thema en leerdoel
taal
Je kent de Griekse letters. Nu is het de bedoeling, dat je vlot Grieks leert lezen (hardop) en dat je ook weet wat er staat. Daarvoor heb je woordkennis nodig. Bovendien werkt het Grieks met naamvallen: aan de vorm van een woord kun je bij voorbeeld zien of het woord onderwerp is of lijdend voorwerp. Je moet dus ook weten hoe de vorm van een woord kan veranderen.
Leerdoel:
1.Grieks hardop kunnen lezen
2.woordbetekenissen van les 3 A t/m C kennen
3.naamvallen van les 3B kennen en kunnen toepassen bij het vertalen van een nieuw stuk Griekse tekst.
cultuur
Het thema van module 2 is toekomst. Bij Grieks gaan we kijken naar de held in de toekomst. We beginnen bij de Griekse held Herakles en zoeken uit waarom de oude Grieken hem nu een held vonden. Dan kijken we naar helden van nu, in film, game, boek of andere media, net wat jou interesseert. En tenslotte fantaseren we over de eigenschappen en prestaties van helden in de toekomst.
Het leerdoel is dus: erachter komen wanneer iemand een held is en of dat in alle tijden hetzelfde is.
afronding module
taal
Wat moet je laten zien aan het eind van de module?
1.woordjestest: alle woordjes van les 3 A t/m C van Grieks naar Nederlands. Je krijgt 15 woordjes en mag er 3 fout hebben.
2.naamvallentest: hierbij leer je de rijtjes van les 3B: de Griekse woorden voor strijd, streek, zee, meester, slaaf en dier.
nominativus=onderwerp
genitivus=van.......
dativus=aan/voor
accusativus=lijdend voorwerp
Ik vraag bij voorbeeld "van het dier", dan schrijf jij in het Grieks het woord voor "dier" op, maar dan wel in de naamval genitivus. Je krijgt 10 vormen. Er mogen 2 fouten in zitten.
3.verhaaltje vertalen Als je de woordjes goed kent en de naamvallen begrijpt, kun je een Grieks verhaaltje omzetten in het Nederlands. Als je les 3C helemaal afhebt, krijg je een nieuw stukje Grieks om om te zetten in het Nederlands. Dit hoeft niet foutloos te zijn. Ik moet wel kunnen zien of je het Griekse taalsysteem voldoende begrijpt en of je de kennis van woordjes en naamvallen goed kunt toepassen.
cultuur
Jullie maken groepjes van drie personen. Eerst gaan jullie samen overleggen welke personen in jullie ogen een held zijn. Je noteert de kwaliteiten en eigenschappen van deze mensen op. Daarna splitsen jullie de taken op. Eén persoon gaat een lijstje maken van de twaalf werken van Herakles en schrijft kort de taak van Herakles op en de eigenschappen/kwaliteiten waarmee Herakles de taak heeft kunnen volbrengen. Eén persoon zoekt een film, stripverhaal, game of iets anders uit van een moderne held en doet daarvoor hetzelfde: welke heldendaden moet de held uitvoeren en welke eigenschappen/kwaliteiten heeft hij daarvoor nodig. De derde persoon beschrijft hoe de wereld er over 100 jaar uitziet, wat voor problemen er dan zijn en wat voor mensen dan als held beschouwd worden. Tot slot verwerk je samen alles in een korte presentatie, waarbij je jouw conclusie over het leerdoel formuleert: zijn helden door de eeuwen heen hetzelfde of niet? De vorm van de presentatie is helemaal vrij, maar je overlegt wel van te voren met de docent. De opdracht is voldoende uitgevoerd, als jullie de eindconclusie goed baseren op het onderzoek en alle drie de leden van het groepje een aantoonbaar deel van de conclusie hebben aangeleverd.
instructie
taal en cultuur
Let op: alle testen en presentaties mag je ook eerder doen.
week 45: Grieks lezen oefenen aan de hand van tekst 3a TIP: bij de digitale methode Pallas worden de teksten in het Grieks voorgelezen. Luister daarnaar. Uitleg van vorm en gebruik van alle naamvallen (zie grammatica les 3B)
week 46: Oefenen met naamvallen in tekst 3A en 3B
week 47: Zelfwerkzaamheid: aan het eind van de les moeten de taaloefeningen van 3A en 3B af zijn en tekst 3A moet vertaald zijn. Ga verder elkaar woordjes van 3A overhoren of maak er kaartjes bij (ene kant Grieks, andere kant Nederlands).
week 48: Uitleg grammatica les 3C. Grammaticatest over grammatica les 3B. Uitleg bij de cultuuropdracht. Tips bij leren woorden van les 3B.
week 49: Tips bij leren woorden les 3C. Woordjes van les 3A,B,C gebruiken om naamvallen te oefenen. Uitleg vertaalstrategie: hoe pak je nu het beste zo'n Griekse zin aan.
week 50: Woordjestest les 3A en B. Mogelijkheid om grammaticatest nog eens te doen.
week 51: Woordjestest les 3C. Presentatie eindconclusie cultuuropdracht.
week 2: Mogelijkheid om woordjestesten nog eens te doen. Oefentest vertalen Griekse tekst. Wie dit goed doet, kan in de toetsweek verder met module 3.
week 3: vertaaltest.
werktijd
taal en cultuur
De opdracht voor cultuur vind je onder het kopje afronding module. Bij moderne films kun je denken aan heldenfilms van Marvel of DC.
Wat je voor taal moet doen, vind je in de digitale methode (let op: alleen inloggen via SOM).
Onder het kopje "instructie" kun je zien wat we in de les bespreken en wanneer de testen zijn.
Hier staan alle opdrachten die aan het eind van de module af moeten zijn. Je plant helemaal zelf. Als je dat moeilijk vindt, help ik je graag. Alle opdrachten kun je digitaal zelf nakijken. Soms heb ik dat uitgezet. Dan moet je de opdracht digitaal bij mij inleveren en krijg je feedback.
Je maakt:
taaloefeningen 3A (zelf nakijken)
taaloefeningen 3B (digitaal inleveren)
taaloefeningen 3C (zelf nakijken)
ontleedopdracht 3C (digitaal inleveren)
Je vertaalt de teksten 3A, 3B en 3C.
Vergeet niet te leren voor de woordjestesten en de grammaticatest.