De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een cel: is het kleinste levende deeltje van een organisme.
Voorbeelden: oogcel - zenuwcel - witte bloedcel.
Een weefsel: is een aantal cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie.
Voorbeelden: beenweefsel, huidweefsel.
Organen zijn vaak opgebouwd uit verschillende soorten weefsel.
Een orgaan: is een deel van een organisme met een of meer functies
Voorbeelden: oor - hart - dijbeenspier - hersenen - oog.
Een organenstelsel: zijn een aantal organen die samen een bepaalde functie hebben.
Voorbeelden: spierstelsel - ademhalingsstelsel - zenuwstelsel - bloedvatenstelsel.
Toets: Cellen organen en weefsels
0%
TIP: Lees goed, denk eerst na voordat je beslist en maak gebruik van je aantekeningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bladsteel: hiermee zit een blad aan de stengel vast.
Op de plaats waar een bladsteel aan de stengel vastzit, zit een okselknop.
Bladschijf: het platte gedeelte van een blad.
Bij enkelvoudige bladeren bestaat de bladschijf uit één geheel.
Bij samengestelde bladeren bestaat de bladschijf uit een aantal blaadjes.
Bladmoes: al het materiaal dat tussen de nerven ligt.
Nerven: de vaatbundels in een bladschijf (hoofdnerf en zijnerven).
Het verloop van de nerven in een blad heet de nervatuur.
Bladskelet: een blad waar geen bladmoes meer in zit.
Je ziet hier een eikenblad
hoofdnerf
bladsteel
bladrand
zijnerf
hoofdnerf
bladvoet
blad zelf
bladrand
deeltje zijnerf
bladmoes
bladtop
zijnerf
Toets: Bladeren
0%
TIP: Lees goed, denk eerst na voordat je beslist en maak gebruik van je aantekeningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Om te weten hoe we organismen in de verschillende rijken indelen, moet je weten welke KENMERKEN we hiervoor gebruiken…
Celwand: een stevig laagje om een cel.
Celwanden geven stevigheid.
Celkern: een donker vlekje in een cel.
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
Bladgroenkorrels: groene korrels in een cel.
In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.
Fotosynthese:
Water + Koolstofdioxide + Energie \(\Longrightarrow\) Glucose + Zuurstof
uit de bodem wordt water door de wortels opgenomen.
de bladeren nemen koolstofdioxide op, uit de lucht. Energie haalt de groene plant uit zonlicht of een andere lichtbron.
De bladeren geven daarna zuurstof af aan de lucht.
En de gemaakte glucose wordt opgeslagen in de plant, als reservevoedsel.
Fotosynthese kan alleen maar plaatsvinden in het licht en in de groene delen van een plant.
Bacteriën
Celwand
Geen celkern
Geen bladgroenkorrels
Schimmels
Celwand
Celkern
Geen bladgroenkorrels
Planten
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrels
Dieren
Geen celwand
Celkern
Geen bladgroenkorrels
Hieronder zijn de TIEN afdelingen van het dierenrijk genoemd
Eencellige dieren
Sponzen
Holtedieren
Platwormen
Rondwormen
Ringwormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden
Toets: Ordening
0%
TIP: Lees goed, denk eerst na voordat je beslist en maak gebruik van je aantekeningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Over been en kraakbeen
Dit is een schakeling naar de online leeromgeving van Bioplek. Je kunt hier op je gemak wat theorie lezen. Het gaat over beenderen en kraakbeen. Hierdoor krijg je inzicht in het verschil tussen been en kraakbeen.
Het arrangement Zelfstudie biologie VMBO jaar 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Joost Elshoff
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Levenloos en dood
Levensverschijnselen
De microscoop
Cellen organen en weefsels
Wortels
Stengels
Bladeren
Nervatuur
Ordening
Skelet
gewauwel
toets/oefening
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.