Soms is het in een bepaalde wijk slecht gesteld met de veiligheid en leefbaarheid. De gemeente maakt dan plannen om de toestand van die wijk te verbeteren. Je verplaatst je in een wethouder en denkt na over maatregelen die je kunt nemen.
Aan het eind van deze opdracht:
Kun je de begrippen ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid beschrijven.
Kun je beschrijven wat bedoeld wordt met een Vogelaarwijk, krachtwijk of prachtwijk.
Kun je benoemen dat de rijksoverheid gemeenten geld geeft voor de verbetering van achterstandswijken.
Kun je minimaal twee maatregelen opnoemen die gemeenten kunnen nemen om de veiligheid en leefbaarheid in zo’n wijk te verbeteren.
Kun je toelichten wat jij vindt van de aanpak van minister Vogelaar voor verbetering van 40 achterstandswijken in 2007.
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een plan om een achterstandswijk te verbeteren. Je verplaatst je in de rol van wethouder van de stad waarin die wijk ligt. Kies uit de plannenbak in stap 2 een aantal plannen waarmee je denkt de veiligheid en leefbaarheid van de wijk te kunnen verbeteren. Je licht die keuze ook toe. Daarnaast geef je kort en krachtig je mening over het idee van de aanpak van de Vogelaarwijken in 2007. Beperk je tot een A4-tje.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: Is het duidelijk welke maatregelen je hebt gekozen? Heb je die keuze ook toegelicht?
de vorm: Hebben jullie de gekozen maatregelen duidelijk op een rijtje gezet?
taalfouten: Bevat je tekst niet teveel taalfouten?
Werkwijze
Groepsgrootte
Je maakt deze opdracht alleen
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Stap 1
Vogelaarwijken
Wat als de problemen in bepaalde wijken zich opstapelen? Dan moet de overheid ingrijpen. In 2007 heeft de regering 40 wijken aangewezen waar ze extra aandacht aan ging besteden. Ze worden ook wel vogelaarwijken genoemd, naar de toenmalige minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar. Bij de problemen in die wijken moet je denken aan overlast, onveilig en verloedering. De mensen wonen er vaak in goedkope huurwoningen. De werkloosheid is er hoog en problemen met alcohol en drugs zijn aan de orde van de dag. Er wonen relatief veel mensen van niet-westerse afkomst. Zij spreken vaak geen of slecht Nederlands en zijn slecht geïntegreerd. Jongeren hangen doelloos rond op straat en jonge kinderen zijn tot laat buiten.
Met gerichte maatregelen wordt geprobeerd om de leefsituatie in deze wijken te verbeteren. Het streven is om in tien jaar concrete verbeteringen te realiseren op het gebied van wonen, werken, leren, integreren en veiligheid.
Oud-minister Vogelaar noemde de beschreven wijken vaak krachtwijken. Van haar is de slogan: van krachtwijk naar prachtwijk. Aandachtswijken is ook een woord dat veel gebruikt wordt als het om zulke wijken gaat. Het woord probleemwijk wordt vaak vermeden, omdat dat te negatief klinkt.
Stap 2
Plannenbak
De 18 gemeenten waarin de aandachtswijken liggen, krijgen geld van de overheid om de problemen in die wijken aan te pakken. Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de plannen en het goed besteden van dat geld. Een gemeentebestuur bestaat uit de burgemeester en de wethouders. Elke wethouder heeft zijn of haar eigen takenpakket. En één van de wethouders gaat over ‘wonen’. Wat kan die wethouder allemaal met dat geld doen?
We zetten een aantal plannen op een rijtje.
Plan 1 - Verbeteren woningaanbod
Plan 2 - Aandacht voor de openbare ruimte
Plan 3 - Inzetten van wijkcoaches
Plan 4 - Biedt buitenstaanders een reden om naar het gebied te komen
Verbeteren woningaanbod
Een verloederde wijk waar de huizen achterstallig onderhoud hebben, kun je opknappen. Als huizen te slecht zijn om te renoveren, worden ze gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Beter onderhoud aan de huizen en het bouwen van duurdere nieuwe huizen blijkt gunstig te zijn voor de leefbaarheid en veiligheid van een wijk. Mensen voelen zich prettiger als de buurt er netjes uitziet en de huizen van een wijk goed onderhouden zijn.
Een deel van de huurwoningen worden vervangen door koopwoningen.
