Lidwoord

Lidwoord

Er zijn drie lidwoorden: de, het ('t), een ('n).

De woorden ‘de’ en ‘het’ zijn bepaalde lidwoorden, ‘een’ noem je een onbepaald lidwoord.

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.

Voorbeelden:

  • De jongen loopt op de stoep.
  • Het mooie huis staat aan een drukke weg.
  • Geef hem maar 'n ijsje.
  • Hans en Inge gaan naar 't strand.
     

'Het' is in sommige gevallen geen lidwoord, maar een persoonlijk voornaamwoord.
Dat kun je zien doordat er geen zelfstandig naamwoord achter staat.

Voorbeeld:

  • Het hondje loopt weg (het = lidwoord)
  • Het  hinkt met zijn pootje (het = persoonlijk vnw)
  • Het arrangement Lidwoord is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-07-29 10:47:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld