De Geallieerden hadden er met elkaar voor gezorgd dat er een einde kwam aan het verschikkelijk bewind van Adolf Hitler en zijn nazi partij. Tijdens de oorlog konden de VS en de Sovjetunie goed samenwerken, maar na de oorlog bleek dat ze toch heel verschillend van elkaar waren, deze periode wordt de Koude Oorlog genoemd en valt onder de tijd van Televisie en Computer. Dit tijdvak is de tweede helft van de 20e eeuw, van 1950 tot nu.
Dit tijdvak is niet alleen het tijdvak van de Koude Oorlog,
een andere belangrijke gebeurtenis is de dekolonisatie.
Ook Nederland veranderde in deze periode: van een verzuild land tot
een verzorgingsstaat met een consumptiemaatschappij.
Tijdens dit thema ga je leren over:
- Dekolonisatie
- De wereld in blokken
- Nederland na de Tweede wereldoorlog
- De Multiculturele samenleving
- Jeugdculturen
- De Europese Unie
Bij dit thema krijg je twee opdracht voor een cijfer. De eindopdracht gaat over de Berlijnse muur en de praktische opdracht gaat over jeugdculturen.
Leerdoelen
Leerdoelen
In dit thema staan gebeurtenissen en personen uit de Tijd van Televisie en computer centraal.
Aan het eind van dit thema kun je:
beschrijven dat Nationalistische bewegingen in de koloniën streefden naar onafhankelijkheid
beschrijven hoe de Nationalistische bewegingen de onafhankelijkheid bereikten.
beschrijven hoe er na de Tweede Wereldoorlog blokvorming tussen Oost en West ontstond.
beschrijven dat de blokvorming tussen Oost en West leidde tot de Koude Oorlog.
beschrijven welke veranderingen er na de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse maatschappij plaatsvonden.
beschrijven hoe in Nederland een multiculturele samenleving ontstond.
beschrijven wat Europese integratie inhoudt en hoe zich dat na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde.
Dekolonisatie
Leerdoelen
Dekolonisatie
De eerste opdracht gaat over de dekolonisatie. Eeuwen heersten Engelsen, Fransen en ook Nederlanders over landen buiten Europa. Na de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel al deze landen in snel tempo zelfstandig.
In deze opdracht lees je hier meer over.
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip imperialisme beschrijven.
uitleggen waarom koloniën belangrijk waren voor Europese landen.
de begrippen dekolonisatie en nationalisme beschrijven.
aangeven welke twee landen veel koloniën in Afrika hadden.
uitleggen waarom 1960 wel 'het jaar van Afrika' genoemd wordt.
omschrijven hoe de dekolonisatie van Nederlands-Indië is verlopen.
de rol van Gandhi bij de dekolonisatie van India beschrijven.
Werkwijze
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank 'Imperialisme en modern imperialisme' bestuderen.
Vragen over (modern) imperialisme beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Kennisbank 'Dekolonisatie' bestuderen.
Vragen over dekolonisatie van Afrika beantwoorden.
Stap 3
Alleen
Van een aantal landen uitzoeken van welk land ze kolonie zijn geweest en wanneer ze onafhankelijk zijn geworden.
Stap 4
Alleen
Kennisbank 'Met geweld - geweldloos' bestuderen.
Canon over Indonesië bezoeken en vragen beantwoorden.
Stap 5
Alleen of samen
Portret van Mahatma Gandhi maken.
Stap 1
Dekolonisatie
Ga naar de Kennisbank geschiedenis. Bestudeer de pagina over:
In de Kennisbank zie je een kaartje van Afrika met daarop de koloniale situatie in Afrika rond 1955. De twee belangrijkste overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog (Amerika en Rusland) waren tegen het hebben van koloniën.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de Afrikaanse staten één voor één zelfstandig. Veruit de meeste dekolonisaties vonden plaats in 1960. Dit jaar wordt daarom wel 'Het jaar van Afrika' genoemd.
Welke twee landen hadden de meeste koloniën in Afrika?
Hoe kun je het streven van nationalistische bewegingen het best omschrijven?
Ze wilden betere relaties met het moederland.
Ze wilden meer geld verdienen met de handel met het moederland.
Ze wilden los van het moederland en ze wilden een eigen regering.
Zoek de namen van vijf Afrikaanse landen die in 1960 onafhankelijk zijn geworden. Wijs de landen ook aan op de kaart van Afrika.
Schrijf ook op van welk land ze onafhankelijk zijn geworden.
Stap 3
Koloniën
In Stap 2 heb je gekeken naar de dekolonisatie van Afrika.
Maar de Europese landen hadden ook koloniën in andere werelddelen.
In de tabel hieronder zie je acht landen die ook koloniën zijn geweest.
Gebruik een atlas of internet om op te zoeken waar de landen liggen.
Gebruik internet ook om de rest van de tabel in te vullen.
Land
Werelddeel
Kolonie geweest van ...
Onafhankelijk sinds ...
Bolivia
Zuid-Amerika
Spanje
1825
Mexico
India
Indonesië
Hongkong
Qatar
Suriname
Maleisië
Stap 4
Nationalisten - Dekolonisatie Nederlands-Indië
De dekolonisatie gebeurde vaak onder leiding van een nationalistische beweging. Nationalisten wilden een eigen land, een eigen natie. De enige manier om van de blanken verlost te worden, was zich losmaken van het moederland.
