaakt.
Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:
Lesweek 3
Opdracht 2: Schoonmaken
Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en plant met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.
Doelstellingen
- Je kent de werking van verschillende schoonmaakmiddelen
- Je kunt een huishoudplan maken met een cliënt
- Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren
Opdracht 2.1:
Bij deze opdracht maak je een huishoudplan. Dit is nodig om in de woonsituatie van en met cliënten het huishoudelijk werk goed te verdelen.
- Noteer op een flap-over alle ruimtes in een huis en huishoudelijke werkzaamheden die gedaan moeten worden en welke schoonmaakmiddelen je hiervoor kunt gebruiken.
- Bespreek met elkaar hoe vaak deze huishoudelijke werkzaamheden gedaan moeten worden
- Maak hiervan een overzicht in het schoonmaakschema

Opdracht 2.2:
In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt een huishoudelijke taak aan te leren.
- Kijk naar de lijst met huishoudelijke werkzaamheden van opdracht 2.1.
- Kies hieruit één of twee huishoudelijke taken waarvoor je een stappenplan maakt.
- Bedenk uit welke verschillende stappen deze huishoudelijke taak bestaat
- Zet deze stappen in een logische volgorde
- Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
- Laat je stappenplan aan een medestudent lezen om te ontdekken of deze compleet is
Opdracht 2.3:
Je oefent hoe je iemand een huishoudelijke taak kunt aanleren.
- Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
- Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
- Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

Lesweek 4
Opdracht 2: Schoonmaken
Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en plant met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.
Doelstellingen
- Je kent de werking van verschillende schoonmaakmiddelen
- Je kunt een huishoudplan maken met een cliënt
- Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren
Opdracht 2.1:
Bij deze opdracht maak je een huishoudplan. Dit is nodig om in de woonsituatie van en met cliënten het huishoudelijk werk goed te verdelen.
- Noteer op een flap-over alle ruimtes in een huis en huishoudelijke werkzaamheden die gedaan moeten worden en welke schoonmaakmiddelen je hiervoor kunt gebruiken.
- Bespreek met elkaar hoe vaak deze huishoudelijke werkzaamheden gedaan moeten worden
- Maak hiervan een overzicht in het schoonmaakschema

Opdracht 2.2:
In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt een huishoudelijke taak aan te leren.
- Kijk naar de lijst met huishoudelijke werkzaamheden van opdracht 2.1.
- Kies hieruit één of twee huishoudelijke taken waarvoor je een stappenplan maakt.
- Bedenk uit welke verschillende stappen deze huishoudelijke taak bestaat
- Zet deze stappen in een logische volgorde
- Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
- Laat je stappenplan aan een medestudent lezen om te ontdekken of deze compleet is
Opdracht 2.3:
Je oefent hoe je iemand een huishoudelijke taak kunt aanleren.
- Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
- Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
- Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.
Lesweek 5
Opdracht 3: Budgetteren
In je werk krijg je te maken met budgetbeheer. Sommige cliënten kunnen prima hun eigen geld beheren. Andere cliënten hebben hierbij hulp nodig. Met behulp van de onderstaande opdrachten leer je meer over budget beheer.
Doelstellingen:
- Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘boodschappen’, ‘huis, ‘vrije tijd’, ‘kleding’, ‘vaste lasten’.
- Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
- Schrijf je tips op de vellen
- Bespreek elke onderwerp met elkaar
- Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
- Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?
Opdracht 3.2:
Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet
Begrippen
|
|
Kwijtschelding
|
|
Uitkering
|
|
Bijzondere bijstand
|
|
Begroting
|
|
Inkomsten
|
|
Kasboek
|
|
Belasting
|
|
Woontoeslag
|
|
Uitgaven
|
|
Budget
|
|
Zorgtoeslag
|
|
Opdracht 3.3:
Iedereen kent het wel: “aan het einde van je geld, houd je een stukje maand over.

