(Mobiele) telefonie en internet maken het mogelijk om informatie over grote afstanden uit te wisselen. Je leert dat mensen wereldwijd steeds meer met elkaar in verbinding staan: beter, sneller en goedkoper dan ooit. Zelfs de arme boer en het kind in een krottenwijk, zoals de voorbeelden laten zien.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
een definitie over globalisering geven die alles te maken heeft met communicatie tussen mensen wereldwijd.
uitleggen dat veel ontwikkelingslanden een inhaalslag hebben gemaakt op het gebied van moderne communicatie.
uitleggen dat dankzij moderne communicatiemiddelen de kloof tussen arm en rijk verkleind is.
aangeven aan de hand van concrete voorbeelden wat mensen in hun dagelijks leven merken van wereldwijde communicatie.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Vraag over mobiele telefoons in ontwikkelingslanden beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vraag over de invloed van moderne communicatiemiddelen op de wereld beantwoorden.
Stap 3
Alleen
Vragen over de 'digitale kloof' beantwoorden.
Benodigdheden
Chromebook, Google Docs
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1 - Communicatie
Communicatie
Er zijn veel definities van globalisering maar allemaal bevatten ze een begrip van ‘internationale communicatie’. Globalisering betekent ook dat mensen wereldwijd steeds meer met elkaar in verbinding staan.
Met de uitvinding van de telefoon werd het mogelijk om informatie over grote afstanden uit te wisselen. Met de toename van de welvaart nam ook het gebruik van de (vaste) telefoon toe. Voor vaste telefonie moeten er kabels getrokken worden van de telefoontoestellen naar telefooncentrales en dat is voor veel ontwikkelingslanden (te) duur. In ontwikkelde landen als Nederland en de Verenigde Staten van Amerika is het hebben van een vaste telefoon normaal, in de armste landen van de wereld niet:
Aantal vaste telefoonlijnen per 100 inwoners
2000
2012
2016
Afghanistan
0,13
0,04
0,33
Bangladesh
0,38
0,63
0,49
Centrale Afrikaanse Republiek
0,16
0,12
0,35
Oeganda
0,25
1,35
0,93
Nederland
62,43
42,40
39,8
Verenigde Staten
68,15
44,02
37,2
In 1993 werd het GSM-netwerk ontwikkeld. GSM staat voor Global System for Mobile Communications. Met het GSM-netwerk werd mobiele telefonie bereikbaar én betaalbaar voor veel mensen. Rond 2000 waren er in Nederland meer mobiele telefoons in gebruik dan vaste telefoonlijnen.
Aantal mobiele telefoonlijnen per 100 inwoners
2000
2012
2016
Afghanistan
0,00
53,90
65
Bangladesh
0,22
63,76
81
Centrale Afrikaanse Republiek
0,13
23,39
18
Oeganda
0,52
45,92
60
Nederland
67,80
117,52
129
Verenigde Staten
38,75
98,17
129
Veel ontwikkelingslanden hebben een ware inhaalslag gemaakt en de fase met vaste telefonie min of meer overgeslagen. Ofschoon het aantal mobiele telefoonverbindingen in ontwikkelingslanden nog achterloopt op dat in rijkee landen als Nederland en de Verenigde Staten, is de kloof kleiner geworden.
Een ander modern communicatiemiddel sinds 1993 is internet. In dat jaar werd het internet opengesteld voor bedrijven en particulieren. Het aantal mensen met een internetaansluiting in de ontwikkelingslanden blijft duidelijk achter op de mensen met een internetaansluiting in de ontwikkelde landen:
Aantal internetaansluitingen per 100 inwoners
2000
2012
2016
Afghanistan
0,00
5,45
10,6
Bangladesh
0,07
6,30
18,2
Centrale Afrikaanse Republiek
0,05
3,00
4,6
Oeganda
0,16
14,69
21,9
Nederland
43,98
93,00
90,4
Verenigde Staten
43,08
81,03
76,2
Het beeld is enigszins vertroebeld omdat veel mensen in ontwikkelingslanden geen internetverbinding thuis hebben, maar wel gebruik maken van internet in zogenaamde internetcafés. Bij ons zijn het vooral de toeristen die internetcafés gebruiken.
Als je kijkt naar de groei van het aantal mobiele telefoons en internetverbindingen in 2012 ten opzicht van het aantal aansluitingen in 2000, kun je met recht zeggen dat de mogelijkheden tot wereldwijde communicatie enorm zijn toegenomen. Het is een grote stimulans voor het uitbreiden van het aantal landen en regio’s dat deel uitmaakt van de wereldwijde handel, voor globalisering.
Vraag
Geef in je eigen woorden commentaar op deze stelling: ‘Mobiele telefoons hebben een revolutie veroorzaakt in ontwikkelingslanden.’
Stap 2 - Infrastructuur
Beter, sneller, wereldwijd én goedkoper
Met de ontwikkeling van de draadloze GSM-netwerken behoort deze vorm van moderne communicatie voor iedereen tot de mogelijkheden, ook voor de arme kleine boer diep in de binnenlanden van Afrika of Azië.
Microprocessors en randapparatuur kunnen steeds meer en digitale communicatie gaat steeds sneller. Voor de eerste internetverbindingen had je een modem nodig waarmee je met analoge telefoons moest inbellen. In 1995 was de snelste verbinding 56 Kbps (kilobits per seconde). Nu zijn er verbindingen van zo’n 10 Mbps (megabits per seconde). Het internet nu is 178 keer zo snel als in 1995!
Nederland hoort tot de top tien met de snelste internetverbindingen, maar ook wereldwijd is de internetsnelheid enorm toegenomen.
Er is géén land in de wereld te vinden waar niemand toegang heeft tot internet*. De verschillen zijn groot (Eritrea: 0,8 internetaansluitingen / Falklandeilanden: 96,92 per 100 inwoners) en het gaat soms wat langzaam, maar zelfs in Eritrea is er duidelijk een groei (0,03 aansluitingen per 100 inwoners in 2000 en 0,8 in 2012) te vinden.
* In Noord-Korea is het gebruik van internet alleen toegestaan voor leden van de partijleiding.
Computers, internet en (mobiele) telefoons hebben de wereld ‘kleiner gemaakt’. Computers, internet- en telefoonverbindingen zijn tegelijkertijd goedkoper geworden, zo goedkoop dat ook de arme boer zich deze moderne communicatiemiddelen kan veroorloven. Een sms’je versturen kost maar enkele centen…
Niet alleen particulieren hebben er enorm van geprofiteerd. Ook het bedrijfsleven heeft er veel profijt van. Door middel van moderne communicatiemiddelen is het heel makkelijk geworden om fabrieken en hun productie te volgen vanaf de andere kant van de wereld. Een hoofdkantoor in bijvoorbeeld Amsterdam kan via internet en videoconferenties makkelijk met de managers van een fabriek in Kenia nieuwe ideeën bespreken.
Vraag
Leg in je eigen woorden uit wat we bedoelen met: ‘Computers, internet en (mobiele) telefoons hebben de wereld ‘kleiner gemaakt’.’
Stap 3 - Digitalisering
De digitale kloof wordt kleiner
Als in een land moeders sterven bij de geboorte van hun kind omdat er onvoldoende medische hulp aanwezig is; als in een land kinderen doodgaan aan eenvoudig te genezen ziektes als diarree die ze hebben opgelopen door vervuild drinkwater; als in een land mensen in ongezonde krottenwijken wonen omdat ze een normaal dak boven hun hoofd niet kunnen betalen, dan lijkt toegang tot moderne communicatiemiddelen als mobiele telefoons en internet minder belangrijk. Maar niets is minder waar!
Met computers en mobiele telefoons kunnen mensen van elkaars ervaringen leren; ze kunnen voorkomen dat fouten steeds opnieuw gemaakt worden of dat ze belangrijke informatie missen. Het gebruik van moderne communicatiemiddelen houdt mensen op het platteland op de hoogte van prijzen op de wereldmarkt zodat ze hun producten voor een betere prijs kunnen verkopen. Internet kan het onderwijs verbeteren door boeken online beschikbaar te maken voor een grotere groep mensen. Internet kan lokale artsen op de hoogte houden van medische ontwikkelingen.
Concrete voorbeelden
Deze kleine boer in India was afhankelijk van de handelaren voor de verkoop van zijn producten. Hij had geen mogelijkheid om te checken of de prijzen die hij kreeg voor zijn landbouwproducten wel reëel waren of niet. Nu heeft hij een mobiele telefoon. Hij kan nu bellen met een contactpersoon van zijn landbouwcoöperatie en de prijzen op de wereldmarkt wel checken. Hij heeft meer moderne communicatiemiddelen die hem enorm helpen: met behulp van een computer heeft hij toegang tot verbeterde landbouwtechnieken, waardoor hij op de markt betere prijzen kan krijgen voor zijn producten.
Het Indiase internetbedrijf n-Logue merkte dat haar klanten bijna geen gebruik maakten van gewone e-mail (omdat veel klanten niet kunnen schrijven) maar dat juist e-mail-foto’s en in toenemende mate ook video gebruikt worden. Ziek vee van boeren kan dan op afstand door een dierenarts verderop beoordeeld worden.
Er zijn in Oeganda 5 miljoen mobiele bellers en dit worden er met de dag meer. Tegelijkertijd weten veel jonge mensen nog te weinig van aids af en maakt de ziekte veel dodelijke slachtoffers. Deze twee gegevens brachten de Nederlander Bas Hoefman op het idee om voorlichting te geven door middel van een aidsquiz per SMS. Enkele jaren geleden ging in Mbarara het Text to Change-project (= Teksten om veranderingen tot stand te brengen) van start en het project loopt nog steeds. Deelnemers die de juiste antwoorden op vragen over aids terugsturen, kunnen een mobiele telefoon of beltegoed winnen. Ze kunnen zich ook gratis op aids laten testen.
President Morales van Bolivia sloot zich aan bij het project ‘One Laptop per Child’ (OLPC). De bedoeling is om alle schoolkinderen in Bolivia van een laptop te voorzien. De laptops zijn naar verhouding goedkoop. De computer verbruikt weinig stroom (een stopcontact is niet nodig). De internetverbinding kan draadloos zijn, of de laptop kan verbonden zijn met andere pc’s. In afgelegen gebieden kan een signaal per satelliet worden doorgegeven. Bolivia was niet het eerste land dat deelnam aan het OLPC-project. Diverse landen gingen Bolivia voor.
Wie de smalle steegjes van Madangir binnenloopt, verwacht geen geavanceerde computer-technologie. Toch verbergt een kleine, rood geschilderde kiosk precies dat. De kiosk bevat een computer die te bedienen is via een smalle gleuf waar alleen kinderhanden doorheen kunnen. Zoals altijd staan er verschillende kinderen rond de kiosk. Een jongen van zes laat met razendsnelle klikken zien hoe de muis werkt. Een meisje van twaalf legt uit dat ze het liefst het tekenprogramma MS Paint gebruikt en dat ze nu het Engelse alfabet leert via een abc-spelletje. De ouders van deze kinderen kunnen niet lezen en schrijven en de kinderen zelf gaan nauwelijks naar school.
De onbemande kiosk biedt kinderen uit de krottenwijk gelegenheid om kennis te maken met internet, MP3-bestanden en computerspelletjes, een wereld waar zij nauwelijks nog deel van uitmaken. De kiosk laat zien dat kinderen in staat zijn om zonder hulp van buitenaf te leren hoe een computer en internet werken. De startpagina stond op msn.com, maar in de kortste tijd ontdekten de kinderen websites die zij veel leuker vinden, vooral disney.com is populair.
Een 14-jarig meisje uit de krottenwijk gaat al vijf jaar lang elke dag naar de kiosk. Door op knoppen te drukken en te kijken wat er gebeurt, leert zij al doende. Zo kan ze voor zichzelf een opleiding regelen, die ze op een andere manier niet kan krijgen.
Zonder het zelf te weten doen de kinderen mee met een omvangrijk onderwijsexperiment. De kleine kiosk in Madangir helpt om de digitale kloof te overbruggen. Er zijn inmiddels al honderden computerkiosken in India. Bedrijven sponsoren deze kiosken graag omdat ze weten dat computers mensen helpen om uit de armoede te klauteren en omdat ze weten dat ICT een belangrijk instrument is voor economische groei.
Vragen
Wat is bedoeld met de ‘digitale kloof’?
Hierboven staan vier concrete voorbeelden. Kies er één uit die je het meest aanspreekt. Geef aan waarom je dit het meest aanspreekt. Geef vervolgens voor dit voorbeeld aan wat dit te maken heeft met globalisering.