Soms ging dat gepaard met geweld, soms ging dat geweldloos.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis. Bestudeer de pagina:
Nederland probeerde met geweld de dekolonisatie van Nederlands-Indië te voorkomen. Zonder succes.
- Ga naar www.entoen.nu/indonesie/vo .
- Lees de informatie 'Een kolonie vecht zich vrij'.
- Bekijk ook de canonclip voor het voortgezet onderwijs.
Waarom wilde Nederland na de Tweede Wereldoorlog de kolonie terug?
Wat gebeurde er:
op 17 augustus 1945?
tussen 1945 en 1949?
op 27 december 1949?
in 2005?
Stap 5
Onafhankelijkheid India
Mahatma Gandhi werd beroemd om zijn geweldloze verzet tegen de Engelse overheersing. Over het leven van Mahatma Gandhi is een film gemaakt. Bekijk de trailer.
Misschien kun je op internet/YouTube de hele film wel vinden.
Overleg met je docent of jullie de film bekijken.
Een portret is een manier een persoon in beeld te brengen.
Je gaat een portret van één A4-tje van Mahatma Ghandi maken. Verzamel informatie over :
- zijn persoonlijke leven.
- zijn werk.
- zijn rol in de dekolonisatie van India.
Zoek ook enkele afbeeldingen van de persoon.
Maak met de informatie een portret op één A4-tje.
Begrippenlijst
Imperialisme
Als een land veel invloed heeft in andere landen spreek je van imperialisme.
Onafhankelijkheidsbeweging
Bewegingen in ontwikkelingslanden die als doel hebben los te komen van het moederland.
Moederland
Een land dat koloniën heeft. Nationalistische groepen in de koloniën na 1900 streefden naar zelfstandigheid, los van het moederland.
Nationalisme
Het streven (van koloniën) om los te komen van het moederland, om een eigen land te hebben.
Ghandi
Mahmatma Ghandi was de bekendste voorvechter van geweldloosverzet tegen het koloniale moederland in India.
Politionele acties
Optreden van het Nederlandse leger in Indonesië. Doel was Indonesië als kolonie te behouden. Nederland verloor de strijd en Indonesië werd onafhankelijk.
Wereld in blokken
Leerdoelen
De wereld verdeeld in twee blokken
In deze opdracht onderzoek je hoe na WO II nieuwe spanningen ontstonden.
Amerika, Engeland en Rusland hadden Duitsland verslagen.
Maar er was veel wantrouwen tussen de overwinnaars ontstaan.
Was de Derde Wereldoorlog in zicht?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven in welke twee blokken de wereld na 1945 werd verdeeld.
het begrip wapenwedloop beschrijven.
uitleggen waarom de NAVO en het Warschaupact werden opgericht.
omschrijven wat de economische verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
omschrijven wat de politieke verschillen waren tussen het Westen en het Oosten.
uitleggen waarom de vijandschap tussen Amerika en Rusland een Koude Oorlog wordt genoemd.
uitleggen wat de Koreaoorlog en de Vietnamoorlog met de Koude Oorlog te maken hadden.
de rol van de Berlijnse Muur bij het einde van de Koude Oorlog beschrijven.
Werkwijze
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbanken 'Wereld in blokken' en 'Wapenwedloop' bestuderen.
Vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen + samen
Kennisbank 'Westen-Oosten' bestuderen.
Politieke en economische verschillen tussen Amerika en Rusland benoemen.
Stap 3
Alleen
Kennisbank 'Korea-Vietnam' bestuderen.
Overeenkomsten tussen beide conflicten opschrijven.
Stap 4
Alleen + samen
Kennisbank 'Einde Koude Oorlog' bestuderen.
Rol van Berlijnse Muur in beeld brengen.
Stap 5
Alleen
Oefentoets 'Wereld in blokken' maken.
Stap1
Einde Tweede Wereldoorlog
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina:
Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er twee vijandige blokken:
het Oosten en het Westen.
Welke twee landen waren leidinggevend in deze blokken?
Wat wordt bedoeld met een wapenwedloop?
Welk blok riep het militair bondgenootschap de NAVO in het leven?
En welk blok het Warschaupact?
Schrijf vijf Europese landen op die lid zijn van de NAVO.
Schrijf ook vijf Europese landen op die lid waren van het Warschaupact.
Stap2
Verschillen tussen West en Oost
Rusland en Amerika dachten verschillend over de inrichting van hun land.
Kijk de twee filmpjes onderaan de pagina over de verschillen tussen Oost en West.
Lees de volgende acht 'begrippen'.
Geef per begrip aan of hij het best past bij Amerika of bij Rusland.
Zorg dat je ook weet waarom het begrip beter past bij Amerika of bij Rusland.
kapitalistische economie
communistische economie
planeconomie
vrije markteconomie
meerdere partijen
één partij
geheime dienst
weinig invloed overheid
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?
