Veel mensen in de rijke landen zijn bereid om een deel van hun inkomen af te staan om de situatie in ontwikkelingslanden te verbeteren. In deze opdracht kijk je naar verschillende manieren waarop rijke landen zoals Nederland ontwikkelingslanden ondersteunen en naar een aantal organisaties die hier bij betrokken zijn.
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip ontwikkelingssamenwerking omschrijven;
met behulp van een voorbeeld het verschil uitleggen tussen noodhulp en structuele samenwerking;
met behulp van een voorbeeld het verschil uitleggen tussen gebonden en ongebonden samenwerking;
met behulp van een voorbeeld het verschil uitleggen tussen bilaterale en multilaterale samenwerking;
een voorbeeld noemen van een NGO;
het Nederlandse ontwikkelingsbeleid omschrijven;
Eindproduct
Je maakt een infographic waarin je duidelijk maakt welke vormen van ontwikkelingssamenwerking er zijn.
Beoordeling
Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling als jullie schema duidelijk maakt:
wat de kenmerken zijn van Nederlands ontwikkelingsbeleid;
wat het verschil is tussen noodhulp en structurele samenwerking;
wat het verschil is tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking;
wat het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking;
dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Samen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over ontwikkelingssamenwerking.
Stap 2
Alleen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over ontwikkelingssamenwerking.
Stap 3
Alleen
Informatie opdoen op de websites van Artsen zonder grenzen en Plan Nederland.
Stap 4
Alleen + Samen
Informatie lezen en vragen beantwoorden over Nederlands ontwikkelingsbeleid.
Stap 5
Alleen
Toets maken.
Stap 6
Samen
Infographic over ontwikkelingssamenwerking maken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor de opdrachten in dit onderwerp heb je ongeveer 2 1/2 uur nodig.
Stap 1
Ontwikkelingssamenwerking
Opdracht:
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden. Door middel van deze samenwerking willen rijke landen de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden verbeteren.
Bespreek met een klasgenoot wat jullie samen al weten over ontwikkelingssamenwerking.
Kun je bedenken welke verschillende vormen er zijn van ontwikkelingssamenwerking?
Welke partijen zijn betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Ken je hier voorbeelden van?
Is er een verschil tussen ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingshulp?
Probeer al brainstormend zoveel mogelijk woorden te bedenken die te maken hebben met ontwikkelingssamenwerking. Gebruik hier een mindmap bij.
Hoe je een mindmap maakt en welke ICT-tools je hierbij kan gebruiken, is te lezen in de gereedschapskist.
Stap 2
Soorten ontwikkelingssamenwerking
Opdracht:
Ontwikkelingssamenwerking kun je op verschillende manieren indelen.
Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel over ontwikkelingssamenwerking.
Hieronder zie je aantal voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking.
Na de tsunami in Zuidoost-Azië is er in Nederland geld opgehaald voor de slachtoffers van de ramp. Met het opgehaalde geld konden mensen die hun huis kwijt waren geraakt, in tenten opgevangen worden.
De UNHCR is de VN-organisatie voor vluchtelingen. Nederland steunt samen met andere landen de UNHCR. In Syrië is oorlog. Steden en dorpen liggen in puin en veel mensen zijn op de vlucht. Deze internationale vluchtelingenorganisatie coördineert noodhulp in de regio.
In de Filippijnen wonen ruim 100 miljoen mensen. Als de bevolking zo blijft groeien als de laatste jaren, wonen er in 2025 meer dan 150 miljoen mensen in de Filippijnen. Nederland heeft in de Filippijnen projecten financieel ondersteund die geboortebeperking tot doel hebben.
Nederland helpt landen die hun armoedeproblemen niet zelf kunnen oplossen. Bijvoorbeeld een land waar oorlog is geweest zoals Afganistan. Met Nederlandse steun zijn in de Afghaanse provincie Uruzgan scholen hersteld en bijgebouwd.
Bij welk voorbeeld is er sprake van incidentele ontwikkelingssamenwerking? Bij welk voorbeeld van structurele ontwikkelingssamenwerking? En bij welk voorbeeld spreek je van bilaterale of van mulitilaterale samenwerking?
Stap 3
Artsen zonder grenzen en Plan Nederland
Opdracht:
Bezoek de websites van de ontwikkelingsorganisaties Artsen zonder grenzen en van Plan Nederland.
Werk met een klasgenoot samen.
Bekijk de website van beide organisaties en zoek uit:
Wat doen ze?
