Koken huishoudelijke vaardigheden

Koken huishoudelijke vaardigheden

Periode 1

Inleiding

Wanneer je werkt als woonbegeleider, krijg je ook te maken met de dagelijkse gang van zaken in een woonsituatie. Boodschappen doen, koken, het huishouden doen en geldzaken. En hoe zorg je ervoor dat een huishouden veilig is? Bij het vak koken en huishoudelijke vaardigheden ga je met deze aspecten van het werk aan de slag.

In periode 1 ga je met name bezig met de volgende onderwerpen:

  • Gezonde voeding
  • Schoonmaken / schoonmaak schema
  • Budgetteren
  • Hygiëne

 

Afbeeldingsresultaat voor koken en huishoudelijke vaardigheden

Planning periode 1

 

De klas wordt in twee groepen verdeelt.

 

Les

week

 

 

Wat gaan we doen, waar gaat het over?

 

Bron:

 

1

 

Kennismaken met het vak.

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorie opdracht 1

 

Methodiek en begeleiden

thema 20 /21

 

 

2

 

Groep 1: Theorie opdracht 1

Groep 2: Koken

 

 

 

3

 

Groep 1: Koken

Groep2: Theorie opdracht 2

 

 

4

 

Groep1: Theorieopdracht 2

Groep 2: Koken

 

 

5

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 3

 

 

6

 

Groep 1: Theorieopdracht 3

Groep 2: Koken

 

 

7

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 4

 

 

8

 

Groep 1: Theorieopdracht 4

Groep 2: Koken

 

 

9

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 5

 

10

 

bufferweek

 

Beoordeling

Er is geen eindproduct. Je moet aan het einde van de periode onderstaande aftekenlijst volledig ondertekend hebben.

 

 

Naam student:

Klas:                     

Opdracht

Inleverdatum

Paraaf docent

Resultaat

1

 

 

 

2

 

 

 

3

 

 

 

4

 

 

 

5

 

 

 

 

 

Alternatieve eindopdracht 1

Alternatieve eindopdracht koken en huishoudelijke vaardigheden

In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.

Doelstellingen

  • Je kent de basisprincipes van gezonde voeding
  • Je kunt een cliënt adviseren over een weekmenu
  • Je maakt een kookboek met minimaal 15 gerechten ( 5 x ontbijt / 5 x lunch / 5x diner)

    Eind Opdracht

    Verdiep je in de Schijf van Vijf op voedingscentrum.nl. Let op! Je gebruikt de nieuwe Schijf van Vijf! Nadat jij je hebt ingelezen stel je een weekmenu + kookboek samen voor een zelfgekozen doelgroep. Het is belangrijk dat er variatie wordt aangebracht in het weekmenu en de doelgroep voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met de verschillende culturen. Het weekmenu dient te worden ingevuld in het onderste tabel. Daarnaast werk je de gerechten van het weekmenu uit in een kookboek (15 gerechten). Zowel het weekmenu als het kookboek dient te worden gemaakt aan de hand van de schijf van vijf.

     

 

maandag

dinsdag

woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Ontbijt

 

 

 

 

 

 

 

Lunch

 

 

 

 

 

 

 

Diner

 

 

 

 

 

 

 

Tussendoor

 

 

 

 

 

 

 

Dranken

 

 

 

 

 

 

 

Overig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Criteria Eindproduct

O / V / G

Je maakt een weekmenu voor een (zelfgekozen) doelgroep en verwerkt deze in een schema (zie tabel).

 

Je maakt een kookboek met 15 recepten (a.d.h.v. het weekmenu) Hierin staat minimaal:

5 x ontbijt

5 x lunch

5 x Diner

 

Je stelt een budget vast voor de (zelfgekozen) doelgroep

 

Je recepten zijn gebaseerd op de schijf van vijf en je verantwoord/onderbouwt dit.

 

Je verantwoord hoe je rekening houdt met de (zelfgekozen) doelgroep

 

 

Lesweken periode 1

Lesweek 1

Opdracht 1       : Gezonde voeding

In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.