Stap3
De hete Koude Oorlog
De vijandschap tussen Rusland en Amerika is bekend geworden als de Koude Oorlog. De Koude Oorlog wordt de Koude Oorlog genoemd omdat Amerika en Rusland nooit direct tegen elkaar gevochten hebben. Beide landen bemoeiden zich wel met bijna alle gewapende conflichten na 1945.
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de oorlogen in Korea en Vietnam.
Zoek op een wereldkaart op waar Korea en Vietnam liggen.
Ime zegt: "Ik vind dat de Koreaoorlog en de Vietnamoorlog erg op elkaar lijken."
Ben jij het met me eens?
- Schrijf twee redenen op waarom de oorlogen op elkaar lijken.
- Schrijf ook een verschil op tussen de twee oorlogen.
Stap4
Berlijnse Muur - Einde Koude Oorlog
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer over de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Koude Oorlog
Na WO II ontstaat een gespannen situatie tussen het kapitalistische Amerika en de communistische Rusland.
Vrije markteconomie en Planeconomie
De verschillende economische systemen in Rusland (planeconomie) en Amerika (vrije markteconomie).
NAVO en Warschaupact
Militaire bondgenootschappen van Amerika en West-Europa (NAVO) en Rusland en Oost-Europa (Warschaupact).
Wapenwedloop
Om tijdens de Koude Oorlog een evenwicht in bewapening te hebben tussen West en Oost produceerden beide kanten atoomwapens. De blokken boden tegen elkaar op: er is sprake van een wapenwedloop.
Berlijnse Muur
Om te voorkomen dat burgers van de DDR naar het Westen vluchtten via West-Berlijn besloot de regering van de DDR een muur aan te leggen tussen Oost- en West-Berlijn.
De val van de muur staat symbool voor het einde van de Koude Oorlog.
Nederland na WO II
Leerdoelen
Nederland na de Tweede Wereldoorlog In deze opdracht bekijk je hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog verging.
Belangrijk zijn:
- de ontzuiling,
- de roep om meer inspraak,
- de opbouw van de verzorgingsstaat,
- het ontstaan van de consumptiemaatschappij.
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de term wederopbouw omschrijven.
met behulp van een voorbeeld duidelijk maken wat wordt bedoeld met verzuiling.
omschrijven wat wordt bedoeld met ontzuiling.
een protestbeweging noemen die opkwam voor gelijke rechten voor vrouwen.
een politieke partij noemen die streefde naar meer democratie.
de begrippen verzorgingsstaat en sociale zekerheid omschrijven.
de rol van Willem Drees omschrijven bij de opbouw van de verzorgingsstaat.
met voorbeelden uitleggen hoe Nederland veranderde in een welvaartsstaat.
uitleggen waarom de gasvoorraad in Groningen wel de 'kurk' genoemd wordt waarop de Nederlandse welvaart drijft.
minimaal twee alternatieve, duurzame energiebronnen noemen.
Werkwijze
Activiteiten
Je sluit deze opdracht af met het maken van de toets 'Nederland na WO II'.
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Vragen beantwoorden over Wederopbouw en Ontzuiling.
Stap 2
Alleen + samen
Kennisbank Meer inspraak bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3
Samen
Begrip dat te maken heeft met de protestbeweging Provo beschrijven.
Stap 4
Samen
Met elkaar bespreken hoe de muziek in de jaren '60 veranderde.
Stap 5
Samen
Kennisbank Verzorgingsstaat bestuderen.
Portret van Willem Drees maken.
Stap 6
Alleen + samen
Kennisbank Welvaartsstaat bestuderen.
Canonclip over de televisie bekijken.
Stap 7
Alleen + samen
Kennisbank Engergiebehoefte bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 1
Wederopbouw
Ga naar de Kennisbank geschiedenis.
Bestudeer de pagina over de wederopbouw.
In 1966 werd D66 (Democraten '66) opgericht. D66 streefde hervorming na.
Bijvoorbeeld directe democratie, met een gekozen minister-president. D66 streed ook voor vrouwenemancipatie en voor meer aandacht voor het milieu.
Gebruik de informatie uit de Kennisbank en internet.
Geef antwoord op de volgende vragen:
Welke politieke partij, die meer democratie wilde, werd in 1966 opgericht?
Een bekende foto uit de jaren 60 is een foto van Dolle Mina's met een blote buik.
Zoek op wat er op die buik geschreven stond. Wat wilden de 'Dolle Mina's' bereiken?
Zoek op in welk jaar de grootste demonstratie in Nederland plaatsvond.
Zoek ook op waar de demonstanten tegen protesteerden.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3
Provo
In 1965 werd Provo opgericht.
Provo is afgeleid van provoceren, wat uitdagen betekent.
Provo was een beweging die de gevestigde macht provoceerde.
Met vaak grappige en geweldloze acties kwamen zij op voor de vrijheid van meningsuiting en voor verdere democratisering.
Zij wilden meer inspraak en medezeggenschap in het bestuur.
Maar de provo’s hielden zich ook bezig met ‘vrije liefde’ en met het milieu.
Na 2 jaar hief de beweging zichzelf op. Hun doel, het wakker schudden van de macht, was voor een belangrijk deel bereikt.
Werk samen met een klasgenoot.
Hieronder zie je een drietal begrippen. Kies allebei één begrip uit.
