Verbanden en verbindingswoorden
Een tekst bestaat vaak uit een inleiding, middenstuk en slot. Het middenstuk bestaat uit losse alinea’s. Deze alinea’s staan niet zomaar los achter elkaar. Tussen alinea’s bestaan allerlei soorten verbanden. Deze verbanden zorgen ervoor dat de verschillende alinea’s goed op elkaar aansluiten. Hieronder staan verbanden die vaak voorkomen.
- tegenstelling: in een alinea wordt een voordeel van het leven in Nederland genoemd, in de tweede alinea een nadeel.
- opsomming: in de ene alinea wordt een voordeel van het leven in Nederland genoemd, in de volgende alinea wordt nog een voordeel genoemd.
- oorzaak – gevolg: in een alinea wordt de oorzaak van vergrijzing genoemd, in de volgende alinea wordt het gevolg van vergrijzing genoemd.
- uitspraak – voorbeeld: in een alinea worden uitspraken gedaan over het leven in een dorp, in een volgende alinea worden daar voorbeelden bij gegeven.
- uitspraak – uitleg: in een alinea wordt gesteld dat er veel mensen in de randstad wonen, in de volgende alinea wordt uitgelegd hoe dat komt.
- uitspraak – uitwerking of -toelichting: in een alinea wordt een uitspraak gedaan over integratie, in de volgende alinea wordt die uitspraak verder uitgewerkt.
- verschijnsel – reden: in een alinea staat dat Nederland steeds meer overstromingen kent, in de volgende alinea wordt de reden hiervan beschreven.
- uitspraak – argument: in een alinea wordt gesteld dat Nederland te dichtbevolkt is, in de volgende alinea wordt hier een argument voor gegeven.
- argumenten – conclusie: in een of meerdere alinea’s worden argumenten gegeven, in de volgende alinea wordt een conclusie getrokken.
- doel – middel: in een alinea wordt het doel beschreven van een anti-pestcampagne, in de volgende alinea wordt verteld welke middelen er worden ingezet om dat doel te bereiken.
- samenvatting: in een alinea wordt samengevat wat er in voorgaande alinea’s is verteld.
- vergelijking: in een alinea wordt de multiculturele samenleving in Nederland beschreven, in de volgende alinea wordt het vergeleken met de multiculturele samenleving in Duitsland.
Voorbeelden van verbindingswoorden
In het volgende schema staan verbanden met voorbeelden van verbindingswoorden.
Verbanden |
Verbindingswoorden |
tijd |
toen, terwijl, voordat, nadat, wanneer, intussen, daarna |
opsomming |
en, ook, ten eerste, vervolgens, daarnaast, ten slotte |
tegenstelling |
maar, echter, toch, integendeel, in tegenstelling tot |
vergelijking |
zoals, net als, zo, evenals, soortgelijke, hetzelfde/dezelfde als |
voorbeeld/toelichting |
zo, bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan, dat blijkt uit, ter illustratie |
reden/verklaring |
want, omdat, aangezien, vanwege, immers, namelijk, wegens |
voorwaarde |
als, indien, wanneer, mits, tenzij, in geval van, voor het geval dat |
oorzaak - gevolg |
door, doordat, waardoor, te danken aan, zodoende |
samenvatting/conclusie |
dus, kortom, samengevat, al met al, daarom, vandaar dat, hieruit volgt |