Dat trekt mensen met hogere inkomens naar de buurt en ook daardoor gaat de leefbaarheid vooruit. Wijkbewoners wordt soms de mogelijkheid geboden om hun sociale huurwoning te kopen. Doordat ze dan eigenaar worden van hun woning voelen ze zich meer betrokken bij hun woning en hun buurt.
Je zegt dan dat de sociale samenhang binnen de wijk toeneemt.
Woningcorporaties* spelen een belangrijke rol bij deze maatregelen. In het filmpje legt iemand van de Rotterdamse woningcorporatie Vestia uit wat ze doen in krachtwijk Berkpolder.
*Een woningcorporatie of woningbouwcorporatie is een organisatie die zorgt voor goede betaalbare woningen. Ze houden zich bezig met bouwen, onderhouden, verhuren en verkopen van woonruimte.
Vragen:
Voor welke doelgroep bouwt Vestia woningen in Berkpolder?
Waarom denk je dat voor die doelgroep is gekozen?
Vestia heeft ook een sociaal programma, Tante Kwebbel, wat houdt dat programma in?
Aandacht voor de openbare ruimte
De openbare ruimte in een wijk is van iedereen. De bewoners zijn er samen verantwoordelijk voor dat je je er prettig voelt. De gemeente kan dat gevoel op verschillende manieren bevorderen. Bijvoorbeeld door een park aan te leggen. Hoe meer groen in een wijk, hoe beter. Ook het aanbieden van sport- en speelvoorzieningen kunnen bijdragen aan het welzijn van bewoners van een wijk. Zowel een park als een speelveldje biedt mensen de kans om meer te bewegen. Daarnaast vergroot je op die manier de ontmoetingskansen tussen mensen. Mensen leren elkaar kennen en dat heeft weer een positief effect op hoe ze de leefbaarheid en veiligheid van de wijk ervaren.
Inzetten van wijkcoaches
In een aandachtswijk in Enschede is een experiment gedaan met de inzet van wijkcoaches. Veel mensen in aandachtswijken hebben problemen op verschillende gebieden. Ze hebben bijvoorbeeld geen werk, problemen met hun gezondheid en hun financiën. Ze hebben contact met veel verschillende instanties en hulpverleners. Dat levert niet altijd goede resultaten op. Een wijkcoach kan dienen als centraal aanspreekpunt voor zo’n bewoner en helpen bij het aanpakken van problemen. Hij biedt concrete, directe en nabije ondersteuning. Daarvoor krijgt hij ook de nodige bevoegdheden. Bewoners ervaren zo’n coach als dichtbij en benaderbaar. Van de bewoner wordt wel verwacht dat hij zelf ook kansen grijpt om vooruit te komen. Voor wat hoort wat. Aan het eind van het experiment bleek dat veel bewoners op verschillende gebieden vooruit waren gekomen.
Biedt buitenlanders een reden om naar het gebied te komen
Als het mogelijk is om regionale voorzieningen te creëren in de wijk, is dat een goed idee. Je kunt daarbij denken aan een groot winkelcentrum, een bibliotheek, een sportcomplex of een kerk. Breng positief nieuws actief naar buiten om de beeldvorming langzaam te beïnvloeden. Voor hippe modewinkeltjes moet je tegenwoordig in de Arnhemse wijk Klarendal zijn. Deze wijk is ook een Vogelaarwijk. Het Tv-programma ‘Een vandaag’ maakte er een reportage over.
Inzetten van burgerwacht
Uit onderzoek blijkt dat burgerwachten een positief effect hebben op de leefbaarheid van een buurt. Een burgerwacht bestaat uit een groep gewone burgers die in een bepaalde wijk de orde handhaaft. Uit onderzoek blijkt dat de criminaliteit in wijken met een burgerwacht meer afneemt dan in wijken zonder burgerwacht.
In het filmpje zie je een voorbeeld van een burgerwacht.
Ondersteun en stimuleer initiatieven van burgers en andere partijen
Een voorbeeld van zo’n initiatief is de verkoop van ‘klusflats’ in de Bijlmerflat Kleiburg.
Zie het filmpje van het NOS journaal:
Richt je op bewoners die positief zijn ingesteld
Positief ingestelde bewoners kunnen het verschil maken in een wijk. Als gemeente kan je hen verleiden om in de wijk te blijven wonen. Bijvoorbeeld door aantrekkelijke mogelijkheden te bieden. Daarbij kun je denken aan betere woningen voor minder geld dan concurrerende alternatieven.