Doelstellingen

  • Je kent de basisprincipes van gezonde voeding
  • Je kunt een cliënt adviseren over een weekmenu

Opdracht 1.1:

Verdiep je in de Schijf van Vijf op voedingscentrum.nl. Let op! Je gebruikt de nieuwe Schijf van Vijf! Nadat jij je hebt ingelezen stel je een weekmenu samen voor een woongroep voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Het is belangrijk dat er variatie wordt aangebracht in het weekmenu en de jongeren voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met de verschillende culturen. Het weekmenu dient te worden ingevuld in het onderste tabel.

 

maandag

dinsdag

woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Ontbijt

 

 

 

 

 

 

 

Lunch

 

 

 

 

 

 

 

Diner

 

 

 

 

 

 

 

Tussendoor

 

 

 

 

 

 

 

Dranken

 

 

 

 

 

 

 

Overig

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 1.2:

Bij deze oefening bekijk je met een medestudent het weekmenu dat je hebt gemaakt.

Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:

  • Loop het weekmenu na, voldoet deze aan de Schijf van Vijf? Waarom wel? Niet?
  • Loop bij elk weekmenu de hoofdpunten van gezonde voeding na
  • Geef elkaar een voedingsadvies gericht op het weekmenu

     

    Opdracht 1.3:

    Bij deze oefening ga je reflecteren

  • Hoe vind je het om met elkaar je gemaakte opdracht te bespreken?
  • Hoe vind je het om advies te geven over andermans gemaakte weekmenu?
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

Lesweek 2

Opdracht 1       : Gezonde voeding

In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de maaltijdbereiding. Het kan zijn dat je samen met een cliënt of een groepje cliënten kookt. Of dat je een cliënt adviseert over een goed en verantwoord weekmenu. Daarom is het belangrijk dat je iets weet over gezonde en verantwoorde voeding.

Doelstellingen

  • Je kent de basisprincipes van gezonde voeding
  • Je kunt een cliënt adviseren over een weekmenu

Opdracht 1.1:

Verdiep je in de Schijf van Vijf op voedingscentrum.nl. Let op! Je gebruikt de nieuwe Schijf van Vijf! Nadat jij je hebt ingelezen stel je een weekmenu samen voor een woongroep voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Het is belangrijk dat er variatie wordt aangebracht in het weekmenu en de jongeren voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met de verschillende culturen. Het weekmenu dient te worden ingevuld in het onderste tabel.

 

maandag

dinsdag

woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Ontbijt

 

 

 

 

 

 

 

Lunch

 

 

 

 

 

 

 

Diner

 

 

 

 

 

 

 

Tussendoor

 

 

 

 

 

 

 

Dranken

 

 

 

 

 

 

 

Overig

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 1.2:

Bij deze oefening bekijk je met een medestudent het weekmenu dat je hebt gemaakt.

Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:

  • Loop het weekmenu na, voldoet deze aan de Schijf van Vijf? Waarom wel? Niet?
  • Loop bij elk weekmenu de hoofdpunten van gezonde voeding na
  • Geef elkaar een voedingsadvies gericht op het weekmenu

     

    Opdracht 1.3:

    Bij deze oefening ga je reflecteren

  • Hoe vind je het om met elkaar je gemaakte opdracht te bespreken?
  • Hoe vind je het om advies te geven over andermans gemaakte weekmenu?
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

Lesweek 3

Opdracht 2: Schoonmaken

 

Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en plant met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.

Doelstellingen

  • Je kent de werking van verschillende schoonmaakmiddelen
  • Je kunt een huishoudplan maken met een cliënt
  • Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren

 

Opdracht 2.1:

Bij deze opdracht maak je een huishoudplan. Dit is nodig om in de woonsituatie van en met cliënten het huishoudelijk werk goed te verdelen.

  • Noteer op een flap-over alle ruimtes in een huis en huishoudelijke werkzaamheden die gedaan moeten worden en welke schoonmaakmiddelen je hiervoor kunt gebruiken.
  • Bespreek met elkaar hoe vaak deze huishoudelijke werkzaamheden gedaan moeten worden
  • Maak hiervan een overzicht in het schoonmaakschema

     

     

    Opdracht 2.2:

    In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt een huishoudelijke taak aan te leren.

