Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.
Er zijn drie niveaus: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.

Meestal worden de vergrotende en overtreffende trap gevormd door '-er' respectievelijk '-st' achter een bijvoeglijk naamwoord te plaatsen. Soms verandert de spelling van het grondwoord.

  • blond - blonder - blondst
  • nieuw - nieuwer - nieuwst
  • lief - liever - liefst
  • chic - chiquer - chicst
  • raar - raarder - raarst

Soms worden woorden gesplitst:

  • drukbezocht - drukker bezocht - drukst bezocht
  • dichtbevolkt - dichter bevolkt - dichtst bevolkt


Soms wordt in de overtreffende trap 'meest gebruikt':

  • bewust - bewuster - meest bewust


Enkele woorden hebben onregelmatige trappen van vergelijking:

  • goed - beter - best
  • kwaad ('erg') - erger - ergst,
    maar: kwaad ('boos') - kwader - kwaadst
  • graag ('met plezier') - liever - liefst
  • veel - meer - meest
  • weinig - minder - minst

 

  • Het arrangement Trappen van vergelijking is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-03-19 12:57:01
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld