Basiscursus Excel

Basiscursus Excel

Les 1

Kennismaken met Excel

Op deze site staan Excel-lessen. Elke les bevat een instructie(video) en één of meerdere opdrachten. Wanneer je alle lessen hebt bestudeerd en alle opdrachten hebt gemaakt, kun je de eindopdracht maken.
Heb je al ervaring met Excel, begin dan met de Tussentoets 1. Merk je dat deze nog niet helemaal lukt? Doe dan alsnog les 1 t/m 3.

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Werkmap en werkbladen
  -   Rijen, kolommen en cellen
  -   Invoeren en kopiëren gegevens
  -   Sorteren en filteren

Excel is software die overal ter wereld gebruikt wordt. Je kunt in Excel je gegevens goed ordenen, mooie grafieken maken en rekenen.
Excel is eigenlijk een rekenblad met hokjes. Met de pijltjestoetsen of de tabtoets kun je springen van hokje naar hokje. Je kunt de hokjes groter en kleiner maken of een kleurtje geven. In een cel kun je tekst en getallen zetten. Met die getallen kun je in Excel rekenen.

Het rekenblad heet ook wel werkmap of spreadsheet. Op je scherm vind je


Een tabel is een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Bijvoorbeeld een lijst van alle leerlingen in de klas, op alfabet of een lijst van alle cijfers die je behaald hebt.
Een tabel heeft rijen en kolommen. In Excel noem je één hokje in zo'n tabel een cel.


In Excel kun je zo'n geordende lijst heel gemakkelijk maken.

Open het bestand hieronder om opdracht 1 te maken.

Les 2

Leerdoelen:
Je oefent met
-    Kopiëren en invoeren gegevens
-    Aanmaken werkblad
-    Sorteren en filteren
-    Opmaken tabel

Voor deze opdracht heb je een centimeter of lange liniaal nodig.

Als het goed is lukt dit je.
Iets vergeten? Kijk dan bij opdracht 1 van les 1.
 

Les 3

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Vulgreep
  -   Formules optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen

Bekijk onderstaand filmpje over de tafel van 7


In Excel kun je formules maken. Een formule begint altijd met een = teken.
Je hebt in het filmpje gezien dat je in Excel kunt vermenigvuldigen door het sterretje * te gebruiken.
Je kunt in Excel op dezelfde manier ook optellen, aftrekken en delen.

Blanco

Tussentoets 1

Kennis die getoetst wordt:
  -   Invoeren en tussenvoegen gegevens
  -   Eenvoudige formules
  -   Sorteren en filteren
  -   Opmaken tabel

Les 4

In les 3 heb je gezien hoe je cellen tegelijk kunt vullen met de vulgreep
Excel denkt bij het vullen met je mee.
Je kunt ook de inhoud van cellen kopiëren (net als in Word) met kopiëren en plakken.
Hier krijg je nog meer tips om in Excel slimmer gegevens in te voeren.

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Handig gegevens invoeren
  -   Teksten samenvoegen

Bekijk onderstaand filmpje over handig vullen tabel (tot 4.06 minuten).

Blanco

 

In Opdracht 4b leer je teksten samenvoegen.

Les 5

Grafieken zijn een goed hulpmiddel om gegevens duidelijk te presenteren.
In Excel kun je die grafieken gemakkelijk maken.

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Verschillende grafieken in Excel

In opdracht 5a heb je een kolomgrafiek gemaakt met de cijfers van Henk. In de tabel en grafiek kunnen ook cijfers van meerdere leerlingen staan. Hierbij een voorbeeld van de cijfers van Henk, Bas en Wim.


Soorten grafieken
Er zijn verschillende soorten grafieken.
De namen die Excel gebruikt voor de grafieken zijn soms net even anders dan bij wiskunde gebruikelijk is.
De bekendste soorten grafieken zijn de kolomgrafiek/staafdiagram, de lijngrafiek en het cirkeldiagram (een soort taartgrafiek).
Grafieken worden in veel vakken gebruikt, bijvoorbeeld bij aardrijkskunde, biologie, economie en wiskunde.
Niet ieder type grafiek is even geschikt voor ieder doel.