     

  • Kijk naar de lijst met huishoudelijke werkzaamheden van opdracht 2.1.
  • Kies hieruit één of twee huishoudelijke taken waarvoor je een stappenplan maakt.
  • Bedenk uit welke verschillende stappen deze huishoudelijke taak bestaat
  • Zet deze stappen in een logische volgorde
  • Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
  • Laat je stappenplan aan een medestudent lezen om te ontdekken of deze compleet is

     

    Opdracht 2.3:

    Je oefent hoe je iemand een huishoudelijke taak kunt aanleren.

  • Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
  • Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
  • Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

 

Lesweek 4

Opdracht 2: Schoonmaken

 

Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en plant met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.

Doelstellingen

  • Je kent de werking van verschillende schoonmaakmiddelen
  • Je kunt een huishoudplan maken met een cliënt
  • Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren

 

Opdracht 2.1:

Bij deze opdracht maak je een huishoudplan. Dit is nodig om in de woonsituatie van en met cliënten het huishoudelijk werk goed te verdelen.

  • Noteer op een flap-over alle ruimtes in een huis en huishoudelijke werkzaamheden die gedaan moeten worden en welke schoonmaakmiddelen je hiervoor kunt gebruiken.
  • Bespreek met elkaar hoe vaak deze huishoudelijke werkzaamheden gedaan moeten worden
  • Maak hiervan een overzicht in het schoonmaakschema

     

     

    Opdracht 2.2:

    In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt een huishoudelijke taak aan te leren.

     

  • Kijk naar de lijst met huishoudelijke werkzaamheden van opdracht 2.1.
  • Kies hieruit één of twee huishoudelijke taken waarvoor je een stappenplan maakt.
  • Bedenk uit welke verschillende stappen deze huishoudelijke taak bestaat
  • Zet deze stappen in een logische volgorde
  • Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
  • Laat je stappenplan aan een medestudent lezen om te ontdekken of deze compleet is

     

    Opdracht 2.3:

    Je oefent hoe je iemand een huishoudelijke taak kunt aanleren.

  • Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
  • Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
  • Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

Lesweek 5

Opdracht 3: Budgetteren

In je werk krijg je te maken met budgetbeheer. Sommige cliënten kunnen prima hun eigen geld beheren. Andere cliënten hebben hierbij  hulp nodig. Met behulp van de onderstaande opdrachten leer je meer over budget beheer.

Doelstellingen:

  • Je kunt een overzicht van inkomsten en uitgaven maken
  • Je kunt met een cliënt een weekbudget opstellen
  • Je kunt een cliënt adviseren over budgetbeheer
  • Je kent budget tips

     

    Opdracht 3.1:

    Het zijn dure tijden, iedereen praat over crisis. Het inkomen gaat achteruit en boodschappen worden duurder. Met elkaar bedenken jullie tips om te bezuinigen. De opdracht voer je uit in tweetallen.

     

  1. Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘boodschappen’, ‘huis, ‘vrije tijd’, ‘kleding’, ‘vaste lasten’.
  2. Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
  3. Schrijf je tips op de vellen
  4. Bespreek elke onderwerp met elkaar
  5. Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
  6. Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?

     

    Opdracht 3.2:

    Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet

     

Begrippen

 

Kwijtschelding

 

Uitkering

 

Bijzondere bijstand

 

 

Begroting

 

Inkomsten

 

Kasboek

 

Belasting

 

Woontoeslag

 

Uitgaven

 

Budget

 

Zorgtoeslag

 

 

 

 

Opdracht 3.3:

Iedereen kent het wel: “aan het einde van je geld, houd je een stukje maand over.

Voor deze opdracht maak je een overzicht van je eigen budget voor een maand.

  1. Maak eerst een overzicht van je inkomsten
  2. Daarna een overzicht van je uitgaven
  3. Ga naar https://youtu.be/EGWrv60XgfE en leer hoe je een budget overzicht kan maken in Excel
  4. Maak vervolgens een budget overzicht in Excel
  5. Bespreek je budget overzicht met een klasgenoot

Lesweek 6

Opdracht 3: Budgetteren

In je werk krijg je te maken met budgetbeheer. Sommige cliënten kunnen prima hun eigen geld beheren. Andere cliënten hebben hierbij  hulp nodig. Met behulp van de onderstaande opdrachten leer je meer over budget beheer.