Gaat het om noodhulp of structurele hulp?
Is het gebonden of ongebonden hulp?
Zijn het NGO’s?
Hoe komen de organisaties aan geld voor ontwikkelingssamenwerking?
Stap 4
Nederlands beleid
Opdracht:
Lees deze tekst:
Nederlands ontwikkelingsgeld
In de begroting van de Nederlandse regering is een bedrag opgenomen voor ontwikkelingssamenwerking. Binnen de Europese Unie (EU) is afgesproken dat elke lidstaat 0,7% van het Bruto Nationaal Product (bnp) besteedt aan ontwikkelingshulp. Ongeveer de helft van de ontwikkelingsgelden gaat naar ontwikkelingslanden en organisaties als de Verenigde Naties. De rest gaat als subsidies naar onder meer bedrijven en maatschappelijke organisaties. Bijvoorbeeld om in ontwikkelingslanden wegen te bouwen en ziektes als aids en malaria te bestrijden.
Met het budget voor ontwikkelingssamenwerking wil Nederland het volgende bereiken:
het uitbannen van extreme armoede in één generatie;
wereldwijde duurzame groei waarbij ook de armste groepen meedoen en meeprofiteren;
succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland.
De EU heeft met de lidstaten afgesproken dat er geld gaat naar ontwikkelingssamenwerking.
Bespreek met elkaar. Vind je het terecht dat Nederland bijdraagt aan de ontwikkeling van arme landen? Schrijf redenen op waarom Nederland aan ontwikkelingssamenwerking moet doen. Zijn er ook redenen te bedenken waarom niet?
Lees deze tekst:
Ondernemen in ontwikkelingslanden
Sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw richt Nederland zich steeds meer op ontwikkelingssamenwerking in combinatie met handel. Ook de huidige regering combineert bij ontwikkelingssamenwerking hulp, handel en investeringen. De Nederlandse overheid ziet economische groei als een belangrijk middel in de strijd tegen armoede en honger in ontwikkelingslanden.
De Rijksoverheid stimuleert het Nederlands bedrijfsleven om in ontwikkelingslanden te ondernemen. Ook ondersteunt Nederland bedrijven in landen zelf. De Nederlandse handel in goederen met ontwikkelingslanden is het afgelopen decennium verdrievoudigd. De Nederlandse ontwikkelingshulp nam daarentegen af.
In een uitgave uit 2013 van de Rijksoverheid over ontwikkelingssamenwerking staat deze uitspraak:
“Extreme armoede bestrijden we uit solidariteit met mensen. Handel en investeringen stimuleren we vooral uit eigenbelang. Waar hulp en handel elkaar raken, handelen we zowel uit solidariteit als uit welbegrepen eigenbelang. Waar zulke uiteenlopende motieven een rol spelen, kunnen spanningen ontstaan.”
Bespreek met elkaar:
Wat bedoelt de schrijver van deze tekst als hij zegt dat de uiteenlopende motieven spanningen kunnen veroorzaken?
Nederlandse bedrijven handelen met ontwikkelingslanden.
Bespreek met elkaar: Welk gevolg kan dit hebben voor de bedrijven in die landen zelf?
Nederland richt zich in zijn beleid op handel in combinatie met hulp. Op welke manier kan de handel met een arm land het land verder helpen?
Stap 5
Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Ontwikkelingssamenwerking'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Eindproduct
Een infographic is een goede manier om gegevens op een overzichtelijke manier in beeld te brengen. Hoe je zo’n infographic maakt, zie je in de gereedschapskist.
Als eindproduct van deze opdracht maken jullie een infographic waarin jullie duidelijk maken welke vormen van ontwikkelingssamenwerking er zijn.
In de infographic laten jullie zien:
De pijlers van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking.
Het verschil tussen noodhulp en structurele samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Het verschil tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Welke verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking. Geef ook voorbeelden.
Klaar?
Laat de infographic beoordelen door jullie docent.
Begrippenlijst
Ontwikkelingssamenwerking
De samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden. Het doel van de samenwerking is de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden verbeteren.
Het arrangement Ontwikkelingssamenwerking hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Auteur Kunskapsskolan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/76066/Ontwikkelingssamenwerking__hv123
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Arm en rijk;
Kennis en beeldvorming over ontwikkelingsgebieden op mondiaal niveau;
Aardrijkskunde;
Ontwikkelingsgebieden;
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/76066/Ontwikkelingssamenwerking__hv123
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ontwikkelingssamenwerking
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.