Kolomgrafiek
Jij hebt in opdracht 5a een kolomgrafiek/staafgrafiek gemaakt. Met een kolomgrafiek kun je onderzoeksresultaten onderling snel vergelijken. De kolommen/staven staan los van elkaar.

In Excel vind je in het tabblad ‘Invoegen’ bij de optie ‘Kolom’ het staafdiagram. Je kunt kiezen uit de verschillende kolomtypen.


In een kolomdiagram worden de categorieën meestal langs de horizontale as geplaatst en waarden langs de verticale as.
In een samengestelde kolomgrafiek zijn twee of meer kolommen in één grafiek getekend. Daarbij kunnen de kolommen zowel naast als op elkaar getekend zijn. Staan ze naast elkaar, noem je dit een Gegroepeerde kolom. Staan ze op elkaar dan noem je dit ook wel een Gestapelde kolom.

In Roermond, Groningen en De Bilt zijn acht metingen uitgevoerd. Daarvan zie je hieronder de resultaten.

De gegroepeerde kolom is handig om onderzoeksresultaten per meting te vergelijken
                                                                                                 per plaats te vergelijken.


De gestapelde kolom gebruik je als je het totaal wilt benadrukken of juist de onderlinge verschillen tussen de metingen wilt vergelijken.


In een 100% gestapelde kolomdiagram worden waarden weergegeven waarvan het totaal 100% bedraagt. Gebruik dit grafiektype als je twee of meer gegevensreeksen hebt en je de nadruk wilt leggen op de bijdrage van de gegevensreeksen ten opzichte van het geheel, vooral als het totaal van alle categorieën gelijk is.


Lijngrafiek

Een lijngrafiek laat zien hoe een verschijnsel zich door de tijd heeft ontwikkeld. Op de horizontale as staat de tijd.
Tussen de meetpunten staan verbindingsstreepjes. Dat kan alleen bij continue gegevens. Als je groeit door de tijd, dan gebeurt dat continu.
Je meet 1x per maand, maar je weet dat je ondertussen doorgroeit. Dan kun je een lijngrafiek goed gebruiken.
Krijg je één keer per maand een hoeveelheid geld en tussendoor niets, is dat geen continu proces en kun je geen lijngrafiek gebruiken.

In Excel vind je in het tabblad ‘Invoegen’ bij de optie ‘Lijn’ de lijngrafiek.


Cirkeldiagram

Bij een cirkeldiagram verdelen we een cirkel in evenveel delen (sectoren of taartpunten) als de verschillende groepen.
Een cirkeldiagram geeft een goed beeld van een verdeling in percentages. De gehele taart is 100%.
De oppervlaktes van deze taartpunten laten de grootte van de groep zien; is een groep twee keer zo groot, dan is ook de taartpunt twee keer zo groot.

In Excel vind je in het tabblad ‘Invoegen’ bij de optie ‘Cirkel’ het cirkeldiagram.


Het cirkeldiagram kies je wanneer je bijvoorbeeld wilt laten zien welk aandeel de ene sector ten opzichte van de andere sector heeft.
Zijn er veel sectoren, wordt een cirkeldiagram al snel onduidelijk. Gebruik dan een kolomgrafiek.

Oefening: Opdracht 5b: Kies het juiste grafiektype

Start

Les 6

Leerdoelen:
Je oefent met
  -   De kolomgrafiek en de lijngrafiek

Blanco

Les 7

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Formules som, gemiddelde, minimum, maximum en tellen
  -   Relatieve en absolute verwijzingen

Formules som, gemiddelde, minimum, maximum en tellen
Tot nu toe heb je gezien dat je met Excel kunt optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Er is nog veel meer mogelijk.

In onderstaand filmpje worden een paar van de meest gebruikte formules besproken.


Excel kan bijna alles. We behandelen hier maar een paar formules. Als je Excel iets wilt laten uitrekenen, kijk dan bij het tabblad 'Formules' en kies de optie ‘Functie invoegen’ om de formulebouwer te openen (zie 1). Met de formulebouwer kun je de formule opzoeken die je nodig hebt voor de desbetreffende berekening.
Er zijn ook nog andere manieren om de formulebouwer te openen. Eén van deze manieren is om op het pijltje naast de AutoSom te klikken (zie 2) en ‘Meer functies…’ te selecteren. Daarnaast is het mogelijk om in de formulebalk het = teken in te voeren en op dete klikken (zie 3).