Doelstellingen:

  • Je kunt een overzicht van inkomsten en uitgaven maken
  • Je kunt met een cliënt een weekbudget opstellen
  • Je kunt een cliënt adviseren over budgetbeheer
  • Je kent budget tips

     

    Opdracht 3.1:

    Het zijn dure tijden, iedereen praat over crisis. Het inkomen gaat achteruit en boodschappen worden duurder. Met elkaar bedenken jullie tips om te bezuinigen. De opdracht voer je uit in tweetallen.

     

  1. Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘boodschappen’, ‘huis, ‘vrije tijd’, ‘kleding’, ‘vaste lasten’.
  2. Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
  3. Schrijf je tips op de vellen
  4. Bespreek elke onderwerp met elkaar
  5. Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
  6. Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?

     

    Opdracht 3.2:

    Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet

     

Begrippen

 

Kwijtschelding

 

Uitkering

 

Bijzondere bijstand

 

 

Begroting

 

Inkomsten

 

Kasboek

 

Belasting

 

Woontoeslag

 

Uitgaven

 

Budget

 

Zorgtoeslag

 

 

 

 

Opdracht 3.3:

Iedereen kent het wel: “aan het einde van je geld, houd je een stukje maand over.

Voor deze opdracht maak je een overzicht van je eigen budget voor een maand.

  1. Maak eerst een overzicht van je inkomsten
  2. Daarna een overzicht van je uitgaven
  3. Ga naar https://youtu.be/EGWrv60XgfE en leer hoe je een budget overzicht kan maken in Excel
  4. Maak vervolgens een budget overzicht in Excel
  5. Bespreek je budget overzicht met een klasgenoot

Lesweek 7

Opdracht 4 Hygiëne:

Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Probeer deze hygiëne test en oordeel of jij een hygiëne-expert bent... of niet.

Maak de test en geef jouw antwoorden. Controleer of je ze goed hebt.

Afbeeldingsresultaat voor Toets

 

 

1.Hoeveel graden moet de temperatuur van de koelkast zijn ?
a. 10 graden
b. 4 graden
c. Ik weet het niet

 

2. Als je nog wat overschotjes vlees, kip of vis hebt, dan moet het ...
a. afkoelen tot kamertemperatuur en daarna in de koelkast.
b. meteen de koelkast in.
c. op kamertemperatuur op het aanrecht blijven staan.

3. De laatste keer dat het aanrecht en de spoelbak werd gereinigd, was...
a. Gisteren.
b. Enkele weken terug.
c. Ik herinner het mij niet meer...


http://www.aadwagner.nl/media/illustraties/vis_aad_wagner_cartoon_line_art.jpg

4. Je heb net rauw vlees, rauwe vis of rauwe kip gesneden op je snijplank maar je moet op dezelfde plank ook nog ander voedsel snijden. Wat doe je met de snijplank?
a. Gewoon opnieuw gebruiken.
b. Even afvegen met een vochtige doek.
c. Afwassen met heet water.
d. Afwassen met heet water en een afwasmiddel.

5. Hoe waren de hamburgers gebakken die je laatst maakte?
a. Nog rood.
b. Medium.
c. Goed doorbakken

 

6. Ik reinig het aanrecht met...
a. Water.
b. Heet water en afwasmiddel.
c. Heet water, afwasmiddel, middel om te desinfecteren (dethol, chloor enz).

 

7. Hoe doe je de afwas (zonder vaatwasser)?
a. Enkele uren laten trekken in het water en daarna afwassen.
b. Meteen afwassen in heet water en laten drogen.
c. Meteen afwassen in heet water en afdrogen met de theedoek.

 

8. Hoe was je je handen als je met rauw vlees, rauwe kip of rauwe vis hebt gewerkt ?
a. Ik veeg ze gewoon af aan een handdoek.
b. Ik was ze met warm water.
c. Ik was ze met warm water en zeep.

9. Hoe ontdooi jij vlees, vis of kip ?
a. Gewoon laten ontdooien op het aanrecht.
b. Ik plaats ze in de koelkast.
c. Met de magnetron.

10. Als ik reinig dan…
a. Maak ik een oppervlakte schoon.
b. Maak ik alle bacteriën dood.
c. Is het oppervlak ontsmet.

 

Vraag de antwoorden bij je docent!

Afbeeldingsresultaat voor Voorlichting

 

Opdracht 4.2:

In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.

  • Gezonde voeding
  • Schoonmaken
  • Budgetteren
  • Hygiëne

Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.

