The present simple and the present continuous

The present simple and the present continuous

Welcome

Welcome students!

In dit arrangement ga je leren over 2 tijdsvormen in het Engels en hoe ze van elkaar verschillen. Namelijk de Present Simple en de Present Continuous. Lees eerst de kopjes met theorie goed door zodat je het echt begrijpt. Daarna kun je gaan oefenen en de formatieve toets maken. Kijk daarna nog even de kennisclip om de laatste puntjes op de I te zetten voor je de eindtoets maakt.

De lesdoelen van dit arrangement zijn:
1. Na dit arrangement begrijpen de leerlingen de present simple en hoe ze een zin ermee kunnen maken.
2. Na dit arrangement begrijpen de leerlingen de present continuous en hoe ze een zin ermee kunnen maken.
3. Na dit arrangement kunnen de leerlingen aan een zin herkennen of hij in de present simple of de present continuous staat.

Veel succes en plezier met leren!

 

The present simple

Vorm

De tegenwoordige tijd noemen we in het Engels the present simple (PS).
In dit kopje kom je erachter hoe de PS eruit ziet bij verschillende persoonsvormen en bij regelematige en onregelmatige werkwoorden.

We beginnen met het werkwoord to walk (lopen).

to walk lopen
I walk ik loop
you walk jij loopt
he/she/it walks hij/zij/het loopt
we walk wij lopen
you walk jullie lopen
they walk zij lopen


Waarschijnlijk is je wel opgevallen dat walk bijna overal hetzelfde wordt vervoegd (behalve bij he/she/it, dit staat uitgelegd onder het kopje SHIT-regel). Dit komt omdat dit een regelmatig werkwoord is. Alle regelmatige werkwoorden worden vervoegd op deze manier. Kijk hier maar naar de vervoeging van het werkwoord to listen (luisteren).

to listen luisteren
I listen ik luister
you listen jij luisterd
he/she/it listens hij/zij/het luisterd
we listen wij luisteren
you listen jullie luisteren
they listen zij luisteren

 

Er zijn dus ook onregelmatige werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die er meestal niet hetzelfde uitzien als je ze vervoegd en hun eigen vorm hebben. Dit betekend dus dat je ze uit je hoofd moet leren. de belangrijkste onregelmatige werkwoorden die je moet weten zijn to be (zijn) en to have (hebben).

to be zijn
I am ik ben
you are jij bent
he/she/it is hij/zij/het is
we are wij zijn
you are jullie zijn
they are zij zijn

 

to have hebben
I have ik heb
you have jij hebt
he/she/it has hij/zij/het heeft
we have wij hebben
you have jullie hebben
they have zij hebben

 

de SHIT-regel

Misschien was het je al opgevallen in het vorige kopje; in de PS bij de derde persoon enkelvoud (he/she/it) komt er een -s achter de stam van het werkwoord.
Als we weer het werkwoord to walk nemen.

to walk lopen
I walk ik loop
you walk jij loopt
he/she/it walks hij/zij/het loopt
we walk wij lopen
you walk jullie lopen
they walk zij lopen


Je ziet dat er bij 'hij loopt' een -s achter de stam komt. De stam van het werkwoord in het Engels is altijd het hele werkwoord. Voor lopen is dat 'to walk' dus dan wordt het: he walk + s = he walks.
Bij het werkwoord luisteren is het hele werkwoord/de stam 'to listen'. De he/she/it vorm wordt dus... he/she/it listens!

Dit noemen we de SHIT-regel.
S - She
H - He
IT - It
Als je dat onthoudt zal je nooit meer vergeten een -s te schrijven achter de derde persoon enkelvoud in de PS.  

Wanneer gebruik je de PS

We gebruiken de PS wanneer we het hebben over:
- feiten --> This book has a red color.
Dit is een feit, iedereen kan zien dat het boek rood is dus gebruik je de PS.


- gewoonten --> Bart always bites his nails.
Dit is een gewoonte, het is iets wat Bart heel vaak doet maar er zit niet per se een routine in. In dat geval gebruik je de PS.


- regelmatigheden --> My mom eats an apple for breakfast every wednesday morning.
Een regelmatigheid is een gewoonte met een routine. Het gebeurt bijvoorbeeld iedere woensdag, iedere ochtend, om het jaar, of zelfs om de vijf minuten. In dat geval gebruik je de PS.

Uitzonderingen

Er zijn ook een paar uitzonderingen in de PS.

Werkwoorden die eindigen op -y

- I fly to Australia tomorrow. --> He flies to Australia tomorrow.
- You try to make music. --> She tries to make music.

- We enjoy our boat a lot during summer. --> He enjoys his boat a lot during summer.
- I buy myself a present. --> She buys herself a present.

Je ziet dat in de bovenste twee zinnen er -ies achter komt en bij de onderste twee zinnen er alleen -s achter komt. Dat komt omdat er bij bovenste twee zinnen een medeklinker vóór de y staat bij het hele werkwoord (to try, to fly). Daarom gebruik je bij he, she en it tries en flies. Als er een klinker voor staat bij het hele werkwoord (to enjoy, to buy) dan hoef je niets te veranderen en kun je er gewoon een -s achter plakken.

Werkwoorden die eindigen met een sis-klank

- to kiss --> My boyfriend kisses me.
- to catch --> He catches the frisbee.
- to crash --> My brother crashes my dad's car all the time.
- to fix --> My neighbour fixes the tv.

Je ziet dat als het hele werkwoord eindigt met een sis-klank, dat je dan -es erachter plakt in de 3e persoon enkelvoud.

Werkwoorden die eindigen op -o

- to do --> He does a lot of running.
- to go --> She goes to that party.

Je ziet dat als het hele werkwoord eindigt op een -o, dat je dan ook -es erachter plakt in de 3e persoon enkelvoud.

Oefenen

Hier kun je oefenen met de Present Simple. Je moet het juiste vorm invullen in de zin dus lees de zinnen goed en denk goed na voordat je iets invult. succes!

Toets:Simple present

The present continuous

Vorm

De Present Continuous (PC) is een andere tijdsvorm in het Engels. De PC is voor alles wat NU aan het gebeuren is. In het nederlands heet het ook wel de duurvorm. Dit is hoe de PC eruit ziet:

Persoonsvorm + vorm van to be + werkwoord + ing

I + am + cook + ing

I am cooking - Ik ben aan het koken

Hier nog wat voorbeelden:

You are working
They are cooking
He is running

Om de present continuous te maken heb je dus altijd 2 werkwoorden nodig. Namelijk een vervoeging van to be + werkwoord met -ing erachter.

                  to be           werkwoord-ing
Ik...            I am             playing
Jij...            You are        walking
Hij...           He is            studying
Zij...           She is           eating
Het...          It is              hurting
Wij...          We are         swimming
Jullie...        You are        driving
Zij...           They are       travelling

 

 

Signaalwoorden

In het Engels zijn er woordjes (signaalwoorden) waarmee je herkent dat het om het NU gaat. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen. De present continuous is schuingedrukt en de signaalwoorden zijn dikgedrukt:

- I am reading the newspaper right now.
- He is laughing at me at the moment.
- Do your hear that as well? She is waking up!
- Cynthia is currently cycling to school.

Kijk dus altijd eerst naar de zin om te zien of er een signaalwoord in de zin staat want daar aan kun je gelijk zien in wat voor tijd de zin staat!

Uitzonderingen

Net zoals bij de Present Simple zijn er bij de Present Continuous ook uitzonderingen.

  • Werkwoorden die eindigen op een -e:
    - to have: He is having dinner.
    - to give: Our father is giving us many compliments.
    --> de -e verdwijnt en je plakt -ing erachter.
  • Werkwoorden die eindigen op -c:
    - to panic: She is panicking.
    --> krijgen een k erbij voor -ing
  • Werkwoorden die kort zijn, één klinker in zich hebben en waarbij maar één klemtoon mogelijk is:
    - to swap: They are swapping their Ipods, while they are listening each others music.
    - to cut: The barber is cutting her hair.
    - to stop: Look! The police is stopping that criminal.
    --> je verdubbelt de medeklinkers voor -ing.

    Let op, dit geldt niet voor werkwoorden die eindigen op één klinker en een -y.
    - We are playing some nice games.
    - She is enjoying the sunny day.
    - They are buying new clothes.
    --> je gebruikt gewoon het werkwoord en plakt er -ing achter.
  • Werkwoorden die eindigen op een l, met één klinker ervoor:
    - to travel: Mark is travelling to Canada as we speak.
    --> je verdubbelt de l.

