Mens en natuur

Waarnemen en reageren - kopie 1

Waarnemen en reageren - kopie 1

Vooraf

Intro

Voor iemand die kan zien is licht een prikkel die kan worden waargenomen en waarop gereageerd kan worden. Als je blind bent, ziet het leven er anders uit dan als je wel kunt zien. Voor het waarnemen van prikkels van buiten gebruik je zintuigen.
Je hebt verschillende zintuigen voor voelen, zien, horen, proeven en ruiken.
Dit blok gaat over waarnemen met je zintuigen.

startopdracht A

Wat nu als een zintuig niet of niet goed werkt? Wat zie je als je niet kunt kijken?

Bekijk (een stukje van) het volgende filmpje.

Welk zintuig werkt niet of niet goed?

En welke zintuigen werken juist heel goed?

Bespreek de antwoorden in de klas.

startopdracht B Communiceren

Bekijk het filmpje.

- Welke vragen heb jij over communicatie en zintuigen? Noteer drie vragen over zintuigen waar je in dit blok antwoord op wil hebben.

- De docent verzamelt alle vragen in de klas. 

- Welke kunnen jullie al beantwoorden?

- Bewaar de vragen die jullie nog niet kunnen beantwoorden tot het eind van dit blok.

Voordat je begint

Benodigdheden:

  • penseeltje
  • drie bekerglazen
  • ijsblokjes
  • warm water (ongeveer 40°C)
  • lauw water (ongeveer 20°C)
  • thermometer
  • elastiekje(s)
  • ballon
  • oortjes
  • stukje klei

  • spiegel

  • zaklamp 

  • grote rechthoekige glazen schaal

  • wit papier

  • 2 vellen papier

  • zwarte stof

  • plakband

  • blinddoek

  • 3 dezelfde glazen

  • 3 verschillende drankjes

Tijd:

Leerdoelen en vaardigheden

Je kunt:

  • de drie lagen van de huid noemen en in een afbeelding aanwijzen.
  • uitleggen dat je met je tastzintuig iets kunt voelen
  • de weg die een prikkel aflegt van je tastzintuig naar je hersenen beschrijven (voelen)
  • de weg die een prikkel aflegt van je hersenen naar je spieren beschrijven
  • uitleggen hoe warmte- en koudezintuigen in je huid werken
  • uitleggen hoe je geluid kunt waarnemen (zien, horen en voelen)
  • de weg die een prikkel aflegt van je gehoorzintuig naar je hersenen beschrijven (horen)
  • de onderdelen van een oor in een afbeelding aanwijzen en benoemen
  • het nut van een oorschelp en het hebben van twee oren uitleggen
  • uitleggen hoe een regenboog ontstaat en uit welke kleuren een regenboog is opgebouwd
  • uitleggen welke invloed de kleur van eten heeft op je smaak
  • de onderdelen van een oog in een afbeelding aanwijzen en benoemen
  • uitleggen hoe je iets rechtop en scherp kunt zien
  • uitleggen wat de blinde vlek en de gele vlek is
  • het nut (de functies) van ruiken en proeven uitleggen met behulp van voorbeelden
  • de verschillende smaken die je kunt proeven noemen
  • de weg die een prikkel aflegt van je smaakzintuig naar je hersenen beschrijven (proeven)

Aan de slag

stap 1 voelen

De buitenkant van je lichaam is je huid. Met je huid kun je van alles te weten komen over je omgeving. Je kunt bijvoorbeeld voelen dat een trui lekker zacht aanvoelt. En met je huid voel je dat een speld scherp is.

Hoe doet je huid dit?

Bekijk het filmpje:

 

Oefening:opdracht 1 voelen

opdracht 2 proefje voelen

- Zoek een klasgenoot op.

- Kriebel met een penseeltje over de handpalm, het haar, een arm, de lippen en de nagels.

- Waar voel je de haren van het penseeltje het beste? En waar het minste?

Hoe komt dit?