De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Overig

 

Lesweek 8

Opdracht 4: Hygiëne

Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Probeer deze hygiëne test en oordeel of jij een hygiëne-expert bent... of niet.

Maak de test en geef jouw antwoorden. Controleer of je ze goed hebt.

Afbeeldingsresultaat voor Toets

 

 

1.Hoeveel graden moet de temperatuur van de koelkast zijn ?
a. 10 graden
b. 4 graden
c. Ik weet het niet

 

2. Als je nog wat overschotjes vlees, kip of vis hebt, dan moet het ...
a. afkoelen tot kamertemperatuur en daarna in de koelkast.
b. meteen de koelkast in.
c. op kamertemperatuur op het aanrecht blijven staan.

3. De laatste keer dat het aanrecht en de spoelbak werd gereinigd, was...
a. Gisteren.
b. Enkele weken terug.
c. Ik herinner het mij niet meer...


http://www.aadwagner.nl/media/illustraties/vis_aad_wagner_cartoon_line_art.jpg

4. Je heb net rauw vlees, rauwe vis of rauwe kip gesneden op je snijplank maar je moet op dezelfde plank ook nog ander voedsel snijden. Wat doe je met de snijplank?
a. Gewoon opnieuw gebruiken.
b. Even afvegen met een vochtige doek.
c. Afwassen met heet water.
d. Afwassen met heet water en een afwasmiddel.

5. Hoe waren de hamburgers gebakken die je laatst maakte?
a. Nog rood.
b. Medium.
c. Goed doorbakken

 

6. Ik reinig het aanrecht met...
a. Water.
b. Heet water en afwasmiddel.
c. Heet water, afwasmiddel, middel om te desinfecteren (dethol, chloor enz).

 

7. Hoe doe je de afwas (zonder vaatwasser)?
a. Enkele uren laten trekken in het water en daarna afwassen.
b. Meteen afwassen in heet water en laten drogen.
c. Meteen afwassen in heet water en afdrogen met de theedoek.

 

8. Hoe was je je handen als je met rauw vlees, rauwe kip of rauwe vis hebt gewerkt ?
a. Ik veeg ze gewoon af aan een handdoek.
b. Ik was ze met warm water.
c. Ik was ze met warm water en zeep.

9. Hoe ontdooi jij vlees, vis of kip ?
a. Gewoon laten ontdooien op het aanrecht.
b. Ik plaats ze in de koelkast.
c. Met de magnetron.

10. Als ik reinig dan…
a. Maak ik een oppervlakte schoon.
b. Maak ik alle bacteriën dood.
c. Is het oppervlak ontsmet.

 

Vraag de antwoorden bij je docent!

Afbeeldingsresultaat voor Voorlichting

 

Opdracht 4.2:

In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.

  • Gezonde voeding
  • Schoonmaken
  • Budgetteren
  • Hygiëne

Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.

De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Overig

 

 

 

lesweek 9

Opdracht 5: Voorlichting

Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.

Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Overig

 

 

 

Opdracht 5.2:

Reflecteren a.d.h.v. STRAKK.

 

Lesweek 10

Bufferweek

Periode 2

Inleiding

 

Wanneer je werkt als woonbegeleider, krijg je ook te maken met de dagelijkse gang van zaken in een woonsituatie. Rekening houden met het milieu, duurzaam en gezond koken, verschillende culturen, eetgewoontes en dieetwensen. Bij het vak koken en huishoudelijke vaardigheden ga je met deze aspecten van het werk aan de slag.

In periode 2 ga je met name bezig met de volgende onderwerpen:

  • Milieubewust leven
  • Kleding wassen/ strijken
  • Doelgroepen/Culturen
  • Dieet wensen

Planning periode 2

 

De klas wordt in twee groepen verdeelt.

 

Les

week

 

 

Wat gaan we doen, waar gaat het over?

Bron:

1

 

Kennismaken met het vak.