Oefenen

Hier kun je oefenen met de Present Continuous. Het is weer een invuloefening waar je de juiste vorm in moet vullen dus lees weer goed de zin en kijk ook uit voor signaalwoorden. Succes!

Toets:Present continuous

Formatieve toets

Hier kun je de formatieve toets maken om te zien hoe ver je bent. Afhankelijk van hoe je de toets maakt weet je of je het beste nog een keer de uitleg kan herlezen en de kennisclip bekijken, door kan gaan naar de verrijkingsstof of de eindtoets al maken!

In deze toets wordt er naar zowel de present simple als de present continuous door elkaar gevraagd. Zorg dus dat je goed eerst de zin leest en kijkt naar signaalwoorden.

Heb je 6 vragen of minder goed, bekijk dan nog een keer de uitleg en kijk ook even naar de kennisclip, als je denkt dat je e rklaar voor bent ga dan door naar de eindtoets.
Heb je 7-9 vragen goed, bekijk dan de kennisclip en maak de eindtoets.
Heb je 10-12 vragen goed, ga dan door naar de eindtoets en bekijk ook de verrijkende stof even.
 

Kennisclip

Als je nog wat extra uitleg wilt of de stof nog een keer wilt herhalen kun je hier de kennisclip bekijken! Neem gerust aantekeningen als je denkt dat dat helpt. Bekijk hem ook echt want ik kan het zien op deze site als je dat niet doet. Succes!

Present Simple & Present Continuous kennisclip

Verrijkende stof

Gefeliciteerd je hebt de formatieve toets (bijna) helemaal goed!

Je begrijpt nu dus goed hoe een werkwoord in de Present Simple en de Present Continuous eruit ziet in een zin, hartstikke goed. We gaan het nu een stapje moeilijker maken. Je kunt namelijk ook zinnen maken met alletwee de tijdsvormen in 1 zin.

Dat ziet er zo uit:

I usually watch cartoons on the TV, but right now I am watching a movie.

Om het iets beter te begrijpen kijk even naar de tijdlijn hieronder.

x x x x x x x x| x x x x x x x
----------------|---------------     Present Simple
                  Now

Als de zwarte lijn de tijd is en de blauwe lijn in het midden het nu is dan zijn de rode kruisjes de Present Simple. Dit ziet er zo uit omdat de Present Simple 1 specifieke actie is die is gebeurd in het verleden maar zich zal herhalen in de toekomst. Vergeet het niet, de Present Simple gaat om gewoontes.

I usually watch cartoons on the TV

Ik kijk al lang alleen cartoons op TV en waarschijnlijk zal ik dat in de toekomst ook blijven doen want het is een gewoonte.

            ~~|~~                    
------------|----------------- 
  Present Continuous
              Now          

De rode lijntjes geven hier bij de Present Continuous aan dat het om een actie gaat die in het verleden begonnen is en nu nog steeds doorgaat.

Right now I am watching a movie

Ik ben nu een film aan het kijken, die ik wel al eerder heb opgezet.

Usually geeft aan dat het een gewoonte is --> Present Simple --> watch
Right now geeft aan dat het nu gebeurt --> Present Continuous --> I am watching

Let dus altijd goed op de signaal woorden en lees de hele zin!

Als je denkt dat je er klaar voor bent kun je doorgaan naar de eindtoets. Lees het gerust nog een keertje door als je niet helemaal zeker bent van je zaak!

Eindtoets

Hier kun je dan eindelijk de eindtoets maken. Ga nog een keer snel na wat nou de present simple en de present continuous allemaal inhield, en dan ben je er klaar voor. Klik op de link om de toets te maken. Heel veel succes!
 

Socrative eindtoets present simple en present continuous

Je bent nu aan het einde van de les! Ik kijk de toets na en dan hoor je binnenkort het cijfer van mij in de les. Kijk eerst nog even naar de lesdoelen en ga voor jezelf even na of je ze berijkt hebt.

1. Na dit arrangement begrijpen de leerlingen de present simple en hoe ze een zin ermee kunnen maken.
2. Na dit arrangement begrijpen de leerlingen de present continuous en hoe ze een zin ermee kunnen maken.
3. Na dit arrangement kunnen de leerlingen aan een zin herkennen of hij in de present simple of de present continuous staat.