Neem 15 minuten om informatie te zoeken over het door jou gekozen begrip.
witte fietsenplan
seksuele revolutie in de jaren '60
het Lieverdje
Vertel elkaar wat het begrip met provo heeft te maken.
Stap 4
Popmuziek
In de jaren 60 van de twintigste eeuw werden nieuwe muziekstijlen populair.
Bijvoorbeeld de rock ’n roll van Elvis Presley, maar de grootste sensatie was wel de muziek van 'The Beatles'.
The Beatles was een muziekgroep uit Engeland die totaal andere muziek maakten dan tot dan toe gebruikelijk was.
The Beatles werden enorm populair. Toen ze in Nederland op bezoek kwamen ging iedereen uit z’n dak. Bij een rondvaart door de Amsterdamse grachten stonden duizenden fans The Beatles toe te juichen.
Bekijk een stukje van de volgende videoclip:
Een bekende Nederlandse muzikant uit de jaren ’60 is Boudewijn de Groot.
Zijn eerste hit was ‘Een meisje van zestien’.
Bespreek met elkaar waarom jullie denken dat dit nummer van Boudewijn de Groot juist in de jaren 60 een hit werd.
Stap 5
Verzorgingsstaat
De jaren na de Tweede Wereldoorlog waren ook de jaren van de opbouw van de verzorgingsstaat.
Willem Drees was minister-president na de de Tweede Wereldoorlog.
Onder zijn leiding werd de verzorgingsstaat opgebouwd.
De bekendste regeling is de AOW, de Algemene OuderdomsWet.
Een portret is een manier een persoon in beeld te brengen.
Je gaat een portret van één A4-tje van Willem Drees maken.
Verzamel informatie over:
- zijn persoonlijke leven.
- zijn werk.
- zijn rol in de opbouw van de verzorgingsstaat.
Zoek ook enkele afbeeldingen van de persoon.
Maak met de informatie een portret op één A4-tje.
Stap 6
Welvaartsstaat
De economische groei maakte van Nederland een welvaartsstaat.
In de jaren na de oorlog veranderde Nederland.
Nederland werd een welvaartsstaat of een consumptiemaatschappij. Leg je klasgenoot uit waarom welvaart en consumptie bij elkaar horen.
Tijdvak 10 wordt de tijd van Televisie en computer genoemd.
De televisie speelde een belangrijke rol in de opbouw van de welvaartsstaat.
De televisie was één van de consumptiegoederen waar mensen geld aan uitgaven.
De televisie is ook één van de canons van de Nederlandse geschiedenis.
Het gasveld in Groningen wordt wel de 'kurk' genoemd waarop de Nederlandse welvaart drijft. Waarom?
Schrijf twee nadelen op van het gebruik van gas uit het gasveld in Groningen.
Waarom werden er in 1973 autoloze zondagen afgekondigd?
Zoek op internet twee afbeeldingen op die passen bij de autoloze zondagen.
Kernenergie is ook een vorm van energie.
Waarom wordt kernenergie vaak niet gezien als goed alternatief voor gas of olie?
Schrijf twee duurzame energiebronnen op.
Zoek bij iedere duurzame energiebron een passende afbeelding.
Begrippenlijst
Wederopbouw
De periode na de Tweede Wereldoorlog waarin Nederland wordt opgebouwd.
Verzuiling en ontzuiling
Nederland was een verzuild land. Iedere groep leefde in zijn eigen zuil. Vanaf de jaren 60 komt daar een einde aan: ontzuiling.
Protestbeweging
Nederland kreeg in de jaren 60 van de vorige eeuw te maken met verschillende protestbewegingen. De bewegingen wilden meer democratie of gelijke rechten voor vrouwen.
Verzorgingsstaat
De wetten die er samen voor zorgen dat mensen in geval van ouderdom of ziekte een uitkering krijgen worden samen de sociale zekerheid genoemd. Door deze sociale zekerheid wordt Nederland een verzorgingsstaat genoemd.
Welvaartsstaat
Na de Tweede Wereldoorlog ging het economisch steeds beter in Nederland. Mensen kregen meer te besteden. Nederland wordt een welvaartsstaat.
Gasvoorraad
In Groningen zit een grote gasvoorraad in de grond.
De gasvoorraad is voor Nederland een belangrijke inkomstenbron. Maar de gasvoorraad is eindig.
Daarom wordt er steeds meer gebruik gemaakt van alternatieve energiebronnen.
Praktische opdracht: Jeugdculturen
Leerdoelen
Jeugdculturen in Nederland
Deze opdracht gaat over jeugdculturen in Nederland.
Aan het eind van deze opdracht maak je een infographic, daarin beschrijf je:
Minimaal vijf Nederlandse jeugdculturen en daarover vertel je:
Hoe ze zich kleedden
Wat voor muziek ze luisterden
Waar ze vandaan kwamen
Met hoeveel ze waren
Wat ze voor stonden
Waar ze zich tegen afzetten
Je kunt ook vertellen waarom jeugdculturen een belangrijke rol hebben gespeeld voor de emancipatie van jongeren tot burgers en consumenten
De infographic die je maakt lever je in bij je docent, je krijgt hiervoor een cijfer.
Werkwijze
Benodigdheden
een computer met internet
Tijd
Je hebt ongeveer drie lessen nodig voor deze opdracht.