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorie opdracht 1

 

Methodiek en begeleiden

thema 20 /21

 

 

2

 

Groep 1: Theorie opdracht 1

Groep 2: Koken

 

 

 

3

 

Groep 1: Koken

Groep2: Theorie opdracht 2

 

 

4

 

Groep1: Theorieopdracht 2

Groep 2: Koken

 

 

5

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 3

 

 

6

 

Groep 1: Theorieopdracht 3

Groep 2: Koken

 

 

7

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 4

 

 

8

 

Groep 1: Theorieopdracht 4

Groep 2: Koken

 

 

9

 

Groep 1: Koken

Groep 2: Theorieopdracht 5

 

10

 

bufferweek

 

Beoordeling

Er is geen eindproduct. Je moet aan het einde van de periode onderstaande aftekenlijst volledig ondertekend hebben.

 

 

Naam student:

Klas:                    

Opdracht

Inleverdatum

Paraaf docent

Resultaat

1

 

 

 

2

 

 

 

3

 

 

 

4

 

 

 

5

 

 

 

Alternatieve eindopdracht 2

Als alternatieve eindopdracht ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.

  • Afval scheiden
  • Milieubewust eten
  • Duurzaam huishouden

Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.

De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit).

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Je verwerkt bronnen in de PowerPoint

 

 

 

Beoordeling:

Een medestudent bekijkt de voorlichting die je hebt gemaakt.

Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:

  • Loop de voorlichting na, voldoet deze aan de beoordelingscriteria? Waarom wel? Niet?
  • Loop de belangrijke thema’s binnen milieubewust leven na. Zijn deze passend voor de doelgroep? Waarom wel? Waarom niet?
  • Geef elkaar een feedback op de voorlichting

 

Reflectie:

  • Bij deze oefening ga je reflecteren

  • Hoe vind je het om met elkaar je gemaakte opdracht te bespreken?
  • Hoe vind je het om advies te geven over andermans gemaakte voorlichting?
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

     

Lesweken periode 2

Lesweek 1

 

Opdracht 1       : Voorlichting geven

In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de in de woonsituatie. Tegenwoordig is er meer oog voor het milieu. Om die reden wordt van jou als medewerker maatschappelijke zorg verwacht om de doelgroep zo goed mogelijk voorlichting/instructie te geven over ‘bewust omgaan met het milieu’.

Doelstellingen

  • Je kent de basisprincipes van ‘milieubewust’ leven.
  • Je kunt een cliënt adviseren/voorlichting geven over ‘bewust omgaan met het milieu.

Opdracht 1.1:

In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.

  • Afval scheiden
  • Milieubewust eten
  • Duurzaam huishouden

Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.

De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Overig

 

 

 

Opdracht 1.2:

Bij deze oefening bekijk je met een medestudent de voorlichting die je hebt gemaakt.

Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:

  • Loop de voorlichting na, voldoet deze aan de beoordelingscriteria? Waarom wel? Niet?
  • Loop de belangrijke thema’s binnen milieubewust leven na. Zijn deze passend voor de doelgroep? Waarom wel? Waarom niet?
  • Geef elkaar een feedback op de voorlichting

 

Opdracht 1.3:

  • Bij deze oefening ga je reflecteren

  • Hoe vind je het om met elkaar je gemaakte opdracht te bespreken?
  • Hoe vind je het om advies te geven over andermans gemaakte voorlichting?
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

     

Lesweek 2

 

Opdracht 1       : Voorlichting geven

In het dagelijks werk begeleid je cliënten bij de in de woonsituatie. Tegenwoordig is er meer oog voor het milieu. Om die reden wordt van jou als medewerker maatschappelijke zorg verwacht om de doelgroep zo goed mogelijk voorlichting/instructie te geven over ‘bewust omgaan met het milieu’.

Doelstellingen

  • Je kent de basisprincipes van ‘milieubewust’ leven.
  • Je kunt een cliënt adviseren/voorlichting geven over ‘bewust omgaan met het milieu.

Opdracht 1.1:

In een groepje van 4 personen ga je een PowerPoint in elkaar zetten waarbij je voorlichting geeft aan een doelgroep over één van deze thema’s.

  • Afval scheiden
  • Milieubewust eten
  • Duurzaam huishouden

Het is de bedoeling dat je de doelgroep informeert over je gekozen thema.

De voorlichting richt zich op de doelgroepen: Gehandicapten, Jongeren of verslaafden (Kies er één uit). Je geeft de voorlichting aan een ander groepje. De groepjes beoordelen elkaar.

