De tegenwoordige tijd noemen we in het Engels the present simple (PS).
In dit kopje kom je erachter hoe de PS eruit ziet bij verschillende persoonsvormen en bij regelematige en onregelmatige werkwoorden.
We beginnen met het werkwoord to walk (lopen).
| to walk | lopen |
| I walk | ik loop |
| you walk | jij loopt |
| he/she/it walks | hij/zij/het loopt |
| we walk | wij lopen |
| you walk | jullie lopen |
| they walk | zij lopen |
Waarschijnlijk is je wel opgevallen dat walk bijna overal hetzelfde wordt vervoegd (behalve bij he/she/it, dit staat uitgelegd onder het kopje SHIT-regel). Dit komt omdat dit een regelmatig werkwoord is. Alle regelmatige werkwoorden worden vervoegd op deze manier. Kijk hier maar naar de vervoeging van het werkwoord to listen (luisteren).
| to listen | luisteren |
| I listen | ik luister |
| you listen | jij luisterd |
| he/she/it listens | hij/zij/het luisterd |
| we listen | wij luisteren |
| you listen | jullie luisteren |
| they listen | zij luisteren |
Er zijn dus ook onregelmatige werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die er meestal niet hetzelfde uitzien als je ze vervoegd en hun eigen vorm hebben. Dit betekend dus dat je ze uit je hoofd moet leren. de belangrijkste onregelmatige werkwoorden die je moet weten zijn to be (zijn) en to have (hebben).
| to be | zijn |
| I am | ik ben |
| you are | jij bent |
| he/she/it is | hij/zij/het is |
| we are | wij zijn |
| you are | jullie zijn |
| they are | zij zijn |
| to have | hebben |
| I have | ik heb |
| you have | jij hebt |
| he/she/it has | hij/zij/het heeft |
| we have | wij hebben |
| you have | jullie hebben |
| they have | zij hebben |