Achtergrondkennis en bronnen:
Om de deelvraag te beantwoorden, kun je je kennis over jeugdculturen flink uitbreiden.
Raadpleeg hiervoor de volgende links:
De jaren vijftig
Zo vlak na de oorlog had de jeugd weinig te doen. Het leven was sober en saai tijdens de wederopbouw: ouderwetse scholen met autoritaire docenten, hard en lang werken, weinig te koop, geen geld voor amusement en... de televisie nog in de kinderschoenen.
Welke jeugdculturen vormden zich het eerst na de oorlog en waardoor werden deze groepen geïnspireerd?
Gebruik wikipedia: Jeugdcultuur om een overzicht te zien van een aantal jeugdculturen in de jaren vijftig. Tips:
Kies er twee uit de jaren vijftig waar je veel informatie over kan vinden
Zoek per jeugdcultuur een kenmerkende foto van een persoon of groepje personen van die cultuur.
Denk aan kleding, muziek, wat ze deden en hoe ze over het leven dachten
Bewaar de informatie die je hebt gevonden, zodat je dit kan verwerken in je infographic
De jaren zestig
De jaren zestig
Toen er meer geld kwam, kwam er ook meer te doen voor de jeugd. Technische ontwikkelingen brachten televisie, transistorradio's en pick-ups in de huiskamer. En, nu de woningnood voorbijraakte: op de tienerkamer!
Maar jongeren werden niet alleen consumenten, maar ook kritische burgers. Steeds meer bemoeiden jongeren zich met politieke en maatschappelijke problemen. Ze stelden zich kritisch op tegenover de oudere generaties en zagen er niet tegenop die te schokken en te provoceren. Ook zoeken ze serieus naar andere leefvormen voor een betere wereld.
Welke jeugdculturen waren toonaangevend in de jaren zestig?
Gebruik deze website om informatie te verzamelen over drie jeugdculturen uit de jaren zestig. Maak opdracht 1 van deze site.
Je krijgt dan een schema met een duidelijk overzicht van deze drie groepen.
Bewaar dit schema voor je infographic
De jaren zeventig
De jaren zeventig
De jeugd heeft geld in deze welvaartsperiode en zoekt allerlei nieuwe manieren om zich te vermaken en een eigen leefstijl te vinden. Veel jongerengroepen zetten zich stevig af tegen de maatschappij. Ze willen alles zijn behalve brave, nette burgers. Ze zoeken de grenzen op!
Hoe zorgden disco- en punkliefhebbers ervoor dat ze opvielen?
Zoek op hoe disco- en punkliefhebbers zich onderscheidden van 'gewone' mensen. Denk daarbij aan hoe ze zich kleedden en naar wat voor muziek ze luisterden. Vergeet ook niet om op te zoeken wat ze in hun gedrag deden om anders te zijn dan andere mensen.
De jaren tachtig stonden in het teken van economische achteruitgang. Werkloosheid was een sombere wolk over maatschappij en politiek. De aandacht voor milieuvervuiling en uitputting van grondstoffen maakte het erger: was de wereld de ondergang nabij? Velen vluchtten in hun eigen wereldje, afgesloten van de boze buitenwereld. Er ontstonden muziekstijlen die duister en angstig waren, of die juist in hun teksten een mening over de maatschappij uitten. Hiphop en Gothic waren voorbeelden van deze stijlen.
Wat vind je in de teksten van Hiphop- en Gothic-muzikanten terug van hun kijk op de maatschappij?
Zoek van beide muziekstromingen een tekst die dit duidelijk maakt. Zorg zonodig voor een vertaling.
Leg per tekst uit waarom je die kenmerkend vindt voor deze jeugdcultuur.
Voeg beide teksten toe aan je document.
TIP: Op songteksten.net vind je veel voorbeelden van teksten uit alle periodes.
De jaren negentig
De jaren negentig
Tijdens de jaren negentig ging het heel goed met de economie en leek het alsof er niets te gek was. In deze periode gingen mensen weer vol op consumeren, een deel van de jeugd ging daar in mee, maar een ander deel was daar niet blij mee en zette zich daar meer tegen af. De elektronische gabber muziek die in deze tijd ontstond was heel positief en opgewekt, daar tegenover stond de grunge stroming die een somberdere kijk op de wereld had.
Hoe zorgde gabbers en grunge liefhebbers ervoor dat ze zich onderscheiden van andere mensen?
Zoek van beide een afbeelding waarmee je kan beschrijven hoe beide groepen zich afscheidde van andere mensen. Benoem duidelijk welke uiterlijke kenmerken anders waren van de rest.
Praktische opdracht
Maak nu je infographic
Je hebt nu veel informatie verzameld over jeugdculturen.
Je hebt deze informatie in een document verwerkt.
Ga nu alle informatie die je hebt gevonden verwerken in je infographic: orden de tekst netjes, voeg per deelvraag een passende afbeelding toe en beantwoord als laatste deze vraag:
Welke jeugdcultuur spreekt jou het meeste aan, en waarom?
Lever je inforgraphic ter beoordeling in bij je docent.