Stap 4 - Goederenverkeer (h/v)
Toenemend goederenverkeer
Beantwoord voor je aan deze stap begint eerst de volgende zoekvragen:
Vergelijk GB54 Kaart 238D Wereldhandelsorganisatie (WTO) met GB54 241A Cultuurgebieden.
Waren er in 2011 Cultuurgebieden zonder landen die lid zijn van de WTO? Zo ja, welke?
Vergelijk GB54 Kaart 240D Opkomende markten me GB54 241A Cultuurgebieden.
Wat zijn de BRICMIT-landen en in welke cultuurgebieden liggen de BRICMIT-landen?
Vergelijk GB54 Kaart 247C Landen met McDonald’s-Restaurants en GB54 247D Landen met een IKEA-vestiging met gb54 Kaart 241A Cultuurgebieden.
Waren er in 2011 cultuurgebieden met landen zonder vestigingen van McDonald’s? Zo ja, welke?
Waren er in 2011 cultuurgebieden met landen zonder vestigingen van IKEA? Zo ja, welke?
Van verspreiding van culturele elementen is ook sprake doordat het vervoer van goederen in omvang is toegenomen.
Het goederenverkeer is gegroeid dankzij technische ontwikkelingen in de transportwereld. Het heeft de relatieve afstand verkleind. Denk vooral aan het gebruik van zeecontainers. Goederen in containers kunnen sneller en goedkoper worden ingeladen in schepen en ook sneller worden uitgeladen dan ‘losse’ goederen. Op geautomatiseerde terminals (zoals in Rotterdam) kunnen ze snel worden overgezet op andere transportmiddelen.
Het goederenverkeer is ook gegroeid, en de relatieve afstanden verkleind, omdat de handel minder last heeft van handelsbelemmeringen zoals invoerheffingen. Binnen de Europese Unie is de handel tussen de lidstaten helemaal vrijgemaakt. In 1995 richtten een aantal landen de Wereldhandelsorganisatie WTO met als doel hun onderlinge handel vrijer te maken. Sindsdien hebben steeds meer landen zich bij de WTO aangesloten.
Ook toenemende welvaart deed de internationale handel en daarmee het goederenverkeer groeien. Meer welvaart betekent meer koopkracht en meer consumptie, ook van goederen uit het buitenland.
Niet alleen in het westen maar ook in de ontwikkelingslanden nam de welvaart toe. Dat gebeurde onder meer in landen die bekendstaan als opkomende economieën.
Ten slotte zorgden multinationale bedrijven voor een forse groei van de internationale handel, en daarmee van het goederenverkeer. Multinationals hebben meer mogelijkheden om de grenzen tussen cultuurgebieden te passeren en belemmeringen te overwinnen.
Wat merk je van ht toenemende goederenverkeer
als je in een land buiten het westers cultuurgebied een supermarkt of winkelcentrum bezoekt?
Kijk nog eens naar de antwoorden die je hebt gegeven op vraag 1-4. Kun je verspreiding van cultuurelementen als gevolg van toenemend goederenvervoer een letterlijk wereldomvattend verschijnsel noemen?
Stap 4 - Goederenverkeer (m/h)
Toenemend goederenverkeer
Globalisering komt ook voor dankzij multinationale organisaties (MNO's) zoals bijvoorbeeld McDonalds, IKEA of Coca-Cola. Beantwoord voor je aan deze stap begint eerst de volgende zoekvragen:
1. Neem GB54 Kaart 246C Globalisering voor je.
In welke soort landen zijn de hoofdkantoren van multinationale ondernemingen (MNO's) vooral gevestigd?
Vergelijk GB54 Kaart 247C Landen met McDonald’s-Restaurants en GB54 247D Landen met een IKEA-vestiging met gb54 Kaart 241A Cultuurgebieden.
2. Waren er in 2011 cultuurgebieden met landen zonder vestigingen van McDonald’s? Zo ja, welke?
3. Waren er in 2011 cultuurgebieden met landen zonder vestigingen van IKEA? Zo ja, welke?
Van verspreiding van culturele elementen is ook sprake doordat het vervoer van goederen is toegenomen.
Het goederenverkeer is gegroeid dankzij technische ontwikkelingen in de transportwereld. Het heeft de relatieve afstand verkleind. Denk vooral aan het gebruik van zeecontainers. Goederen in containers kunnen sneller en goedkoper worden ingeladen in schepen en ook sneller worden uitgeladen dan ‘losse’ goederen. Op geautomatiseerde terminals (zoals in Rotterdam) kunnen ze snel worden overgezet op andere transportmiddelen.
Het goederenverkeer is ook gegroeid, en de relatieve afstanden verkleind, omdat de handel minder last heeft van handelsbelemmeringen zoals invoerheffingen en belastingen. Binnen de Europese Unie is de handel tussen de lidstaten helemaal vrij.
Ook toenemende welvaart deed de internationale handel en daarmee het goederenverkeer groeien. Meer welvaart betekent dat mensen meer kunnen kopen, juist ook van goederen uit het buitenland. Niet alleen in het westen maar ook in de ontwikkelingslanden nam de welvaart toe. Dat gebeurde onder meer in landen die bekendstaan als opkomende economieën.
Ten slotte zorgden multinationale bedrijven voor een forse groei van de internationale handel, en daarmee van het goederenverkeer. Multinationals hebben meer mogelijkheden om de grenzen tussen cultuurgebieden te passeren en belemmeringen te overwinnen.
Wat merk je van het toenemende goederenverkeer
als je in een land buiten het westers cultuurgebied een supermarkt of winkelcentrum bezoekt?
Toenemende uitwisseling van informatie
Iridium is een netwerk van verbindingskunstmanen dat draadloos telefoneren vanaf elke plek op aarde mogelijk maakt.
Ten slotte wordt verspreiding van culturele elementen bevorderd door toenemende uitwisseling van informatie binnen en tussen landen: radio- en tv-programma’s, telefoongesprekken en communicatie tussen computers.
Die uitwisseling van informatie is in omvang toegenomen door technologische ontwikkelingen op gebied van communicatie. De relatieve afstand is enorm veel kleiner geworden en lijkt soms zelfs helemaal verdwenen; een foto op instagram of een e-mail is in enkele seconden de hele wereld over. Al komt het natuurlijk nog steeds voor dat minder democratische machthebbers met allerlei blokkades proberen te voorkomen dat hun burgers de afstanden met de rest van de wereld overbruggen. Kun je bedenken welke landen dat zouden kunnen zijn?
