Nederlands in het mbo

Nederlands in het mbo

Taalvaardig in je beroep

Beste student,

Op school, tijdens stage en straks in je beroep of vervolgopleiding wil je niet bekend staan als iemand die belabberd schrijft, leest, luistert, spreekt of gesprekken voert. Ook heb je taal nodig om beter te worden in je beroep. Denk bijvoorbeeld aan het lezen en leren van theorie of het voeren van een gesprek met je begeleider.

Daarom wordt er tijdens de lessen Nederlands (maar ook tijdens andere lessen en stage) aandacht besteed aan jouw taalvaardigheid.

In leerjaar 1 volg je lessen Nederlands en houd je een online taalportfolio bij om jouw taalontwikkeling vast te leggen. In leerjaar 2 en 3 doe je examen in Nederlands.

Wat je precies kunt verwachten en hoe het werkt, lees je op deze website.

Veel succes met jouw taalontwikkeling!

 

 

 

Lessen en examens Nederlands

In leerjaar 1 en 2 krijg je elke periode Nederlands, in leerjaar 3 nog één periode. De uitstroom Onderwijsassistent heeft in leerjaar 3 nog twee periodes Nederlands.
In leerjaar 1 en 2 krijg je elke periode Nederlands, in leerjaar 3 nog één periode. De uitstroom Onderwijsassistent heeft in leerjaar 3 nog twee periodes Nederlands.

Examens en eindcijfer

Als je halverwege je mbo-opleiding bent, doe je examen in Nederlands:

- centraal examen Lezen en luisteren in leerjaar 2

- instellingsexamen Schrijven in leerjaar 2

- instellingsexamen Gesprekken voeren in leerjaar 2

- instellingsexamen Spreken in leerjaar 3

Op mbo-niveau 3 doe je examen op taalniveau 2F, op mbo-niveau 4 op taalniveau 3F.

Alle examens moeten persoonlijk voor je worden aangevraagd en worden in overleg met je docent Nederlands ingepland.

Het centraal examen maak je op de locatie Admiraal de Ruyter van het Alfa-college.

De instellingsexamens maak je op je eigen locatie (vaak tijdens de les).

 

Jouw examencijfers worden als volgt gemiddeld en berekend:

 

 

Het eindcijfer vind je als afgerond (heel) cijfer terug op je diploma.
Het eindcijfer vind je als afgerond (heel) cijfer terug op je diploma.

Nederlands in leerjaar 1

 

In leerjaar 1 volg je vier periodes lessen Nederlands. In elk periode staat een andere taalvaardigheid centraal:

Daarnaast werken we ook aan je woordenschat. Hoe meer woorden je kent, hoe sneller je teksten en anderen begrijpt, hoe slimmer je wordt.

Tijdens de lessen krijg je uitleg en oefening om jouw taalvaardigheid te ontwikkelen.

Om deze taalontwikkeling aan te tonen, bewaar je sommige opdrachten en bewijzen in een online taalportfolio, zie uitleg Taalportfolio in het menu.

Elke periode wordt afgesloten met een toets. De taalvaardigheid die in die periode centraal staat wordt beoordeeld met een cijfer.

 

 

 

 

 

 

Instructie Taalportfolio

Om jouw taalontwikkeling te kunnen volgen, stop je elke periode opdrachten en andere bewijzen in je online taalportfolio dat je via OneDrive bijhoudt. Dit online taalportfolio deel je via OneDrive (digitaal) met je docent, zie instructie.

Per periode ligt vast welke bewijzen er minimaal in het taalportfolio moeten zitten, maar je mag ook altijd zelf bewijzen toevoegen die aantonen dat je taalvaardig bent. Kijk dan wel of het bewijs bij de taalvaardigheid past die centraal staat.

Aan het eind van elke periode checkt je docent Nederlands of jouw taalportfolio compleet is: zitten alle bewijzen erin? Pas als het taalportfolio compleet is, zal je docent jouw cijfer behaald op de toets registreren in Eduarte. Bij een incompleet portfolio mag je dus wel de toets maken, maar krijg je pas je cijfer te horen als:

- je alles af;

- alles is terug te vinden in OneDrive;

- je docent een link heeft ontvangen.

Zorg dat je bovenstaande op tijd checkt, dit is jouw verantwoordelijkheid.

 

Hoe je een taalportfolio in OneDrive maakt, bestanden opslaat en je taalportfolio deelt, lees je hier: 

Periode 1 - Schrijfvaardigheid

In periode 1 staat schrijfvaardigheid centraal. Hoe schrijf je: 

doelgericht, publieksgericht, leesbaar, samenhangend en wervend?

Bij deze onderwerpen horen onderstaande opdrachten die je moet uitwerken en bewaren in je taalportfolio:

 

Periode 2 - Taalverzorging

 

In periode 2 staat taalverzorging centraal.