Voor deze opdracht maak je een overzicht van je eigen budget voor een maand.
- Maak eerst een overzicht van je inkomsten
- Daarna een overzicht van je uitgaven
- Ga naar https://youtu.be/EGWrv60XgfE en leer hoe je een budget overzicht kan maken in Excel
- Maak vervolgens een budget overzicht in Excel
-
Bespreek je budget overzicht met een klasgenoot
Lesweek 6
Opdracht 3: Budgetteren
In je werk krijg je te maken met budgetbeheer. Sommige cliënten kunnen prima hun eigen geld beheren. Andere cliënten hebben hierbij hulp nodig. Met behulp van de onderstaande opdrachten leer je meer over budget beheer.
Doelstellingen:
- Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘boodschappen’, ‘huis, ‘vrije tijd’, ‘kleding’, ‘vaste lasten’.
- Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
- Schrijf je tips op de vellen
- Bespreek elke onderwerp met elkaar
- Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
- Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?
Opdracht 3.2:
Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet
Begrippen
|
|
Kwijtschelding
|
|
Uitkering
|
|
Bijzondere bijstand
|
|
Begroting
|
|
Inkomsten
|
|
Kasboek
|
|
Belasting
|
|
Woontoeslag
|
|
Uitgaven
|
|
Budget
|
|
Zorgtoeslag
|
|
Opdracht 3.3:
Iedereen kent het wel: “aan het einde van je geld, houd je een stukje maand over.

Voor deze opdracht maak je een overzicht van je eigen budget voor een maand.
- Maak eerst een overzicht van je inkomsten
- Daarna een overzicht van je uitgaven
- Ga naar https://youtu.be/EGWrv60XgfE en leer hoe je een budget overzicht kan maken in Excel
- Maak vervolgens een budget overzicht in Excel
-
Bespreek je budget overzicht met een klasgenoot
Lesweek 7
Opdracht 4 Hygiëne:
Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Probeer deze hygiëne test en oordeel of jij een hygiëne-expert bent... of niet.
Maak de test en geef jouw antwoorden. Controleer of je ze goed hebt.

1.Hoeveel graden moet de temperatuur van de koelkast zijn ?
a. 10 graden
b. 4 graden
c. Ik weet het niet
2. Als je nog wat overschotjes vlees, kip of vis hebt, dan moet het ...
a. afkoelen tot kamertemperatuur en daarna in de koelkast.
b. meteen de koelkast in.
c. op kamertemperatuur op het aanrecht blijven staan.
3. De laatste keer dat het aanrecht en de spoelbak werd gereinigd, was...
a. Gisteren.
b. Enkele weken terug.
c. Ik herinner het mij niet meer...

4. Je heb net rauw vlees, rauwe vis of rauwe kip gesneden op je snijplank maar je moet op dezelfde plank ook nog ander voedsel snijden. Wat doe je met de snijplank?
a. Gewoon opnieuw gebruiken.
b. Even afvegen met een vochtige doek.
c. Afwassen met heet water.
d. Afwassen met heet water en een afwasmiddel.
5. Hoe waren de hamburgers gebakken die je laatst maakte?
a. Nog rood.
b. Medium.
c. Goed doorbakken
6. Ik reinig het aanrecht met...
a. Water.
b. Heet water en afwasmiddel.
c. Heet water, afwasmiddel, middel om te desinfecteren (dethol, chloor enz).
7. Hoe doe je de afwas (zonder vaatwasser)?
a. Enkele uren laten trekken in het water en daarna afwassen.
b. Meteen afwassen in heet water en laten drogen.
c. Meteen afwassen in heet water en afdrogen met de theedoek.
8. Hoe was je je handen als je met rauw vlees, rauwe kip of rauwe vis hebt gewerkt ?
a. Ik veeg ze gewoon af aan een handdoek.
b. Ik was ze met warm water.
c. Ik was ze met warm water en zeep.
9. Hoe ontdooi jij vlees, vis of kip ?
a. Gewoon laten ontdooien op het aanrecht.
b. Ik plaats ze in de koelkast.
c. Met de magnetron.
10. Als ik reinig dan…
a. Maak ik een oppervlakte schoon.
b. Maak ik alle bacteriën dood.
c. Is het oppervlak ontsmet.
Vraag de antwoorden bij je docent!