 

Eisen PowerPoint

Criteria

Feedback

De voorlichting is informatief

 

 

 

De voorlichting is afgestemd op de doelgroep

 

 

 

De PowerPoint is overzichtelijk

 

 

 

Overig

 

 

 

Opdracht 1.2:

Bij deze oefening bekijk je met een medestudent de voorlichting die je hebt gemaakt.

Beantwoord en bespreek daarbij de volgende vragen:

  • Loop de voorlichting na, voldoet deze aan de beoordelingscriteria? Waarom wel? Niet?
  • Loop de belangrijke thema’s binnen milieubewust leven na. Zijn deze passend voor de doelgroep? Waarom wel? Waarom niet?
  • Geef elkaar een feedback op de voorlichting

    Opdracht 1.3:

     

    Bij deze oefening ga je reflecteren

  • Hoe vind je het om met elkaar je gemaakte opdracht te bespreken?
  • Hoe vind je het om advies te geven over andermans gemaakte voorlichting?
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?

     

Lesweek 3

 

Opdracht 2: Voorlichtingen geven

Opdracht 2:

 

Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.

Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.

 

Criteria

Feedback

De presentator heeft contact met de deelnemers

 

 

De presentator is duidelijk en verstaanbaar

 

De presentator kan op een begrijpelijke informatie overbrengen op de doelgroep

 

 

Overig

 

Eisen Presentatie

 

 

Lesweek 4

 

Opdracht 2: Voorlichtingen geven

Opdracht 2:

 

Vorige week hebben jullie een PowerPoint in elkaar gezet om een voorlichting voor de doelgroep te organiseren.

Deze week gaan jullie de voorlichtingen aan elkaar presenteren, beoordelen en nabespreken.

 

Criteria

Feedback

De presentator heeft contact met de deelnemers

 

 

De presentator is duidelijk en verstaanbaar

 

De presentator kan op een begrijpelijke informatie overbrengen op de doelgroep

 

 

Overig

 

Eisen Presentatie

 

 

Lesweek 5

Opdracht 3: Kleding wassen/ strijken

 

Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en pland met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.

 

Doelstellingen

  • Je kent de werking van een wasmachine, droger en strijkijzer en strijkplank.
  • Je kunt kleding labels aflezen, en cliënten dit aanleren
  • Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren met betrekking tot kleding wassen en strijken.

     

    Casus

    Je werkt in een woonvoorziening voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Een aantal jongeren zullen dit jaar verhuizen naar een zelfstandige woning. Het is de bedoeling dat de jongeren zo goed mogelijk worden getraind in huishoudelijke vaardigheden. Jij hebt kleding wassen en strijken als onderdeel gekregen en zal hier z.s.m. jongeren in gaan begeleiden/coachen. Het is wel belangrijk dat je goed nadenkt hoe je dit gaat aanpakken.

     

    Opdracht 3.1:

    In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt kleding wassen en strijken aan te leren.

     
       
  • Bedenk uit welke verschillende

    Stappen deze huishoudelijke taak bestaat

  • Zet deze stappen in een logische volgorde
  • Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
  • Bedenk welke informatie verder nog van belang is
  • Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
  • Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
  • Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

 

Lesweek 6

Opdracht 3: Kleding wassen/ strijken

 

Je werkt met cliënten in hun woonsituatie. Dat betekent dat je ook te maken krijgt met het reilen en zeilen van het huishouden van de cliënt of een groep cliënten. Daarnaast werk je vaak aan de zelfstandigheid van je cliënten. Je leert ze huishoudelijke taken aan en pland met hen samen het huishouden. Bij deze opdracht ga je hiermee aan de slag.

 

Doelstellingen

  • Je kent de werking van een wasmachine, droger en strijkijzer en strijkplank.
  • Je kunt kleding labels aflezen, en cliënten dit aanleren
  • Je kunt een cliënt huishoudelijke werkzaamheden aanleren met betrekking tot kleding wassen en strijken.

     

    Casus

    Je werkt in een woonvoorziening voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Een aantal jongeren zullen dit jaar verhuizen naar een zelfstandige woning. Het is de bedoeling dat de jongeren zo goed mogelijk worden getraind in huishoudelijke vaardigheden. Jij hebt kleding wassen en strijken als onderdeel gekregen en zal hier z.s.m. jongeren in gaan begeleiden/coachen. Het is wel belangrijk dat je goed nadenkt hoe je dit gaat aanpakken.