Het woord zegt het al: de taal die je schrijft of spreekt, moet verzorgd zijn. Daarom wordt in deze periode aandacht besteed aan werkwoordspelling en stijl (de taal op de juiste manier gebruiken).

Bij deze onderwerpen horen oefeningen die je maakt op de website Studiemeter. We werken met de methode ViaStarttaal online. Inloggen kan via AlfaConnect, klik in de wafel op Bundle, klik op Mijn aankopen en klik op ViaStarttaal online.

 

Oefeningen maken

Maak in periode 2 de oefeningen van onderstaande onderdelen. Sommige onderdelen kun je afronden met een deeltoets, andere niet. De deeltoets gaat open als je op een bepaald aantal oefeningen een voldoende hebt behaald. Als er geen deeltoets is, maak je alle oefeningen.

 

 

 

 

Bewaren in taalportfolio

Heb je de oefenonderdelen werkwoordspelling en stijl op 2F en 3F af? Maak schermafbeeldingen (print screen) waarop jouw naam en het resultaat zichtbaar zijn en bewaar deze in je taalportfolio (mapje periode 2).

 

Voorbeeld schermafbeelding van iemand die op 2F het onderdeel Stijl af heeft:

Uitleg Taalverzorging

Periode 3 - Leesvaardigheid

In periode 3 staat leesvaardigheid centraal: het lezen van teksten, maar ook het lezen van een leesboek. In de lessen wordt tijd ingeruimd om vrij te lezen.

 

In de komende periode lees je minimaal één leesboek naar keuze. Bij dat boek maak je ten minste één opdracht. Je docent geeft aan hoe je de opdracht inlevert.

 

De uitleg van de opdrachten staat per opdracht aan de linkerkant van het scherm.

 

Veel plezier met lezen en het maken van de opdracht!

 

Catalogus boeken mediatheek
Zoek eventueel via de online catalogus van de mediatheek naar een boek.

Song schrijven

Bij deze opdracht ben je zelf een songwrite­­­r.

1. Schrijf een songtekst gebaseerd op gebeurtenissen uit het verhaal. 

2. Leg uit waarom je vindt dat het lied goed past bij het verhaal. Verantwoord de keuzes van je teksten.

3. Maak de song op in bijvoorbeeld Canva of Word. Je mag het lied ook op een andere manier laten zien (muziek, film, etc.)

 

Tip: denk aan een bestaand liedje en pas de tekst aan

Brief schrijven aan de hoofdpersoon

Eis: minimaal 150 woorden

In deze periode ga je een boek gelezen. Als afsluiting schrijf je een brief aan de hoofdpersoon van jouw boek. Hierin moet duidelijk worden wat je van deze persoon vindt. Ook moet er in te lezen zijn waar het boek over gaat.

Interview schrijven

Eis: minimaal 150 woorden

Schrijf een interview met de hoofdpersoon en werk dit uit in een artikel dat in een tijdschrift zou kunnen worden geplaatst.

Wat is een interview?

Een interview is een vraaggesprek tussen interviewer (de vragensteller) en geïnterviewde (degene die de vragen beantwoordt). Je kunt als interviewer ook meerdere personen ondervragen.

Hoe ziet een interview eruit?

Een uitgewerkt interview heeft één of meerdere personen als onderwerp. De tekst heeft een duidelijke kop. Ook staat er vaak een foto bij van de geïnterviewde. Soms zie je in interviews 'quotes', uitspraken van de geïnterviewde staan. Je kunt een quote ook gebruiken als kop.

Voorbeeld van een interview met de opbouw 'vraag-antwoord'
Voorbeeld van een interview met de opbouw 'vraag-antwoord'

Fakebookpagina maken

Maak een fictieve Facebookpagina aan van een personage uit je boek. Doe dit met behulp van deze website: http://www.classtools.net/FB/home-page.

Uit het profiel moet je veel te weten komen over het personage, zijn vrienden, school, werk, etc. etc. Ook zet je posts op de pagina naar aanleiding van gebeurtenissen uit het boek.

1. Ga naar de website

2. Maak een naam en minstens 5 posts aan

3. Klik op Save

4. Klik op Share en kopieer de URL

5. Sla de link op

Je kan de pagina ook printen en inscannen.

Maatschappelijk probleem

Eis: minimaal 150 woorden

Door het lezen van literatuur kom je veel te weten over bepaalde maatschappelijke problemen en/of situaties. Het kan zijn dat je vooraf al een mening had over een bepaalde kwestie, maar dat je door dit boek nu een andere mening hebt. Bijvoorbeeld door de extra informatie die je ontvangen hebt of doordat je je beter kunt verplaatsen in die situatie.