Opdracht 4.2:
In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.
- Gezonde voeding
- Schoonmaken
- Budgetteren
- Hygiëne
Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.
De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Overig
|
Lesweek 8
Opdracht 4: Hygiëne
Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Probeer deze hygiëne test en oordeel of jij een hygiëne-expert bent... of niet.
Maak de test en geef jouw antwoorden. Controleer of je ze goed hebt.

1.Hoeveel graden moet de temperatuur van de koelkast zijn ?
a. 10 graden
b. 4 graden
c. Ik weet het niet
2. Als je nog wat overschotjes vlees, kip of vis hebt, dan moet het ...
a. afkoelen tot kamertemperatuur en daarna in de koelkast.
b. meteen de koelkast in.
c. op kamertemperatuur op het aanrecht blijven staan.
3. De laatste keer dat het aanrecht en de spoelbak werd gereinigd, was...
a. Gisteren.
b. Enkele weken terug.
c. Ik herinner het mij niet meer...

4. Je heb net rauw vlees, rauwe vis of rauwe kip gesneden op je snijplank maar je moet op dezelfde plank ook nog ander voedsel snijden. Wat doe je met de snijplank?
a. Gewoon opnieuw gebruiken.
b. Even afvegen met een vochtige doek.
c. Afwassen met heet water.
d. Afwassen met heet water en een afwasmiddel.
5. Hoe waren de hamburgers gebakken die je laatst maakte?
a. Nog rood.
b. Medium.
c. Goed doorbakken
6. Ik reinig het aanrecht met...
a. Water.
b. Heet water en afwasmiddel.
c. Heet water, afwasmiddel, middel om te desinfecteren (dethol, chloor enz).
7. Hoe doe je de afwas (zonder vaatwasser)?
a. Enkele uren laten trekken in het water en daarna afwassen.
b. Meteen afwassen in heet water en laten drogen.
c. Meteen afwassen in heet water en afdrogen met de theedoek.
8. Hoe was je je handen als je met rauw vlees, rauwe kip of rauwe vis hebt gewerkt ?
a. Ik veeg ze gewoon af aan een handdoek.
b. Ik was ze met warm water.
c. Ik was ze met warm water en zeep.
9. Hoe ontdooi jij vlees, vis of kip ?
a. Gewoon laten ontdooien op het aanrecht.
b. Ik plaats ze in de koelkast.
c. Met de magnetron.
10. Als ik reinig dan…
a. Maak ik een oppervlakte schoon.
b. Maak ik alle bacteriën dood.
c. Is het oppervlak ontsmet.
Vraag de antwoorden bij je docent!

