Word opdrachten ......................................................................................................
In dit onderdeel leer je een aantal mogelijkheden
van het programma Word te gebruiken.
De tekst waarmee je aan de slag moet download je hier.
In deze tekst is alleen de inhoud van de tekst in orde gemaakt, de rest moet jij doen.
Loop de opdrachten die hieronder staan door en werk de tekst om naar een net document.
1. Bewaar het document, nadat je je eigen naam onderaan de tekst hebt gezet.
Je moet nu tussendoor regelmatig even je document opslaan 

2. Selecteer de titel (Tekstverwerken.)
3. Zorg ervoor dat de titel met grotere letters
wordt geschreven.
Kies voor de lettergrootte 15 punts
4. Zet op de dezelfde manier de 2e kop (Wat is tekstverwerken?) op 13 punts grootte.
5. Doe hetzelfde met de andere 2 koppen en laat je werk controleren voordat je verder gaat.
6. Alle andere tekst moet nu in lettergrootte 10 (punt) worden gezet. Doe dat.
Als dit is gelukt laat je je werk weer controleren.
7. Denk je dat er een andere aanpak mogelijk is dan wat je hiervoor hebt gedaan?
Het volgende wat je gaat aanpakken is het lettertype.
Op de meeste computers heb je de beschikking over
(veel!) verschillende lettertypes.
Niet alle lettertypes kun je voor hetzelfde doel gebruiken.
Een uitnodiging voor een feestje ziet er duidelijk anders
uit dan een zakelijke brief.
Je moet ook in één document niet te veel
verschillende lettertypes gebruiken.
Een vuistregel: niet meer dan 3 verschillende lettertypes.
Wat mooi is blijft een kwestie van smaak, maar als een tekst te druk is opgemaakt vinden de meeste mensen dat minder prettig leesbaar.
De tekst is nu opgemaakt in een Courier letter (die was vroeger op veel typemachines standaard). Alle letters en tekens zijn bij dit type even breed.
Bij andere lettertypes is vaak sprake van proportioneel schrift. De letters en tekens zijn dan niet meer allemaal even breed. De i bijvoorbeeld is dan veel smaller dan de M. Dit soort lettertypes zorgen ervoor dat een tekst er (meestal) beter uitziet
7. Selecteer nu de gehele tekst (dit kan heel snel met de toetscombinatie: ctrl-a)
en probeer een aantal verschillende lettertypes.
8. Kies een lettertype dat goed leesbaar is en zet de hele tekst in dat letertype.
Belangrijke woorden of stukjes tekst worden vaak geaccentueerd. (wat is dat?)
Dat kan door woorden vet, cursief (schuin) of onderstreept af te drukken.
Tegenwoordig kunnen we dat ook doen door te kiezen voor een kleurtje of een gekleurde achtergrond.
9. Zoek in de tekst een aantal belangrijke woorden en zorg ervoor dat die
worden geaccentueerd.
Denk eraan: gebruik maar één manier van accentueren!
10. Laat je document controleren en sla het daarna op.
11. Zoek op internet een leuk plaatje op dat je in dit document wilt plakken.
Weet jij hoe je dat voor elkaar krijgt? Klik anders hier voor een uitleg.
Een goede plaats om te zoeken is openclipart.org.
Alle plaatjes die je op deze site vind mag je vrij gebruiken.
Leuk plaatje gevonden?
Plak het in je document en zorg ervoor de het niet breder is dan een halve pagina, dat het
aan de rechterkant van de pagina staat EN dat de tekst alleen links van het plaatje staat.
12. Laat je document controleren en sla het daarna op.
Regels, alinea's, pagina's....
In een document deel je een tekst meestal op in blokken (onderdelen).
Titels staan alleen op een regel.
Een alinea is een stuk tekst dat uit één of meer zinnen bestaat.
Een alinea loopt meestal over meerdere tekstregels. De tekstverwerker zorgt er zelf voor dat er naar een volgende regel wordt gesprongen als de tekst te lang wordt voor een tekstregel.
Als je zelf op een nieuwe regel wilt beginnen kan dat op twee manieren:
- je drukt op de Enter-toets. Je start dan een nieuwe paragraaf.
- je drukt op Shift-Enter. Je gaat dan ook naar een nieuwe regel, maar blijft binnen dezelfde paragraaf.
Het verschil tussen beide kun je zichtbaar maken:
zoek op de werkbalk het volgende tekentje op
en klik daarop. In je tekst zie je dan ineens allerlei extra symbolen, zolas hieronder afgebeeld.

Het symbool
geeft aan dat er op de Enter-toets is gedrukt (paragraaf einde),
het symbool
geeft aan dat je hebt gedrukt op Shift-Enter (regeleinde).
Je kunt er ook nog voor zorgen dat je zelf bepaald wanneer de tekst op een nieuwe pagina verder gaat. Dat doe je met Ctrl-Enter.