Mensen die weg willen uit de wijk kun je als gemeente ook helpen. Dit kan door concrete bemiddeling of hulp. Of ervoor te zorgen dat ze voorrang krijgen bij het toewijzen van een andere woning. Je kunt bij wijze van spreken zelf de verhuiswagen voorrijden. Negatieve mensen zullen de wijk niet beter maken.
Stap 3
Aanpak werkt niet
In de zomer van 2013 kwam er een rapport uit van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) over de Vogelaarwijken. Het SCP is een instituut dat ontwikkelingen in de samenleving onderzoekt. Het is een belangrijke adviseur van de regering. De conclusie van het onderzoek naar de Vogelaarwijken was dat die aanpak niet succesvol kan worden genoemd. Het nieuws leidde tot krantenkoppen als: ’Aanpak Vogelaarwijken mislukt’, ‘Geld Vogelaarwijken in bodemloze put beland, ‘Miljoeneninvesteringen in Vogelaarwijken leverden niets op’.
Het SCP vergeleek de Vogelaarwijken met wijken die er vlak naast lagen, maar waarin geen extra geld werd geïnvesteerd. Deze wijken bleken zich op dezelfde manier te ontwikkelen als de Vogelaarwijken. Volgens het onderzoeksinstituut hebben de vele projecten de leefbaarheid en de veiligheid in de Vogelaarwijken niet vergroot. Ook is het niet zo dat meer bewoners uit deze veertig wijken zich uit de armoede hebben gewerkt. Verder is de buurtparticipatie in de Vogelaarwijken volgens het SCP gedaald. Het SCP vermoedt dat het etiket ‘achterstandswijk’ ervoor heeft gezorgd dat bewoners de problemen in de wijk als nog zwaarder ervoeren.
Een maatregel heeft wel een aantoonbaar positief effect heeft gehad op de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken. Dat is het op grote schaal slopen van oude flats en het bouwen van koopwoningen. De buurt ziet er dan beter uit en dat trekt meer mensen met een middeninkomen.
Vraag:
Om welke twee dingen gaat het echt in het leven volgens Marco Pastors aan het begin van het filmpje?
Stap 4
Oud-minister Vogelaar reageerde in een interview in de krant op het rapport van het SCP. Ze zegt: “In de veertig wijken waar zogenaamd al het geld in een bodemloze put verdween, is in werkelijkheid zeer veel in gang gezet”. Ze wijst op andere rapportages die positiever zijn. Ook hoorde ze van bewoners, met wie ze nog geregeld sprak, dat de zaken erop vooruitgaan.
Vogelaar uitte ook kritiek op de manier van onderzoek van het SCP. Ze hebben de Vogelaarwijken vergeleken met wijken waar de problemen net iets minder waren. Die wijken kregen geen extra geld. Als het in die wijken ook beter blijkt te gaan, is het Vogelaarbeleid weggegooid geld, volgens de onderzoekers.
Maar het klopt volgens Vogelaar niet dat er in die andere wijken niets gebeurd is. Daar is ook in geïnvesteerd, alleen met minder geld en minder intensieve aandacht.
Vogelaar noemde verder de verbeterde aanpak van gezinnen met veel verschillende problemen. Door uit te gaan van het idee ‘een gezin, een plan’ kan beter hulp worden geboden.
Het benoemen van de wijk tot aandachtswijk geeft de bewoners volgens de oud-minister juist het gevoel dat er aan hun problemen gewerkt wordt. Ze worden meegenomen in het idee van wijkverbetering.
Tenslotte wees zij erop dat wijkenaanpak een kwestie is van een lange adem.
Het benoemen van de wijk tot aandachtswijk geeft de bewoners volgens de oud-minister juist het gevoel dat er aan hun problemen gewerkt wordt.
Ze worden meegenomen in het idee van wijkverbetering.
Tenslotte wijst zij erop dat wijkenaanpak een kwestie is van een lange adem.
In Dordrecht zijn ze positief over de wijkaanpak:
Vraag:
Hoe verklaart Evert Peereboom, gebiedsmanager Dordrecht-West de negatieve uitkomsten van het SCP-onderzoek?
Stap 5
Eindproduct
Je hebt een aantal maatregelen voor de verbetering van een achterstandswijk beschreven en toegelicht. Ook heb je je mening gegeven over de aanpak van 40 achterstandswijken door minister Vogelaar in 2007.
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
www.lvoorl.nl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder twee video's die goed passen bij deze opdracht.
Bekijk de video's.
Het arrangement Leefbaarheid wijken is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Danny Wagemaker
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-10-04 16:23:18
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.