Vier voorbeelden:
Het gebruik van verbindingskunstmanen of satelieten. Als je een kunstmaan naar een hoogte van 36.000 kilometer stuurt in een omloopbaan die precies langs de evenaar loopt, doet die precies 24 uur over één rondje rond de aarde. Aangezien de aarde precies 24 uur nodig heeft om eenmaal om haar as te draaien, blijft de kunstmaan boven één punt boven de evenaar hangen. Daardoor kan hij dienen als doorzendstation voor informatie. Hij kan signalen van één plek op aarde doorzenden naar een heleboel andere plekken op aarde tegelijk. Voor het ontvangen van de doorgezonden signalen is alleen een antenne nodig, geen aansluiting op een netwerk van kabels. Tot 1964, toen de eerste verbindingskunstmaan in gebruik kwam kon dat alleen via vele doorzendstations (met zendantennes) op aarde en/of via kabels over land en in zee. Nu worden voor het doorzenden van telefoongesprekken netwerken van verbindingskunstmanen gebruikt die in enkele uren tijd een rondje rond de aarde maken in een baan met een vrijwel rechte hoek met de evenaar (zie afbeelding). Zo’n netwerk heeft zoveel kunstmanen dat de hele aarde wel gedekt is en je altijd kunt telefoneren.
Waarom is de verbindingskunstmaan vooral nuttig voor dunbevolkte gebieden of landen die uit talloze eilanden bestaan zoals Indonesië denk jij?
De uitvinding en het toenemende gebruik van glasvezelkabels. Door dit soort kabels kun je meer informatie tegelijk doorzenden dan door kabels van koper of een ander metaal.
De ontwikkeling van kleine computers die zó goedkoop zijn dat vrijwel iedereen er een kan aanschaffen. In 1981 kwamen de eerste kleine of ‘personal computers’ op de markt. Ze pasten op een tafel of bureau. Ze zijn daarna alleen nog maar kleiner geworden. De smartphone is heel wat krachtiger dan de pc van toen.
Dankzij welke 4 technologische ontwikkelingen kan de uitvinding uit begin jaren ’80 wereldwijd worden gebruikt?
Waarom verkopen kledingbedrijven, verkopers van muziek, boeken en films en andere bedrijven hun producten ook online en dragen ze op die manier bij aan de diffusie van culturele elementen over grenzen van cultuurgebieden heen?
Waarom maken de technologische ontwikkelingen die in deze stap worden beschreven verspreiding van culturele elementen over grenzen van cultuurgebieden heen aanzienlijk makkelijker?
Spreiding bevolking
Vooraf
Waarom wonen er in het Turkanadistrict in Kenia minder mensen dan in Duitsland? Waarom is de Himalaya zo dun bevolkt?
In deze opdracht gaan jullie onderzoeken op welke manier de natuurlijke omstandigheden invloed hebben op de omvang van een populatie in een gebied.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wat het verschil tussen fysische en sociale factoren is.
uitleggen welke twee demografische factoren van invloed zijn op de bevolkingsgroei.
verband leggen tussen bevolkingsspreiding en fysische factoren.
Stap 1 - Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel.
Om verschillende redenen wonen mensen liever in het ene gebied dan in het andere. In grote delen van Afrika is de bodem niet of niet erg vruchtbaar. Dergelijke gebieden kunnen maar aan een beperkte hoeveelheid mensen een bestaan bieden. Het gevolg is dat er weinig mensen wonen. De bevolkingsdichtheid is er laag.
Daar waar de bodem wel vruchtbaar is en voldoende voedsel voor mensen en hun veestapels kan leveren, wonen veel meer mensen. Deze gebieden zijn dichtbevolkt.
Zo heb je binnen landen verschillen in dichtheid van de bevolking. Dat wordt uitgedrukt in het begrip bevolkingsspreiding.
Opdracht
Bekijk het filmpje. Begrijp je het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?
Bekijk dan nu het tweede fragment van het filmpje.
Stap 2 - Natuurlijke factoren
Fysische factoren
De spreiding en dichtheid van de bevolking wordt verklaard met behulp van natuurlijke en sociaaleconomische factoren. In deze opdracht richten we ons op de fysische factoren ofwel de natuurlijke omstandigheden. We zetten ze hieronder op een rij:
Het klimaat is een belangrijke vestigingsfactor. Mensen wonen niet graag op te hete of te koude plekken. Op de Noord- en Zuidpool wonen enkel wat Inuit. Het extreme klimaat is niet alleen onaangenaam voor veel mensen, het biedt ook geen mogelijkheden tot bestaan voor meer dan een paar mensen. Te warme en te droge gebieden, zoals de Sahara, zijn ook onaantrekkelijk. De Toeareg houden er stand met hun kuddes kamelen. Voor meer mensen is er niets om van te leven. De draagkracht van dergelijke gebieden is laag. De draagkracht van bijvoorbeeld West-Europa is veel groter door een gematigd klimaat dat uitstekend geschikt is voor landbouw en veeteelt.
Hoe extremer het reliëf, hoe moeilijker het is om je er te vestigen. Hooggebergte is moeilijk begaanbaar en het bruikbaar oppervlak voor landbouw en veeteelt is kleiner. De bevolkingsdichtheid in dergelijke gebieden is altijd laag. De mensen die er wonen, verblijven in de dalen. Een plat land zoals Nederland is veel beter begaanbaar. Het reliëf of beter, de aanwezigheid van hoge bergen, is dus een belangrijke factor voor de bevolkingsdichtheid binnen een gebied.
Bodemvruchtbaarheid is het vermogen van de bodem om een plant van voedingsstoffen te voorzien. Een bodem heeft chemische, fysische en biologische eigenschappen. Chemische eigenschappen betreffen de aanwezigheid van mineralen. Als de bodem daar te weinig van heeft, dan is dat met kunstmest aan te vullen. Biologische eigenschappen hebben betrekking op het bodemleven. Denk aan wormen e.d. Fysische eigenschappen zeggen wat over de bodemgesteldheid. Kunnen wortels er goed in doordringen? Houdt de bodem voldoende water vast? Dat soort zaken.
Een onvruchtbaar gebied is onaantrekkelijk voor veel mensen om zich er te vestigen. Maar als de bodem vruchtbaar is, zoals op veel vulkaanhellingen, dan gaan mensen er wonen ondanks de risico’s.
Water is een absolute voorwaarde voor mensen, dieren en gewassen. Zonder water is er geen leven mogelijk.
Opdracht
Lees de tekst op de website www.changemagazine.nl over het Turkanadistrict in Kenia. Welke fysische factoren hebben daar hoogstwaarschijnlijk invloed op de bevolkingsdichtheid? En hoe zit het met de bevolkingsspreiding in Kenia?
Stap 3 - Migratie
Vestigen of vertrekken?
Er zijn veel redenen mogelijk waarom mensen besluiten uit een gebied weg te gaan en zich elders te vestigen. Als de fysische kenmerken van een gebied veranderen, kan dat reden zijn om te vertrekken.
Mensen die verhuizen omdat het te droog wordt of juist te nat zijn milieuvluchtelingen of ecologische migranten.
Een gebied verlaten is één ding, je moet ook nog weten waar je naar toe wilt.
Dat emigratieproces kan worden weergegeven in een push en pull model.
Push factoren
Dit zijn redenen om uit een gebied te vertrekken. Denk hierbij aan natuur- of milieurampen.
In de Sahel was er bijvoorbeeld in 2012 een hongersnood vanwege lang aanhoudende droogte. De gevolgen van de droogte in de Sahel waren de push factoren om weg te trekken.
Pull factoren
Dit zijn redenen om je in een gebied te vestigen. In het geval van de hongersnood in de Sahel is de beschikbaarheid van voedsel een pull factor. Het deel in het midden bevat alle factoren die de migratie remmen, de hindernissen, zoals grenscontroles en moeilijk begaanbare wegen.
Push en pull factoren
Lees het onderstaande krantenbericht.
Wat zijn de push- en pull factoren voor de migratie/ evacuatie?
Welke factoren zullen hoogstwaarschijnlijk een remmende werking hebben?
Doden bij vulkaanuitbarsting Indonesië
Bij een vulkaanuitbarsting in het oosten van Indonesië zijn zaterdag zeker vijf mensen om het leven gekomen. Dat heeft de Indonesische rampendienst gezegd. De vulkaan braakt rook en grote aswolken uit.
De vulkaan, de Rokatenda, in de provincie Oost-Nusa Tenggara, barstte zaterdagochtend in alle vroegte uit. Vijf mensen werden gedood door de lava die uit de vulkaan stroomde. Bijna drieduizend mensen zijn geëvacueerd. De vulkaan was al sinds oktober 2012 actief
Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Spreiding bevolking'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De wereldbevolking groeit en sneller dan ooit. Wat zijn de gevolgen daarvan? Zijn er in 2050 al te veel mensen op de aarde? Wat als alle fossiele brandstoffen zijn uitgeput? Vinden we wel manieren om iedereen van voedsel te voorzien? Er zijn nu al zoveel mensen met honger. Of neemt de bevolkingsgroei op den duur weer af en lost het probleem zichzelf op?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen welke trend de groei van de wereldbevolking vermoedelijk volgt.
uitleggen dat de groei van de bevolking niet overal gelijk is, maar dat er grote regionale verschillen zijn.
de samenhang tussen bevolkingsgroei en welvaart verklaren.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een fictieve krant, geschreven in het jaar 2050. In deze krant schrijf je artikelen en laat je afbeeldingen zien waarin je laat zien hoe de wereld er volgens jou op dat moment uitziet. De krant heeft ook een rubriek met een ‘alternatieve werkelijkheid’: 2050 zoals het er ook had kunnen uitzien als alternatieve scenario’s uit het begin van de eeuw waarheid waren geworden.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: laat de krant zien dat er meer visies zijn op het verloop van de bevolkingsgroei.
de vorm: is de krant met zorg gemaakt.
taalfouten: bevat de krant niet te veel taalfouten.
creativiteit: Heb je ‘out of the box’ gedacht.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Video bekijken, informatie lezen en een grafiek opstellen met daarin de bevolkingsgroei weergegeven.
Stap 2
Alleen
Vraag over het afvlakken van de groei van de wereldbevolking beantwoorden.
Benodigdheden
Chromebook, Google Docs
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1 - Wereldbevolking groeit
De wereldbevolking groeit, groeit en groeit. Steeds sneller.
Bestudeer het gedeelte in de Kennisbank Aardrijkskunde over de omvang van de bevolking.
De wereldbevolking groeit al sinds het begin van de mensheid, maar het tempo waarin gaat snel omhoog. In het jaar 1810 woonden er 1 miljard mensen op aarde. 120 jaar later, in 1930, was dat aantal verdubbeld tot 2 miljard. Het 3e miljard kwam erbij in 35 jaar.
De industriële revolutie zorgde voor meer welvaart en het gevolg was een enorme babyboom. En de groei zette door.
De wereldbevolking telt 6 miljard mensen in 1999. Nog geen 12 jaar later, eind oktober 2011, verwelkomt de wereld de 7 miljardste inwoner!
De Verenigde Naties hebben berekend dat, als de bevolking in het zelfde tempo blijft groeien, de aarde in 2050 meer dan 9 miljard bewoners heeft. En ruim voor 2100 (vermoedelijk 2083) zal het aantal bewoners zijn gestegen naar 10 miljard.
Jaartal
aantal mensen
1810
1 miljard
1930
2 miljard
1965
3 miljard
1999
6 miljard
2011
7 miljard
2050
9 miljard
Opdracht
Zet de groei van de bevolking uit in een grafiek. Op de x-as zet je de jaartallen, op de y-as de bevolking. Begin met het jaar 1810 en eindig met 2083. Gebruik de gegevens uit de tekst op de vorige pagina. Wat valt op aan het tempo van de bevolkingsgroei?
Stap 2 - Het jaar 2050 (h/v)
De wereld in het jaar 2050...
Welke gevolgen de groei van de wereldbevolking zal hebben en hoe dat zal uitpakken in 2050, dat weet natuurlijk nog niemand. En de deskundigen die proberen een goede voorspelling te maken, zijn verdeeld in hun mening.
Er zijn wetenschappers die denken dat veel mensen zullen sterven ten gevolge van honger, ziekte en oorlog. Anderen, zoals Rosling (video van stap 1), zijn optimistischer over de ontwikkelingen en denken dat het mee kan vallen.
Economische gevolgen
Het bevolkingscijfer in Europa daalt. De bevolking op het Afrikaanse continent zal de komende 40 jaar verdubbelen. In 2050 zullen er rond de 2 miljard Afrikanen zijn. Er zijn economen die voorspellen dat Afrika deze groei economisch gezien niet aankan. De kans bestaat dat de inwoners van de armste landen in Afrika nog armer worden en dat, ook met steun van het rijke westen, de problemen niet zijn op te vangen. Maar niet alleen Afrika gaat economisch zware tijden tegemoet, ook India en China zullen steeds meer economische problemen ondervinden.
Andere wetenschappers zijn minder pessimistisch. Het is zo dat de minst ontwikkelde landen het hardst groeien, maar ook op het Afrikaanse continent stijgt de welvaart. Stijging van welvaart heeft gevolgen voor gezondheidszorg, onderwijs, voeding, enzovoort. De zuigelingensterfte neemt af en daarmee de noodzaak veel kinderen te hebben. De invloed van religie neemt af en dat heeft weer gevolgen voor abortus en anticonceptie. Kortom, het gevolg van welvaartsstijging is altijd een daling van het geboortecijfer.
In de video in stap 1 durft Hans Rosling de stelling aan dat alleen als we er in slagen de kindersterfte terug te dringen, de groei van de wereldbevolking zal afvlakken.
Vraag
Leg uit hoe het kan dat de groei van de wereldbevolking kan afvlakken als we er in slagen de kindersterfte terug te dringen, als we meer mensen in leven kunnen houden.
Bevolking in beeld
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot in smartamp een wereldkaart bewerkt met foto’s, illustraties en tekst (headlines). Hieruit blijkt dat je weet waar er wereldwijd veel/weinig mensen wonen en welke fysische factoren daar een invloed op hebben. De foto’s en/of illustraties mag je van internet halen of mogen van jezelf zijn (bijvoorbeeld van een vakantie). Denk er hierbij aan dat je de begrippen (waar mogelijk) uitbeeld.
In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: laat het eindproduct zien dat je begrepen hebt welke natuurlijke factoren van invloed zijn op de bevolkingsspreiding.
de vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt.
taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten.
creativiteit: Heb je ‘out of the box’ gedacht
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Eindstap
Samen
Een wereldkaart bewerkt met foto's, illustraties en tekst maken.
Benodigdheden
Chromebook + het programma smartamp
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Global shift
Vooraf
Een eeuw geleden kwam het grootste deel van al onze benodigdheden, denk aan schoenen, kleding, apparaten en voedselproducten, uit Nederland. Het werd hier geproduceerd. Vanaf halverwege de 20e eeuw importeren we meer en meer vanuit het buitenland. Het is een gevolg van het verschuiven van economische activiteiten. In deze opdracht gaat het over de positieve en negatieve gevolgen daarvan.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen wat global shift is.
uitleggen waarom die global shift heeft plaatsgevonden.
twee gevolgen van global shift noemen voor Nederland.
enkele gevolgen van global shift noemen voor de landen waar we nu veel producten vandaan halen.
enkele manieren beschrijven waarmee mensen in Nederland actie voeren of kunnen voeren tegen negatieve gevolgen van global shift.
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht schrijf je alleen of samen met een klasgenoot een artikel (niet meer dan een half A4-tje) voor jullie schoolkrant. In dat artikel breek je een lans voor een concrete actie tegen de negatieve gevolgen van global shift. Leg uit hoe die actie kan helpen en roep andere leerlingen en ook de leerkrachten op je school op om mee te doen.
In het artikel laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: laat het artikel zien dat je weet wat de negatieve gevolgen van global shift zijn en hoe die bestreden kunnen worden.
de vorm: is het artikel met zorg gemaakt en vooral: prikkelt het artikel de lezer om zelf daadwerkelijk actie te ondernemen?
taalfouten: bevat het artikel niet te veel taalfouten.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Informatie lezen en vragen over producten afkomstig uit de hele wereld beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Vragen over de lagelonenlanden beantwoorden met behulp van het internet.
Stap 3
Alleen
Video bekijken en vragen over global shift beantwoorden.
Stap 4
Samen
Een artikel schrijven met daarin een eigen bedachte actie om de ongunstige gevolgen van global shift te beteugelen.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1 - Nederland en het buitenland
Nederland en het buitenland
Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over de internationale betrekkingen.
Producten overal vandaan
Een eeuw geleden werden de meeste producten die we nodig hadden vlakbij huis (lokaal) geproduceerd. Natuurlijk, sinds de 17e eeuw is er een wereldwijde handel ontstaan, kwamen grondstoffen en halffabricaten al uit de koloniën en werden eindproducten geëxporteerd. Maar toch, het grootste deel van onze producten werd hier gemaakt.
Dat is in de loop van de tijd wel veranderd. En vooral vanaf de tweede helft van de 20e eeuw ging het snel.
De koopwaar die op dit moment in de winkels ligt, heeft in veel gevallen een lange reis achter de rug. Sterker nog, samengestelde producten zoals computers, fietsen of auto’s zijn gemaakt van onderdelen die in alle hoeken van de wereld worden geproduceerd en in elkaar gezet. Daarna worden ze hier ingevoerd.
Kijk naar kaart F op pagina 248 van de Bosatlas (54ste editie).
Vragen
Uit welke werelddelen komen de onderdelen in de auto op deze kaart?
Zoek nu in de Bosatlas 54ste editie kaart J op pagina 53 op.
Wat betekende het voor de mensen die werken in de industrie in Nederland dat we in Nederland tussen 1900 en 2000 steeds meer producten uit het buitenland kopen en steeds minder uit Nederland zelf?
Stap 2 - Global Shift
Verschuiving van productie
Deze verandering in de werkgelegenheid in Nederland is veroorzaakt door verplaatsing van een groot deel van de industrie uit Nederland naar andere landen, vooral in Azië. Naar landen waar het arbeidsloon lager is of andere zaken, zoals belastingen of vergunningen, beter zijn voor de bedrijven.
Deze verschuiving treft niet alleen Nederland. Ook vanuit andere Europese landen en vanuit de Verenigde Staten zijn behoorlijk veel economische activiteiten verplaatst. Die verplaatsing van de productie en andere economische activiteiten noemt men global shift.
Door global shift is bijvoorbeeld de textielindustrie in Twente en rond Tilburg in de tweede helft van de vorige eeuw bijna helemaal verdwenen. Maar ook andere bedrijfstakken hebben hun productie verplaatst waarmee veel werkgelegenheid uit Nederland is verdwenen, zoals het maken van de gloeilampen bij Philips in Eindhoven.
