Voeren & verzorgen Blok 2

Voeren & verzorgen Blok 2

Thema 1 Voersoorten

Deze les gaan jullie bezig met de verschillende voersoorten, termen als ruwvoer, krachtvoer, samengesteld voer, volledig voer en gemengd voer moet je na het bestuderen en maken van de opdrachten kennen!

Neem paragraaf 2.1 t/m 2.5 door van het boekje VOEDING uit de kenniskiem.

Na het bestuderen van de paragrafen maak je de toets bij "voersoorten" 2.7.

 

Opdracht 2.6 maak je in tweetallen en laat je ter goedkeuring zien aan de docent. (R.Dalhoeven)

https://contentplatform.ontwikkelcentrum.nl/CMS/CDS/Ontwikkelcentrum/Published%20content/Kenniskiem/93507%20Voeding/93507/93507/93007-or-2.html

Opdrachten hoofdstuk 2 Voeding

  1. Wat is volledig voer ?

     

  2. Wat is onvolledig voer ?

     

  3. Wat is ruwvoer ?

     

  4. Wat is Krachtvoer ?

     

  5. Wat is Enkelvoudig voer ?

     

  6. Wat is gemengd voer ?

     

  7. Wat is samengesteld of mengvoer ?

     

  8. Geef de betekenis van een voedseldier ?

     

  9. Geef de kenmerken van Granen, Peulvruchten, oliehoudende zaden.

     

  10. Geef ook de globale kenmerken van Dierlijke producten.

Thema 2 Voer en Waterbehoefte

Verbranding
Verbranding

https://contentplatform.ontwikkelcentrum.nl/CMS/CDS/Ontwikkelcentrum/Published%20content/Kenniskiem/93507%20Voeding/93507/93507/93007-or-3.html

Opdracht

Bestudeer en maak Hoofstuk 3 van het boek VOEDING. Voor opdracht 3.5 kun je zelf een voeretiket van honden of kattenvoer  zoeken op het internet.

 

1. Hoeveel water geeft je een hond van 20 kilo en 40 kilo volgens de norm die is gegeven in de theorie van hoofdstuk 3.

 

 

2.Bereken de voergift de twee soorten voer van analyse 1 en analyse 2, doe dit voor een hond van 20 kilo en een hond van 40 kilo, waarbij je in beide gevallen uitgaat van een volwassen dier, intact met normale activiteit.

(let op! het vocht gehalte van het voer van analyse 1 is 12%)

Geeft ook een conclusie in hoeverre of het voeradvies op de verpakking van het voer van Analyse 1 klopt!

 

 

3.. Bereken nu voor de hond van 50 kilo hoeveel van de beide voeren deze zou moet hebben in een stadium van 6 weken dracht.

Analyse 1
Analyse 1
Analyse 2
Analyse 2
Analyse 3
Analyse 3

4.  Bereken nu voor een hond van 35 kilo de voergift in grammen, dit voor een teef in de zoogperiode net na de bevalling !

Ga uit van het droogvoer van Analyse 3

Thema 3 Welzijn, Productie en verpakking, Voedselproblemen en vergiftigingen

In deze les ga je het boek Voeding van de kenniskiem verder afronden, hoofdstuk 4, hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6.

De opdrachten die je gaat inleveren bij de docent zijn, opdracht 4,3 / opdracht 5,4 / opdracht 6,6. Deze drie opdrachten mag je per tweetal inleveren.

 

 

Lees en bestuur de hoofdstukken, maak daarna de toetsjes per hoofdstuk  4,,4 / 5,5 / 6,7

 

Wanneer je dit gedaan hebt maak je de eindtoets  Toetsen bij 'Voeding'  deze heeft 32 vragen. Wanneer je hiermee klaar bent, laat je je resultaat zien aan de docent.

 

De toets gaat over het hele boekje van voeding Hoofdstuk 1 t/m 6. Let op! hoofdstuk 3 leren we de rantsoenberekeningen

niet geheel volgens paragraaf 3.4 maar zoals geoefend in de les (Powerpoint bij thema 2 in het Wikiwijs arrangement)

 

Hoofdstuk 1 is herhaling, van vorige periode. Deze kennis is echter van basiskennis die elke dierverzorger moet bezitten.

 

 

 

https://contentplatform.ontwikkelcentrum.nl/CMS/CDS/Ontwikkelcentrum/Published%20content/Kenniskiem/93507%20Voeding/93507/93507/93007-or-4.html