     

    Opdracht 3.1:

    In je werk leer je cliënten huishoudelijk werk aan zodat zij het later zelfstandig kunnen doen. In deze oefening bedenk je zelf een stappenplan om een cliënt kleding wassen en strijken aan te leren.

     
       
  • Bedenk uit welke verschillende

    Stappen deze huishoudelijke taak bestaat

  • Zet deze stappen in een logische volgorde
  • Wees hierbij zo nauwkeuring mogelijk
  • Bedenk welke informatie verder nog van belang is
  • Je gebruikt hiervoor het stappenplan dat je hebt gemaakt bij opdracht 2.2.
  • Lees het werkmodel ‘instructie geven’.
  • Ga elkaar vervolgens in tweetallen instructies geven a.d.h.v. van de stappen uit het werkmodel: Adviesgesprek voeren.

 

 

 

Lesweek 7

 

Opdracht 4: Culturen

 

In je werk krijg je te maken met verschillende doelgroepen en culturen. Het is belangrijk dat je verschillende.

Doelstellingen:

  • Je hebt kennis van verschillende culturen
  • Je hebt kennis van verschillende gewoontes
  • Je kunt een cliënt adviseren over budgetbeheer
  • Je kent budget tips

     

    Opdracht 4.1:

    Het zijn dure tijden, iedereen praat over crisis. Het inkomen gaat achteruit en boodschappen worden duurder. Met elkaar bedenken jullie tips om te bezuinigen. De opdracht voer je uit in tweetallen.

     

  1. Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘tradities’, ‘cultuur, ‘Geloof’, ‘Taal’, ‘Rituelen.
  2. Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
  3. Schrijf je tips op de vellen
  4. Bespreek elke onderwerp met elkaar
  5. Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
  6. Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?

     

    Opdracht 4.2:

    Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet

     

Begrippen

 

Kwijtschelding

 

Uitkering

 

Bijzondere bijstand

 

 

Begroting

 

Inkomsten

 

Kasboek

 

Belasting

 

Woontoeslag

 

Uitgaven

 

Budget

 

Zorgtoeslag

 

 

Lesweek 8

 

Opdracht 4: Culturen

 

In je werk krijg je te maken met verschillende doelgroepen en culturen. Het is belangrijk dat je verschillende.

Doelstellingen:

  • Je hebt kennis van verschillende culturen
  • Je hebt kennis van verschillende gewoontes
  • Je kunt een cliënt adviseren over budgetbeheer
  • Je kent budget tips

     

    Opdracht 4.1:

    Het zijn dure tijden, iedereen praat over crisis. Het inkomen gaat achteruit en boodschappen worden duurder. Met elkaar bedenken jullie tips om te bezuinigen. De opdracht voer je uit in tweetallen.

     

  1. Maak vellen van een flap-over schrijf daarop begrippen als ‘tradities’, ‘cultuur, ‘Geloof’, ‘Taal’, ‘Rituelen.
  2. Bij elk onderwerp bedenk je een manier om te bezuinigen op dit onderwerp.
  3. Schrijf je tips op de vellen
  4. Bespreek elke onderwerp met elkaar
  5. Welke tips zijn goed uitvoerbaar?
  6. Welke tips zijn minder goed uitvoerbaar?

     

    Opdracht 4.2:

    Wat betekenen de begrippen? Check hiervoor de website van Nibud of andere bronnen op internet

     

Begrippen

 

Kwijtschelding

 

Uitkering

 

Bijzondere bijstand

 

 

Begroting

 

Inkomsten

 

Kasboek

 

Belasting

 

Woontoeslag

 

Uitgaven

 

Budget

 

Zorgtoeslag

 

 

Lesweek 9

Opdracht 5.1:

Hygiëne in huis is ook heel belangrijk. Maar ben je goed op de hoogte van de spelregels?
Maak een uitdagende QUIZ voor een zelfgekozen doelgroep. Ga deze daarna in groepjes uitwisselen en speel de QUIZ!                En oordeel wie een hygiëne-expert is... of niet.

 

Afbeeldingsresultaat voor Quiz

 

 

 

Lesweek 10

Bufferweek!

  • Het arrangement Koken huishoudelijke vaardigheden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    MZ Noorderpoort Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-03-31 17:04:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.