Opdracht 4.2:
In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.
- Gezonde voeding
- Schoonmaken
- Budgetteren
- Hygiëne
Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.
De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Overig
|
|
lesweek 9
Opdracht 5: Voorlichting
Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.
Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Overig
|
|
Opdracht 5.2:
Reflecteren a.d.h.v. STRAKK.
Lesweek 10
Periode 2
Inleiding
Wanneer je werkt als woonbegeleider, krijg je ook te maken met de dagelijkse gang van zaken in een woonsituatie. Rekening houden met het milieu, duurzaam en gezond koken, verschillende culturen, eetgewoontes en dieetwensen. Bij het vak koken en huishoudelijke vaardigheden ga je met deze aspecten van het werk aan de slag.
In periode 2 ga je met name bezig met de volgende onderwerpen:
- Milieubewust leven
- Kleding wassen/ strijken
- Doelgroepen/Culturen
- Dieet wensen
Planning periode 2
De klas wordt in twee groepen verdeelt.
Les
week
|
|
Wat gaan we doen, waar gaat het over?
|
Bron:
|
1
|
|
Kennismaken met het vak.
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorie opdracht 1
|
Methodiek en begeleiden
thema 20 /21
|
2
|
|
Groep 1: Theorie opdracht 1
Groep 2: Koken
|
|
3
|
|
Groep 1: Koken
Groep2: Theorie opdracht 2
|
|
4
|
|
Groep1: Theorieopdracht 2
Groep 2: Koken
|
|
5
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 3
|
|
6
|
|
Groep 1: Theorieopdracht 3
Groep 2: Koken
|
|
7
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 4
|
|
8
|
|
Groep 1: Theorieopdracht 4
Groep 2: Koken
|
|
9
|
|
Groep 1: Koken
Groep 2: Theorieopdracht 5
|
|
10
|
|
bufferweek
|
|
Beoordeling
Er is geen eindproduct. Je moet aan het einde van de periode onderstaande aftekenlijst volledig ondertekend hebben.
Naam student:
Klas:
Opdracht
|
Inleverdatum
|
Paraaf docent
|
Resultaat
|
1
|
|
|
|
2
|
|
|
|
3
|
|
|
|
4
|
|
|
|
5
|
|
|
|
Alternatieve eindopdracht 2
Als alternatieve eindopdracht ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.
- Afval scheiden
- Milieubewust eten
- Duurzaam huishouden
Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.
De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit).
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Je verwerkt bronnen in de PowerPoint
|
|
Beoordeling:
Een medestudent bekijkt de voorlichting die je hebt gemaakt.
Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:
- Loop de voorlichting na, voldoet deze aan de beoordelingscriteria? Waarom wel? Niet?
- Loop de belangrijke thema’s binnen milieubewust leven na. Zijn deze passend voor de doelgroep? Waarom wel? Waarom niet?
- Geef elkaar een feedback op de voorlichting
Reflectie:
Lesweken periode 2
Lesweek 1
Opdracht 1 : Voorlichting geven
In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de in de woonsituatie. Tegenwoordig is er meer oog voor het milieu. Om die reden wordt van jou als medewerker maatschappelijke zorg verwacht om de doelgroep zo goed mogelijk voorlichting/instructie te geven over ‘bewust omgaan met het milieu’.
Doelstellingen
- Je kent de basisprincipes van ‘milieubewust’ leven.
- Je kunt een cliënt adviseren/voorlichting geven over ‘bewust omgaan met het milieu.
Opdracht 1.1:
In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.
- Afval scheiden
- Milieubewust eten
- Duurzaam huishouden
Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.
De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Overig
|
|
Opdracht 1.2:
Bij deze oefening bekijk je met een medestudent de voorlichting die je hebt gemaakt.
Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:
- Loop de voorlichting na, voldoet deze aan de beoordelingscriteria? Waarom wel? Niet?
- Loop de belangrijke thema’s binnen milieubewust leven na. Zijn deze passend voor de doelgroep? Waarom wel? Waarom niet?
- Geef elkaar een feedback op de voorlichting
Opdracht 1.3:
Lesweek 2
Opdracht 1 : Voorlichting geven
In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de in de woonsituatie. Tegenwoordig is er meer oog voor het milieu. Om die reden wordt van jou als medewerker maatschappelijke zorg verwacht om de doelgroep zo goed mogelijk voorlichting/instructie te geven over ‘bewust omgaan met het milieu’.
Doelstellingen
- Je kent de basisprincipes van ‘milieubewust’ leven.
- Je kunt een cliënt adviseren/voorlichting geven over ‘bewust omgaan met het milieu.
Opdracht 1.1:
In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.
- Afval scheiden
- Milieubewust eten
- Duurzaam huishouden
Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.
De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.
Eisen PowerPoint
Criteria
|
Feedback
|
De voorlichting is informatief
|
|
De voorlichting is afgestemd op de doelgroep
|
|
De PowerPoint is overzichtelijk
|
|
Overig
|
|
Opdracht 1.2:
Bij deze oefening bekijk je met een medestudent de voorlichting die je hebt gemaakt.
Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:
Lesweek 3
Opdracht 2: Voorlichtingen geven
Opdracht 2:
Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.
Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.
Criteria
|
Feedback
|
De presentator heeft contact met de deelnemers
|
|
De presentator is duidelijk en verstaanbaar
|
|
De presentator kan op een begrijpelijke informatie overbrengen op de doelgroep
|
|
Overig
|
|
Eisen Presentatie
Lesweek 4
Opdracht 2: Voorlichtingen geven
Opdracht 2:
Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.
Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.
Criteria
|
Feedback
|
De presentator heeft contact met de deelnemers
|
|
De presentator is duidelijk en verstaanbaar
|
|
De presentator kan op een begrijpelijke informatie overbrengen op de doelgroep
|
|
Overig
|
|
Eisen Presentatie
Lesweek 5
Opdracht 3: Kleding wassen/ strijken
Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en pland met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.
Doelstellingen
- Je kent de werking van een wasmachine, droger en strijkijzer en strijkplank.
- Je kunt kleding labels aflezen, en cliënten dit aanleren
- Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren met betrekking tot kleding wassen en strijken.
Casus
Je werkt in een woonvoorziening voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Een aantal jongeren zullen dit jaar verhuizen naar een zelfstandige woning. Het is de bedoeling dat de jongeren zo goed mogelijk worden getraind in huishoudelijke vaardigheden. Jij hebt kleding wassen en strijken als onderdeel gekregen en zal hier z.s.m. jongeren in gaan begeleiden/coachen. Het is wel belangrijk dat je goed nadenkt hoe je dit gaat aanpakken.
Opdracht 3.1:
In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt kleding wassen en strijken aan te leren.