Bedrijven die hun productie uit Nederland verplaatsen hebben daarvoor (één van) de volgende redenen:
Lage loonkosten. Producten kosten minder en kunnen tegen lagere prijzen worden verkocht. Dat levert een betere concurrentiepositie op, meer afzet en daarmee ook meer winst. We noemen de landen waarnaar de productie wordt verplaatst lagelonenlanden.
Regelgeving op het gebied van milieu. Veel landen zijn aantrekkelijk voor producenten omdat de regels omtrent afval of vervuiling van bodem, water en lucht minder streng zijn of zelfs ontbreken. In sommige gevallen zijn de regels er wel, maar ontbreekt voldoende toezicht en wordt overtreding niet of nauwelijks gestraft.
Regelgeving op het vlak van de arbeidsomstandigheden. Niet alleen het loon is lager dan in de rijke landen, ook de arbeidsomstandigheden zijn een stuk minder kostbaar. Werknemers worden vaak een stuk minder in bescherming genomen door goede wetgeving dan in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan veiligheidsmaatregelen, werktijden en vrije tijd, vakantieregelingen.
Global shift wordt in de hand gewerkt omdat de wereldhandel steeds vrijer wordt. Het wordt steeds gemakkelijker om producten die in land A gemaakt worden, te verhandelen in land B of C. In de opdracht “De wereld is een dorp” kun je er alles over vinden.
Global shift is ook steeds meer mogelijk geworden omdat transport vooral in de tweede helft van de 20e eeuw sneller, beter en goedkoper is geworden.
Positieve en negatieve gevolgen van Global shift
De globalisering van handel en productie maakt dat we in Nederland kunnen kiezen uit een overvloed aan (goedkope) etenswaren, kledingstukken, elektrische apparaten, enzovoort, uit vele landen. Bovendien helpen we veel mensen in die landen aan werk door in Nederland van die (goedkope) producten te kopen. Maar Global shift heeft ook negatieve gevolgen. Bekijk het filmpje hieronder:
Maar er zijn nog meer negatieve effecten. Er zijn maar al te veel fabrieken waar arbeiders dagen maken van tien of twaalf uur of zelfs langer. Waar ze op hun werkplek gevaar lopen of in aanraking komen met stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Er zijn fabrieken die het niet al te nauw nemen met schadelijk afval en de bodem, het oppervlaktewater of de lucht sterk vervuilen.
Tenslotte is het ransport milieubelastend. Schepen, vliegtuigen, vrachtauto’s en treinen stoten het broeikasgas CO2 uit (wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde) en schadelijke stoffen als fijnstof en stikstofoxiden.
Aan die negatieve gevolgen is wat te doen. Het kan op verschillende manieren.
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat het voor bedrijven aantrekkelijker maken om werk terug te halen naar Nederland dat nu in lagelonenlanden wordt gedaan. Het kan een manier zijn om werklozen die maar geen baan kunnen vinden aan werk te helpen. Om dit idee uit te voeren is geld nodig, maar dat kan worden gevonden omdat minister Asscher van Sociale zaken en Werkgelegenheid 600 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld om mensen zonder baan aan werk te helpen. Een deel van dat bedrag kan worden gebruikt om bedrijven aan te moedigen om werk terug te halen uit lagelonenlanden.
Een ander initiatief komt uit de landbouwsector, waar steeds meer producenten rechtstreeks aan lokale winkels en consumenten leveren. Het idee erachter is dat groenten en fruit vooral niet te ver moeten reizen. Dat scheelt energie. Lokale producten die worden gegeten in het teeltseizoen belasten het milieu ook een stuk minder. Groenten die in kassen worden verbouwd, vragen veel meer energie dan groenten van de koude grond.
Zo is er het ‘Platform Aarde Boer Consument’ dat streeft naar een ander landbouwbeleid, naar korte ketens en naar het kopen van milieuvriendelijk geteelde producten bij Buurman Boer.
Tenslotte kun je in verschillende winkels “eerlijke” artikelen kopen. Artikelen die gemaakt zijn voor een eerlijk loon en bij bedrijven die het milieu niet of nauwelijks vervuilen. Deze artikelen zijn herkenbaar aan een keurmerk zoals het FSC-keurmerk (voor eerlijk hout) of het Fair Trade-keurmerk van Max Havelaar.
Beantwoord nu de vragen hieronder.
Vragen
Wat voor negatief gevolg van Global shift help je bestrijden als je “eerlijke” kleding uit het buitenland koopt?
En welk negatief gevolg juist niet?
Stap 4 - Toets
Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Global shift'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Eindproduct
Bedenk een actie om de ongunstige gevolgen van global shift te beteugelen en schrijf er een artikel over voor de schoolkrant (van maximaal een half A4-tje). Vermeld in het artikel welke misstand, die door global shift wordt veroorzaakt, jullie willen bestrijden. Roep andere leerlingen en de leerkrachten van je school op om zich bij die actie aan te sluiten.
Hieronder volgen een paar suggesties voor mogelijke acties, maar een eigen idee is altijd beter:
Zoek bedrijven of organisaties die de verkoop van lokale producten en/of seizoensproducten promoten en leg uit waarom je dat een goed initiatief vindt;
Beschrijf enkele keurmerken van “eerlijke” producten en leg uit waarom het goed is om op dergelijke keurmerken te letten bij de aankoop van artikelen. (Tip: zoek deze keurmerken met Google afbeeldingen en de zoektermen “keurmerken” en “eerlijke handel”.)
Beschrijf winkels die “eerlijke” producten te koop aanbieden en leg uit waarom het goed is om voortaan juist in die winkels spullen te kopen.
Leg uit waarom je beter boontjes uit Nederland kunt eten dan boontjes uit bijvoorbeeld Egypte of een ander ver land.
Bedenk welk Nederlands bedrijf nu de productie laat doen in een lagelonenland. Leg uit waarom en voor wie het beter is dat het bedrijf dit werk voortaan in Nederland laat doen. Roep leerlingen en leerkrachten op om brieven te schrijven naar dat bedrijf met het dringende verzoek om de productie terug te halen.
Klaar?
Lever je artikel in via Google Classroom en laat je artikel beoordelen door jullie docent.
Protectionisme
Maatregelen die een land kan nemen om de bedrijven in dit land te beschermen tegen internationale concurrentie.
Europese Unie
Een vereniging van Europese landen die er samen voor moeten zorgen dat alles binnen deze Unie eerlijk verloopt.
Vrijhandel
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen kunnen producten tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.
