Casus 1
Dhr. Rijker is 69 jaar en woont samen met zijn echtgenote in een vrijstaande woning in een rustige dorpsstraat. Dhr. Rijker heeft twee dochters en twee kleindochters. De kinderen wonen niet in de buurt en wonen op 45 minuten en 1½ uur van hen vandaan. Dhr. Rijker is gescheiden toen de kinderen 13 en 16 jaar oud waren en een paar jaar daarna hertrouwd. Zijn echtgenote heeft geen kinderen en is al 30 jaar MS-patiënt.
Dhr. Rijker heeft altijd een redelijk goede gezondheid gehad en heeft zijn vrouw altijd bij veel kunnen helpen en ondersteunen. Hij heeft wel al zijn hele leven gerookt en heeft een ernstige vorm van atherosclerose. Twee jaar geleden kreeg dhr. Rijker drie omleidingen. Daarna wilde hij stoppen met roken maar zijn vrouw rookt ook en daarom is dit extra moeilijk. Het lukt hem nu om niet meer dan 5 sigaretten per dag te roken. Het revalidatietraject na de hartoperatie heeft dhr. Rijker niet gevolgd. De eigen bijdrage was volgens hem te hoog en hij kon dat financieel niet opbrengen.
Dhr. Rijker is met zijn vrouw vanuit een grote stad in het westen hiernaartoe verhuist omdat zij graag een huis met een grote tuin wilden. Zij houden erg van dieren, hebben 4 katten en 8 kippen en Mw. Rijker zou ook graag nog een paar geitjes willen. De tuin is daar groot genoeg voor. Maar dhr. Rijker houdt dit tegen want de zorg voor de tuin en de dieren komt grotendeels op hem neer. Samen met de dagelijkse zorg voor zijn vrouw en het huishouden wordt hem dit allemaal te zwaar.
De laatste tijd gaat zijn vrouw erg achteruit en heeft zij veel meer hulp van haar man nodig dan voorheen. Zelfs het katheteriseren komt de laatste weken grotendeels op hem neer en Dhr. Rijker voelt zich de laatste weken erg moe.
Casus 2
Mevr. Pieters is al in de 80 en doet alles nog zelf. Ze woont zelfstandig (eerste etage, gelijkvloers met lift) en heeft geen thuiszorg. Mevr. Pieters heeft in haar leven al veel meegemaakt. Zij heeft nooit een sterke gezondheid gehad en is bij meerdere specialisten in het ziekenhuis onder behandeling (geweest). Zij is op dit moment nog onder behandeling bij de reumatoloog en de uroloog. De praktijkondersteuner begeleidt mevr. Pieters i.v.m. DM type 1.
De ziektegeschiedenis van mevr. Pieters is als volgt:
• 1952 herniaoperatie
• 1963 psychiatrische behandeling
• 1972 uterusextirpatie
• 1984 cholecystectomie
• 1991 echtgenoot overleden
• 1993 depressie
• 1994 diabetes mellitus type 1
• 1998 reumatoïde artritis
• 2004 nieuwe heup rechts
• 2005 ziekte van Ménière
• 2009 hartritmestoornissen
• 2012 cataract-ok li.
• 2012 cataract-ok re.
• 2015 blaasproblematiek
• 2016 huidproblemen / lichttherapie
• een jaar geleden is haar jongste zoon overleden
Toen mevr. Pieters 55 jaar was, overleed haar echtgenoot. Hij was toen 63 jaar en overleed aan de gevolgen van COPD. Dhr. Pieters heeft nooit kunnen stoppen met roken en lag de laatste 10 jaar 2 tot 4 keer per jaar in het ziekenhuis met een exacerbatie van COPD. Na zijn overlijden is mevr. Pieters acuut gestopt met roken en heeft sindsdien geen sigaret meer aangeraakt. De jongste zoon van mevr. Pieters kreeg n.a.v. het overlijden van zijn vader alcoholproblemen. Hij is door die problemen in een uitkeringssituatie terechtgekomen waarna het contact met zijn moeder en verdere familie steeds moeizamer werd. Op 53-jarige leeftijd is de zoon dood gevonden in zijn woning. Mevr. Pieters had toen al meer dan een jaar niets meer van hem gehoord.
Ook het contact met haar dochter verloopt erg moeizaam en eigenlijk is er de laatste 3 jaar nauwelijks contact meer. Mevr. Pieters heeft het hier heel moeilijk mee.
Mevr. Pieters is nu 80 jaar en hoewel zij zich altijd goed zelfstandig heeft kunnen redden in haar gelijkvloerse woning, wordt haar door de diabetes verpleegkundige aangeraden om nu toch een rollator aan te schaffen en wat hulp te regelen bij het huishouden. Het lopen gaat namelijk steeds moeilijker en het valrisico is groot.
De oudste zoon van mevr. Pieters maakt zich ook zorgen over haar geestelijke vermogens. Ze lijkt soms te verbloemen dat zij iets vergeten is en weet zich sommige situaties uit het verleden niet meer goed voor de geest te halen.
Casus 3
Mevr. Sybrandy is 63 jaar en verblijft sinds een half jaar op een revalidatieafdeling van het verpleeghuis. Zij heeft 7 maanden terug een fors CVA gehad. Er heeft geen trombolyse plaatsgevonden omdat zij in de ochtend is gevonden door haar echtgenoot en het niet bekend was wanneer het CVA was ontstaan.
Mevr. Sybrandy is sindsdien halfzijdig verlamd, kan niet praten en slikken en lijkt heel verdrietig. Zij huilt veel. Uit haar reacties is niet op te maken of zij goed onderscheid kan maken tussen ‘ja’ en ‘nee’. Daardoor is communicatie met haar erg moeilijk.
Haar echtgenoot, dhr. Sybrandy, is 67 jaar en nog heel vitaal. Hij woont zelfstandig in hun vrijstaande eengezinswoning en komt elke dag bij zijn vrouw op bezoek. Ook hij vindt het moeilijk zijn vrouw te begrijpen en te achterhalen wat haar wensen en vragen zijn.
Na een half jaar intensieve revalidatie wordt duidelijk dat de situatie van mevr. Sybrandy niet veel meer zal verbeteren en komt de vraag aan de orde hoe nu verder te gaan. Dhr. Sybrandy wil heel graag dat zijn vrouw weer naar huis komt. Omdat hij zelf nog zo vitaal is, kan hij behoorlijk wat zorg voor zijn vrouw op zich nemen. Daarbij zijn echter twee zaken extra moeilijk en risicovol.
Door de slikproblematiek is mevr. Sybrandy niet in staat zelf te eten en heeft zij een PEG-sonde gekregen. Mevr. Sybrandy is volledig afhankelijk van sondevoeding en mag absoluut niets per os. Ook heeft mevr. Sybrandy een tracheacanule omdat de hoge slijmproductie in combinatie met een ontbrekende hoestprikkel haar elke keer in een situatie bracht van ‘verslikken’ met als gevolg vollopende longen en een dreigende longontsteking. Mevr. Sybrandy wordt op vaste tijden 3 keer per dag uitgezogen om dit te voorkomen en heeft een tracheacanule met cuff.
|