Blanco

 

Relatieve en absolute celverwijzing
Bij berekeningen maak je gebruik van celverwijzingen.
Deze verwijzing kunnen relatief of absoluut zijn.
Een celverwijzing is standaard relatief.
Een voorbeeld hiervan zie je in cel E1  .
Als je de oorspronkelijke celverwijzing wilt houden wanneer je deze kopieert, kun je deze vergrendelen door een dollarteken ($) in de celverwijzing te zetten.
In de formulebalk kun je het dollarteken ($) in de celverwijzing invoeren. Dit kan ook door herhaaldelijk te klikken op F4 (dan loop je langs de vier typen celverwijzingen).

Verschillende type celverwijzing: A1     (relatieve kolom en relatieve rij)
                                                     $A$1 (absolute kolom en absolute rij)
                                                     A$1   (relatieve kolom en absolute rij)
                                                     $A1   (absolute kolom en relatieve rij)

Bekijk onderstaand filmpje

Blanco

Les 8

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
  -   Celeigenschappen kiezen en aanpassen
  -  Voorwaardelijke opmaak
  -  Als-formule
  -  Afronden

Maak de onderstaande opdracht na de demo van de docent.

Les 9

Leerdoelen:
Je maakt kennis met
-   De centrummaten: gemiddelde, mediaan en modus

Naast mooie grafieken is het handig om waarnemingen/metingen/getallen samen te vatten in getallen. Twee dingen zijn dan meestal interessant:
1.  Waar zit het midden van de waarnemingen?
2.  Hoe ver liggen de waarnemingen van dat midden af?

De centrummaten geven het ‘midden’ van een serie waarnemingen. Dit kan op drie manieren. Via het gemiddelde, de mediaan en de modus.

Gemiddelde
Stel je vraagt aan vier mensen hoe oud ze zijn. De leeftijden zijn 3, 5, 4 en 6.
De gemiddelde leeftijd =  = 4,5.
Dit gemiddelde geeft het midden van de waarnemingen weer. De waarnemingen liggen niet ver van het gemiddelde.

Als de gemiddelde leeftijd 13 is, verwacht je niet dat de leeftijden 3, 5, 4 en 40 zijn.
Dit gemiddelde geeft het midden van de waarnemingen niet goed weer. Bij uitschieters kan beter de mediaan gebuikt worden.

Mediaan
De mediaan is het middelste getal van alle waarnemingsgetallen nadat deze van klein naar groot zijn gerangschikt.
Bij een even aantal getallen is er geen middelste. De mediaan is dan het gemiddelde van de middelste twee getallen.

In ons voorbeeld met de leeftijden van 3, 5, 4 en 40, moeten voor het berekenen van de mediaan de getallen eerst van klein naar groot worden gezet: 3, 4, 5 en 40

Hier is een even aantal waarnemingen, de mediaan is het gemiddelde van de middelste twee getallen (4 en 5).
De mediaan = = 4,5.

Modus
Soms geeft het waarnemingsgetal dat het meest voorkomt de beste indruk van een serie getallen. Dat getal heet de modus.
Komen twee of meer getallen voor met dezelfde grootste frequentie, dan is er geen modus.


De modus is 7 (het cijfer met de hoogste frequentie).
Als ook het cijfer 6 negen keer zou voorkomen, is er geen modus.

Excel heeft voor de centrummaten formules:  gemiddelde  =GEMIDDELDE
                                                                        mediaan       =MEDIAAN
                                                                        modus          =MODUS.ENKELV
Als de gegevensverzameling geen identieke gegevens bevat, geeft MODUS.ENKELV de foutwaarde #N/B als resultaat.

 

Oefening: Geef bij elk van de volgende rijen waarnemingsgetallen de centrummaat die de beste indruk van die getallen geeft.

Start

Blanco

Tussentoets 2

Kennis die getoetst wordt:
​  -  
Les 1 t/m 9

Tussentoets 3

Kennis die getoetst wordt:
  -   
Les 1 t/m 9

Meer!

Voor leerlingen die meer willen weten van Excel:

Ga naar de sites:

Volledige cursus Excel in tekst

Volledige cursus Excel 2010 in filmpjes

100 filmpjes over Excel voor gevorderden