Globalisering/Mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
Massaproductie
De productie van grote hoeveelheden standaardproducten (dezelfde producten).
Multinational
De naam voor een bedrijf die zowel goederen als diensten in meerdere landen produceert en verkoopt.
Afzetmarkt
Het gebied waarin de bedrijven en consumenten zijn gevestigd die een product willen kopen.
Schaalvergroting
Het groeien van bedrijven om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te verhogen.
Global shift
Het verplaatsen van het economisch zwaartepunt (vooral productie) van de wereld van het gebied rondom de Atlantische Oceaan (de westerse wereld) naar het gebied rondom de Grote Oceaan (Azië).
Wereldwandeltocht
Vooraf
Hoe veel landen verwacht jij dat een spijkerbroek door heen gaat,
voordat het in Nederland over de toonbank kan gaan?
Leerdoel
Wist je dat er jaarlijks zo’n 15 miljoen spijkerbroeken in Nederland over de toonbank gaan?
Daarvan hangen er vast wel één of twee bij jou in de kledingkast.
Die 15 miljoen broeken worden niet in Nederland gemaakt. Voordat jij ermee thuis komt,
hebben ze al een hele reis achter de rug. Het verbouwen van de grondstof,
het weven van de stof, het in elkaar zetten, wassen en bleken:
alles gebeurt op verschillende plekken in "global village".
Dit gesleep heeft alles te maken met de goedkope transportprijzen in het vlieg en scheepsverkeer, en de lage lonen in ontwikkkelingslanden.
In deze opdracht onderzoek je welke weg een product aflegt van producent naar consument.
Eindproduct
Presentatie van de bedrijfskolom (via een zgn. wereldwandeltocht) van een gebruiksproduct en de verschillen aangeven tussen hoe en waarvan dat product vroeger werd gemaakt en nu. Leerlingen kunnen kiezen uit één van deze onderwerpen:
schoenen (bijvoorbeeld een sportschoen)
kleding
voedselproducten (groente/fruit etc. of pre-fab-voedsel)
auto
fiets
telefoon
Beoordeling:
Individuele beoordeling:
Heb je een zorgvuldig antwoord gegeven op de vraag:
Hoe zit de bedrijfskolom van een spijkerbroek eruit?
Heb je correct antwoord gegeven op de vraag:
Waarom zit de bedrijfskolom van een spijkerbroek er zo uit?
Groepsbeoordeling:
Is de informatie in het item duidelijk uitgelegd?
Is het item zorgvuldig samengesteld: taal/vormgeving?
Is het item origineel uitgewerkt?
Aan het eind van de opdracht kunnen jullie:
uitleggen waarom Nederland producten importeert;
uitleggen wat een bedrijfskolom is;
de schakels in een bedrijfskolom in beeld brengen.
Alleen of samen?
Dit is een opdracht die je in tweetallen doet.
Benodigdheden:
Chromebook (Google Docs, Google Presentaties, SMART amp of Prezi).
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Brainstormronde
Schrijf in je logboek op wat en wie nodig zijn om een spijkerbroek te kunnen produceren.
Stel de volgende vragen:
Welke materialen zijn er in verwerkt?
Waar denk je dat deze materialen vandaan komen?
En in welke landen is er aan het product gewerkt?
Wie heeft er aan het product gewerkt?
Wie moet er aan het product verdienen?
Welke gevolgen heeft de productie van het product op het milieu?
Je hoeft de vragen niet nauwkeurig te beantwoorden.
Het gaat erom dat je een idee krijgt hoe internationaal –zeg mondiaal- jullie product is.
Stap3
Lees de onderstaande tekst. Kun je de lijst die je hebt gemaakt hiermee aanvullen?
VOORBEELD:
De wereldreis gaat bijvoorbeeld als volgt:
De ontwerpers van Strauss & Co ontwerpen een model voor de Europese markt.
Het ontwerp en de werktekening worden per fax en E-mail naar de productie-eenheid in de Filippijnen gestuurd.
Het katoen wordt in Kazachstan of India geoogst en naar China verstuurd.
Daar wordt er katoengaren van gesponnen.
Terug in de Filippijnen wordt het garen met de specifieke indigokleuren
(soort blauw) geverfd.
De natuurlijke kleur komt van het plantje Indigofera tinctora,
dat oorspronkelijk uit India komt.
Na het weven gaat het garen naar Polen om daar tot rollen stof te worden geweven.
De rollen stof, binnenvoering, knopen,
ritsen en dergelijke worden naar de Filippijnen gestuurd waar naaisters de broeken in elkaar zetten.
Binnenvoering en het label komen uit Frankrijk naar de Phillipijnen.
De laatste behandeling is het bleken met puimsteen.
Deze behandeling vindt in Griekenland plaats en geeft de broek de typisch versleten look
De broek wordt verkocht in Nederland.
Als het model uit de mode is, geef je het aan een liefdadigheidsorganisatie die kleding voor arme landen inzamelt.
Je broek gaat vervolgens per schip en vrachtwagen naar Afrika.
Daar belandt de broek -bijvoorbeeld- op de lokale markt in Oeganda.
Ga op zoek naar extra informatie over aspecten die met de bedrijfskolom van een spijkerbroek te maken hebben.
Bijvoorbeeld over de arbeidsomstandigheden in ateliers of over milieuaspecten van produceren.
Op de onderstaande websites kun je meer informatie over de productie van kleding vinden:
Eindproduct
Je gaat je onderzoek maken in een Google Presentatie, Prezi, Google Doc of SMART amp workspace. Deze deel je met je groepslid en met je docent.
Zorg ervoor dat je in het item duidelijk de wereldwandeltocht (waar alles vandaan komt etc. of de zgn. bedrijfskolom) van jullie product in beeld en kaart brengt.
VWO: Geef daarnaast een verklaring waarom de bedrijfskolom zo in elkaar zit.
Het arrangement Globalisering en de snel veranderende wereld is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VMBO theoretische leerweg, 1;
HAVO 1;
VWO 1;
Leerinhoud en doelen
Global shift;
Globalisering;
Kennis en beeldvorming over ontwikkelingsgebieden op mondiaal niveau;
Aardrijkskunde;
Infrastructuur en transport in Nederland;
Ontwikkelingsgebieden;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
communicatie, globalisering, mondiale arbeidsverdeling, technologie, wereldvoedselprobleem
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Spreiding bevolking
Global shift
Bedrijfskolom
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.