Het arrangement Marktvormen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 16-09-2017 13:34:55
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
In de economie wordt met een markt het geheel van vraag en aanbod bedoeld. Je hebt markten waar je naartoe kunt gaan, zoals een veiling of een ruilbeurs, maar ook winkel. En je hebt markten die je niet kunt bezoeken, bijvoorbeeld de arbeidsmarkt.
Zijn er op een markt veel aanbieders en veel vragers en is er sprake van een homogeen product dan spreek je van volkomen concurrentie.
Als veel aanbieders een heterogeen product aanbieden, spreek je van monopolistische concurrentie. Doordat het product dat de aanbieders aanbieden heterogeen is, is iedere aanbieder een uniek.
Er is sprake van een monopolie als er van een product maar één aanbieder is. In de praktijk zijn er maar weinig bedrijven die een monopolie hebben. Voorbeelden van bedrijven die een (bijna) monopoliepositie hebben zijn: een waterbedrijf, de Nederlandse Spoorwegen en PostNL.
Bij een oligopolie zijn er enkele aanbieders die de markt beheersen. Het product dat wordt aangeboden kan zowel homogeen als heterogeen zijn.