Op sommige plaatsen van je lichaam bevinden zich meer tastzintuigen dan op andere plaatsen. Je lippen en je handpalm zijn heel gevoelig, omdat daar zeer veel tastzintuigen samen zitten. Ook op de toppen van je vingers is dat zo. In je haar en nagels zitten geen tastzintuigen.

Je huid helpt je voelen. Je kunt voelen of je het warm of koud hebt. Het is de taak van de huid om er voor te zorgen dat je het niet te warm of te koud krijgt. Als je het koud krijgt, trekken spiertjes in de onderste laag van je huid samen. Die spiertjes zitten vast aan de haren op je huid. Hierdoor gaan je haartjes op je huid rechtstaan en je krijgt kippenvel. Dit doet de huid om tussen de haartjes warmte vast te houden.

Als je het warm hebt dan scheiden de zweetkliertjes in je huid vocht af; je zweet. Het zweet verdampt door de warmte van je huid. Daardoor geeft je huid warmte af en krijg je het koeler.  Zo koel je op een slimme manier weer af!

Toets

Start

opdracht 3 Koude- en warmtezintuigen
In tweetallen.

Of je iets warm of koud voelt, hangt niet alleen af van de voelcellen in je lichaam. Want die kunnen je ook foppen. Dat ontdek je met deze proef.

Bij de volgende proef onderzoek je de werking van warmte- en koudezintuigen.

Wat heb je nodig?

  • Een bekerglas met koud water van ongeveer 4°C met ijsblokjes erin.
  • Een bekerglas met warm water van ongeveer 40°C.
  • Een bekerglas met lauw water van ongeveer 20°C.
  • Een thermometer om de temperaturen te controleren.

Wat ga je doen?

  • Steek een vinger van je linkerhand in het bekerglas met warm water.
  • Steek een vinger van je rechterhand in het bekerglas met koud water.
  • Wacht ongeveer één minuut.
  • Doe dan de vingers van beide handen in het bekerglas met lauw water.

Wat merk je op het moment dat je beide vingers in het lauwe water doet?

Is dit bij jullie allebei hetzelfde?

Deel jullie antwoorden met de klas. 

 

Hoe komt dit?

Kom je in de winter van buiten de school in? Dan voelt de gang warm aan omdat het buiten koud is. Kom je uit een warme klas in de koudere gang? Dan voelt de gang koud aan. Je lichaam past zich aan de omgeving aan. Het voelt meteen wanneer er iets verandert.

Je kunt warmte en kou waarnemen met de temperatuurgevoelige zintuigen in je huid. Met deze zintuigen kun je geen echte temperaturen voelen, waardoor ze niet geschikt zijn als thermometer. Maar met deze zintuigen kun je wel temperatuurverschillen voelen. Je merkt of iets warmer of juist kouder wordt.

stap 2 horen

opdracht 1 wat hoor je?

1 Sluit even je ogen. Wat hoor je allemaal?

- Schrijf op wat je hebt gehoord.

- Verzamel de antwoorden met je docent.

2 Op welke plaatsen is weinig geluid? Noteer drie plaatsen.

3 Op welke plaatsen is veel geluid? Noteer drie plaatsen.

4 Geluid kan soms storen. Wat is een ander woord voor storend geluid?

 

opdracht 2 wat is geluid?

- Neem een elastiekje en span het elastiekje tussen twee vingers.

- Bespeel het elastiekje zoals je de snaar van een gitaar zou bespelen.

- Wat hoor je?

- Wat zie je?

- Bekijk het filmpje.

4 Wat is geluid? Leg uit hoe geluiden ontstaan.

opdracht 3 Geluid voelen

Heb je wel eens geluid gevoeld?

Je hebt alleen een ballon nodig en een klasgenoot..

- Blaas de ballon op.

- Knoop de ballon dicht.

- Laat je klasgenoot zijn/haar handen op de ballon leggen.

1 Wat denk je dat er gebeurt als jet tegen de ballon praat?

- Je klasgenoot praat met zijn/haar lippen tegen de ballon.