- Bedenk uit welke verschillende
Stappen deze huishoudelijke taak bestaat
- Zet deze stappen in een logische volgorde
- Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
- Bedenk welke informatie verder nog van belang is
- Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
- Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
- Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

Lesweek 6
Opdracht 3: Kleding wassen/ strijken
Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en pland met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.
Doelstellingen
- Je kent de werking van een wasmachine, droger en strijkijzer en strijkplank.
- Je kunt kleding labels aflezen, en cliënten dit aanleren
- Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren met betrekking tot kleding wassen en strijken.
Casus
Je werkt in een woonvoorziening voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Een aantal jongeren zullen dit jaar verhuizen naar een zelfstandige woning. Het is de bedoeling dat de jongeren zo goed mogelijk worden getraind in huishoudelijke vaardigheden. Jij hebt kleding wassen en strijken als onderdeel gekregen en zal hier z.s.m. jongeren in gaan begeleiden/coachen. Het is wel belangrijk dat je goed nadenkt hoe je dit gaat aanpakken.
Opdracht 3.1:
In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt kleding wassen en strijken aan te leren.

- Bedenk uit welke verschillende
Stappen deze huishoudelijke taak bestaat
- Zet deze stappen in een logische volgorde
- Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
- Bedenk welke informatie verder nog van belang is
- Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
- Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
- Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

Lesweek 7
Opdracht 4: Culturen
In je werk krijg je te maken met verschillende doelgroepen en culturen. Het is belangrijk dat je verschillende.
Doelstellingen:
- Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘tradities’, ‘cultuur, ‘Geloof’, ‘Taal’, ‘Rituelen.
- Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
- Schrijf je tips op de vellen
- Bespreek elke onderwerp met elkaar
- Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
- Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?
Opdracht 4.2:
Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet
Begrippen
|
|
Kwijtschelding
|
|
Uitkering
|
|
Bijzondere bijstand
|
|
Begroting
|
|
Inkomsten
|
|
Kasboek
|
|
Belasting
|
|
Woontoeslag
|
|
Uitgaven
|
|
Budget
|
|
Zorgtoeslag
|
|
Lesweek 8
Opdracht 4: Culturen
In je werk krijg je te maken met verschillende doelgroepen en culturen. Het is belangrijk dat je verschillende.
Doelstellingen:
- Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘tradities’, ‘cultuur, ‘Geloof’, ‘Taal’, ‘Rituelen.
- Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
- Schrijf je tips op de vellen
- Bespreek elke onderwerp met elkaar
- Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
- Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?
Opdracht 4.2:
Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet
Begrippen
|
|
Kwijtschelding
|
|
Uitkering
|
|
Bijzondere bijstand
|
|
Begroting
|
|
Inkomsten
|
|
Kasboek
|
|
Belasting
|
|
Woontoeslag
|
|
Uitgaven
|
|
Budget
|
|
Zorgtoeslag
|
|
Lesweek 9
Opdracht 5.1:
Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Maak een uitdagende QUIZ voor een zelfgekozen doelgroep. Ga deze daarna in groepjes uitwisselen en speel de QUIZ! En oordeel wie een hygiëne-expert is... of niet.

Lesweek 10