1. Beschrijf het maatschappelijk probleem uit dit boek. Bijvoorbeeld: discriminatie, onderdrukking, loverboys, drugs, (cyber)pesten, oorlog, geweld. Schrijf ook op wat je zoal leest in het boek over dit probleem.

2. Daarna geef je jouw idee/mening voordat je aan het boek begon en sluit af met wat je er nu van vindt. Probeer voor jezelf helder te krijgen waardoor je kennis is toegenomen of je mening is veranderd.

Nieuws- / krantenbericht schrijven

Voorbeeld van een nieuwsbericht in het Dagblad van het Noorden
Voorbeeld van een nieuwsbericht in het Dagblad van het Noorden
Nieuwsbericht Nursing
Nieuwsbericht Nursing
Voorbeeld nieuwsbericht in het Roder Journaal
Voorbeeld nieuwsbericht in het Roder Journaal

Eis: minimaal 50 woorden per bericht

Reconstreer de gebeurtenissen uit het verhaal tot twee kranten-/nieuwsberichten. Misschien moet je je beperken tot een deel van het verhaal. Denk na voor welke soort krant je het bericht schrijft en pas de inhoud en je schrijfstijl daaraan aan. Houd dus goed je publiek in de gaten.

Wat is een nieuwsbericht?

Een nieuwsbericht kom je overal tegen, in de krant op elke pagina. Ook op internet vind je veel nieuwsberichten. Het zijn korte berichten die gaan over één onderwerp. Belangrijk is de kop, die trekt de aandacht van de lezer.

Elk nieuwsbericht geeft antwoord op de 5 w's en de h -vragen beantwoord (wie, wat, wanneer, waar, waarom en hoe?)

 

Google Nieuws
Nieuws van verschillende bronnen

NOS
Nieuwswebsite

Nu.nl
Nieuwswebsite

Tien jaar later...

Eis: minimaal 150 woorden

Een bijpersoon uit het boek blikt tien jaar na afloop van het verhaal terug op de hoofdpersoon en de belangrijkste gebeurtenissen uit het boek. Laat zien welk verschil de tijd heeft aangebracht.

Verhaal schrijven

Eis: minimaal 150 woorden

Schrijf een kort verhaal met hetzelfde thema als je gelezen boek. Je mag ook kiezen om de hoofdpersoon een ander verhaal te laten beleven. Zet hem of haar in een andere situatie en fantaseer erop los.

Recensie schrijven

Eis: 150 woorden

De afgelopen periode heb je een boek gelezen. Als afsluiting schrijf je een recensie over jouw boek. Recensies vind je bijvoorbeeld op de websites van kranten of tijdschriften. Zie hier een voorbeeld van een recensie op de site van de mediatheek onder het kopje 'Reviews'.

 

 

 

TIP: Wanneer je je recensie schrijft en plaatst op de website van de mediatheek maak je in periode 2 kans op een prijs. Je mag de recensie ook geprint inleveren in de mediatheek.

Reclamefolder

Maak een reclamefolder voor het boek. Je kunt er eentje maken in Publisher (in je Office-pakket) of via canva.com.

Vermeld in ieder geval titel / schrijver / uitgever / prijs / waar het boek te verkrijgen is en schrijf een kort stukje over het boek en over de schrijver (elk ongeveer 50 woorden en uiteraard zelf bedacht). Verwerk ook je eigen mening in de folder mét vier argumenten waarom je dat vindt.

Boektrailer maken

Voorbeeld Boektrailer

De afgelopen periode heb je voor het vak Nederlands een boek gelezen. Om te laten zien wat je hebt gelezen en wat je ervan vond maak je een eindproduct in de vorm van een boektrailer.

De boektrailer publiceer je op een kanaal via Office365 (studentenaccount). Klik op de wafel linksboven en daarna op de tegel 'Video'. Klik daarna op kanalen en klik 'Boektrailers' aan. Klik op 'uploaden' en upload je video. 

Je kan op dit kanaal ook even spieken voor voorbeelden.

TIP: Gebruik programma's als Powerpoint, Flipagram, etc om video's te maken.

Bekijk dit filmpje om te zien hoe je een boektrailer maakt

Taalondersteuning

Dyslexie

Dyslexie?

Lever je officiële dyslexieverklaring zo snel mogelijk in bij je coach.

Geef aan wat je nodig hebt:

  • extra tijd?
  • vergrote teksten op papier?
  • toetsen/examens uitwerken op de computer?
  • voorleessoftware?
  • iets anders?

Je krijgt vervolgens van het loopbaancentrum een pasje.

Op dit pasje staat waar je gebruik van mag maken: de faciliteiten.

Je hebt alleen recht op deze faciliteiten als je het pasje kunt laten zien (tijdens bijv. een toets of examen).