2 Wat voel je aan de ballon?

3 Hoe denk je dat dit komt?

Download het werkblad en voer het proefje uit.

opdracht 4 Hoe werken je oren?

Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vraag.

Oefening: vraag bij filmpje

Start

Oren bestaan in allerlei soorten en maten. Maar die schelpen aan de zijkant van je hoofd zijn maar een deel van je oor. Het oor bestaat uit drie delen:

1. Het uitwendige oor: een oorschelp, een gehoorgang en het trommelvlies

2. Het middenoor: drie kleine botjes (gehoorbeentjes)

3. Het binnenoor: slakkenhuis met vloeistof.

Het geluid komt bij je oorschelp. De oorschelp brengt de geluidsgolven door de gehoorgang in je oor. Het trommelvlies gaat deze geluiden versterken. In het middenoor en het binnenoor worden de trillingen doorgegeven via de gehoorbeentjes en het slakkenhuis naar de gehoorzenuw. De zenuwen geven deze signalen aan de hersenen. Zo begrijp je welk geluid is gemaakt.

opdracht 5 oorschelpen

Stel nu dat je oorschelpen veel groter zouden zijn dan jouw oorschelpen. Wat zou  het effect zijn?

- Maak je oorschelpen eens zo groot mogelijk te maken (olifantenoren). Dit doe je door je handen als een kommetje achter je oren te plaatsen.

1 Wat merk je op? Hoor je nu beter of slechter?

2 Dieren met zeer grote oren, zouden die in het beter of slechter horen dan wij?

opdracht 6 twee oren

In tweetallen.

Je hebt twee oren. Heb je er ook twee nodig of is één oor genoeg?

- Proefpersoon 1 sluit de ogen. Hij/zij dekt zo goedmogelijk één oor af, zodat hij/zij niets meer hoort.

- Draai proefpersoon 1 één keer rond.

- Proefpersoon 2  gaat nu ergens staan en roept de naam van proefpersoon 1.

- Proefpersoon 1 geeft aan (zonder te kijken of het afgedekte oor los te laten!) waar proefpersoon 2 staat.

- Lukt dit goed?

- Draai de rollen om en doe het nog een keer.

- Waarom zou je twee oren nodig hebben?

 

Tot slot: draai nu tien keer in het rond en probeer in een rechte lijn te lopen. Lukt dit?

Hoe komt dit?

In het binnenoor zit een orgaantje dat ervoor zorgt dat je je evenwicht kan bewaren. Dit is het het evenwichtsorgaan. In het evenwichtsorgaan zit een vloeistof die ervoor zorgt dat je evenwicht altijd wordt hersteld. Op deze manier kun je rechtop lopen en word je duizelig als je snel rond draait.

opdracht 7* gehoorbeschadiging
- Bekijk het volgende filmpje Gehoorbeschadiging
- Doe daarna de volgende twee testjes op www.oorcheck.nl:

- Bespreek de resultaten van de testjes met je klasgenoten.
- Heb je iets van de testjes geleerd?

stap 3 kleuren zien

Als het helemaal donker is en er geen licht is, kun je niets zien. Bij een klein beetje licht kun grijstinten waarnemen. En als er goed licht is, kun je allerlei kleuren zien. Hoe komt dit?

De grootste lichtbron is de zon. De zon zorgt voor wit licht. Hoe kan dit witte licht ervoor zorgen dat jij kleuren kunt zien? Dat ontdek je in de volgende proefjes.  

opdracht 1 Een regenboog

Hoe ontstaat een regenboog?

Benodigdheden:

- stukje klei

- spiegel

- zaklamp

- grote rechthoekige glazen schaal

- wit papier

- water

Wat ga je doen?

- Vul de schaal met water.

- Zet de spiegel in het water schuin tegen de zijkant van de schaal.

- Pak een stukje klei en zet de spiegel vast tegen de schaal.

- Houd de zaklamp bij de schaal. Laat het licht van de zaklmap vallen op het deel van de spiegel dat onder water zit.

- Houd het witte papier boven de zaklamp. Wat verschijnt er op het papier?

- Zie je niets? Beweeg dan de zaklamp zodat het licht op het papier valt.

- Maak een tekening van de kleurenvolgorde en schrijf de namen van de kleuren erbij.

- Check je antwoord met het volgende filmpje:

- Klopt dit met jouw tekening? Wat klopt er misschien nog niet?

Hoe komt dit?

Wit zonlicht bestaat uit alle kleuren licht. Water in de schaalhaalt het witte licht uit elkaar. Het water 'breekt' het licht in verschillende kleuren. De verschillende kleuren lichtstralen gaan allemaal net een iets andere kant op.

opdracht 2 Eet smakelijk!

Lekker eten, dat doen we allemaal graag.
Bekijk de vier kommen soep. Welke zou jij kiezen?


Heb je gekozen voor kom 1 of kom 4, dan heb je de soep gekozen die de meeste mensen kiezen.
Blauwe of paarse soep lusten de meeste mensen niet, we zijn het niet gewend en krijgen het niet door de keel.

- Kun je nog meer voorbeelden bedenken van gekelurd voedsel dat je liever niet eet?

- Bedenk zelf een proefje waarin je onderzoekt welke kleuren voeding (eten of drinken) aantrekkelijk maakt of juist niet.

- Voer het proefje uit en maak hiervan een verslag. Dit kan in de vorm van een PowerPoint, een fotoserie of een filmpje.

- Presenteer je verslag aan je klasgenoten.

stap 4 ogen en zien

Kijken doe je met je ogen. Samen met je hersenen zorgen je ogen ervoor dat je kunt zien.

opdracht 1 Hoe ziet een oog?

In tweetallen.

- Bekijk het filmpje.

- Maak daarna 3 vragen over de onderdelen van het oog of de werking van het oog. Noteer ook de antwoorden.

- Deel de vragen met een ander tweetal en maak samen een quiz voor een ander viertal. Doe dit bijvoorbeeld met Kahoot, Google forms of maak draaikaartjes (voorop vraag, achterkant antwoord).

- Deel de quiz met een ander viertal en veel succes met het beantwoorden van jullie vragen!

 

opdracht 2 Blinde en gele vlek
Bekijk het volgende filmpje, daarna doe je een proefje.



De blinde vlek is dus een plek op het netvlies waar geen zintuigcellen aanwezig zijn.
Met behulp van een proefje kun je zelf je blinde vlek bepalen.

- Sluit je rechteroog en ga met je gezicht op ongeveer 50 cm van het beeldscherm af zitten.

- Kijk nu recht met je linkeroog naar het midden van de bloem.

- Kom nu langzaam dichterbij, blijf recht naar de bloem kijken.

- Op een gegeven moment zul je de bloem niet meer kunnen zien. Deze valt dan precies op je blinde vlek.

opdracht 3 scherp zien

Met je ogen kun je iets dichtbij scherp zien. Ook in de verte kun je scherp zien. Maar kun je ook tegelijk dichtbij en ver weg scherp zien?

Benodigdheden:

- 2 vellen papier

- zwarte stof

- plakband

Wat ga je doen?

Download het werkblad en voer het proefje uit.

Hoe kan dit?

In je oog zit een lens waarmee je kunt scherp stellen. Het scherp stellen gebeurt doordat je spieren rond je oog de lens van vorm laten veranderen.
Om een tekst ver weg scherp te zien, hoef je bijna niet scherp te stellen. Om een tekst dichtbij scherp te zien, moet je juist wel scherp stellen.
Omdat je oog een andere vorm heeft om dichtbij en ver weg scherp te zien, kun je niet tegelijkertijd dichtbij en ver weg scherp zien.

opdracht 4* de bouw van het oog

Een oog bestaat uit heel veel delen, zoals bijvoorbeeld de ooglens en de pupil.

- Bestudeer de delen van het oog. Klik daarvoor door de animatie van Bioplek door totdat je de pupil ziet bewegen.

https://www.bioplek.org/animaties/oog/oogonderbouwx.html

- Maak daarna de oefening 'de onderdelen van het oog'.

Oefening:De delen van het oog

stap 5 ruiken en proeven

opdracht 1 Watertanden
Heb jij dat nou ook? Zie je of ruik je iets lekkers... en je gaat watertanden.
En bij iets wat je niet lekker vindt? Loop je er dan ook voor weg?
Op grote treinstations maken winkeliers er gebruik van. De geur van broodjes en verse koffie èn grote posters van hamburgers wekken de eetlust op bij de reizigers die langslopen.
Hoe gevoelig ben jij hiervoor?

- Bekijk het filmpje watertanden. Elke afbeelding blijft 10 seconden lang in beeld.
- Noteer de beelden waar jij van begint te watertanden (speeksel door je mond begint te lopen).

opdracht 2 Waarom?

Waarom loopt er eigenlijk water door je mond als je aan lekker eten denkt? Dat is zeker niet voor niets!

In het volgende filmpje wordt dit uitgelegd.

- Let tijdens het filmpje goed om de functies van dit 'water' en beantwoord daarna de vraag.

opdracht 3 Functies van proeven en ruiken
Waarom is het belangrijk om goed te kunnen proeven en ruiken? Bij proeven en ruiken gaat het om het kunnen waarnemen van stoffen.

Bij dieren zorgt het bijvoorbeeld voor:

  • waarschuwing bij gevaar.
  • vinden van een partner om nakomelingen te krijgen.
  • vinden van voedsel.
  • herkennen van familieleden en/of soortgenoten.
  • herkennen van vijanden.
  • communiceren met soortgenoten.

Ook bij de mens spelen deze functies een rol, maar dat is niet altijd even duidelijk!

opdracht 4 Smaken proeven

In je mond kun je dingen proeven met je tong. Je kunt een heleboel smaken uit elkaar houden.

In dit proefje test je hoe goed je de verschillende smaken uit elkaar kunt houden.

Benodigdheden:

- blinddoek

- 3 dezelfde glazen

- 3 verschillende drankjes

Wat ga je doen?

Download het werkblad en voer de proef uit.

Beantwoord daarna de volgende vragen.

opdacht 5 Hoe proef je?

- Bekijk het filmpje. Let goed op wat er gebeurt vanaf het moment dat je iets in je mond stopt en dat je iets proeft.

- Noteer de stappen in de juiste volgorde.

- Vergelijk jouw antwoord met die van een klasgenoot. Pas zo nodig je antwoord aan.

Bekijk eventueel het filmpje nog een keer.

Stap 6* Speurhonden

opdracht 1* Speurhonden
Bij honden is de reuk het meest ontwikkelde zintuig.
Honden gebruiken de neus bij het volgen van een spoor of het opsporen van bepaalde voorwerpen.
Dit filmpje gaat over het werk van speurhonden van de politie.Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

 

Oefening:Speurhonden

opdracht 2* Geurstoffen
Dieren gebruiken vaak geurstoffen om met elkaar te communiceren.
Maak de sleepoefening.

Oefening:Geurstoffen

Stap 7* Een optische illusie

opdracht 1* Draakje


Je gaat zelf een optische illusie maken.

- Download de Bouwplaat Draakje .

- Print het bestand uit.

- Zet het draakje in elkaar.

- Je vouwt volgens de aanwijzingen en lijmt het vast.

- Zoek onbekende woorden op!

Is het gelukt?
Vergelijk je resultaat met wat je ziet in het volgende filmpje:
Tevreden?
Laat je eindproduct beoordelen door een klasgenoot en door je docent

Toets: test vraag

Start

  • Het arrangement Waarnemen en reageren - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ilse Gmelig
    Laatst gewijzigd
    2018-02-22 11:17:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Waarnemen en reageren
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Gmelig, Ilse. (z.d.).

    Waarnemen en reageren

    https://maken.wikiwijs.nl/117614/Waarnemen_en_reageren

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    opdracht 1 voelen

    toets/oefening

    vraag bij filmpje

    De delen van het oog

    Speurhonden

    Geurstoffen

    test vraag

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.