Sportdebat voeren
Bij een sportdebat discussieer je met andere leerlingen over een onderwerp of stelling. De regels staan van tevoren vast. De leraar bepaalt vooraf wie er vóór en wie er tegen de stelling is. Op die manier leer je om zowel voor als tegen welke stelling dan ook te debatteren en oefen je met het geven van argumenten.
Hoe voer je een sportdebat?
- De leraar bepaalt of je voor of tegen de stelling in kwestie bent
- Verzamel dan zoveel mogelijk argumenten voor of tegen de stelling
- Zorg dat tijdens het debat iedereen aan het woord kan komen
- Zorg dat iedereen naar elkaar luistert en elkaar uit laat spreken
- Spreek van tevoren af of de leraar jureert of dat leerlingen dat doen
|
|
Verderkijker
Scan de video’s hieronder als je meer inspiratie wilt opdoen voor het maken van je sportdebat.
Tips
- Zorg ervoor dat je klaar bent om te spreken zodra het jouw beurt is
- Oefen een paar keer met debatteren zodat je gewend raakt aan de sfeer en het discussiëren
- Bekijk eens eerder gevoerde debatten en zoek naar gebruikte strategieën
- Let op je lichaamshouding: sta rechtop en gebruik je handen om je woorden te ondersteunen
Beoordeling
Bij de beoordeling van jouw sportdebat wordt er gekeken naar de volgende punten:
Standpunt |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik kan mijn standpunten duidelijk en op een georganiseerde manier overbrengen. |
|
|
|
Ik kan de meeste van mijn standpunten duidelijk overbrengen. |
|
Ik kan sommige standpunten duidelijk maken. |
|
Ik vind het lastig om mijn standpunten duidelijk te maken. |
|
|
Feiten en voorbeelden |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
Gebruik van feiten en voorbeelden |
|
Ik heb al mijn argumenten onderbouwd. |
|
Ik heb de meeste van mijn argumenten onderbouwd. |
|
Ik heb sommige argumenten onderbouwd. |
|
Ik heb mijn argumenten niet onderbouwd. |
|
|
Relevantie |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
Relevantie van onderbouwde argumenten |
|
Ik heb al mijn argumenten onderbouwd met relevante feiten en voorbeelden. |
|
Ik heb de meeste argumenten onderbouwd met relevante feiten en voorbeelden. |
|
Ik heb enkele argumenten onderbouwd met relevante feiten en voorbeelden. |
|
Ik heb mijn argumenten niet of nauwelijks onderbouwd. |
|
|
Sterkte argumenten |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik heb alleen maar sterke en overtuigende argumenten gebruikt. |
|
Ik heb veel overtuigende argumenten gebruikt. |
|
|
Ik heb enkele overtuigende argumenten gebruikt. |
|
Ik heb geen overtuigende argumenten gebruikt. |
|
|
Stemgebruik |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik sprak tijdens het debat duidelijk en zorgde dat ik goed verstaanbaar. |
|
Ik sprak tijdens het debat duidelijk. |
|
|
Ik sprak het merendeel van het debat duidelijk. |
|
|
Ik sprak niet altijd even duidelijk. |
ICT-tools
Bij dit eindproduct wordt er niet gewerkt met digitale middelen. Je verzamelt zelf en met anderen argumenten om het debat aan te gaan. Bij het zoeken naar argumenten kun je natuurlijk het internet gebruiken. Kijk altijd kritisch naar de betrouwbaarheid van je bronnen!
Vaardigheden
Informatievaardigheden
Bij informatievaardigheden gaat het erom dat je beseft welke informatie je nodig hebt, en op basis daarvan kunt zoeken, selecteren vervolgens de informatie gebruiken die voor jou relevant is. Bij deze vaardigheid horen de volgende onderdelen:
- definiëren van een probleem
- zoeken naar bronnen en informatie
- selecteren van bronnen en informatie
- verwerken van informatie
- presenteren van informatie
|
Informatievaardigheden
|
Kritisch denken
Bij kritisch denken gaat het om het kunnen formuleren en onderbouwen van je eigen mening. Bij deze vaardigheid horen de volgende onderdelen:
- effectief kunnen redeneren en formuleren
- informatie kunnen interpreteren en analyseren
- kunnen opmerken van gebrek aan bepaalde kennis
- kunnen stellen van betekenisvolle vragen
- kritisch kunnen reflecteren op het eigen leerproces
- open staan voor alternatieve standpunten
|
Kritisch denken
|
Samenwerken
Bij samenwerken gaat het erom ervoor te zorgen dat je samen een bepaald doel kunt bereiken en daarbij anderen kunt aanvullen en ondersteunen. Bij deze vaardigheid horen de volgende onderdelen:
- herkennen van verschillende rollen bij anderen en jezelf
- hulp kunnen vragen, geven en ontvangen
- een positieve en open houding ten aanzien van andere ideeën
- respect hebben voor culturele verschillen
- kunnen onderhandelen en afspraken maken met anderen in een team
|
Samenwerken |
Mediawijsheid
Mediawijsheid omvat alle kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te kunnen gaan met media. Bij deze vaardigheid horen de volgende onderdelen:
- begrip: inzicht hebben in de medialisering van de samenleving en begrijpen hoe media gemaakt worden
- gebruik: apparaten, software en toepassingen gebruiken, oriënteren binnen mediaomgevingen
- communicatie: informatie vinden en verwerken, inhoud ontwerpen, deelnemen aan sociale netwerken
- strategie: reflecteren op je eigen mediagebruik, doelen bereiken met behulp van media
|
Mediawijsheid
|
Communiceren
Bij communiceren gaat het om het effectief en efficiënt kunnen overbrengen en ontvangen van een boodschap. Bij deze vaardigheid horen de volgende onderdelen:
- doelgericht kunnen uitwisselen van informatie met anderen (spreken, luisteren, duidelijk zijn, ruis voorkomen)
- kunnen omgaan met verschillende communicatieve situaties (gesprekken, presentaties etc.) en het kennen van bijbehorende technieken
- kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen (teksten, films etc.)
- weten op welke manieren ICT kan helpen bij het communiceren
|
Communiceren
|