Puntenverdeling Infographic
De jaren 50
Informatie 5 punten
Afbeelding 10 punten
De jaren 60
Informatie 5 punten
Afbeelding 10 punten
De jaren 70
Informatie 5 punten
Afbeelding 10 punten
De jaren 80
Informatie 5 punten
Afbeelding 10 punten
De jaren 90
Informatie 5 punten
Afbeelding 10 punten
Wat vindt jij 25 punten
Maximaal 100 punten
BB 55 punten voor 5,5
KL 60 punten voor 5,5
GL 65 punten voor 5,5
Multiculturele samenleving
Leerdoelen
Multiculturele samenleving
Deze opdracht gaat over het ontstaan van de multiculturele samenleving.
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip cultuur beschrijven.
uitleggen waarom er in 1949 veel Indonesiërs naar Nederland kwamen.
uitleggen waarom er in Nederland veel Surinamers wonen.
uitleggen waarom er in Nederland in de jaren 60 behoefte was aan werknemers uit Spanje, Marokko en Turkije.
de term gastarbeider uitleggen.
een reden noemen waardoor het beeld over gastarbeiders in de jaren 70 en 80 veranderde.
Werkwijze
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank 'Cultuurgebieden'bestuderen.
Vragen over het veranderen van cultuurgebieden beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Lezen over de reden waarom Indonesiërs en Surinamers naar Nederland zijn gekomen.
Stap 3
Alleen
Twee video's bekijken over arbeidsmigratie vanuit Spanje, Marokko en Turkije.
Stap 4
Samen
Twee video's bekijken over nieuwkomers in Nederland.
Stap 1
Multicultureel
Een groep mensen met dezelfde cultuur spreekt dezelfde taal, heeft dezelfde godsdienst, houdt van dezelfde muziek en ga zo maar door.
Maar dat betekent niet dat iedereen binnen een cultuur hetzelfde gelooft, hetzelfde praat of hetzelfde denkt. Binnen een cultuur kunnen er allerlei verschillen zijn.
Nederland is een multiculturele samenleving. Dat betekent dat er in Nederland meerdere culturen naast elkaar bestaan. In Nederland wonen mensen uit zo'n 190 verschillende landen.
Het verschil tussen Nederlanders en Belgen is minder groot dan tussen Nederlanders en Brazilianen. Brazilianen lijken weer meer op mensen uit Peru. En zo kun je nog wel even doorgaan. Net zolang tot je de wereld in verschillende cultuurgebieden hebt onderverdeeld.
Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Cultuurgebieden' en bekijk de bron 'De wereld in cultuurgebieden'.
Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de westerse cultuur ook buiten het westers cultuurgebied is te vinden.
Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat kenmerken van een andere cultuur in Europa terecht zijn gekomen.
Stap 2
Voormalige koloniën
Nederland had in de eerste helft van de 20e eeuw verschillende koloniën, denk aan Nederlands-Indië en Suriname.
Nederlands-Indië is in 1949 onafhankelijk geworden onder de naam Indonesië.
Suriname werd zelfstandig in 1975.
De inwoners van beide koloniën werden voor de keus gesteld:
- blijven en kiezen voor een Indonesisch of Surinaams paspoort
- verhuizen naar Nederland en een Nederlands paspoort krijgen.
De meesten bleven, maar duizenden kozen voor Nederland.
Zo werd Nederland na 1949 en opnieuw in 1975 een stuk multicultureler.
Bekijk onderstaande video over de komst van Surinamers naar Nederland.
Schrijf een reden op waarom veel Surinamers naar Nederland verhuisden.
Stap 3
Arbeidsmigratie
Na de Tweede Wereldoorlog ging de wederopbouw sneller dan gedacht.
De werkgelegenheid groeide snel en er was veel vuil en zwaar werk in fabrieken.
Voor dit werk nodigden bedrijven arbeiders uit Spanje, Marokko en Turkije uit om in Nederland te komen werken. Met toestemming van de Nederlandse regering.
Het beeld over gastarbeiders is in het begin zeer positief. Ze vulden het tekort aan arbeidskrachten aan. Men ging ervan uit dat ze tijdelijk hier zouden zijn. Dat zit ook opgesloten in de naam ‘gastarbeider’.
Toen het slechter ging met de economie veranderde de kijk op gastarbeiders.
Nederland werd in de jaren 70 en 80 geconfronteerd met een crisis.
Nieuwe gastarbeiders waren niet meer welkom.
Bekijk de video en beantwoord de onderstaande vraag.
Het beeld over gastarbeiders veranderde langzaam. Deels kwam dat door de economische crisis. In het filmpje wordt nog een tweede reden gegeven.
Welke reden is dat?
Stap 4
Nieuwkomers in Nederland
Werk samen met een klasgenoot.
Op internet zijn veel video's te vinden over de multiculturele samenleving.
Hieronder vind je de links naar twee van deze video's.
- Bekijk ieder één van deze video's.
- Maak tijdens het kijken aantekeningen.
- Bekijk de video eventueel nog een tweede keer.
- Klik op de knop [Toon letterlijke tekst] om de tekst mee te lezen.
Vertel elkaar in het kort waar de video over ging.
Begrippenlijst
Cultuur(gebied)
Gewoonten en gedragsregels van een groep mensen.
Multiculturele samenleving
Een ‘multiculturele samenleving’ is een samenleving waarin mensen met verschillende gewoonten en gedragsregels naast elkaar wonen en leven.
Zie Stap 1, pagina 1.
Gastarbeider
Arbeiders uit Spanje, Marokko en Turkije die vanaf de jaren zestig naar Nederland werden gehaald om hier tijdelijk te werken. De meesten bleven hier, met hun overgekomen familie.
Zie Stap 3.
Arbeidsmigratie
Verhuizing van arbeiders naar een ander land, met als doel daar (tijdelijk) te werken.
Zie Stap 3.
Allochtoon
Iemand die in het buitenland is geboren, of die een ouder heeft die in het buitenland is geboren. De term wordt vooral gebruikt voor niet-westerse allochtonen.
Er gaan steeds meer stemmen op om de term helemaal niet meer te gebruiken.
Tweede generatie
De in Nederland geboren kinderen van mensen die in het buitenland geboren zijn en in Nederland zijn komen wonen.
Europese Unie
Leerdoelen
De Europese Unie begon ooit als EEG met 6 leden.
Nu heeft de EU meer dan 25 leden.
Niet alle Europese landen zijn lid van de EU.
Wat vind jij?
Moet er nog meer landen lid worden van de EU, of juist niet?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
de betekenis uitleggen van de afkortingen EGKS, EEG, EG en EU.
aangeven in welke volgorde de EGKS, EEG, EG en EU zijn opgericht.
minimaal tien landen noemen die lid zijn van de EU.
minimaal twee Europese landen noemen die geen lid zijn van de EU.
omschrijven wat wordt bedoeld met 'binnen de EU is er vrij verkeer van producten'.
omschrijven wat wordt bedoeld met 'binnen de EU is er vrij verkeer van personen'.
uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.
Werkwijze
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank 'Geschiedenis EU' bestuderen.
Vragen beantwoorden over de Europese Unie.
Stap 2
Alleen
Kennisbank 'Geschiedenis EU' bestuderen.
Informatie lezen Poolse werknemers in Nederland en gevolgen beschrijven van het EU-lidmaatschap van Polen voor verschillende groepen.
Stap 3
Alleen
Hoe meer landen meedoen met het Eurovisie Songfestival hoe beter, of toch niet?
Stap 4
Alleen + samen
Beargumenteren waarom de EU groter of kleiner zou moeten worden.
Stap 5
Alleen
Eindproduct: Toets 'Europa' maken.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1
Van EGKS tot EU
Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel Europa:
Lees nu ook de volgende tekst en beantwoord daarna de vier vragen.
Europese wetgeving
Polen is lid van de Europese Unie. Volgens de Europese wetgeving heeft iedere inwoner van een land van de EU het recht om in een ander EU-land te gaan werken. Werkgevers in Nederland hoeven geen werkvergunning aan te vragen voor werknemers uit Polen. De Poolse werknemer moet wel op dezelfde manier behandeld worden als de burgers van het land zelf.
In de bouw, transportsector en land- en tuinbouw
In 2010 werkten naar schatting zo’n 100.000 Polen in Nederland. Zij werkten vooral in de bouw, in de transportsector en in de land- en tuinbouw.
Veel Polen hebben moeite met de Nederlandse taal, maar de bereidheid om de taal te leren is groot. Ruim 40% van de Polen heeft een taalcursus gevolgd. Een deel van de Polen is van plan in Nederland te blijven. Maar veel Polen zijn van plan om over enkele jaren terug naar Polen te gaan. Polen trekken graag op met andere Polen, maar ze vormen geen gesloten gemeenschap.
Meningen over Polen
Iedereen vindt wel iets van de Polen in Nederland. Sommigen Nederlanders zijn vol bewondering: ‘Alle Polen werken!’. Anderen hebben een minder positief beeld: ‘Al die Polen zijn dronkenlappen.’ Werkgevers in de land- en tuinbouw en in de transportsector zijn meestal erg blij met de komst van de Polen. Zij kunnen op die manier gemakkelijk goedkoop personeel vinden. Nederlanders die werken in deze sectoren zijn vaak minder blij: ‘Die Polen pikken onze banen in’.
Gevolgen in Polen
Nu veel Poolse werknemers een baan vinden in Nederland (en andere EU-landen) daalt de werkloosheid in Polen snel. Te snel: in Polen is er een tekort aan bouwvakkers. Dat tekort wordt opgevuld door werknemers uit bijvoorbeeld Bulgarije of Roemenië.
Verplaats je in de positie van een Poolse werknemer die in Nederland werkt. Schrijf op wat de gevolgen voor hem/haar zijn van het EU-lidmaatschap van Polen.
Verplaats je nu in de positie van een Nederlandse werknemer. Wat zijn voor hem/haar de gevolgen?
Het EU-lidmaatschap van Polen heeft ook gevolgen voor sommige Nederlandse werkgevers. Schrijf ook die gevolgen op.
Dat Polen lid is geworden van de EU heeft ook gevolgen voor de Poolse economie. Schrijf tenslotte ook die gevolgen op.
Stap 3
Eurovisie Songfestival
Eén van de dingen die veel Europeanen bindt, is het Eurovisie Songfestival.
Naar deze jaarlijkse liedjescompetitie kijken miljoenen Europeanen.
Maar is het Eurovisie Songfestival eigenlijk wel een Europees Songfestival?
De Europese Unie (EU) telt ruim 25 lidstaten.
Wat vind jij? Kies uit:
Het huidige aantal is niet te veel, er kunnen best meer landen bij.
Het huidige aantal is genoeg, niet meer en niet minder.
Het huidige aantal is te veel, er moeten landen uit.
Leg je keuze uit, bedenk hier minimaal BB: 2, KL: 3 en GL: 4 argumenten bij.
Stap 5
Eindproduct
Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Europa'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten en open vragen.
De open vragen moet je zelf nakijken.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je kunt jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
Klik op de knop 'Toets' om te beginnen: Als eindproduct mag je ook de opdracht uit Stap5B maken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hier kun je een oefentoets maken om te kijken hoeveel je al weet over Nederland na de Tweede Wereldoorlog
De oefentoets bestaat uit 10 random (= willekeurige) vragen over de tijd na de Tweede Wereldoorlog, tijdvak 10; Tijd van tv en computer
Doe je de toets een tweede keer dan krijg je weer 10 random vragen. Dat zullen vaak andere vragen zijn, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je resultaat te zien.
Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord.
Bij iedere vraag vind je onder [Meer info]-knop een link naar een item uit de Kennisbank. Met behulp van die informatie kun je opzoeken wat het goede antwoord op de vraag is.
Als eindopdracht ga je onderzoek doen naar één van de onderwerpen waar we het tot nu toe over gehad hebben. De komende X lessen heb je de tijd om hier aan te werken.
Je gaat onderzoek doen naar één van de onderwerpen waar we het in de afgelopen weken overgehad hebben, welk onderwerp dat is mag je zelf kiezen. Aan het einde van je onderzoek ben je expert in het door jou gekozen onderwerp. Het onderzoek doe je in duo's.
Onderzoeksvraag en deelvragen
Als eerste ga je kiezen welk onderwerp je wilt onderzoeken, wanneer je gekozen hebt ga je een onderzoeksvraag bedenken (deze vraag wordt soms ook de hoofdvraag genoemd). Ga dus samen bedenken wat jullie te weten willen komen. Pas op dat je je onderzoeksvraag niet te breed maakt (anders ben je volgend jaar nog bezig), maar pas ook op dat je vraag niet te beperkt is en je zonder onderzoek al antwoord kan geven. Als je een onderzoeksvraag hebt laat deze controleren door je docent!
Voorbeeld van een hoofdvraag: Wat voor invloed heeft het ijzerengordijn op Duitsland gehad?
Wanneer je docent de onderzoeksvraag goed gekeurd heeft ga je deelvragen bedenken. Deelvragen gaan over kleine onderdelen van je onderzoeksvraag. Bedenk vier deelvragen bij je onderzoeksvraag. Laat ook je deelvragen weer controleren door je docent!
Voorbeeld van een deelvraag: Op wat voor manier leefden de mensen aan de westkant van het ijzerengordijn?
Op wat voor manier leefden de mensen aan de oostkant van het ijzerengordijn?
Hoe en wanneer is er in Duitsland een einde gekomen een de deling tussen oost en west?
Hoe kan je nu nog zien dat Duitsland in twee delen in gedeeld?
Als ook je deelvragen zijn goed gekeurd kun je met het onderzoek beginnen. Begin met antwoord te geven op je deelvragen, want als je deelvragen goed beantwoord zul je merken dat alle deelvragen bij elkaar het antwoord op je hoofdvraag opleveren.
Werkstuk
Wanneer je de antwoord hebt gegeven op je hoofd- en deelvragen ga je dit allemaal in een net werkstuk zetten. Zorg dat je begint met een mooie voorkant, waarop de titel staat die jullie bedacht hebben, jullie namen en klas staat en een mooie afbeelding die te maken heeft met jullie onderwerp.
Daarna maakt je een inhoudsopgave, dit kan je automatisch door Word laten doen, maar je mag het ook zelf typen. Zet hierin wat de hoofdstukken zijn van jullie werkstuk en op welke bladzijde ze staan.
Het volgende dat jullie gaan schrijven is een inleiding, hierin vertellen jullie waarom jullie voor dit onderwerp gekozen hebben en vertel je wat je onderzoeksvraag is en wat jullie deelvragen zijn.
Daarna zet je de antwoorden op je onderzoeksvraag en deelvragen.
Als laatste schrijf je een korte conclusie, hierin vertel je kort wat de belangrijkste punten van jullie onderzoek zijn en wat jullie ervan geleerd hebben.
Alles bij elkaar levert dat een mooi werkstuk op.
Tijdlijn
Als je klaar bent met je onderzoek en antwoord hebt gegeven op je onderzoeksvraag en je deelvragen, maak je ook nog een tijdlijn over dit thema en voeg je deze aan het einde van je onderzoek.
Zet op je tijdlijn tien belangrijke gebeurtenissen die besproken zijn tijdens dit thema.
Tip: In word kun je een sjabloon vinden voor het maken van een tijdlijn.
Het arrangement Oorlog en Vrede na de Tweede Wereldoorlog is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Wereld in blokken
Europa
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.